HET NIEUWE AVONDBLAD
De crisis in het Visscherijbedrijf
Noodlottig ongeval
VELSEN
19e JAARGANG NO. 100
DONDERDAG 1 MAART 1934
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, lossenummers3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ALLE ADVERTENnëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN PB NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
ADVERTENTIEN: 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
Alle abonnél van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
iin ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
pn ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen
hp gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000 hij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van
een hand voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van
een wijsvinger; 100.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.— bij vei-lies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en
vrouw belden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over
lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den d.ood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te
Schiedam.
IJMUIDEN.
Een al te pessimistische beschouwing
weersproken.
In het laatst-verschenen num'mer van ,,De
IJlmuider Federatie" (het orgaan van arbei
ders in het visscherij- en transportbedrijf
aangesloten bij den Centralen Bond van
Transportarbeiders) worden in een hoofdar
tikel eenige opmerkingen gemaakt die de
aandacht getrokken hebben.
Er wordt allereerst op gewezen, dat reeds in
het begin van de crisis door deze organisatie
gezegd is, dat het visscherijibedrijf onherroe
pelijk de put zou ingaan als de door haar
aangegeven maatregelen om het bedrijf te
verbeteren niet genomen worden. Betoogd
werd, dat de offers die door de opvarenden
werden gebracht alleen iets ten gunste van
de bedrijfsmogelij'kheden konden bijbrengen
als de bedoelde maatregelen tot het laatste
halve procentje werden uitgebuit. Vandaar
dat de Federatie in de onderhandelingspe
riode van 1932 de stelling heeft ingenomen,
dat eerst over de reorganisatie van het be
drijf en daarna pas over de offers aan den
kant der arbeiders gesproken kon worden,
waarbij zij evenzeer het bedrijfsbelang als
het belang der leden op het oog had.
Betoogd wordt verder, dat de reederijen bij
het uitbreken van de crisis al weinig weer
standsvermogen hadden. „Momenteel is de
weerstand beneden nul gedaald en staan, mo
gelijk op een enkele uitzondering na, alle ree
derijen aan den rand van het faillissement
öf zijn hier over heen, waarvoor dan om an
dere hier niet te noemen maar begrijpelijke
redenen, 't faillissement niet wordt uitgespro
ken. In geen enkel land vreet de crisis in de
visscherijbedrijven zoover door als bij ons. om
de eenvoudige reden, dat de exploitatie hier
het meest ongezond is".
„Ondanks de toezegging in de onderhande
lingen voor de vernieuwing van het contract
1933, dat hierna over andere te nemen maat
regelen kon worden gesproken, gebeurde er
toen niets en gebeurt er thans niets, met het
gevolg, dat we dieper in de put zitten dan
ooit te voren en zoo blijven wij zitten in een
zoo chaotischen bedrijfstoestand, dat het
minste geringste stootje voldoende zal zijn
om het geheele kaartenhuis in elkaar te doen
storten".
Verklaard wordt, dat de arbeiders het van
hen gevraagde offer, met wrok en verbitte
ring wel is waar, gebracht hebben, maar dan
ook in de verwachting, dat hieruit de zoo
hoog noodige werkverruiming zou voort
vloeien.
„Wij vreezen, dat het thans ontbreekt aan
goed ingerichte reederijen, die bij machte zijn
om de schepen goedkooper te exploiteeren.
Wij vreezen, dat de moeilijkheden om zich
los te maken van diverse leveranciers groo-
ter zijn dan wordt verondersteld.
„Naar ons gevoelen zijn zoovele reederijen
met handen en voeten gebonden, dat van een
op eigen kracht stichten eener inkoopcen
trale niets meer kan komen, zoo min als van
een onderlinge scheepsassurantie. Hiervoor is
de hulp van derde, in casu de overheid als
eenige instantie in staat om hulp te bieden,
noodig".
Het orgaan laat er op volgen: „Laat ons ge
zamenlijk trachten deze hulp te verkrijgen".
Dit zijn zoo wordt vervolgd momenteel
twee van de hoofdzaken, welke moeten ver
kregen worden en doorgevoerd wil er nog iets
van het bedrijf exploitabel blij'ven. Er zijn
echter meer, waarvan wij willen noemen de
vischvoorziening in eigen land, omdat wij
mogelijk binnenkort uitsluitend op eigen land
zijn aangewezen, gezien de steeds verder
gaande beschermingsmaatregelen door an
dere landen voor eigen visscherij genomen.
