DE SPAARBANK TE BEVERWIJK STAATSGEHEIMEN. IJMUIDER COURANT ZATERDAG 3 MAART 1934 TWEEDE BLAD. Een nieuw Belasting-ontwerp Op de „Besloten Vennoot schappen". De regeering verkeert in de noodzaak de staatsbegrooting sluitend te maken. Dat is, in deze tijden van steeds maar dalende in komsten en vervaarlijke uitgaven voor steun aan noodlijdende bedrijven en werkloozen een ontzaglijk moeilijke taak. Nederlands fi- nancieele politiek is daarbij gebaseerd op handhaving van den gulden op haar goud- waarde. Zij verwerpt inflatie en ook deva luatie, hetgeen inhoudt dat Nederland voor de volle 100 pet. aan zijn verplichtingen vol doet en zich niet begeeft op het pad der fi- nancieele avonturen. Met dit zeer degelijke beleid stemt de openbare meening in ons land in het algemeen in. Het heeft ons even wel voor de zeer zware taak gesteld, ontzag lijke nieuwe belastingen op te brengen. Velen hebben, in een blijmoedig optimisme dat hen overigens siert, gemeend dat de Omzetbe lasting zoo ongeveer als de sluitsteen in dit nieuwe fiscale gebouw beschouwd kon wor den. Het antwoord daarop moet helaas zijn: „nog lange niet, nog lange niet, bij lange na nog niet". En minister Oud heeft de natie thans opgeschrikt met twee nieuwe ontwer pen, het eene aangeduid als Crisisinkomsten belasting, het andere als Belasting op de Be sloten Vennootschappen. Wij hebben van beide den hoofdinhoud vermeld. Het eerstge noemde zal o.i. in zijn algemeene strekking weinig tegenstand ontmoeten. Het baseert zich op die inkomens boven f 3000, die sinds 1931'32 niet met minstens 10 pet. gedaald zijn. Men kan er tegen aanvoeren dat het een aantal menschen onevenredig-zwaar zal tref fen, en betoogen dat de limiet van f 3000 hooger gesteld zou kunnen worden, maar dit is een zaak dié zich tot amendeering bepaalt. Geheel anders is het gesteld met het twee de ontwerp. De minister van Financiën gaat natuurlijk uit van de gedachte, dat hij „het geld moet zien te vinden waar het nog zit". Dus is het alleszins begrijpelijk dat hij poogt die vele vennootschappen te pakken te krij gen, die de leemten in de wet te baat hebben genomen pm zich, door een abnormale poli tiek van reserveer in gen en afschrijvingen, aan de grijpgrage hand van den fiscus te onttrekken. Minister Oud en zijn adviseurs hebben dit doel bereikt in een ontwerp, dat volgens mij gegeven deskundige verzekering „belasting-technisch prachtig in elkaar zit". Hetgeen zeggen wil, dat 't geen achterdeurtjes openlaat, dat de „zondaars" er niet van tus schen kunnen zonder dat het een of andere artikel hen toch weer op 't laatste oogenblik bij de kraag vat. Ongelukkigerwijze schijnt dit de eenige deugd van het ontwerp te zijn. Daartegen over staan, naar onze overtuiging, ondeugden die niets minder dan een groot gevaar voor het Nederlandsche bedrijfsleven inhouden. Een gevaar, dat allen bedreigt die er belang bij hebben. Dus niet alleen de directies en de aandeelhouders die er hun geld in belegd hebben, maar ook degenen die er zaken mee doen en ook de kantoor-employés en arbei ders die er hun brood in verdienen. Er zijn er velen onder al die menschen, die tegen standers van het particuliere bedrijf, van het particuliere initiatief, van de in vrijheid uit geoefende, op kapitaalsvorming gegrondveste onderneming zijn. Maar de huidige regeering is dat geenszins, er bestaat geen enkel uit zicht op een spoedigen ondergang van het particuliere bedrijf in ons land, en zoolang dat blijft bestaan is het dus in het belang van allen, die er van leven moeten, dat zijn in vele