sa HET NIEUWE AVONDBLAD Radiobelasting? A. A. M.j 19e JAARGANG No. 88 DONDERDAG 15 FEBR. 1934 NMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2j4 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Couranfuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN: 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn Ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000bij overlijden van man en vrouw be.iden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over lijden van de vrouw alleen, Opvarenden van vissehers-, marine-vaartuigen enz. 400.— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te Schiedam. De Vier Vrij gesprokenen. Nog altijd worden de vier vrij gesprokenen In het befaamde proces inzake den Rijks dagbrand Dimitrof, Popof, Tanef en Torgler door de Duitsehe regeering ge vangen gehouden. Hun vrijspraak door het hoogste gerechtshof des lands geschiedde op 23 December. Hun gevangenschap is dus nu al ruim zes weken onrechtmatig verlengd, en er is niets dat een spoedige vrijlating in het vooruitzicht stelt. De onzekerheid waar in zij verkeeren moet een ontzettende fol tering zijn. Er zijn mensehen, cynisch ge noeg" om te zeggen: „Wat komt het erop aan; het zijn maar communisten", en an deren, bekrompen genoeg om te zeggen: ,Wat trek ik mij van drie Bulgaren en een Duitscher aan". Maar wie ruim van blik is en gevoel heeft voor Recht, met de. hoofd letter, die dat begrip zelfs op deez' aarde toekomt, denkt er ander over. Misschien heeft men zich in Duitschland de illusie ge maakt, dat het vie rtal - in-ge vangenscha p spoedig vergeten zou zijn. Het is zelfs waar schijnlijk, want in Duitschland heeft men een merkwaardige gave om de meening van het buitenland steevast verkeerd te taxeeren. Die illusie wordt dan niet verwezenlijkt-, want overal wordt telkens weer over de vier vrijgesprokenen geschreven. Vooral in Enge land, en vooral over de drie Bulgaren, om dat ten aanzien van Torgler de mogelijkheid bestaat dat zijn leven gevaar loopt zoodra hij losgelaten wordt. Het is denkbaar dat Torgler zelf heeft gevraagd, hem voorloopig nog' maar vast te houden. Al is daarvan niets bekend gemaakt. Dat de drie Bulgaren hun vrijheid wen- schen, waarop zij, trouwens het volste recht hebben, is aan geen enkelen twijfel onder hevig. De zielige, meelijwekkende tocht van Dimitrof's moeder, die vergeefs van het eene regeeringsbureau naar het andere trekt en éénmaal per week haar vrijgesproken zoon mag zien, levert daarbij een schouwspel, waarvoor, geloof ik, zelfs in een tijd als deze geen mensch ongevoelig kan blijven Eindelijk is er nu zooiets als een verkla ring van officieels zijde over de voortgezette gevangenschap van de drie Bulgaren losge komen. De Berlijnsche correspondent van de Londensche „Evening Standaard", heeft die losgekregen van een ambtenaar van het Duitsehe departement van buiten- landsche zaken: Ministerialrat Erbe. Deze mijnheer Erbe heeft het volgende gezegd: „Wij beschouwen Dimitroff als een gevaarlijken internationalen communis- tischen opruier. Wij voelen, dat als wij hem nu bevrijden, dit alleen een vloed van gruwelpropaganda zou ontketenen als hij in 't buitenland kwam. Anders- zijds kunnen wij hem niet tot zijn dood in de gevangenis houden. Politiek zou dit niet juist zijn. Daarom zullen wij hem gevangen houden tot de opwinding over den brand geluwd is. Voorvallen in het buitenland, zooals de schandalen in Parijs, hebben de pu blieke belangstelling reeds van de brand oorzaken afgeleid Communistische pro paganda in het buitenland is niet zoo groot Zoodra wij Dimitrof niet meer gevaarlijk zullen achten, zullen wij hem vrij laten". Het lijkt geen erg sterk standpunt dat men Dimitrof niet los durft te laten omdat men zijn „gruwelpropaganda" vreest. Hoe kan een Rijk van meer dan zestig millioen zielen, ver eend en gelijkgeschakeld als het thans dan toch is, en overtuigd van zijn superioriteit boven de rest van het mensohdom, zich zoo bezorgd maken over de propaganda van éen communist? Het cynisme van meneer Erbe is overigens merkwaardig als hij zegt: „Ander zijds kunnen wij hem niet tot zijn dood in de gevangenis houden. Politiek zou dat niet juist zijn". M.a.w. dat zou onhandig wezen, en niet in ons eigen belang. Maar we zullen hem loslaten als de opwinding over den brand geluwd is Van Popof en Tanef spreekt meneer Erbe niet; die zijn blijkbaar maar aanhangsels. Of misschien werkt hier plotseling weer bij hem een soort speciaal „rechtsgevoel": Dimitrof niet vrij de anderen ook niet vrij. Het buitenland zal meneer Erbe niet be grijpen. Het zal zeggen: de Duitsehe regee ring zorgt zelf voor het voortduren van de opwinding, door vier vrijgesproken menschen gevangen te houden. Hoe langer zij dit doet, hoe meer stof voor propaganda zij Dimitrof verschaft. „Gruwelpropaganda?" Wij vinden het nog veel erger dat die menschen na hun vrijspraak gevangen worden gehouden dan dat zij, zooals bericht is, maandenlang in ketenen gesloten zijn geweest. Veel erger. Maar dat schijnt men in Duitschland maar hardnekkig niet te kunnen inzien De erkenning, „dat men hen niet tot hun dood kan vasthouden" zal den vrijgesproke nen weinig troost geven. En de rechters in Leipzig moeten zich toch wel eens afvragen, hoe hun vonnissen eigenlijk nog ten uitvoer worden gebracht.... B. P. MIE EN KO IN THALIA. Het gezelschap Mie en Ko geeft hedenavond in het Thalia Theater nog een enkele voorstel ling van Chanson's nieuwste revue „Wat zeg je me daarvan?" Gisterenavond oogstte het ensemble bij een volle zaal een enorm succes met zijn gecom bineerd zang-, muziek- en tooneelspel. Amusante tafereelen, keurige finales en meerdere staaltjes vlotte volkshumor trok ken in bonte afwisseling den bezoekers voorbij. IJMUIDEN CHRIST.-HIST. UNIE. REDE MR. J. A. DE VISSER. In het gebouw voor Clir. Belangen hield het lid der Provinciale Staten van Zuid-Hol land, mi'. J. A. de Visser, voor de af'deeling der Chr. Hist. Unie, een rede gewijd aan: „Waarom Chr. Hist, en niet N. S. B. of fas cistisch?" De afdeelingsvoorzitter, de heer -J. C. Dun nebier, opende de vergadering op de gebrui kelijke wijze. Hij sprak, naast een welkomst woord, zijn teleurstelling uit over de geringe belangstelling. Spr. wees op de twee nood zakelijke pilaren, waarop ons staatkundig leven gebouwd moet zijn n.l. gezag en vrij heid, twee beginselen, welke de C. H. U. ten volle nastreeft. Dr. de Visser, hierna het woord verkrij gend, wees op de geweldige veranderingen, die zich in de laatste jaren aan een ieder heeft voltrokken zoowel op economisch als politiek gebied. Hoewel de economische toe stand zich thans wel zoo langzamerhand gestabiliseerd heeft, is toch ook wel bewezen, dae de mensch naar een lager levenspeil moet om uit die economische ellende te ge raken. Ook de staatsvorm werd in dit licht bekeken; de staatsvorm van tegenwoordig deugde niet meer en extremistische bewegin gen van links en rechts zochten andere re- geeringsvormen. Het gebeurde met de „Zeven Provinciën" was een van de groote stooten in de richting van de extremistisch-rechtsche strooming: het fascisme. In dit verband stond spr. stil bij het ont staan van de z.g. nationale gedachte en de kabinetsformatie van dr. Colijn, die zich aandiende niet alleen als een crisis- maar in de eerste plaats als een nationaal kabinet. Dr. de Visser wees op het nuttig effect, dat ons parlement sorteert, als het er op aan komt de regeering bij haar gezagshandhaving te steunen eil ten tweede wegens den vorm van critiek