Tenslotte wordt geschreven:
„Bij het doorvoeren van diverse maatrege
len is de hulp der overheid echter noodig,
zonder deze hulp gaat IJmuiden ten gronde.
Er is ten aanzien van IJmuiden kentering-
ten goede in Den Haag waar te nemen, en
dus de mogelijkheid vooral ook om de groote
noodzakelijkheid, dat thans hulp zal worden
verleend. Hierop zal des te meer kans zijn
als hulp wordt gevraagd op een door alle be
langhebbenden in het bedrijf vooraf vastge
steld plan.
„Het is om hiertoe te geraken, dat wij van
deze plaats aandringen op het houden van
een, laten we het noemen „bedrijfsconferen-
tie", waaraan dan door alle groepen van
werkgevers en werknemers in 't visscherij-
bedrijf zal moeten worden deelgenomen.
„Tenville van de instandhouding van dit
bedrijf, terwille van een groep noeste wer
kers in dit bedrijf, voor wie het zoo juist ge
brachte offer te zwaar was, doen wij thans
ten laatste male een dringend beroep op al
bier bovengenoemde groepen van belangheb
benden om hun goeden wil te toonen. Wij
vertrouwen, dat dit beroep niet tevergeefs
wordt gedaan en hieruit dan moge blijken,
dat het beroepen van den secretaris der Ree-
dersvereeniging op de Regeering gedaan in
openbare zitting van den Raad der gemeente
Velsen, met de hiehbij uitgesproken hoop,
dat het dooi* de zeevisschers gebrachte offer
niet tevergeefs zal zijn geweest, geen ijde""
woord maar ernstig gemeend was".
vraagd van Mr. J. H. Thiel, want, al woont
deze te Haarlem, hij is toch een der weinigen
die door zijn vele connecties in staat is met
kennis van zaken over het visscherij bedrijf te
IJmuiden te oordeelen.Hij staat reeds van 1907
in regelmatig contact tot dit bedrijf; hij heeft
eerst als curator in een faillissement een jaar
een groot visscherij bedrijf beheerd, daarna
heeft hij in zijn drukke advocaten-practijk
zeer veel IJmuidensche zaken behandeld, als
commissaris van 'n bankinstelling heeft hij
den financieelen kant nog nader bekeken, ter
wijl ook de reedersvereeniging in alle belang
rijke zaken op zijn advies zeer gesteld is. Bo
vendien is de heer Thiel president-commis
saris van de V.E.M. en de Alg. Visscherij Mij.,
die daarvan een onderdeel is.
De heer Thiel verklaarde:
Het geheele stuk in het orgaan der IJmuider
Federatie geeft een veel te somber beeld van
den toestand in IJmuiden. Als gezegd wordt,
dat alle reederijen op een enkele uitzondering
na, aan den rand van het faillissement staan,
dan is dat in volmaakten strijd met de waar
heid. Ik zou zoo een heele reeks ondernemin
gen kunnen noemen waarop die uitlating in
geen geval kan slaan. Die solide zaken hebben
veel meer dan de helft' van de vloot in handen.
Ik wil natuurlijk niet ontkennen, dat er ern
stige verliezen geleden zijn, dat in het alge
meen de reserves verbruikt zijn en dat met
groote moeite het bedrijf aan den gang gehou
den wordt, omdat er niet verdiend wordt,
zoodat het noodig is, dat er nog meer bezuini
gingen worden ingevoerd om nog iets van het
bedrijf te maken, maar dat is toch heel iets
anders dan op den rand van een faillissement
te staan.
In helt algemeen heeft IJmuiden geen goeden
naam. Als men iets voor IJmuiden bereiken
wil, stuit men herhaaldelijk op een zekeren
tegenzin. Ook in den Haag moesten wij dit
ervaren. Blijkbaar is dit ontstaan door het
feit, dat in de oorlogsjaren eerst groote win
sten gemaakt werden, die niet door allen aan
gewend zijn om het bedrijf steviger te maken,
Toen de verdiensten verminderden zijn vele
schepen „weggebracht", om aldus het verlies
af te wentelen op de assurantie-maatschap
pijen. Dat „wegbrengen" van schepen, waar
aan gelukkig slechts een klein deel der
langihbbenden bij 't visscherijibe drijf betrokken
waren, heeft IJmuiden veel nadeel bezorgd.