gevallen reeds hachelijke bestaans voorwaarden niet verder verzwakt worden. Men zegt dat de minister zich voorstelt, uit dit ontwerp 12 1/2 millioen te halen. Dat is voor het geheele land beschouwd, geen ab normaal hoog bedrag. Als de minister dat van de Vennootschappen wil los krijgen is daar zeker een weg op te vinden. Prof. dr. Van Loon heeft in een rede voor een depar tement van de Mij. van Nijverheid reeds een extra-winstbelasting van 3 a 5 pet. voorge steld, bij wijze van alternatief op het huidige ontwerp. Ik vermeld dit, omdat ook wij voor op wenschen te stellen dat als die 12 1/2 mil lioen noodzakelijk zijn voor een sluitende be grooting, ze er moeten komen en de moge lijkheid voor de regeering bestaat, ze uit de Vennootschappen te krijgen ook. Ons be zwaar tegen dit ontwerp geldt dus niet de 12 1/2 millioen, geldt evenmin een extra be lasting op de winsten van particuliere be drijven, als die zich tot het redelij k-mogelijke beperkt, maar betreft de allergevaarlijkste gevolgen die het systeem van dit ontwerp in zich sluit. In zijn opzet begint het met de hoofdfout. Het is er niet in geslaagd, onder zijn definitie van Besloten Vennootschappen diegene al leen te vangen, die een abnormale bedrijfs- politiek, gebaseerd op ontduiking van den fiscus, hebben gevoerd. Het vangt in die de finitie, integendeel, alle vennootschappen van beperkten kapitaalsomvang (minder dan f 100.000) en bovendien nog al diegene, waar in minder dan zes menschen gezamenlijk de controle kunnen uitoefenen. Een paar extra definities, van dat bijzondere soort dat des kundigen „belastingtechnisch knap" noemen, heeft daarbij de be teekenis dat het alle af tochtswegen sluit. Deze ver-gaande definitie houdt dus in, dat alle besloten vennootschap pen, dus ook die zeer vele die een volko men gezonde „financiering en uitdeelings- politiek" hebben toegepast, onder het ont werp vallen. Met de kwaden worden de goe den even zwaar getroffen. Dat is vaak ge beurd, zult u zeggen. Maar het „treffen" houdt ditmaal niet alleen betalen in. Volgens dit ontwerp namelijk worden al de besloten Vennootschappen „geacht het bedrijf rechtstreeks voor rekening van de aandeelhouders uit te oefenen". Deze aan deelhouders gezamenlijk worden voor de totale bruto winst belast. Onder bruto winst verstaat het wetsontwerp het gunstige ver schil tusschen inkomsten en uitgaven na aftrek alleen van de door den fiscus toege stane afschrijvingen. Ook de statutaire re serve wordt dus als winst- beschouwd, of schoon men uit éen oogpunt van gezonde be- drijfspolitiek gerust kan zeggen dat hij, die in zijn bedrijf deze reserve niet heeft kunnen verdienen, verlies heeft geboekt. Want de intrinsieke waarde van het bedrijf, zijn be staansmogelijkheid, is onmiskenbaar ver zwakt. De aandeelhouders worden dus privé be last, met inkomstenbelasting, naarmate van de verdiende bruto winst. Dus niet naar mate van de uitkeeringen, die zij ontvangen, maar ook voor het deel dat zij niet ontvan gen en dat in het bedrijf voor extra-afschrij vingen of voor reserves gebezigd wordt. Dit is een allergevaarlijkst principe, omdat aandeelhouders letterlijk drijft tot het stem men voor hooge uitkeeringen. Hun direct, persoonlijk belang noopt hen er toe. Stel dat de een of andere willekeurige onderneming f 50.000 bruto winst gemaakt heeft, dat di rectie en commissarissen voorstellen daar van f 20.000 aan aandeelhouders uit te keeren en de overige f 30.000 voor reserveering te gebruiken. Stel dat Jan éen tiende van de aandeelen bezit. Dan wordt hij volgens