of correctie op wetsontwerpen. Nederland heeft echter voor de nationaal- socialistisc-he idee zelf in vorige jaren een voedingsbodem gegeven. Spr. gaf daarvan eenige voorbeelden. Toch is de N. S. B- z.i. een gevaar voor Nederland. Hoewel het „ré gime van den „leider" bekoort, en begrippen als tucht, orde en gezag de jeugd trekken, heeft spr. ernstige bezwaren. Ten eerste: een goed fascist gehoorzaamt eerst den leider en dan pas den Staat. In dit verband keurde dr. de Visser het verbod voor de ambtenaren om lid der N. S. B. te zijn, onvoorwaardelijk goed. Dat de ambtenaar, lid van de S. D. A. P., wèl in staatsdienst is toegelaten, vindt zijn oorsprong in het feit, dat deze partij ge hoorzaamheid aan den staat en de regeering stelt boven die aan de partijleiding. Het tweede princieele bezwaar, dat spr. tegen het nationaal socialisme heeft is: het Christendom is ondergeschikt gemaakt aan die idee. Voor een werkelijk 't christelijk be ginsel dienend mensch is het onmogelijk „in geschakeld" te worden in zulk een nat. soc. idee De C. H. U. wil óók de eenheid, maar dan niet één die van boven af ons onder dwang wordt opgelegd. Maar een eenheid, uit ons zelf voortkomend. Het nat soc. duldt geen andere partij in den Staat' dan de hare. Zoo is de meening van onze regeering niet: Nederland, het land van Christendom en Vrijheid, duldt zulk een dwang, zulk een waanidee niet. Wie heeit er b.v. in ons land nog sympathie voor de Jo denvervolgingen, de sterelLsatiewetten, de germaansche arierparagrafen, de valbijl van 10 Januari j.l. en zoo vele andere? Hulde bracht spr. aan de Nederlandsche regeering die stappen deed om een ter dood veroordeelde te redden. Zuiver op juridische begrippen heeft zij dit gedaan. Het groote gevaar, dat dr. de Visser in den fascistischen staatsvorm ziet, is dat de machtsidee prevaleert boven de rechtsidee. Wanneer men zulk een idee aanhangt, is men niet vooruitgegaan, maar eerder hard ach teruit. Deze ontwikkeling van de machtsidee heeft sterk vat op de jeugd, die al spoedig op zulk een leer gecharmeerd is. Angstvallig ontwijkt een Mussolini b-v. de erkenning van het Goddelijk gezag boven zijn machtsindee. Neen, roept spr. uit, het eigen recht van de Overheid ons door God gegeven, moet bo ven alles gaan! De samenwerking, die er in ons land tus- schen de partijen bestaat, heeft gelukkig ver hinderd, dat het nat- socialisme tot zulk een geweldigen bloei is gekomen als men in der gelijke kringen gaarne zou zien. Ons kabinet heeft het staatscrediet hersteld en het gezag gehandhaafd. Iedereen realiseert zich op dit oogenblik, wat hij doen of laten mag, iets wat hij twee jaar geleden zich wellicnt niet elk oogenblik afvroeg. De C. H. U. draagt het huis van Oranje in haar hart en staat pal voor ons vorstenhuis. Wij hebben geen portretten van het staats hoofd op het podium van noode; wij steunen haar met ons geheele wezen, met ons hart! roept spreker uit'. Met de nadrukkelijke verzekering, dat de C. H. U. het kabinet Colijn onder alle om standigheden zal bijstaan en een beroep doende op de trouw van zijn hoorders voor de C. H. U. besloot spr. zijn boeiend betoog. Na de pauze beantwoordde spr. een viertal 'door de aanwezigen gestelde vragen. Hij voegde daaraan den wensch toe, dat het de (Naar verluidtzou binnenkort een wetsontwerp te wachten zijn voor een radiobelasting van drie gulden per ontvangtoestel). Steeds maar worden nieuwe lasten Ons op d' armen rug getast, Als we nog een tijdje doorgaan, Wordt heel 't leven tot een last. Men spreekt dan nog wel van heffing, Maar wij gaan steeds meer gebukt, Het is waarlijk niet verheffend. Als men wordt fis-kaalgeplukt. Nu schijnt radiobelasting 't Nieuwste denkbeeld, dat men vond, Dat is erger aetherstoring Dan de