KONING ALBERT HERDACHT. STAATSGEHEIMEN. Urker vaart. Hei Zeiss-Planetarium. STA TEN- GENERAAL IJMUIDER COURANT WOENSDAG 21 FEBRUARI 1934 TWEEDE BLAD. BEVERWIJK WAT GEBEURT ER MET DE ELECTRICI- TEITSTARIEVEN? Op uitnoodiging van de Winkeliersvereeni- eins Eendracht Maakt Macht" hield de heer H J 'de Groot, directeur der Gemeente Licht bedrijven een verhandeling over de Electrici- teitstarieven, in verband met de vernieuwing- van de contracten. Van de zijde der winkeliers werd voor deze uiteenzetting flinke belang stelling betoond. Van het gemeentebestuur was wethouder J. F. Brawn aanwezig. De commissie van bijstand in het beheer der Lichtbedrijven was vertegenwoordigd in den persoon van den heer G. Welagen. De voorzitter van E.M.M. vestigde m zijn openingswoord de aandacht op de moeilijke tijden voor den Middenstand, die zucht onder talrijke belastingen en heffingen. Van over heidswege worden steeds zwaardere lasten op gelegd en spr. vroeg zich af, of zij niet bezig is de kip met de gouden eieren te slachten. Inzake de electriciteitstarieven is spr. mede gedeeld, dat de op handen zijnde veranderin gen in de contracten zoowel in het belang van de gemeente, als in dat van de winkeliers is. Spr. hoopte, dat de heer H. J. de Groot er in zou'slagen zooveel mogelijk allen te bevredi gen. De directeur der Lichtbedrijven deelde in zijn' inleidend betoog mede, dat aan sommige winkeliers bericht was, dat op verlenging van het vastrecht-tarief-contract van de zijde der Lichtbedrijven geen prijs werd gesteld, doch dat in het vervolg de stroom zou worden be rekend tegen 22 ct. per K.W.U. zonder con tract. Daarnaast zal een nieuw vastrechttarief worden ontworpen. Spr. zette voorts uiteen, hoe de berekening van het inkoopbedrag tot stand komt, dat van een tweetal belangrijke factoren afhankelijk is. In het bijzonder speelt hierin de belasting van het net een groote rol. Vervolgens be handelde spr. de vaststelling en het ontstaan van de vastrechtarieven, waarmede gestreefd werd naar hoogere omzet, lage tarieven en hoogere winst. Maar men had niet verwacht, dat de maximale belasting zoodanig zou stij gen, dat de winst neiging tot daling ging ver- toonen. In den kostprijs kwam nagenoeg geen wijzi ging, maar de opbrengst per K.W.U. daalde met 4 ets. per K.W.U. Het bedrijf heeft van het vastrechttarief slechts de nadeelige zijde ondervonden. Op het K.W.U.-gebruik begon nen verscheidene afnemers te bezuinigen, met het gevolg dat de duur der maximale belasting korter werd, waardoor noodwendig de inkoops prijs moest stijgen. Bij de samenstelling van het vastrecht is met deze omstandigheid geen rekening gehouden. Een aandeel van de maxi male belasting was niet in het vastrechttarief geparticipeerd en de bestaande contracten lieten daarvoor evenmin ruimte. Deze voor het bedrijf bezwaarlijke contracten werden dus opgezegd. Vervolgens deelde spr. mede, dat contracten op denzelfden basis zullen worden afgesloten, met dit verschil, dat daarin nieuwe bepalingen worden opgenomen, regelende de maximale belasting. Spr. meende, dat hier een oplossing was gevonden, die beide partijen kan bevre digen. De vrees, die onder sommige winkeliers leefde, was aldus de directeur niet gegrond. Integendeel, het zal wel blijken, zei spr., dat de pap niet zoo heet wordt gegeten, als ze wordt gekookt. Van de gelegenheid tot het stellen van vra gen werd een ruim gebruik gemaakt. De heer H. J. de Groot heeft de vragen stellers beantwoord en er daarbij o.a. op