het ontwerp belast voor éen tiende van de ge maakte winst maar niet van het deel dat hij in handen krijgt, maar van de volle f 50.000. Gevolg? Jan gaat naar de aandeelhoudersvergade ring vandat bedrijf, waarvan hij vermoe delijk geen sikkepit verstand heeft en waar van hij de reserveeringspolitiek dus ook niet in de verte beoordeelen kan en eischt uit- keering van zooveel geld als maar mogelijk is- „Maar we moeten reserveeren", betoogt wan hopig de directie. „We moeten nieuwe machi nes koopen. Of: we moeten extra afschrijven op voorraden die in waarde gedaald zijn". Jan luistert niet. Hij zal daar mal zijn, en belasting gaan betalen van winst die hij niet ontvangt. Dat gaat hem te hoog en te ver Ik geloof dat dit voorbeeld duidelijk ge noeg is. Het wetsontwerp brengt een ge zonde reserveeringspolitiek, in deze tijden noodzakelijker dan ooit. in direct gevaar. Het gaat het verantwoordelijk beleid van direc teuren bedreigen met het onverantwoordelijk direct eigenbelang van ondeskundige aan deelhouders. Onvermijdelijk gevolg van te hooge uitkeeringen: verzwakking en onder mijning van het bedrijf, waarvan wellicht honderden menschen moeten bestaan. Want er zijn zeer veel bedrijven met kapitalen van minder dan f 100.000, waarin, per bedrijf, honderden hun brood verdienen. Het ontwerp gaat nog verder dan dit. Van de uitgekeerde bedragen zou ook nog divi dend- en tantièmebelasting worden geheven (bij de Vennootschap) als de bestaande re serves meer bedragen dan die uitkeering. Deze heffing gaat door tot de volle reserve op deze wijze belast is. Een nieuwe aanval op het kweeken van reserves dus. En in de toekomst zullen verliezen van een Vennootschap niet in mindering worden gebracht van die eenmaal- vastgestelde reserve Wij achten dit alles allergevaarlijkst. Het oprichters-initiatief zal erdoor worden belem merd, de gezonde bedrijfspolitiek ondermijnd, de ondernemingsgeest bij de bedrijven ge fnuikt. En het ligt voor de hand dat vele Ven nootschappen in het buitenland gevestigd zul len worden, om van daar uit hun zaken in Nederland te drijven, hetgeen een nieuw ver lies inplaats van een nieuwe winst voor den fiscus zal opleveren. Aan de inspecteurs der belastingen wordt bij het ontwerp een taak van beoordeeling overgelaten, die menschelijkerwijze niet be hoorlijk uitvoerbaar is. Beroep op het Ge rechtshof? Wij zien de Gerechtshoven zich al door die duizenden beroepen heenslaan. De minister schijnt voor dit ontwerp geen der erkende bedrijfsinstanties te hebben ge raadpleegd. Zij zullen zich nu achteraf doen hooren, en niet in zachte critiek. Ook wij meenen dat dit wetsontwerp onaanvaardbaar is, dat het fel bestreden moet worden en dat de Tweede Kamer het in het algemeen belang zal moeten verwerpen. R. P. BEVERWIJK RIJKSPOSTSPAARBANK Aan het postkantoor Beverwijk en de daar onder ressorteerende hulppostkanotren werd gedurende de maand Februari 1934 ingelegd f 52.419.18, terugbetaald f 51.186.75. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 18380. A. D. W.