Mexieaansche hond. Want nietwaar, bij elke heffing, Die er bijkwam, dachten wij, Eén troost blijven wij behouden, Want de lucht althans blijft vrij. Maar de fiscus, tegenwoordig Met zijn speurneus steeds op pad, Heeft de lucht ervan gekregen, Dat daar nog muziek in zat. Een ontvangtoestel, zoo denkt hij, Dat is rechtens in mijn lijn, 't Hoort voor houders, even logisch Een betaaltoestel te zijn. P. GASUS. afdeeling IJmuiden in alle opzichten wel mocht gaan. (Applaus). Voorzitter Dunnebier heeft, nadat men ge zamenlijk de twee eerste coupletten van ons Wilhelmus gezongen had, met gebed ge sloten. PERSONALIA. Ds. R. J. v. d. Meulen predikant der Gerf. kerk (West) komt voor op het tweetal voor het beroep der Geref. kerk te Middelburg. „DE BITTERE STRIJD". Door de Jongel. Geheel Onth. Vereen. „De Schakel" te Beverwijk is gisteravond een pro paganda-, tooneeluitvoermg' gegeven in „Het Wapen van Velsen". Het doel dezer uitvoering was om te komen tot het oprichten van een „Schaker-afdeeling in IJmuiden-Oost. Na een kort inleidend woord door mevrouw Tis- meer-de Waard gesproken, werd door de Schakelleden een tooneelstuk in 5 bedrijven getiteld: „De bittere Strijd" opgevoerd. Dit stuk beeldde sterk uit de ellende die door het alcohol gebruik ontstaat. David Kalberg een koopman, aan wien men direct kan zien dat hij lang geen af schaffer is, verkeert in moeilijke omstan digheden. Oorzaken: drankmisbruik en dom me transacties, onder invloed van den drank afgesloten. Hij wil den droeven toestand zij ner geldmiddelen niet aan zijn familie ont dekken. Toch draagt mevrouw Kalberg eenige kennis van den toestand. Louise, hun dochter, maakt vader attent op de armoede, dae zich zelfs in meubelen en Idee ding openbaart en kwelt hem onbewust met haar eischen. Karei, hun zoon, min of meer bon vivant, trekt zich van den loop der zaken niet veel aan en drinkt, als het te pas komt, met vader mee. Als Kalberg, door een zijner schuldeischers wordt aangemaand zijn schuld te betalen, vergrijpt deze zich aan hem. Met schande overladen verdwijnt hij spoorloos en sterft later als een verloopen dronkaard. Karei Kalberg komt in dienst bij den heer Bronk- meyer. Deze is een matigheidsman. Karei als erfelijk belaste komt door het matigheids voorbeeld ten val. Het stuk, -dat zeer vlot gespeeld werd, was een sterke uitbeelding van de ellende die door den drank veroorzaakt wordt. De in de pauze gehouden verloting vormde een aardige intermezzo. De uitvoering, die een goed verloop had werd gesloten met een lied, gezongen door de „Sehakel"-leden en een kort propaganda- woord, gesproken door den heer H. Bakker van Beverwijk VEREENIGING VAN VRIJ ZINNIG-HERVORMDEN. LEZING IR. G. A. KESSLER. In het Vacantiekoloniehuis aan den Groe- neweg hield de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden een bijeenkomst, waar voor een talrijk aantal belangstellenden Ir. G. A. Kess ler, directeur van het Hoogovenbedrijf een lezing hield over „Van internationaal indivi dualisme tot nationaal collectivisme". Na een korte inleiding kwam spreker tot het door hem gekozen onderwerp. Er is bezig een belangrijke overgang van het eerie uiter ste naar het andere te voltrekken. Spreker wil dit onderwerp behandelen in de sfeer, waarin wij thans leven. Het jaar 1933 is in de economische revolutie die wij beleven een zeer belangrijk jaar. Het heeft twee belang rijke gebeurtenissen gebracht: twee volks gemeenschappen hebben den teerling gewor pen nl. Duitschland en Amerika. Zij hebben een stap genomen, waarvan men niet terug kan keeren. In beide landen heeft zich een sterke natio- nade groepeering voltrokken, in Duitschland bovendien een politieke. Twee belangrijke conferenties zijn voorts mislukt, de economi sche conferentie