Nu ondervindt men er helaas nog de gevolgen
van.
Wij hebben de meening over dit stuk
Daarom is het stuk van de IJmuider Fede
ratie nog meer te betreuren, omdat het op
nieuw een glimp van onbetrouwbaarheid en
onsoliditeit op IJmuiden werpt. Het gevolg zal
weer zijn, dat het nog moeilijker wordt om
iets voor ons bedrijf gedaan te krijgen.
In het stuk worden drie zaken voor het vis-
scherijbedrijf van belang genoemd. Ie onder
linge assurantie, 2e geconcentreerde inkoop
van scheepsbehoeften en 3e van steenkolen.
De IJmuider reederijen staan in beginsel
niet afwijzend tegenover de eerste twee pun
ten. Maarde uitvoering stuit op bijna on
overkomelijke moeilijkheden. Die punten zijn
slechts uit te voeren, als men zeker is, dat elke
reeder zijn portie zal betalen. Er is nu reeds
eenigen tijd een onderlinge regeling voor de
Zee- en Land-Ongevallenwet. Het is soms zeer
moeilijk de premies binnen te krijgen. In een
geval moest zelfs het faillissement van een
onderneming aangevraagd worden. Als de toe
standen eenmaal zoo zijn, is de kans groot,
dat de goeden kans loopen voor de slechten te
moeten betalen. Bovendien zouden de moei
lijkheden die men nu al in het klein heeft voor
de Ongevallenwetpremie bij een assurantie van
schepen zeer sterk toenemen. Want dan gaat
het immers over tonnen. Voor een brandver
zekering op huizen betaalt men meestal f 1
premie per mille, maar voor de assurantie van
een schip is 5% (f 50 per mille) pas een rede
lijk bedrag. Bovendien zal het voor een on
derlinge assurantie moeilijk worden een se
lectie toe te passen. Daaraan zal toch vermoe
delijk niet te ontkomen zijn, want het verle
den heeft helaas aangetoond, dat er personen
zijn die er niet tegenop zien om schepen „weg
te brengen". Er is reden om te vérmoeden, dat
in den laatsten tijd weer zoo'n geval door de
Justitie achterhaald is.
Bovendien vergist men zich als men denkt,
dat zoo'n onderlinge assurantieheel veel be
sparing kan geven. De V.E.M.die 70 schepen
heeft, draagt reeds 12 a 13 jaar een deel van
het risico, Daardoor is het mij mogelijk ge
worden een juisten kijk te krijgen op de assu
rantie-zaak. Er wordt door de assuranties niet
schromelijk verdiend. Het is daarom onjuist
te meenen, dat men door zoo'n onderlinge
verzekering het lek voor IJmuiden gevonden
zou hebben.
Hetzelfde geldt voor de inkoop-centrale. Ook
die zal alleen mogelijk zijn als men zekerheid
heeft, dat alle betrokkenen hun verplichtin
gen nakomen.
Dat het soms moeilijk is van alle onderne
mingen het geld binnen te krijgen, is aan de
Federatie bekend. Haar Fonds voor Sociale
Voorzieningen heeft immers ook zeer veel ach
terstallige vorderingen, die niet geïnd kunnen
worden.
Men moet mij goed verstaan, ik ben niet
tegen deze onderlinge regelingen, maar er
moet de zekerheid zijn, dat er geen moeilijk
heden komen. Als het tot stand zou kunnen
I komen, zou ik het toejuichen, want een der
goede gevolgen zou zijn, dat de band tusschen
de reederijen er door zou versterkt worden.
Met een geconcentreerden inkoop van steen
kolen staat het anders, daardoor zou geen
voordeel verkregen kunnen worden. Er bestaat
thans te IJmuiden een zeer reëele handel,
door de concurrentie van Nederlandsche,
Duitsche en Engelsche handelaars. Men koopt
nu goedkooper kolen dan voor den oorlog. Ik
hoop dat die concurrentie blijft bestaan, want
juist die lage steenkolenprijs is het eenige
lichtpunt in de bedrijfsmogelijkheden voor
IJmuiden.
Er varen thans 80 van de 200 schepen. Die
80 varende schepen zijn meer dan voldoende
om in de tegenwoordige behoeften te voorzien.
Als er mogelijkheid was om meer booten te
laten varen zouden de reeders dat zeker doen.