—BEVERWIJK. Zondag speelt de v.v. Beverwijk haar laat- sten competitiewedstrijd tegen A.D.W. te Amsterdam. In verband hiermede heeft de supportersvereniging „Rood Wit" een auto bustocht naar de hoofdstad georganiseerd, waarvoor de deelnemers zich tot Zaterdag 8 Maart kunnen opgeven bij de heeren J. Schoorl, Grensstraat 10, Th. Groen, Simon Rumpingstraat 21 en Th. van Lieshout, Rijks straatweg 156. Het vertrek is bepaald op Zondagmiddag half een van het clublokaal af café „Vessies" DE SPAARGELDEN VAN DE WERKLOOZEN. B. en W. hebben aan de ondersteunde werk loozen die steun genieten krachtens de voor deze gemeente geldende Rijkssteunregeling een circulaire doen toekomen van den volgenden inhoud: Door den Minister van Sociale Zaken is be paald, dat de werkloozen, die in het bezit zijn van spaargelden, een wachttijd moeten door maken. De duur van den wachttijd bedraagt zooveel weken, als wordt aangegeven door het quotient, verkregen door het bedrag der spaargelden te deelen door anderhalf maal het wekelijksch steunbedrag, dat de onder steunde ontvangt of aan hem zou worden ver strekt, indien hij niet in het bezit van spaar gelden was. Een voorbeeld moge een en ander verduide lijken. Een werklooze bezit f 225 aan spaar gelden. Volgens de geldende steunregeling zou hij, indien hij niet in het bezit van spaar gelden was, ontvangen f 15 per week. Deze werklooze dient nu een wachttijd door te ma ken van 10 weken (f225 f22,50) Wij verzoeken u, binnen acht dagen na he den aan den secretaris-penningmeester dei- instelling Maatschappelijk Hulpbetoon schrif telijk op te geven, of u of uwe gezinsleden in het bezit zijn van spaargelden. Indien geen spaargelden aanwezig zijn, gelieve u gebruik te maken van de bijgevoegde verklaring. Deze verklaring moet door den ondersteunde per soonlijk aan het bureau van Maatschappelijk Hulpbetoon worden .onderteekend. Voor het in ontvangst nemen der vereiseh- te opgaven zal het bureau van Maatschappe lijk Hulpbetoon bovendien geopend zijn op Maandag 5, Dinsdag 6 en Woensdag 7 Maart a.s„ des namiddags van 24 uur. Aan de verklaring is tevens de machtiging verbonden voor B. en W., om van banken en andere financieele instellingen alle gevraag de inlichtingen te bekomen. Het militaire vliegveld op het Californische eiland Santa Catalinea is zoo klein, dat het alleen door amphibietoestellen gebruikt kan ivorden. Als de machines moeten opstijgen, worden ze eerst op een draaiende schijf in de juiste positie gébracht en vervolgens over een betonnen dam te water gereden, waar de feitelijke start plaats vindt. H. F. G. LI3NKAMP, Eerelid. BESTUUR: Mr. A. MOENS, Voorzitter - 3. P. NEYT, Secretaris - N. P. 3. ROMMEL, Penningmeester - F. H. WI3NVELDT, Administra teur - H. BREUKELAAR. COMMISSARISSEN: Ir. A. 3. ALLAN, Dr. M. H. P. P. VAN HAEFF, Ir. 3. C. VAN HATTUM, Ir. A. H. INGEN HOUSZ, A. 3. SCHAAFSMA, C. A. ZWAGER. COMMISSIE VAN ONDERZOEK: Ds. F. KRAMER, te Wijk aan Duin; A. H. SCHAAFSMA, te Beverwijk; R. W. FIERSTRA, te Velsen-Noord. Bedrag verschuldigd aan inleggers op 1 Jan. 1934 742.381.39V2. Reserve ƒ123.682.61 Vz. Onder controle van den Nederl. Spaarbankbond. Rente 4 Zittingen iederen ZATERDAGAVOND van 6.308 u, ZEESTRAAT 52, Tel. 2459 (Adv. Ingez. Med.) ESPERANTO ZAL HET WINNEN. Het bestuur van de plaatselijke Esperanto- groep verzoekt ons opneming van het vol gende Het is reeds lang geleden dat de naam „Beverwijksche Esperanto-groep", zij het dan ook ietwat schuchter, werd uitgesproken; enkelen van haar leden gevoelden zich toen tertijd nog wat onwennig in de „eerste lange broek". Het behoeft dus geen verwondering te wekken, dat wij ons, met de onstuimig heid, die het kenmerk van de jeugd is, wier pen op en gegrepen werden door de macht van Esperanto, dat ons in staat stelde cor respondentie te voeren met onbekende lieden uit verschillende landen. Thans nog herinne ren wij ons de ontroering, die zich van ons meester maakte, als wij elkaar de prentbrief kaarten lieten zien, welke ons uit alle hoeken der aarde gezonden werden. We willen eerlijk bekennen, dat ons