en de ontwapeningsconfe rentie. Ons plaatsende in de overtuiging van onzen afgevaardigde naar de economische conferentie is ook voor ons land deze confe rentie als mislukt te beschouwen. Colijn trok naar de conferentie in de over tuiging, dat hij daar niet zou slagen en met de gedachte dat bij een mislukking ook Ne derland zou moeten overgaan tot het voeren van economische afweermiddelen. Dit is ook geschied; voor den vrijhandel kwam een ac tieve handelspolitiek; 1933 is het jaar gewor den, dat Nederland, het laatste der landen van den vrijhandel, in het Mausoleum van de laatste der Mohicanen is bijgezet. Spreker wil nu bekijken, wat in de afge- loopen periode het essentieele moment van den overgang is geweest. De sociale groe pen, die aan de sociale welvaart weinig deel hadden, kregen een steeds grooter wordende beteekenis. De overheid stond in het beginsel van de vrije concurrentie. Er werd niet a priori gevraagd, of de productie een bepaalde doelstelling had. Het financieele resultaat der productie hoorde niet thuis in de econo mische wetenschap. De economische wereld van toen was totaal a-moraal. De marktprijs werd beheerscht door de firconomische struc tuur. Een bakker, die failliet ging had onge lijk, een kermisman die verdiende aan pa/pie ren neuzen, had gelijk. De vrije uitwisselini van goederen veroorzaakte een onderlinge afhankelij'kheid van elkaar en een gelijke levensverhouding. Er ontstonden groote eco nomische figuren, het slagen van enkelingen in Amerika en o.a. ook in het Ruhrgebied bracht een groote vermogensaccumulatie. On geveer 30 jaar geleden drong de mogelijkheid van een oorlog niet tot ons door, zelfs nog niet in de laatste dagen vóór den oorlog. Het was een wereld van internationalisme. „Die Welt is mein Feld" was het devies, dat de Norddeutsöhe Lloyd in zijn vlag voerde. Verder wees spreker naar de woorden aan de ingangsdeur van de beurs: „De aarde wordt slechts eenVan dit ideaal zijn we wel ver afgeweken. Wel waren èn van boven èn van beneden de grenzen verbroken, maar de eenheid werd verstoord. De oorlog werd een gemeenschappelijk gebeuren, waarvan de om vang niet met woorden is aan te duiden. Dat gemeensehapsgebeuren is de wereld niet meer kwijt geraakt. Het opbreken van een aantal volken, grenzen die beschermd moesten wor den, passen die we niet meer kwijt konden raken, deed Europa terugvallen tot kleinere groepeeringen. In deze verbrokkelde wereld vond door uitschakeling van goederen en per sonen een inbreuk plaats op het vroegere systeem, dat ook door innerlijke organen in andere banen werd geleid. Er kwam een tijd dat er minder geld voor ami D0MANIALE ANTHRACIET EN EIERKOLEN de beste. Ericsonntr. 1 (SInisplein) Tel. 44, Zeeweg 263 Tel.907, Meerensteinpl.l,Beverwijk, Tel.2451 (Adv. Ingez. Med.) I de productie gemaakt kon worden. Hierop volgde geen lagere productie maar een pogen om de productie te vergrooten teneinde met evenveel succes als bij hoogere prijzen te kun nen werken. Daarbij kwam het terugnemen van het geschonken vertrouwen, waarop volgde het bankroet. Door nieuwe investatie, door moderne machines werden arbeiders uit de productie gestooten. Maar dit werd geen „wirtschaftlich" vraagstuk voor den fabri kant, maar een sociaal-economisch voor de overheid. Het systeem van doorzet ban kroet heeft zoo doorgewoekerd, dat verschil lende regeeringen door deflatie verliesposten namen. Maar de afwikkeling van schuld bracht een verdere prijsdaling teweeg. De vaste lasten werden een steeds grootere fac tor in de bedrijfskosten. Doelbewust heeft Amerika gekozen tot systeem van afwikkeling van het bankroet het verhoogen van prijzen. De nationale groepeering als een totale krachtsinspanning is de taak, die voor ons ligt. Waarmede