KONING ALBERT HERDACHT.
STAATSGEHEIMEN.
Urker vaart.
Hei Zeiss-Planetarium.
STA TEN- GENERAAL
IJMUIDER COURANT WOENSDAG 21 FEBRUARI 1934
TWEEDE BLAD.
BEVERWIJK
WAT GEBEURT ER MET DE ELECTRICI-
TEITSTARIEVEN?
Op uitnoodiging van de Winkeliersvereeni-
eins Eendracht Maakt Macht" hield de heer
H J 'de Groot, directeur der Gemeente Licht
bedrijven een verhandeling over de Electrici-
teitstarieven, in verband met de vernieuwing-
van de contracten. Van de zijde der winkeliers
werd voor deze uiteenzetting flinke belang
stelling betoond. Van het gemeentebestuur was
wethouder J. F. Brawn aanwezig. De commissie
van bijstand in het beheer der Lichtbedrijven
was vertegenwoordigd in den persoon van den
heer G. Welagen.
De voorzitter van E.M.M. vestigde m zijn
openingswoord de aandacht op de moeilijke
tijden voor den Middenstand, die zucht onder
talrijke belastingen en heffingen. Van over
heidswege worden steeds zwaardere lasten op
gelegd en spr. vroeg zich af, of zij niet bezig
is de kip met de gouden eieren te slachten.
Inzake de electriciteitstarieven is spr. mede
gedeeld, dat de op handen zijnde veranderin
gen in de contracten zoowel in het belang van
de gemeente, als in dat van de winkeliers is.
Spr. hoopte, dat de heer H. J. de Groot er in
zou'slagen zooveel mogelijk allen te bevredi
gen. De directeur der Lichtbedrijven deelde in
zijn' inleidend betoog mede, dat aan sommige
winkeliers bericht was, dat op verlenging van
het vastrecht-tarief-contract van de zijde der
Lichtbedrijven geen prijs werd gesteld, doch
dat in het vervolg de stroom zou worden be
rekend tegen 22 ct. per K.W.U. zonder con
tract. Daarnaast zal een nieuw vastrechttarief
worden ontworpen.
Spr. zette voorts uiteen, hoe de berekening
van het inkoopbedrag tot stand komt, dat van
een tweetal belangrijke factoren afhankelijk
is. In het bijzonder speelt hierin de belasting
van het net een groote rol. Vervolgens be
handelde spr. de vaststelling en het ontstaan
van de vastrechtarieven, waarmede gestreefd
werd naar hoogere omzet, lage tarieven en
hoogere winst. Maar men had niet verwacht,
dat de maximale belasting zoodanig zou stij
gen, dat de winst neiging tot daling ging ver-
toonen.
In den kostprijs kwam nagenoeg geen wijzi
ging, maar de opbrengst per K.W.U. daalde
met 4 ets. per K.W.U. Het bedrijf heeft van
het vastrechttarief slechts de nadeelige zijde
ondervonden. Op het K.W.U.-gebruik begon
nen verscheidene afnemers te bezuinigen, met
het gevolg dat de duur der maximale belasting
korter werd, waardoor noodwendig de inkoops
prijs moest stijgen. Bij de samenstelling van
het vastrecht is met deze omstandigheid geen
rekening gehouden. Een aandeel van de maxi
male belasting was niet in het vastrechttarief
geparticipeerd en de bestaande contracten
lieten daarvoor evenmin ruimte. Deze voor het
bedrijf bezwaarlijke contracten werden dus
opgezegd.
Vervolgens deelde spr. mede, dat contracten
op denzelfden basis zullen worden afgesloten,
met dit verschil, dat daarin nieuwe bepalingen
worden opgenomen, regelende de maximale
belasting. Spr. meende, dat hier een oplossing
was gevonden, die beide partijen kan bevre
digen. De vrees, die onder sommige winkeliers
leefde, was aldus de directeur niet gegrond.
Integendeel, het zal wel blijken, zei spr., dat
de pap niet zoo heet wordt gegeten, als ze
wordt gekookt.
Van de gelegenheid tot het stellen van vra
gen werd een ruim gebruik gemaakt.