ge wezen, dat de gemeenteraad te-bepalen heeft of geen winst of groote winst moet worden gemaakt. Dit is dus een aangelegenheid van zuiver politieken aard. Spr. vond hierbij gelegenheid op verschillende zaken nog eens Wat dieper in te gaan en de te nemen nieuwe maatregelen te bespreken. De nieuwe vast rechtcontracten zullen voor een jaar worden aangegaan en telkens voor een jaar worden verlengd. Nadat de voorzitter van E.M.M. een dank woord had gesproken aan het adres van den heer H. J. de Groot, werd de, bijeenkomst ge- Sloten. ADMINISTRATEUR MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON Naar wij vernemen is de heer J v. d. H-orst, administrateur van de Instelling Maatschap pelijk Hulpbetoon, wegens een plotselinge, zeer ernstige ongesteldheid, ter verpleging opgenomen in het St. Antonius Ziekenhuis te IJmuiden-Oost. NUTSAVOND. De tweede voordrachtavond voor de Nuts leden zal op Dinsdag 27 Februari in het Ken- nemer Theater worden gehouden. Op dezen avond zal de heer Frans ten Gast uit Den Haag een schimmenspel vertoon-en Mevr. J. HoningCoutener verzorgt het muzikale gedeelte en de heer Jo Breemer zal de tekst zeggen. R.K. GROOTE GEZINNEN. In de Donderdagavond in het K.'S.A.-ge- bouw te houden jaarvergadering van de plaatselijke afdeeling van den R.K. Bond voor Groote Gezinnen wordt een bestuurs- I verkiezing gehouden wegens aftreding van de heeren J. H. Bremmers, C. Wester en J. Boon. Na afhandeling van het huishoudelijke gedeelte der agenda zal de heer P. J. J. Haazevoet een lezing houden over het onder werp „Kindertoeslag of kinderrente". JAARVERGADERING VOLKSONDERWIJS. In de koffiekamer van het „Centrum" hield de afdeeling Beverwijk van de vereeniging Volksonderwijs Dinsdagavond haar jaarver gadering, In zijn openingswoord memoreerde de voorzitter de heer A. Visser, dat in dezen tijd van gisting en chaos de openbare school de klappen krijgt en het hard te verant woorden heeft. De collecte, die dit jaar ge houden is, was echter een lichtstraal in het duister. Spreker hoopte dat alle leden waakzaam en werkzaam zullen zijn en bezield zullen zijn van de goede zaak, welke zij nastreven. De voorzitter deelde mede dat 6 Maart a.s. de heer Bymolt voor de afdeeling zal spreken in het Kennemer Hotel over de openbare chool en dat de minstreel van Assumburg de heer Geert Dils met zijn liedjes deze vergadering zal opluisteren. Uit het jaarverslag van den secretaris de heer Mol bleek, dat de 4 openbare scholen hier zoo dicht bevolkt zijn, dat van ophef fing geen sprake kan zijn. Eerder dient er nog een bijgebouwd te worden. Het leden tal liep iets terug tot 177. In 1934 zal door gemeester Rijkenspark te Santpoort wor den kring Haarlem een landdag in het Bur den georganiseerd. De heer Romunde meende, dat de af deeling niet actief genoeg is en ziet veel heil in openbare vergaderingen. De voorzitter merkte op, dat de ervaring van het bestuur is, dat er bijna niemand op deze vergadering komt De heer J. Visser wees er op, dat de slhoolvoeding in gevaar is. De heer Rangermond bevestigde het op treden van schoolverzuim door gebrek aan schoolkleeding. Na uitvoerige discussie over een en ander zegde de voorzitter toe, dat het bestuur bij B. en W. zal aandringen om zooveel mo gelijk schoolkleeding te willen verstrekken. Het jaarverslag van de penningmeester de heer J. Visser sloot met een batig saldo van f 131.59. Tot nieuw lid in de financiële commissie wordt mej. Hoogkarspel benoemd. De heer Messy bracht verslag