destijds de sensatie van de vreemde prentjes meer greep dan de diepere beteekenis van onze wereldtaal, die toch het ontvangen van zulke prentbriefkaarten mogelijk maakte. Sedert dien zijn verscheidene jaren voorbij gegaan en is bij rijper denken rijper oordee- len mogelijk geworden. Wij mogen ons dus veroorloven als onze meening uit te spreken, dat Esperanto een zegen kan worden ge noemd voor de mensch'heid, die elkaar moe ten leeren begrijpen, wil zij haar taak vol brengen. Over alle grenzen rijst de interna tionale gedachte, doch zij vindt wegens taal verschillen nog maar al te veel hindernissen op haar weg. Esperanto zal deze hinderpalen verwijderen, ondanks tegenkanting, onver schillig en onwil. Wij Esperantistene, die zelfs in eigen land Esperanto gebruiken, schriftelijk en in onze conversatie, wier organisaties, en leden zon der een staf van correspondenten en verta lers met zeer veel landen contact hebben, die telken jare met tal van nationaliteiten congresseeren in één taal, wij kunnen er al leen maar onze verwondering over uitspre ken, dat groote, achtenswaardige organisa ties en bekwame mannen en vrouwen, die hun tijd willen regeeren, vooruitstrevend en internationaal willen heeten, zich zelf stem pelen tot onbekwaamheid op internationaal terrein, gezien de onbeholpenheid en tekort komingen, welke blijken in hun congressen en internationale ontmoetingen. Mogen zij op deze houding, welke het toe nemend, internationaal verkeer niet meer duldt, terugkomen! R.K. COÖP. TUINDERSVEREENIGING „KENNEMERLAND". 2 Maart 1934. Spinazie per kl. kist f 1.25f 1.35. Spinazie per kist f 2.25f 2.50. Sla per kist f 1.75f 2. Andijvie per kist f 1.30f 1.40. Boerekool per kist 2045 cent. Breekpeen per kist f 0.85f 1.1s Rabarber per bos 718 cent. Pieterselie per bos 810 cent. Selderie per bos 56 cent. Prei per bos 412 cent. Spruiten per KG. 1226 cent. Uien per KG. 2 cent. Wortelen per KG. 34 cent. Roode kool per stuk 37 cent. Gele kool per stuk 26 cent. Groene kool per stuk 25 cent. Knollen per stuk 15 cent. LOOP DER BEVOLKING Ingekomen; F. Kamps, arbeider van Sit- tard Kloosterstraat 22; M. A. C. Schonk, zon der van Rijswijk (Z.-H.) Str. van Linsch.str. 11; C. Wester chauffeur van Haarlem Ko ningstraat 174; H. C. Vrugt, onderwijzer van Wijk aan Duin Peperstraat 22; Chr. Krab, ar beider van Wijk aan Duin St. Aagtendijkstr. 10; Th. A. M. Fennis, zonder van Groesbeek Peperstraat 17; Tr. Ots, zonder van Wijk aan Duin Romerkerkweg 63 a. Vertrokken: H. de Weijer, bakker naar Me- demblik, Nieuwstraat 84; M. Duijn, koopman in fruit n. Velsen Gerard Doustr. 27; W. F. v. d. Bogaerde fabr. arbeider naar Wijk aan Duin C. Matersweg 80; D. Langeveld terrein opzichter naar Acacialaaan Wijk aan Duin; C. H. W. Hoeing stoffenverver naar Wijk aan Duin Acacialaan; M. en F. M. Post Uiterweer zonder naar Ginniken Molenstraat 7; Wed. de Rooij geb. Korteweg zonder naar Ginniken Molenstraat 7; JJ. H. Wesemann zonder naar Bussum Lammert Majoorlaan 14; W. A. Baijards dienstbode naar Zaandam Belgische straat 92. KENNEMER OUDHEIDKAMER De Kennemer Oudheidkamer ontving ten geschenke van mevrouw C. M. Hillen—van Hoogstraten een collectie fraaie speren, waar onder uit Timor, Pada/ngsche Bovenlanden, de Vorstenlanden en Papoea, enkele met edelmetaal gemonteerd, in totaal 11 stuks. Voorts een Javaansche draagstok, een Oos- tersch beulszwaard en een harpoen. IN DE NIEUWE ZAAK. De firma P. van Essen, die gedurende den bouw van haar nieuwe perceel, haar zaken dreef in het pand Kloosterstraat 17, zal a.s. Donderdag "haar