De heer H. J. de Groot heeft de vragen
stellers beantwoord en er daarbij o.a. op ge
wezen, dat de gemeenteraad te-bepalen heeft
of geen winst of groote winst moet worden
gemaakt. Dit is dus een aangelegenheid van
zuiver politieken aard. Spr. vond hierbij
gelegenheid op verschillende zaken nog eens
Wat dieper in te gaan en de te nemen nieuwe
maatregelen te bespreken. De nieuwe vast
rechtcontracten zullen voor een jaar worden
aangegaan en telkens voor een jaar worden
verlengd.
Nadat de voorzitter van E.M.M. een dank
woord had gesproken aan het adres van den
heer H. J. de Groot, werd de, bijeenkomst ge-
Sloten.
ADMINISTRATEUR MAATSCHAPPELIJK
HULPBETOON
Naar wij vernemen is de heer J v. d. H-orst,
administrateur van de Instelling Maatschap
pelijk Hulpbetoon, wegens een plotselinge,
zeer ernstige ongesteldheid, ter verpleging
opgenomen in het St. Antonius Ziekenhuis te
IJmuiden-Oost.
NUTSAVOND.
De tweede voordrachtavond voor de Nuts
leden zal op Dinsdag 27 Februari in het Ken-
nemer Theater worden gehouden. Op dezen
avond zal de heer Frans ten Gast uit Den
Haag een schimmenspel vertoon-en Mevr. J.
HoningCoutener verzorgt het muzikale
gedeelte en de heer Jo Breemer zal de tekst
zeggen.
R.K. GROOTE GEZINNEN.
In de Donderdagavond in het K.'S.A.-ge-
bouw te houden jaarvergadering van de
plaatselijke afdeeling van den R.K. Bond
voor Groote Gezinnen wordt een bestuurs- I
verkiezing gehouden wegens aftreding van
de heeren J. H. Bremmers, C. Wester en J.
Boon.
Na afhandeling van het huishoudelijke
gedeelte der agenda zal de heer P. J. J.
Haazevoet een lezing houden over het onder
werp „Kindertoeslag of kinderrente".
JAARVERGADERING VOLKSONDERWIJS.
In de koffiekamer van het „Centrum" hield
de afdeeling Beverwijk van de vereeniging
Volksonderwijs Dinsdagavond haar jaarver
gadering,
In zijn openingswoord memoreerde de
voorzitter de heer A. Visser, dat in dezen
tijd van gisting en chaos de openbare school
de klappen krijgt en het hard te verant
woorden heeft. De collecte, die dit jaar ge
houden is, was echter een lichtstraal in het
duister.
Spreker hoopte dat alle leden waakzaam
en werkzaam zullen zijn en bezield zullen
zijn van de goede zaak, welke zij nastreven.
De voorzitter deelde mede dat 6 Maart a.s.
de heer Bymolt voor de afdeeling zal spreken
in het Kennemer Hotel over de openbare
chool en dat de minstreel van Assumburg
de heer Geert Dils met zijn liedjes deze
vergadering zal opluisteren.
Uit het jaarverslag van den secretaris
de heer Mol bleek, dat de 4 openbare scholen
hier zoo dicht bevolkt zijn, dat van ophef
fing geen sprake kan zijn. Eerder dient er
nog een bijgebouwd te worden. Het leden
tal liep iets terug tot 177. In 1934 zal door
gemeester Rijkenspark te Santpoort wor
den kring Haarlem een landdag in het Bur
den georganiseerd.
De heer Romunde meende, dat de af
deeling niet actief genoeg is en ziet veel
heil in openbare vergaderingen.
De voorzitter merkte op, dat de ervaring
van het bestuur is, dat er bijna niemand op
deze vergadering komt
De heer J. Visser wees er op, dat de
slhoolvoeding in gevaar is.
De heer Rangermond bevestigde het op
treden van schoolverzuim door gebrek aan
schoolkleeding.
Na uitvoerige discussie over een en ander
zegde de voorzitter toe, dat het bestuur bij
B. en W. zal aandringen om zooveel mo
gelijk schoolkleeding te willen verstrekken.
Het jaarverslag van de penningmeester
de heer J. Visser sloot met een batig saldo
van f 131.59.
Tot nieuw lid in de financiële commissie
wordt mej. Hoogkarspel benoemd.