uit over de Alg. Vergadering te Utrecht. Bij de gestuurs verkiezing van een nieuw bestuurslid werd de heer J. Visser bij acclamatie herkozen. Nadat nog vele leden van de rondvraag ge bruik hadden gemaakt, sloot de voorzitter de vergadering ONZE THEATERS. Naar wij vernemen zijn in het Luxor- Thea ter binnen enkele weken de vertooningen te wachten van het Nederlandsche filmwerk „De Jantjes" met verscheidene Nederlandsche tooneelspelers en -speelsters in de hoofdrol len. Ook Louis Davids treedt in dit bij uitstek nationale filmwerk, dat werd uitgebracht door Loet C. Barnstijn, met zijn liedjes op. Vrijdag a.s. brengt Luxor weer eens een film met Pola Negri in de hoofdrol nl. „De vrouw beveelt". Het is al lang geleden, dat Pola Negri in Beverwijk op het witte doek te bewonderen was, zoodat voor deze rolprent wel belangstelling zal bestaan. Het „Kennemer Theater" heeft een super van Filma ingezet, namelijk het romantische filmwerk „De twee Weezen" Van de roman en misschien meer nog van het wereldberoemde tooneelstuk daaruit hebben onze overgroot ouders reeds „gesmuld" en van de film zal het tegenwoordige geslacht het niet minder doen. De succesvolle vertooningen in de groo te steden hebben wel bewezen, dat de roman tiek nog altijd voortleeft in de harten van ons volk. UITSLAG GRASVEILING. De grasveiling van het hoogheemraad schap Noörd-Holland's Noorderkwartier had het volgende resultaat: 1. Van het' gedeelte Assendëlver zeedijk van den scheipaal van dien dijk, staande benoorden den weg Bever wijk-Assendelft af tot aan de „Nieuwe Över- dijking" (tot 31 Dec. '34). Perc. 1 en 3 opge houden; perc. 3 voor f 50 aan F. G. van Leeu wen, alhier, perc. 4 voor f 37 aan W. Dam te Wijk aan Duin. 2. Van de z.g. „Nieuwe Overdijking" (tot 31 December 1935) perc.- 1. (Oostelijke helft) voor f 72 aan W. Nol te Wijk aan Duin, perc. 2 (Westelijke gedeelte) voor f 84 eveneens aan W. Nol te Wijk aan Duin. OM EEN „VERLOREN" PORTEFEUILLE. DADERS IN HOOGER BEROEP VEROORDEELD. Het Haagsche Hof heeft uitspraak gedaan in de zaak te-gen vijf personen, die betrokken zij-n geweest bij de kwestie van de door een Rotterdamseh kantoorbediende verloren por tefeuille, waarin ongeveer f 36.000 had geze ten. De kantoorbediende had deze gelden aan een medeplichtige overhandigd en later had men de buit verdeeld. De kantoorbediende en de uitlokker werden conform den eisch van den adv.-gen. ver oordeeld tot twee jaar; een koopman tot 1 1/2 jaar; een andere koopman tot een jaar. Al deze straffen zijn h.ooger dian de door de Rot' (Twintig Urker visschers, die in het voorjaar 1933 zonder vergun ning voor de Ongevallenwet en zonder certificaat voor de Sche penwet waren uitgevaren, hoor den na veroordeeling door den kantonrechter, in hooger beroep f 5 boete of een dag hechtenis tegen zich eischen). Een twintig Urker visscher voeren in het voorjaar uit, Naar zee en tegen d' Ongevallenwet, Negeerden hun papieren en bekommerd slechts om buit, Die visch wordt hun nu duur betaald gezet. Hun vaart was vol gevaren, maar die lagen niet op zee, Zij voeren lek bij thuiskomst, op het land, Want nauwlijks weer terug, op wat men noemt de veil'ge rêe, Zijn z' op de klip van Neerland's recht gestrand. Zij waren wel voortvarend, maar voort varender dan zij, Staat ook voor dit geval de Staat te boek, Het eigenmachtig reisje leidde tot een averij, Een aanklacht aan hun wijde Urkerbroek. Zij dachten, onnadenkend, als een mensch uit visschen gaat. Dan zijn zijn netten al wat hij begeert, Maar visschen eischt vergunning ook en een certificaat, Al is de visch daar niet in g'intresseerd. 