Er wordt nu wel gezegd, dat er 200 schepen
zijn, maar daaronder is veel oud-roest, dat
noodig gesloopt moest worden. Het aantal
schepen dat zeewaardig is, of het binnen 2 a
3 maanden gemaakt kan worden, zal vermoe
delijk niet meer dan 125 zijn.
Ik geloof niet, dat er veel kans is, dat er in
afzienbaren tijd meer schepen zullen uitvaren
dan thans. Dit komt omdat de export-moge
lijkheden voor een groot deel zijn afgesneden.
De eet-meer-visch campagne in ons land heeft
helaas nog niet veel succes opgeleverd. De
Hollanders zijn helaas geen visch-etend volk.
Voor de verbetering van den toestand in
IJmuiden zijn twee dingen noodig. Ten eer
ste: uitbreiding van den uitvoer. De reeders
en handelaars te IJmuiden doen alles wat mo
gelijk is om dat te bereiken. Ten tweede
stichting van een groote vischconserven-
fabriek te IJmuiden. Dan zou men in een tijd
dat de prijs van de visch te sterk daalt, groote
partijen uit de markt kunnen nemen. De
quaestie van de stichting van zoo'n fabriek
heeft, dat kan ik u verzekeren, de ernstige
aandacht.
De IJmuider Federatie heeft tenslotte om
een bedrijfsconferentie gevraagd. Ik ben over
tuigd, dat de reeders tegen zoo'n bespreking
geen bezwaar zullen hebben, maar er wordt
weinig resultaat van verwacht. Als wij nu op
zoo'n conferentie zouden kunnen besluiten om
de grenzen van Duitschland, België en Frank
rijk voor onze visch te openen, maar
Tenslotte de opmerking, dat er voor zoo'n
wanhoopstemming als zich blijkbaar heeft
meester gemaakt van de IJmuider Federatie,
geen reden is. De toestand te IJmuiden is wel
iswaar verre van rooskleurig, maar als een
bedrijf nog kans gezien heeft in deze lange
crisis-periode de zaken drijvend te houden op
ongeveer de helft van de bezetting uit de
jaren der hoogconjunctuur, dan is de toestand
toch nog niet zonder hoop. Het vertrouwen in
de toekomst mag bewaard blijven.
PROPAGANDA-VERGADERÏNG
„VOLKSONDERWIJS"
In de bewaarschool aan de Casembroot-
straat vond Woensdagavond een propagan-
da-vergadering plaats van de afdeeling Vel-
sen-IJmuiden van „Volksonderwijs", die
slechts matig bezocht was.
De voorzitter, de heer IJ. J. Reitsma wijst
er op, dat nu de afdeeling het practisohe
terrein van het onderwijs heeft betreden, de
ideëele propaganda op den achtergrond is
getreden. Deze vergadering is voor deze pro
paganda belegd. Spreker betreurt de geringe
opkomst. Het is bij Volksonderwijs thans l'art
de groupper les chiffres, de kunst om cijfers
te groepeeren. Volksonderwijs bestaat 60 jaar
telt 600 afdeelingen en 60.000 leden, aldus
spreker. Dat de afdeeling thans het voorbe
reidend onderwijs op zich heeft genomen
heeft een zware financieele last op de schou
ders der afdeeling' gelegd, aldus de heer
Reitsma.
De heer M. J. F. Ehrbecker te Beverwijk
sprak daarna over de positie van de openbare
school in deze dagen, haar rechten en plich
ten. Met zekeren weemoed denkt spreker
terug aan den goeden ouden tijd, toen er bij
de meeste menschen nog een zeker optimisme
was. Niemand dacht tot 1914 aan de moge
lijkheid van een oorlog. In de na-oorlogsche
jaren moest worden herbouwd wat vernie
tigd was en na 1928 kwamen de dagen van
ellende, die in zekeren zin nog donkerder zijn
dan de jaren 19141918. In de donkere da
gen van thans treden duistere machten op.