De heer Messy bracht verslag uit over de
Alg. Vergadering te Utrecht. Bij de gestuurs
verkiezing van een nieuw bestuurslid werd
de heer J. Visser bij acclamatie herkozen.
Nadat nog vele leden van de rondvraag ge
bruik hadden gemaakt, sloot de voorzitter
de vergadering
ONZE THEATERS.
Naar wij vernemen zijn in het Luxor- Thea
ter binnen enkele weken de vertooningen te
wachten van het Nederlandsche filmwerk „De
Jantjes" met verscheidene Nederlandsche
tooneelspelers en -speelsters in de hoofdrol
len. Ook Louis Davids treedt in dit bij uitstek
nationale filmwerk, dat werd uitgebracht
door Loet C. Barnstijn, met zijn liedjes op.
Vrijdag a.s. brengt Luxor weer eens een
film met Pola Negri in de hoofdrol nl. „De
vrouw beveelt". Het is al lang geleden, dat
Pola Negri in Beverwijk op het witte doek te
bewonderen was, zoodat voor deze rolprent
wel belangstelling zal bestaan.
Het „Kennemer Theater" heeft een super
van Filma ingezet, namelijk het romantische
filmwerk „De twee Weezen" Van de roman en
misschien meer nog van het wereldberoemde
tooneelstuk daaruit hebben onze overgroot
ouders reeds „gesmuld" en van de film zal
het tegenwoordige geslacht het niet minder
doen. De succesvolle vertooningen in de groo
te steden hebben wel bewezen, dat de roman
tiek nog altijd voortleeft in de harten van
ons volk.
UITSLAG GRASVEILING.
De grasveiling van het hoogheemraad
schap Noörd-Holland's Noorderkwartier had
het volgende resultaat: 1. Van het' gedeelte
Assendëlver zeedijk van den scheipaal van
dien dijk, staande benoorden den weg Bever
wijk-Assendelft af tot aan de „Nieuwe Över-
dijking" (tot 31 Dec. '34). Perc. 1 en 3 opge
houden; perc. 3 voor f 50 aan F. G. van Leeu
wen, alhier, perc. 4 voor f 37 aan W. Dam te
Wijk aan Duin.
2. Van de z.g. „Nieuwe Overdijking" (tot 31
December 1935) perc.- 1. (Oostelijke helft) voor
f 72 aan W. Nol te Wijk aan Duin, perc. 2
(Westelijke gedeelte) voor f 84 eveneens aan
W. Nol te Wijk aan Duin.
OM EEN „VERLOREN"
PORTEFEUILLE.
DADERS IN HOOGER BEROEP
VEROORDEELD.
Het Haagsche Hof heeft uitspraak gedaan in
de zaak te-gen vijf personen, die betrokken
zij-n geweest bij de kwestie van de door een
Rotterdamseh kantoorbediende verloren por
tefeuille, waarin ongeveer f 36.000 had geze
ten. De kantoorbediende had deze gelden aan
een medeplichtige overhandigd en later had
men de buit verdeeld.
De kantoorbediende en de uitlokker werden
conform den eisch van den adv.-gen. ver
oordeeld tot twee jaar; een koopman tot 1 1/2
jaar; een andere koopman tot een jaar. Al
deze straffen zijn h.ooger dian de door de Rot'
(Twintig Urker visschers, die in
het voorjaar 1933 zonder vergun
ning voor de Ongevallenwet en
zonder certificaat voor de Sche
penwet waren uitgevaren, hoor
den na veroordeeling door den
kantonrechter, in hooger beroep
f 5 boete of een dag hechtenis
tegen zich eischen).
Een twintig Urker visscher voeren in het
voorjaar uit,
Naar zee en tegen d' Ongevallenwet,
Negeerden hun papieren en bekommerd
slechts om buit,
Die visch wordt hun nu duur betaald gezet.
Hun vaart was vol gevaren, maar die lagen
niet op zee,
Zij voeren lek bij thuiskomst, op het land,
Want nauwlijks weer terug, op wat men
noemt de veil'ge rêe,
Zijn z' op de klip van Neerland's recht
gestrand.
Zij waren wel voortvarend, maar voort
varender dan zij,
Staat ook voor dit geval de Staat te boek,
Het eigenmachtig reisje leidde tot een averij,
Een aanklacht aan hun wijde Urkerbroek.