't Heeft wel een vaart geloopen, meer, dan men waarschijnlijk dacht, Een vonnis kwam, een eisch viel in appèl, En Urk weet thans: wanneer men varend naar wat welvaart tracht, Zonder vergunning vaart thans niemand wel. P. GASUS. terdamsche rechtbank opgelegde, terwijl ten aanzien van een 22-jarigen kantoorbediende het vonnis van zes maanden werd bevestigd, doch met aftrek van drie maanden voor arrest Opening in tegenwoordigheid van Z. K. H. Prins Hendrik. (Van onzen Correspondent) In tegenwoordigheid van Z.K.H. Prins Hen drik; minister mr. J. A. de Wilde; Prof. mr, G. A. van Poelje, namens den minister van On derwijs, K. en W.; Jhr. mr. dr. L. N. H. Bosch Ridder van Rosenthal, burgemeester van Den Haag; prof. W. de Sitter, directeur van de Leidsche Sterrewacht; luit.-gen. jhr. W. Röell, gouverneur der Residentie; de Duit- sche en Noorsche zaakgelastigden en vele andere autoriteiten is gistermiddag officieel geopend het Zeiss-Planetarium der „Haag sche Courant". De gasten werden ontvangen door den heer A. W. Sijthoff, directeur der „Haagsche Courant" en den heer Th. G. van der Garden, secretaris der directie. De heer A. W. S ij t h o f f heette vervolgens in een toespraak de aanwezigen welkom. Spr. zette uiteen hoe het 50-jarig bestaan van de „Haagsche Courant" en de totstand koming van het nieuwe gebouw aanleiding waren geweest om een Zeiss-Planetarium te bouwen en daarmee voor Den Haag een blijvend cultuurmonument op te richten. Spr. hoopt, dat dit voor het onderwijs, voor Den Haag in het bijzonder en voor Nederland in het algemeen van blijvende, waarde moge zijn. Spr. dankte allen die aan de uitvoering hadden medegewerkt en besloot met dezen wensch; dat de stichting aan haar doel zal beantwoorden. Namens de Regeering wenschte de minister van Binn. Zaken, mr. J. A. de Wilde, den heer Sijthoff geluk met het werk, dat zoo lang en zoo met uiterste zorg voorbereid werd, is voltooid. De sterrekunde is een weten schap, die zich beweegt in hoogere regionen, het planetarium, dat deze wetenschap op populaire wijze verduidelijkt aan velen, opent een bron van genot, die eveneens van hoo gere orde genoemd moet worden. Het groote gebouw in de Wagenstraat aldus de minister getuigt van het willen en kunnen van den stichter, uw vader. U voegt door belangrijke uitbreidingen daaraan het uwe toe en u hebt tevens aan dit gebouw een kroon toegevoegd, die een blijvend sie raad voor Den Haag beteekent: een plane tarium. De minister deelde voorts mede, dat de heer Sijthoff benoemd was tot officier in de orde van Oranje Nassau. Spr. hechtte onder luid applaus der aan wezigen, den heer Sijthoff het officierskruis op de borst met de woorden: „Mag ik u dit bewijs van waardigheid overhandigen in de hoop, dat u het lange jaren in eere zult dragen". Vervolgens hield de burgemeester van Den Haag een rede, het initiatief van den heer Sijthoff roemende en hem namens het gemeentebestuur den gedenkpenning voor wetenschap en kunst aanbiedend, hem dan kend namens de gansche burgerij voor deze daad van burgerzin. Voorts zijn nog redevoeringen uitgesproken door professor Van Poelje, Dir.-Generaal van onderwijs; professor dr. W. de Sitter en de heer F. Fieseler, vertegenwoordiger der firma Carl Zeiss in Jena. TWEEDE KAMER. Nog een doode in den kring der Kamer. De regeering en de K. E. M. A, Een interpellatie van den heer Schouten. 