spreker nochtans niet wil zeg gen, dat hij voor een bepaalde politieke partij die zich nationaal noemt zich wil uitspreken. Er ontstaat daardoor de mogelijkheid tot het bereiken van een eigen welvaart. On-ze regee- ring is in die richting bezig. Of de regeering hierin zal slagen, hierop wil spreker niet ant woorden. Ook in ons land zullen we gelei delijk tot- de PlanwirtsOhaft moeten komen. De baat zal men als richtsnoer der productie kwijt raken. Er moet voor in de plaats komen een intieme samenwerking tusschen de over heid en het bedrijfsleven. De industrie toch is een stuk van onze Nederlandsche outillage. Na een korte pauze werd gelegenheid ge boden tot het stellen van vragen, waarvan ge bruik werd gemaakt door Mr. Dr. A. v. d. Flier en Dr. H. Faber, die beiden uitvoerig door den heer Kessler beantwoord werden. Dr. Faber dankte den heer Kessler voor zijn interessante lezing. VELSEN DE SALARISSEN VAN HET GEMEENTEPERSONEEL. DE ONLUSTEN IN OOSTENRIJK. Afdeelingen militairen met machinegeschut voor het Weensche raadhuis, dat bezet werd. B. EN W. STELLEN EEN VERLAGING VAN 8 VOOR. Den 15 November j.l. werd door den Raad overeenkomstig het voorstel van B. en W. be sloten de voor 1933 geldende tijdelijke korting van 3op de jaarwedden en loonen, inbegre pen de toelagen in welken vorm ook, van het personeel der gemeente, voor zoover die door het Gemeentebestuur worden vastgesteld, ook voor 1934 toe te passen. Daarbij zat geenszins de bedoeling voor vast te leggen, dat voor 1934 geen verdere korting plaats zou hebben. Een verhooging dier korting was mede afhankelijk van een onzekeren factor, n.l. den inhoud van het door den Rijksaccountant inzake den finan- cieelen toestand dezer gemeente uit te bren gen rapport. Na de kennisneming van dit rapport hebben B. en W. hun houding inzake verdere korting vastgesteld. Naar hun meening dient de totale korting van 3 op 8 te worden gebracht. Oorspronkelijk oordeelden zij, dat aan deze korting het tijdelijk karakter geheel moest worden ontnomen, omdat het vervallen dier korting in de naaste toekomst niet kan wor den verwacht. Een definitieve korting geeft voorts een besparing op de betaling der pen sioensbijdragen. Bij de behandeling van dit punt in de commissiën van overleg is omtrent de hoegrootheid der korting volkomen over eenstemming bereikt. Alle commissiën gaan accoord met een korting van 8%, ingaande 1 April 1934. Één der commissiën geeft er echter de voorkeur aan deze korting haar tijdelijk karakter te doen behouden. De beide andere commissiën zijn voor een vaste korting van 6 1/2 en een tijdelijke korting van 11/2 Deze tijdelijke korting zal komen te vervallen zoodra de gemeente de bijdrage voor eigen pensioen verhoogt met 11/2 Door de Re geering is n.l. een wetsontwerp ingediend om het verhaal voor eigen pensioen van 8% op 4 1/2 te brengen. B. en W. kunnen zich met dit laatste stand punt vereenigen en stellen den Raad dan ook voor, onder intrekking van het besluit van 15 November j.l. inzake een tijdelijke korting van 3%, met ingang van 1 April a.s., de jaarwed den en loonen, inbegrepen de toelagen in wel ken vorm ook, van het personeel der gemeen te, voor zoover die door het Gemeentebestuur worden vastgesteld, te verlagen met 6 1/2 en op het overblijvende salaris een tijdelijke korting toe te passen van 11/2 welke tijde lijke korting komt te vervallen zoodra de ge meente de bijdrage voor eigen pensioen ver hoogt met 11/2 Deze verhoogde korting geeft per jaar op de uitgaven een besparing van rond f 29.000. GOEDGEKEURDE ACTE. Met nummer 30 van de oiaatscourant is o.m. verzonden een afdruk van de acte be treffende de N.V. Bouw- en Exploitatie ivuj, „Bonne Attente" alhier.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1