Zij dachten, onnadenkend, als een mensch
uit visschen gaat.
Dan zijn zijn netten al wat hij begeert,
Maar visschen eischt vergunning ook en
een certificaat,
Al is de visch daar niet in g'intresseerd.
't Heeft wel een vaart geloopen, meer, dan
men waarschijnlijk dacht,
Een vonnis kwam, een eisch viel in appèl,
En Urk weet thans: wanneer men varend
naar wat welvaart tracht,
Zonder vergunning vaart thans niemand wel.
P. GASUS.
terdamsche rechtbank opgelegde, terwijl ten
aanzien van een 22-jarigen kantoorbediende
het vonnis van zes maanden werd bevestigd,
doch met aftrek van drie maanden voor
arrest
Opening in tegenwoordigheid
van Z. K. H. Prins Hendrik.
(Van onzen Correspondent)
In tegenwoordigheid van Z.K.H. Prins Hen
drik; minister mr. J. A. de Wilde; Prof. mr, G.
A. van Poelje, namens den minister van On
derwijs, K. en W.; Jhr. mr. dr. L. N. H. Bosch
Ridder van Rosenthal, burgemeester van Den
Haag; prof. W. de Sitter, directeur van de
Leidsche Sterrewacht; luit.-gen. jhr. W.
Röell, gouverneur der Residentie; de Duit-
sche en Noorsche zaakgelastigden en vele
andere autoriteiten is gistermiddag officieel
geopend het Zeiss-Planetarium der „Haag
sche Courant". De gasten werden ontvangen
door den heer A. W. Sijthoff, directeur der
„Haagsche Courant" en den heer Th. G. van
der Garden, secretaris der directie.
De heer A. W. S ij t h o f f heette vervolgens
in een toespraak de aanwezigen welkom.
Spr. zette uiteen hoe het 50-jarig bestaan
van de „Haagsche Courant" en de totstand
koming van het nieuwe gebouw aanleiding
waren geweest om een Zeiss-Planetarium te
bouwen en daarmee voor Den Haag een
blijvend cultuurmonument op te richten.
Spr. hoopt, dat dit voor het onderwijs, voor
Den Haag in het bijzonder en voor Nederland
in het algemeen van blijvende, waarde moge
zijn.
Spr. dankte allen die aan de uitvoering
hadden medegewerkt en besloot met dezen
wensch; dat de stichting aan haar doel zal
beantwoorden.
Namens de Regeering wenschte de minister
van Binn. Zaken, mr. J. A. de Wilde, den
heer Sijthoff geluk met het werk, dat zoo
lang en zoo met uiterste zorg voorbereid
werd, is voltooid. De sterrekunde is een weten
schap, die zich beweegt in hoogere regionen,
het planetarium, dat deze wetenschap op
populaire wijze verduidelijkt aan velen, opent
een bron van genot, die eveneens van hoo
gere orde genoemd moet worden.
Het groote gebouw in de Wagenstraat
aldus de minister getuigt van het willen
en kunnen van den stichter, uw vader. U
voegt door belangrijke uitbreidingen daaraan
het uwe toe en u hebt tevens aan dit gebouw
een kroon toegevoegd, die een blijvend sie
raad voor Den Haag beteekent: een plane
tarium.
De minister deelde voorts mede, dat de
heer Sijthoff benoemd was tot officier in de
orde van Oranje Nassau.
Spr. hechtte onder luid applaus der aan
wezigen, den heer Sijthoff het officierskruis
op de borst met de woorden: „Mag ik u dit
bewijs van waardigheid overhandigen in de
hoop, dat u het lange jaren in eere zult
dragen".
Vervolgens hield de burgemeester
van Den Haag een rede, het initiatief van den
heer Sijthoff roemende en hem namens het
gemeentebestuur den gedenkpenning voor
wetenschap en kunst aanbiedend, hem dan
kend namens de gansche burgerij voor deze
daad van burgerzin.
Voorts zijn nog redevoeringen uitgesproken
door professor Van Poelje, Dir.-Generaal
van onderwijs; professor dr. W. de Sitter en
de heer F. Fieseler, vertegenwoordiger der
firma Carl Zeiss in Jena.
TWEEDE KAMER.