20 Februari. De parlementaire week is ditmaal ingezet met een herdenking van den tragïschen dood van koning Albert van België, Staande werd door de Kamerleden, evenals door de Minis ters Colijn, Marchant en Kalff, de rede van den Kamer-president, Jhr. Ruys de Beeren- brouck, aangehoord. Minister Colijn heeft, namens de Regeering zich bij de woorden van Jhr. Ruys de Beeren- brouck aangesloten. Spr. zeide, dat ook de Regeering hare diepgevoelde belangstelling wenscht -te toonen bij het ernstige verlies, dat het naburige, bevriende en ten deele stamverwante volk getroffen heeft.. Het Belgische volk verloor in deze moeilijke tijden een 1100de te missen beleidvol Staats hoofd; een vorst die zoowel in dagen van het hoogste gevaar als in tijd van vrede heeft uit geblonken door trouw en toewijding bij het dienen van de belangen van zijn volk. Zijn trouw aan de internationale verdra gen bij het uitbreken van den wereldoorlog in 1914, zijne volharding, vier jaren lang, in het stand houden op het laatste plekje grond, waar de vaderlandsche vlag nog wapperde, roepen de herinnering wakker aan de schoon ste voorbeelden van hooge opvattingen en plichtsbetrachting uit vroeger en later tijd. Ook de Nederlandsche Regeering wenscht bij deze doodsbaar, naast het uitspreken van hare waardeering voor alles waardoor dit le ven gesierd werd, ook getuigenis af te leggen van hare hartelijke deelneming in het ver lies, dat het Belgische Koningshuis en de Belgische natie heeft getroffen. Er werd nog een doode in de Kamer her dacht, de directeur der Stenografische In richting der Kamers, de heer Sleger. De Kamer-president heeft zijne toewijding aan zijn arbeid warm herdacht. En namens de Regeering heeft Dr. Colijn hetzelfde ge daan. Bij deze toespraken waren ook alle Kamer- stenografen in de vergaderzaal der Kamer aanwezig. Na deze, meer plechtige momenten, ging de Kamer weer gewoon met haren arbeid door. De behandeling der Indische begrooting werd voor een interpellatie onderbroken Dat was een eigenaardig geval in onze par lementaire geschiedenis, mogelijk wel eenlg: de Regeering antwoordde de vorige week op een interpellatie, die nog gehouden moest worden. Wij bedoelen het geval met de N.V. K. E. M. A„ oftewel: N.V. tot Keuring van Electro- technische Materialen, gevestigd te Arnhem. De heer Schouten (a.-r.) vroeg op den dag, dat de Kamer in December met Kerst-reeès ging, een interpellatie aan over de wijze waarop de Regeering ageert, om de N.V. van Arnhem naar Delft overgeplaatst te krijgen. De vorige week Dinsdag, toen de Kamer voor het eerst na het Kerst-recès weer bijeen kwam, werd die interpellatie toegestaan. Woensdag stelde de voorzitter toen voor haar Donderdag te behandelen, zulks blijkbaar op aandrang der Regeering. De heer Schouten verzocht toen, om zijn interpellatie heden te mogen houden, omdat hij Donderdag met een en ander nog niet gereed was. Dat gebeurt reeds niet dikwijls dat een interpellatie op verzoek van den in- terpellant wordt uitgesteld. Maar te meer trok het de aandacht, dat de Ministers Kalff en Marchant dato 15 Februari (Donderdag) een nota bij de Kamer inzonden, waarin zij het standpunt der Regeering ln deze kwestie uiteenzetten, nog vóór de intei-pellant gespro ken had. En dat omdat juist heden (20 Febr.) een aandeelhoudersvergadering der K.E.M.A. gehouden wordt, waarin gewichtige besluiten naar aanleiding van het conflict met de Re geering moeten vallen. Het gaat er hier allereerst om. of d.e K. E. M. A. steun