De reactie steekt overal het hoofd op en neu
traliteit is in dezen tijd zeer zeker uit den
booze. Is het wonder dat in deze donkere
dagen, nu de overheidskassen en die der ver-
eenigingen leeg zijn het onderwijs in de knel
geraakt? Het optimisme voor de toekomst
der jeugd is verdwenen en men gaat zich nu
duidelijk maken, dat ons onderwijs veel te
duur was. Overal verrezen dure schoolpa
leizen en de splitsing (er zijn meer dan 30
soorten van bijzondere scholen) kostte enorm
veel geld. Overal elders moet men, wanneer
men wat bijzonders op onderwijsgebied ver
langde, dit zelf betalen, echter niet in ons
land. Het hoeft ons dan niet te verbazen, dat
de verhouding tusschen openbaar en bijzon
der onderwijs zich geheel wijzigde. In plaats
van 60 pet. bezoekt thans slechts 35 pet. der
kinderen een openbare school. Dit geeft on-
ongeveer de verhouding der politieke par
tijen weer. Een voordeel voor de bijzondere
school is, dat zij een soort geestelijke eenheid
achter zich heeft. De openbare school mist
een groote organisatie achter zich, het is
feitelijk alleen het negatieve dat ons bindt,
aldus spreker. Het toegeven aan de volle 100
pet. der eischen van het bijzonder onderwijs
is naar sprekers meening een te ver doorge
voerde democratie. We moeten terug naar
een sterke democratie die opkomt voor de
belangen van het geheel en niet voor die van
allerlei groepjes. Spreker memoreert de ver
zwaarde leerlingenschaal, waardoor de school
in groote moeilijkheden is gekomen. Aan
sprekers school met 249 leerlingen zijn slechts
6 leerkrachten verbonden. Door de verslech
teringen is vooral de openbare school getrof
fen. Ook de regeling der wachtgelders is voor
de openbare school veel moeilijker dan voor
de bijzondere, Thans is aan de burgemeesters
medewerking verzocht tot opheffing van 237
kleine openbare scholen. Spreker betreurt
het, dat de openbare school veel meer dan
de bijzondere te lijden heeft van de bezuini
ging. Men kon geen middelen vinden om ook
op de bijzondere scholen in dezelfde mate
te bezuinigen als op de openbare. Het secta-
risme verzet zich tegen de opheffing van de
„hokjesscholen". Spreker meent, dat bij een
verbetering van den economischen toestand,
de positie der openbare school zich zal ver
beteren. Veel hangt af van de kracht en de
zuiverheid van ons beginsel en van de dra
gers van dit beginsel.
Spreker zet daarna zijn bezwaren tegen
de splitsing van het onderwijs uiteen. Hij
kan het niet ideëel vinden, dat men in een
plaats als Hilversum vier scholen voor U. L.
O. heeft. Spreker gelooft niet, dat de bijzon
dere school meer doortrokken is van de chris
telijkheid dan de openbare en dat de opvoe
ding der neutrale openbare school minder is
dan die der bijzondere. De openbare school
heeft dit voor, dat zij de school kan zijn voor
allen, de school zonder schotjes. Daarom
eischen wij voor onze school dezelfde rech
ten als de bijzondere.
Tegenover de rechten staan de plichten
der openbare school en van den openbaren
onderwijzer. Onze plicht ten opzichte van
de openbare school is, dat de geest van „wie
doet me wat" verdwijnt. Een onderwijzer
moet niet zijn een ambtenaar. Uitvoerig
staat spreker stil bij de plichten van den
openbaren onderwijzer en meent dat wan
neer iedereen zijn plicht doet. men aan de
toekomst van de openbare school niet be
hoeft te twijfelen.
De heer Reitsma dankte den heer Ehr
becker voor zijn mooie lezing.
De heer p. J. Klok las daarna eenige too-
neelstukjes van Heyermans voor, waarvoor
hij een aandachtig gehoor vond.
Ook tot hem richtte de heer Reitsma eenige
woorden van dank, waarna bij de bijeen
komst met een kort woord sloot.
RIJWIELDIEFSTALLEN.
Zekere K„ wonende te IJmuiden-Oost, heeft
bij de politie aangifte gedaan van diefstal van
zijn rijwiel, dat hij eenigen tijd onbeheerd
voor zijn woning had laten staan-
Verder is door een inwoner van IJmuiden
aangifte gedaan dat diens rijwiel, dat hij
eenigen tijd onbeheerd had achtergelaten in
de Rijksvischhal, door een onbevoegde is mee
genomen.
Twee matrozen over boord geslagen
en verdronken.
Tragische reis van den stoomtrawler
..Erica".