Nog een doode in den kring der Kamer. De regeering
en de K. E. M. A, Een interpellatie van den heer Schouten.
20 Februari.
De parlementaire week is ditmaal ingezet
met een herdenking van den tragïschen dood
van koning Albert van België, Staande werd
door de Kamerleden, evenals door de Minis
ters Colijn, Marchant en Kalff, de rede van
den Kamer-president, Jhr. Ruys de Beeren-
brouck, aangehoord.
Minister Colijn heeft, namens de Regeering
zich bij de woorden van Jhr. Ruys de Beeren-
brouck aangesloten. Spr. zeide, dat ook de
Regeering hare diepgevoelde belangstelling
wenscht -te toonen bij het ernstige verlies,
dat het naburige, bevriende en ten deele
stamverwante volk getroffen heeft..
Het Belgische volk verloor in deze moeilijke
tijden een 1100de te missen beleidvol Staats
hoofd; een vorst die zoowel in dagen van het
hoogste gevaar als in tijd van vrede heeft uit
geblonken door trouw en toewijding bij het
dienen van de belangen van zijn volk.
Zijn trouw aan de internationale verdra
gen bij het uitbreken van den wereldoorlog
in 1914, zijne volharding, vier jaren lang, in
het stand houden op het laatste plekje grond,
waar de vaderlandsche vlag nog wapperde,
roepen de herinnering wakker aan de schoon
ste voorbeelden van hooge opvattingen en
plichtsbetrachting uit vroeger en later tijd.
Ook de Nederlandsche Regeering wenscht
bij deze doodsbaar, naast het uitspreken van
hare waardeering voor alles waardoor dit le
ven gesierd werd, ook getuigenis af te leggen
van hare hartelijke deelneming in het ver
lies, dat het Belgische Koningshuis en de
Belgische natie heeft getroffen.
Er werd nog een doode in de Kamer her
dacht, de directeur der Stenografische In
richting der Kamers, de heer Sleger.
De Kamer-president heeft zijne toewijding
aan zijn arbeid warm herdacht. En namens
de Regeering heeft Dr. Colijn hetzelfde ge
daan.
Bij deze toespraken waren ook alle Kamer-
stenografen in de vergaderzaal der Kamer
aanwezig.
Na deze, meer plechtige momenten, ging
de Kamer weer gewoon met haren arbeid
door.
De behandeling der Indische begrooting
werd voor een interpellatie onderbroken
Dat was een eigenaardig geval in onze par
lementaire geschiedenis, mogelijk wel eenlg:
de Regeering antwoordde de vorige week op
een interpellatie, die nog gehouden moest
worden.
Wij bedoelen het geval met de N.V. K. E.
M. A„ oftewel: N.V. tot Keuring van Electro-
technische Materialen, gevestigd te Arnhem.
De heer Schouten (a.-r.) vroeg op den dag,
dat de Kamer in December met Kerst-reeès
ging, een interpellatie aan over de wijze
waarop de Regeering ageert, om de N.V. van
Arnhem naar Delft overgeplaatst te krijgen.
De vorige week Dinsdag, toen de Kamer voor
het eerst na het Kerst-recès weer bijeen
kwam, werd die interpellatie toegestaan.
Woensdag stelde de voorzitter toen voor haar
Donderdag te behandelen, zulks blijkbaar op
aandrang der Regeering.
De heer Schouten verzocht toen, om zijn
interpellatie heden te mogen houden, omdat
hij Donderdag met een en ander nog niet
gereed was. Dat gebeurt reeds niet dikwijls
dat een interpellatie op verzoek van den in-
terpellant wordt uitgesteld. Maar te meer
trok het de aandacht, dat de Ministers Kalff
en Marchant dato 15 Februari (Donderdag)
een nota bij de Kamer inzonden, waarin zij
het standpunt der Regeering ln deze kwestie
uiteenzetten, nog vóór de intei-pellant gespro
ken had. En dat omdat juist heden (20 Febr.)
een aandeelhoudersvergadering der K.E.M.A.
gehouden wordt, waarin gewichtige besluiten
naar aanleiding van het conflict met de Re
geering moeten vallen.
Het gaat er hier allereerst om. of d.e K. E.