der Regeering zal verkrijgen. De Regeering wil dat doen, wijl zij het groote belang en de groote beteekenis van de K. E, M. A. inziet. Maar dan moet volgens de Re geering het nieuwe instituut niet te Arnhem gevestigd zijn, maar te Delft, of in de om geving en dat in verband met de Technische Hoogeschool aldaar; -de Regeering wil con centratie. En de Regeering stelde als tweede voor waarde voor haar medewerking, dat zij den noodigen invloed moet hebben op organisatie en beheer van de K.E.M.A. Deze voelt daar niet voor, wil autonoom blijven. Zoo is er een conflict. Krijgt ze niet haar zin, dan zal de Regeering alle middelen in het werk stellen, o-m zelf het werk te Delft ter hand te nemen door de stichting van een instelling, die uit haren aard een monopolis- list-isch karakter zal moeten hebben. De heer Schouten (a.-r.) bleek vooral be zwaar te hebben tegen de wijze, waarop de Regeering in deze kwestie is opgetreden te gen de K.E.M.A. Hij had er vooral bezwaar tegen, dat de regeering zelf niet eerder op trad en toen zij optrad, feitelijk niet onder handelde, doch alleen haar eischen stelde en dreigde: als gij aan die eischen niet voldoet, snij ik u den toevoer van geldén af en neem d-e z-aak zelf ter hand. De interpellant meen de, dat de Regeering hier de gedachte van den rechtstaat heeft laten varen en die van den machtstaab heeft aanvaard. Zoo 'iets zou Hitler, of Mussert kunnen dóén, 'meende de heer Schouten, maar dat mag de 'Nederland sche Regeering niet doen. Over den gang der zaken stelde hij een aantal vragen aan de Regeering, die zijn be zwaren tot uiting deden komeri. Minister Marchant, die deze kwestie be handelde, kon niet ontkennen,'dat er vroe ger van de zijde der Regeering niet met vol doende activiteit is opgetreden-. Doch deze Regeering heeft dat wel gedaan en haar mee- ning is uiteengezet in de Nota, die -de Kamer ontving. Met de hoofdbezwaren van den heer Schouten bleek hij het echter allerminst eens Centralisatie dezer zaak te Delft is eisch, evenals een behoorlijke ipvloed der Regee ring in de K.E.M.A. Doch de moeilijkheden zijn niet weinig ver groot door allerlei misverstand. De Minister merkte op, dat de K.E.M.A.. absoluut geen doodgewone N.V. is, in de onderhandelingen met haar stelde de Regeering haar voorwaar den. Dat mag zij toch wel doen? En -toen haar gevraagd werd, wat zij zou doen, als haar voorwaarden niet ingewilligd werden, toen zei zij: dan nemen wij zelf dé zaak ter hand en snijden u de kanalen af,, waardoor gij het geld krijgt. De bron der moeilijkheden zag Minister Marchant in de tweeslachtige hou ding der K.E.M.A., want feitelijk moest zij een instituut zijn met een publiekrechtelijk karakter. De eventueele schade der- K.E.M.A. wil de Regeering vergoeden. Met klem be toogde de Minister, dat Delft hier het cen trum moet wezen, omdat concentratie eisch is. Hij wilde nog wel verder onderhandelen, maar napleiten geeft z.i. niets. De heer Schouten (a.-r.) kón'hét standpunt der Regeering niet geheel deelen en hij bleef bij zijn critiek op de wijze, waarop zij deze zaak heeft getracteerd. De Kamer praatte den geheelen middag over deze kwestie vol. Zoowel de Regeering als de heer Schouten kreeg steun. De eerste wel het sterkst van Mi'. Kortenhorst (r.-k.) en Mr. Westerman (nat; 'liefst.) die beiden meenden, dat het tijd was, dat de Regee ring hier ingreep. Ook de heeren v. d. Waèrden (s.