Aan boord van den heden alhier binnen
gekomen stoomtrawler „Erica" IJM. 384 is
een noodlottig ongeval geschied. Terwijl het
dekpersoneel Maandagmorgen bezig was de
visch te verwerken zijn de 39 jarige matroos
Jan de Groot, wonende te Egmond aan Zee
en Arie Glas, wonende te IJmuiden, door een
stortzee over boord geslagen en verdronken.
Verdere bijzonderheden vindt men op pag.
4 van dit blad.
OPGEDRAGEN AAN OPA EN OPOE
ENGELHART.
't Is nu zestig jaar geleden,
Dat uw echtboot varen ging,
Bemanning? twee stuks, schipper, meester,
't Ging varen, toen de stormbal hing.
Of de moed hem in zijn schoen zonk?
Of de boot wat lekken ging?
Opa zocht het onder water,
Hij is nu de Duiker-King.
De bemanning van 't kleine bootje,
('t Strandde wel eens in de klei)
Werd inmiddels steeds maar grooter,
't Werd een mail-boot op „De Hei".
Niet altijd ging het even prachtig
Klappen kwamen op u neer,
Denk aan hen die u ontvielen....
Grijzend haar al meer en meer.
Diamanten, w-it kop bruidspaar,
Al ls 't niet altijd schoon geweest,
Over 10 jaar (als een 'paal boven water).
Vieren wij uw 70-jarig feestl
COR WEIJ
CHR. GEREFORMEERDE KERK
De gisteravond door de leden der Chr. Gere
formeerde Kerk gehouden stemming voor de
verkiezing van een predikant had tot resul
taat, dat een beroep werd uitgebracht op Ds.
L. S. de Boer, predikant te Leerdam.
Ds. de Boer werd 25 October 1931 in Leer
dam, zijn eerste gemeente, tot het dienstwerk
ingeleid.
Een van de nieuwste aanwinsten voor de Engelsche luchtvloot. Dit toestel dat zeer
luxueus is ingericht kan een snelheid bereiken van meer dan 160 KM. ver uur en een. hoogte
van 6500 Meter.
DE LOSLOOPENDE HONDEN.
SOEPELE TOEPASSING DER VERORDENING
WERD MISBRUIKT.
Het was naar aanleiding van een verzoek
van de Vereeniging tot bescherming van die
ren dat, burgemeester Rambonnet indertijd
een soepele toepassing der verordening der
verordening tegen de losloopende honden be
werkstelligde. Er werd zondwer wijziging der
betreffende verordening tegestaan, dat de
honden los mochten loopen, mits bij den
voet van „den baas".
Het is met deze zaak gegaan als met
zoovele andere: men kreeg een vinger en
nam de geheele hand. Vele eigenaars van
honden liet hun hond de straat opgaan alsof
er geen verordening bestond en het duurde
niet lang of de ongewenschte toestanden, die
men met de verordening uit de wereld wilde
hebben kwamen weer terug. De straat werd
weer druk bevolkt door zwervende honden.
Het gevolg kon niet uitblijven: er kwamen
bij de politie tal van klachten binnen over
deze zwervers.
Naar aanleiding hiervan verzocht de Com
missaris van Politie ons, het publiek er op te
wijzen, dat de verordening betreffende het
niet los laten loopen van honden op den
openbaren weg nog bestaat, hoewel deze ver
ordening den laatsten tijd door de politie zeer
soepel is toegepast. In verband met de vele
klachten over de onbeheerd losloopende hon
den, zullen bij verder misbruik maken van
de bepalingen der verordening, deze bepa
lingen weer streng worden toegepast.
Tevens herinnert de Commissaris er aan,
dat de eigenaar of houder van een hond er
voor moet zorgen, dat deze buiten steeds
voorzien is van een halsband, waaraan een
voor dezen hond geldige belastingpenning is
bevestigd.
WEER VERKOCHT
Het Engelsche stoomschip Oakover, groot
37 ton, is aan een anderen Engelschen reeder
verkocht. Dit schip is de vroegere Eendracht
van de Ver. Kon. Papierfabrieken der fa. Van
Gelder Zonen, in 1914 te Groningen gebouwd,
dat in d.e oorlogsjaren vele ladingen papier
naar Engeland en Frankrijk heeft vervoerd
en ook daarna en dat dan balen lompen mee
terugbracht voor de papierfabricage. Daar
vervoer van het papier later per spoor goed
kooper was, werd het schip naar Engeland
verkocht. Er is thans nog een vrij goecie prijs
voor gemaakt, n.L o.g. f 13.00Ü.