M. A. steun der Regeering zal verkrijgen. De
Regeering wil dat doen, wijl zij het groote
belang en de groote beteekenis van de K. E,
M. A. inziet. Maar dan moet volgens de Re
geering het nieuwe instituut niet te Arnhem
gevestigd zijn, maar te Delft, of in de om
geving en dat in verband met de Technische
Hoogeschool aldaar; -de Regeering wil con
centratie.
En de Regeering stelde als tweede voor
waarde voor haar medewerking, dat zij den
noodigen invloed moet hebben op organisatie
en beheer van de K.E.M.A. Deze voelt daar
niet voor, wil autonoom blijven.
Zoo is er een conflict. Krijgt ze niet haar
zin, dan zal de Regeering alle middelen in
het werk stellen, o-m zelf het werk te Delft
ter hand te nemen door de stichting van een
instelling, die uit haren aard een monopolis-
list-isch karakter zal moeten hebben.
De heer Schouten (a.-r.) bleek vooral be
zwaar te hebben tegen de wijze, waarop de
Regeering in deze kwestie is opgetreden te
gen de K.E.M.A. Hij had er vooral bezwaar
tegen, dat de regeering zelf niet eerder op
trad en toen zij optrad, feitelijk niet onder
handelde, doch alleen haar eischen stelde en
dreigde: als gij aan die eischen niet voldoet,
snij ik u den toevoer van geldén af en neem
d-e z-aak zelf ter hand. De interpellant meen
de, dat de Regeering hier de gedachte van
den rechtstaat heeft laten varen en die van
den machtstaab heeft aanvaard. Zoo 'iets zou
Hitler, of Mussert kunnen dóén, 'meende de
heer Schouten, maar dat mag de 'Nederland
sche Regeering niet doen.
Over den gang der zaken stelde hij een
aantal vragen aan de Regeering, die zijn be
zwaren tot uiting deden komeri.
Minister Marchant, die deze kwestie be
handelde, kon niet ontkennen,'dat er vroe
ger van de zijde der Regeering niet met vol
doende activiteit is opgetreden-. Doch deze
Regeering heeft dat wel gedaan en haar mee-
ning is uiteengezet in de Nota, die -de Kamer
ontving. Met de hoofdbezwaren van den heer
Schouten bleek hij het echter allerminst eens
Centralisatie dezer zaak te Delft is eisch,
evenals een behoorlijke ipvloed der Regee
ring in de K.E.M.A.
Doch de moeilijkheden zijn niet weinig ver
groot door allerlei misverstand. De Minister
merkte op, dat de K.E.M.A.. absoluut geen
doodgewone N.V. is, in de onderhandelingen
met haar stelde de Regeering haar voorwaar
den. Dat mag zij toch wel doen? En -toen haar
gevraagd werd, wat zij zou doen, als haar
voorwaarden niet ingewilligd werden, toen
zei zij: dan nemen wij zelf dé zaak ter hand
en snijden u de kanalen af,, waardoor gij het
geld krijgt. De bron der moeilijkheden zag
Minister Marchant in de tweeslachtige hou
ding der K.E.M.A., want feitelijk moest zij
een instituut zijn met een publiekrechtelijk
karakter. De eventueele schade der- K.E.M.A.
wil de Regeering vergoeden. Met klem be
toogde de Minister, dat Delft hier het cen
trum moet wezen, omdat concentratie eisch
is. Hij wilde nog wel verder onderhandelen,
maar napleiten geeft z.i. niets.
De heer Schouten (a.-r.) kón'hét standpunt
der Regeering niet geheel deelen en hij bleef
bij zijn critiek op de wijze, waarop zij deze
zaak heeft getracteerd.
De Kamer praatte den geheelen middag
over deze kwestie vol. Zoowel de Regeering
als de heer Schouten kreeg steun. De eerste
wel het sterkst van Mi'. Kortenhorst (r.-k.)
en Mr. Westerman (nat; 'liefst.) die beiden
meenden, dat het tijd was, dat de Regee
ring hier ingreep.
Ook de heeren v. d. Waèrden (s.-d.) en
Ebels (v.d.) stonden dicht bij Minister Mar
chant, wiens wij-ze van deba-tteeren den heer
Schouten ernstig laakten.
Dichter bij dezen stonden de heeren Bon-
gaerts (r.-k.), van Braambeek (sxl.) en Mr.