-d.) en Ebels (v.d.) stonden dicht bij Minister Mar chant, wiens wij-ze van deba-tteeren den heer Schouten ernstig laakten. Dichter bij dezen stonden de heeren Bon- gaerts (r.-k.), van Braambeek (sxl.) en Mr. Goseling, die ook meenden, dat de Regeering hier in haar wijze van op-treden -had gefau- deerd. Tot een uitspraak- der Kamer kwam men niet. De heer Schouten had .daar geen behoefte aan. Hij nam tenslotte aan, dat de Minister zelf van oordeel is, dat er iets gedaan is, wat niet geoorloofd is. Het leek ons, dat Minister Marchant het toch niet heelemaal met die conclusie eens was. Woensdag voor de Indische bëgrooting eerst de Indische conversieleeniiig. OBSERVATOR. NOG EEN ARRESTATIE IN DEN ILP. In Den Hp is nog een tweede communist ge arresteerd. Zaterdag zijn daar zooals wij reeds meldden huiszoekingen gedaan in verband met een opruiend artikelin het boerenblad „Het Kompas" en is een commu nist gearresteerd, DR. SIEGBERT TARRASCH, de beroemde Duitsche schaakmeester, die op 72-jarigen leeftijd te München is overleden. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 25 XVII. Een nieuwe aanval.. Vrijdagmiddag duurde Georg D-ar-den's ge sprek met Miss Colvin langer dan de voor afgaande da-gen; zoo langs zelfs, dat hij haar in de electrische tram naar het flatgebouw vergezelde, waar hij Miss Hask-ell trof. De oudere vrouw was niet een dag van haar werk weggebleven, maar Mary had een week ver lof gevraagd ze voelde zich niet in staat haar gewone bezigheden te verrichten. Ze zag er nog altijd, bleek en vermoeid uit en had groote, donkere kringen onder de oogen. Het oude vuur en de oude opgewektheid wa ren uit haar houding en bewegingen ver dwenen; ze praatte met een matte,, gedempte stem; antwoordde liefst met een enkel luste loos woord. Addie's onrust toonde zich vooral in de ver stolen uitdrukking van haar oogen; haar ge zicht droeg minder de sporen van innerlijke emoties d-an dat van Mary. Misschien dacht Darden spottend, kwaan het, door-dat ze zich altijd op dezelfde wijze schminkte! Vijf dagen leefden ze nu in onzekerheid en spanning. Lang genoeg, vond Darden, om thans* met 'n beetje extra krachtige druk, succes te kunnen verwachten. Zijn eerste tactische beweging was, een voorzichtige toespeling op de verdwijning van Lizzy Wilson. „Als ik me niet vergis', begon hij vriendelijk- belangstellend, „hebt u zicih .deze week met het dienstboden-vraagstuk moeten bezighouden, nietwaar?" Mary, die op haar gewone plaats bij het raam zat, bedacht dat hij onmogelijk het nieuwe meisje, dat gisteren in dienst was ge komen, gezien kon hebben en zweeg. Adi-e, die met hoed en mantel aan bij de tafel was gaan zitten, beantwoordde zijn opmerking. „Ja", verklaarde ze, „Lizzy is weg". „Ontslagen?" vroeg hij vlug en toen hij zag dat Miss Colvin als bij instinct Mary een vragend-en blik toewierp, voegde hij er op kalmeerenden toon bij: „Haar vertrek is na melijk voor mij ook niet zonder belang. Staat het vast, dat ze niet in den diefstal van het document betrokken is?" Nu was het Mary die de oogen opsloeg, on miskenbaar verbaasd door zijn vraag. Hij deed alsof fhij haar verbazing niet op merkte. „Of heeft ze iets van u gestolen en hebt u haar daarom de deur uitgegooid?" „Ja", gaf Mary met tegenzin toe; „ze heeft gestolen. Zeze deed wat zoo'n boel meisjes doen', viel Addie in. „Ze heeft kleeren weggenomen, een rok van mij". „En van u, Miss Haskell?" „Van mij niets". Met een geforceerd lachje wendde ze haar gezicht af. „Ik geloof dat mijn kleeren niet naar haar smaak waren". Hij liet het onderwerp verder