Goseling, die ook meenden, dat de Regeering
hier in haar wijze van op-treden -had gefau-
deerd. Tot een uitspraak- der Kamer kwam
men niet.
De heer Schouten had .daar geen behoefte
aan. Hij nam tenslotte aan, dat de Minister
zelf van oordeel is, dat er iets gedaan is, wat
niet geoorloofd is.
Het leek ons, dat Minister Marchant het
toch niet heelemaal met die conclusie eens
was.
Woensdag voor de Indische bëgrooting eerst
de Indische conversieleeniiig.
OBSERVATOR.
NOG EEN ARRESTATIE IN DEN ILP.
In Den Hp is nog een tweede communist ge
arresteerd. Zaterdag zijn daar zooals wij
reeds meldden huiszoekingen gedaan in
verband met een opruiend artikelin het
boerenblad „Het Kompas" en is een commu
nist gearresteerd,
DR. SIEGBERT TARRASCH, de beroemde
Duitsche schaakmeester, die op 72-jarigen
leeftijd te München is overleden.
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt
door
THEA BLOEMERS
(Nadruk verboden)
25
XVII.
Een nieuwe aanval..
Vrijdagmiddag duurde Georg D-ar-den's ge
sprek met Miss Colvin langer dan de voor
afgaande da-gen; zoo langs zelfs, dat hij haar
in de electrische tram naar het flatgebouw
vergezelde, waar hij Miss Hask-ell trof. De
oudere vrouw was niet een dag van haar werk
weggebleven, maar Mary had een week ver
lof gevraagd ze voelde zich niet in staat
haar gewone bezigheden te verrichten.
Ze zag er nog altijd, bleek en vermoeid uit en
had groote, donkere kringen onder de oogen.
Het oude vuur en de oude opgewektheid wa
ren uit haar houding en bewegingen ver
dwenen; ze praatte met een matte,, gedempte
stem; antwoordde liefst met een enkel luste
loos woord.
Addie's onrust toonde zich vooral in de ver
stolen uitdrukking van haar oogen; haar ge
zicht droeg minder de sporen van innerlijke
emoties d-an dat van Mary. Misschien dacht
Darden spottend, kwaan het, door-dat ze zich
altijd op dezelfde wijze schminkte!
Vijf dagen leefden ze nu in onzekerheid en
spanning. Lang genoeg, vond Darden, om
thans* met 'n beetje extra krachtige druk,
succes te kunnen verwachten.
Zijn eerste tactische beweging was, een
voorzichtige toespeling op de verdwijning van
Lizzy Wilson.
„Als ik me niet vergis', begon hij vriendelijk-
belangstellend, „hebt u zicih .deze week met het
dienstboden-vraagstuk moeten bezighouden,
nietwaar?"
Mary, die op haar gewone plaats bij het
raam zat, bedacht dat hij onmogelijk het
nieuwe meisje, dat gisteren in dienst was ge
komen, gezien kon hebben en zweeg.
Adi-e, die met hoed en mantel aan bij
de tafel was gaan zitten, beantwoordde zijn
opmerking.
„Ja", verklaarde ze, „Lizzy is weg".
„Ontslagen?" vroeg hij vlug en toen hij
zag dat Miss Colvin als bij instinct Mary een
vragend-en blik toewierp, voegde hij er op
kalmeerenden toon bij: „Haar vertrek is na
melijk voor mij ook niet zonder belang. Staat
het vast, dat ze niet in den diefstal van
het document betrokken is?"
Nu was het Mary die de oogen opsloeg, on
miskenbaar verbaasd door zijn vraag.
Hij deed alsof fhij haar verbazing niet op
merkte. „Of heeft ze iets van u gestolen en
hebt u haar daarom de deur uitgegooid?"
„Ja", gaf Mary met tegenzin toe; „ze heeft
gestolen. Zeze deed wat zoo'n boel
meisjes doen', viel Addie in. „Ze heeft kleeren
weggenomen, een rok van mij".
„En van u, Miss Haskell?"
„Van mij niets". Met een geforceerd lachje
wendde ze haar gezicht af.
„Ik geloof dat mijn kleeren niet naar haar
smaak waren".
Hij liet het onderwerp verder rusten. Hij
had opnieuw getoond, hoe gerafineerd hij pij
nigen kon; ze opnieuiw eraan herinnerd, dat
er geen hoop voor hen bestond ook maar iets
voor zijn behendige waakzaamheid verborgen
te houden. Ze waren overtuigd, dat hij van de
gestolen revolver wist
Addie was zichtbaar uit haar humeur en
verliet de kamer. Georg Darden liep de kamer
door, tot vlak bij Mary en ging zoo zitten, dat
hij haar in 't gezicht kon zien. De scheme
ring van den som-beren herfstdag verspreidde
zich door het vertrek, maar bij 't venster was
't nog vrij licht in den gouden gloed van den
avondhemel.
Geheel tegen haar gewoonte, opende het
jonge meisje het gesprek.
„Gelooft u niet, mr. Darden", vroeg ze, zon
der moeite te doen om haar ergernis te ver
bergen. „dat u ons geduld nu voldoende op
de proef hebt gesteld en ons zonder resultaat
genoeg gekweld hebt om langzamerhand tot
het inzicht te komen, dat wij u niets kunnen
vertellen?"
Hij tuurde eenige oogenblikken peinzend
voor zich uit, eer hij antwoord gaf.
„Ik dacht juist, toen ik hier kwam", klonk
het toen, „of u mij zoudt begrijpen wanneer
ik u gelukwenschte met de wijze waarop u
wel waarop u de genegenheid van Se
nator Buckner gewonnen hebt".
Daarop zweeg hij weer en het zware gaan
van haar gejaagde ademhaling was het
eenige geluid in de halfdonkere kamer.
„Miss Colvin vertelde mij", sprak hij na een
lange pauze verder, „dat Mevrouw Buckner,
zijn moeder, u morgen een bezoek komt
brengen".
Hij wachtte nogmaals, maar geen woord
kwam over haar lippen.
„Wat ik bedoel, miss Haskell", vervolgde
hij, „is dat ik u bewonder; dat ik uw moed be
wonder". Hij boog dichter naar haar toe en
er kwam een overredende klank in zijn stem-
„Begrijpt u mij dan niet wilt u mij dan niet
gelooven, wanneer ik u verzeker, dat ik groo
te sympathie voor u voel, dat uw ellende mij
diep medelijden inboezemt".
Ze had de belachelijke gewaarwording ze
drong zichzelf de overtuiging op. dat het be
lachelijk was dat hij werkelijk medegevoel
voor haar koesterde. Het straalde uit zijn me
lancholieke oogen het trilde in zijn zach
te, klankvolle stem. Maar ze wilde geen voet
geven aan die meening.
Dit laatste bleek dan ook maar al te goed
uit haar bescheid.
„Ik geloof", zei ze, „dat u uitstekend de
kunst verstaat medegevoel te huichelen u
bent in 't algemeen een meester in het come-
diespelen.
Hij protesteerde met een nadrukkelijke be
weging.
„Ik verklaar u nogmaals. Miss Haskell, dat
Ik u begrijp en medelijden met u heb! Ik ver
zeker u, dat als u mij uw vertrouwen zoudt
willen schenken
,,'t Idee", viel ze hem schamper in de rede.
„Denkt u dat ik gek geworden ben?"
Maar hij negeerde haar uitval en liet zich
niet uit het veld slaan. Er was een plechtige,
haast gevoelvolle ernst in zijn toon, die Mary
nog niet kende.
,,U wilt geen gevoel, geen sympathie van
mijn kant erkennen. Maar ik herhaal, ik zou
u kunnen helpen hoe groot uw aandeel in
deze tragedie oqJc mag zijn omdat ik u be
grijp. Ik weet fat liefde is, ik weet wat het
zeggen wil, wanneer liefde met algemeene
vernietiging bedreigd wordt".
Hij was nu in elk geval zoo ver, dat hij haar
belangstelling, zoo niet meer, gewekt had. Ze
leunde achterover in haar stoel en het ster
vende daglicht was nog sterk genoeg om de
toenemende verwarring te toonen, die zich op
haar gezicht aft-eekende.
„Ik begrijp", ging hij onverstoorbaar voort,
„hoe een meisje, '11 half kind nog, in verzoe
king kan raken. En dan zie ik verder, hoe dat