rusten. Hij had opnieuw getoond, hoe gerafineerd hij pij nigen kon; ze opnieuiw eraan herinnerd, dat er geen hoop voor hen bestond ook maar iets voor zijn behendige waakzaamheid verborgen te houden. Ze waren overtuigd, dat hij van de gestolen revolver wist Addie was zichtbaar uit haar humeur en verliet de kamer. Georg Darden liep de kamer door, tot vlak bij Mary en ging zoo zitten, dat hij haar in 't gezicht kon zien. De scheme ring van den som-beren herfstdag verspreidde zich door het vertrek, maar bij 't venster was 't nog vrij licht in den gouden gloed van den avondhemel. Geheel tegen haar gewoonte, opende het jonge meisje het gesprek. „Gelooft u niet, mr. Darden", vroeg ze, zon der moeite te doen om haar ergernis te ver bergen. „dat u ons geduld nu voldoende op de proef hebt gesteld en ons zonder resultaat genoeg gekweld hebt om langzamerhand tot het inzicht te komen, dat wij u niets kunnen vertellen?" Hij tuurde eenige oogenblikken peinzend voor zich uit, eer hij antwoord gaf. „Ik dacht juist, toen ik hier kwam", klonk het toen, „of u mij zoudt begrijpen wanneer ik u gelukwenschte met de wijze waarop u wel waarop u de genegenheid van Se nator Buckner gewonnen hebt". Daarop zweeg hij weer en het zware gaan van haar gejaagde ademhaling was het eenige geluid in de halfdonkere kamer. „Miss Colvin vertelde mij", sprak hij na een lange pauze verder, „dat Mevrouw Buckner, zijn moeder, u morgen een bezoek komt brengen". Hij wachtte nogmaals, maar geen woord kwam over haar lippen. „Wat ik bedoel, miss Haskell", vervolgde hij, „is dat ik u bewonder; dat ik uw moed be wonder". Hij boog dichter naar haar toe en er kwam een overredende klank in zijn stem- „Begrijpt u mij dan niet wilt u mij dan niet gelooven, wanneer ik u verzeker, dat ik groo te sympathie voor u voel, dat uw ellende mij diep medelijden inboezemt". Ze had de belachelijke gewaarwording ze drong zichzelf de overtuiging op. dat het be lachelijk was dat hij werkelijk medegevoel voor haar koesterde. Het straalde uit zijn me lancholieke oogen het trilde in zijn zach te, klankvolle stem. Maar ze wilde geen voet geven aan die meening. Dit laatste bleek dan ook maar al te goed uit haar bescheid. „Ik geloof", zei ze, „dat u uitstekend de kunst verstaat medegevoel te huichelen u bent in 't algemeen een meester in het come- diespelen. Hij protesteerde met een nadrukkelijke be weging. „Ik verklaar u nogmaals. Miss Haskell, dat Ik u begrijp en medelijden met u heb! Ik ver zeker u, dat als u mij uw vertrouwen zoudt willen schenken ,,'t Idee", viel ze hem schamper in de rede. „Denkt u dat ik gek geworden ben?" Maar hij negeerde haar uitval en liet zich niet uit het veld slaan. Er was een plechtige, haast gevoelvolle ernst in zijn toon, die Mary nog niet kende. ,,U wilt geen gevoel, geen sympathie van mijn kant erkennen. Maar ik herhaal, ik zou u kunnen helpen hoe groot uw aandeel in deze tragedie oqJc mag zijn omdat ik u be grijp. Ik weet fat liefde is, ik weet wat het zeggen wil, wanneer liefde met algemeene vernietiging bedreigd wordt". Hij was nu in elk geval zoo ver, dat hij haar belangstelling, zoo niet meer, gewekt had. Ze leunde achterover in haar stoel en het ster vende daglicht was nog sterk genoeg om de toenemende verwarring te toonen, die zich op haar gezicht aft-eekende. „Ik begrijp", ging hij onverstoorbaar voort, „hoe een meisje, '11 half kind nog, in verzoe king kan raken. En dan zie ik verder, hoe dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5