nieuwe slagerij aan de Ko ningstraat openen. WIJK AAN ZEE EN DUIN HET HUREN VAN HET NOORDZEESTRAND. CONTRACT MET „E PLURIBUS UNUM" TOT 1958. Op 31 December j.l. eindigde de termijn ge durende welke de gemeente van het Rijk twee gedeelten strand in huur had. Deze huur zal opnieuw moeten worden gecontinueerd, maar daarvoor is het wachten nog op de nieuwe voorwaarden, welke het Rijk zal stel len. Deze week is die voor de badplaats zoo be langrijke aangelegenheid in de raadsverga dering uitvoerig besproken. De heer J. p. Melchers is uitvoerig ingegaan op de be- bestaande, contractueele verhouding met de Buffet Maatschappij „E Pluribus Unum" welke het strand en de baden exploiteert. De heer Melchers, die in den Raad de V.D.- kiesvereeniging vertegenwoordigt heeft een beschouwing gehouden, waarin hij zich af vroeg of het contract met de E.P.U. in het belang der gemeente was. In verband daarmede verzocht hij ons op neming van het volgende: „Het bestaande contract met de E.P.U. be treffende strandgedeelte 600 M. benoorden en 300 M. bezuiden strandpaal 52 ls van te langen duur en heeft dit bezwaar, dat de Gemeente feitelijk aan handen en voeten gebonden is aan de E.P.U. tot 1958, dus nog 24 jaar. Het afsluiten van een contract met een dergelijken duur mag op zijn zachtst uitge drukt funest genoemd worden voor de Ge meente en voor de welvaart van de bad plaats Wijk aan Zee. Het ligt niet op mijn weg om na te gaan, welke belangen of motieven hebben gediend om een dergelijk contract af te sluiten, om dat nu eenmaal de Gemeente gebonden is. Maar in de toekomst moet de Raad een. anderen weg bewandelen. De veranderde tijden eischen ander om standigheden en de exploitatie van het strand moet in banen geleid worden, dat de welvaart en de vooruitgang van de badplaats Wijk aan Zee meer wordt bevorderd dan dit tot heden het geval is. Het langdurig contract met de E.P.U. is is echter een handicap voor den vooruitgang van onze badplaats". Opnieuw hebben B. en W. van den Raad machtiging ontvangen, tot het aangaan van een nieuw huurcontract met het Rijk voor het geheele strand, waarbij dan automatisch de E.P.U. weer voor vijf jaar als huurster op treedt. u Het voorstel van den heer Melchers. om een commissie van drie leden te benoemen, die opdracht zou krijgen binnen 8 dagen aan den Raad rapport uit te brengen, omtrent de voorwaarden tot exploitatie van het strand werd verworpen. Vervolgens zou deze com missie zich met B. en W. hebben moeten bezighouden met de vraag, of het Rijk ge negen zou zijn rechtstreeks aan een parti culier of Maatschappij het geheele strand te verhuren onder nader door den Raad vast te stellen voorwaarden. De Raad wenschte zich echter stipt te hou den aan de contractueele verplichtingen en was ook niet genegen in te gaan op een ander voorstel, om het strand van het Rijk niet opnieuw in te huren. Zoodra met het Rijk omtrent de nieuwe verhuring van het strand voor vijf jaren overeenstemming is bereikt, komt de exploi tatie ingevolge het bestaande contract auto matisch aan de E.P.U. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 34 Zijn houding en gelaatsuitdrukking lieten niets van zijn innerlijke onzekerheid ver moeden, ieder van de aanwezigen moest wel den indruk krijgen, dat hij de situatie vol komen beheerschte en over alle gegegevens beschikt om op een onverwacht oogenblik op te springen en den dief en den moorde naar, of de combinatie daarvan in één per soon, met een beschuldigenden vinger aan te wijzen. „Vóór alles", ging hij op rustigen, zelfver zekerden toon voort, „moet ik Inspecteur Nash danken voor den ontdekking van den moordenaar. Het weinige was ik gedaan heb, staat alleen in verband met de ontmaskering van den dief van het geheime document. Ik bedoel den diefstal van het eerste gedeelte daarvan dat Senator Buckner in zijn overjas had gestoken, het nog niet complete stuk; de rest waardoor de geheele tekst in handen van onbevoegden is gekomen en zonder welke het eerste deel maar betrekkelijk weinig waarde had voor degene, die zich van de in houd op de hoogte willen stellen, is op zijn vroegst pas op den avond van den moord gecopiëerd. Dit laatste kan gebeurd zijn in het huis van Revis, terwijl Senator Buckner zich daar bevond Mr. Buckner zou 't stuk zelf aan Revis kunnen hebben gegeven, om dat „Ik ontken dat met den meesten nadruk", viel de Senator hem, met een rauwe stem protesteerend in de rede. „Dat is mij bekend", antwordde Darden kalm. „Juist met het oog op deze ontkenning vano uw kant is Miss Conner hier". „Ik heb erin toegestemd hierheen te ko men", onderbrak Buckner opnieuw, „omdat u mij verzekerd hebt, Mr. Darden, dat mijn verdenking tegen Malloy, evenals zijn be lachelijke beschuldiging aan mijn adres, op die manier zonder publiek schandaal konden worden ontzenuwd. Maar wanneer een of andere vrouw, die wrok tegen mij koestert of reden meent te hebben zich door mij ge griefd te voelen een of andere vrouw, die in het laaghartige, schaamtelooze complot was, om mij met afpesingspogingen te be dreigen „Maar mijn waarde senator", het was miss Conner, die zich thans in de discussie mengde, „ik bben alleen hier gekomen om te verklaren, dat het laatste wat ik van het onderhoud tusschen u en Mr. Revis weet, is dat u hem beleefd, maar in hevige opwin ding verzocht toch voor rede vatbaar te zijn - met betrekking tot de dingen, die hij van u verlangde". „Dan" bracht Darden in het midden, „was u de vluchtende vrouw, die Dr. Felton zag!" „Die kan ik niet geweest zijn", was het bescheid, ,want ik heb de lichten niet achter mij uitgedraaid. Ik heb ze laten branden toen ik wegliep. Bovendien heb ik het huis door de achterdeur verlaten". „Maar waarom bentij u weggeloopen?" „Omdat Revis den Senator met een revolver bedreigd had. Toen werd ik bang". „Ik heb toch al gezegdbegon Buck ner weer. „Op het oogenblik, Mr. Buckner", onder brak hem de detective, „hebben we het over den diefstal, ik herhaal den diefstal van het éérste gedeelte, uit den zak van uw over jas. De moord komt straks aan de orde. Toen u mij in de rede viel, wilde ik juist zeggen, dat die diefstal hier op de flat gepleegd werd en wel op het portaal, waar uw jas hing. Het document werd gestolen, terwijl u zich in deze kamer bevond. Ik zal nu zeggen, hoe het gebeurde misschien hebt u daar zelf reeds een vermoeden van gehad!" Niets op het gezicht van den Senator ver ried of deze laatste veronderstelling juist was. Hij bleef 't antwoord op Darden's opmerking schuldig. „.Door de weerspiegeling in het glas van de draaideur in de hall", ging de detective verder, „kan men gemakkelijk zien of de lift boven is, en dan naar beneden glippen zonder door den liftjongen gezien te worden. De dief heeft dat oogenblik afgewacht, gleed onopgemerkt langs de juffrouw in de tele fooncentrale en bereikte langs de trappen deze étage. Daar de buitendeur van miss Haskell's woning meestal openstaat, wanneer er iemand thuis, was de rest niet moeilijk. De dief behoefde slechts het portaal binnen te sluipen.de zakken van senator Buckner's jas te doorzoeken en het stuk eruit te halen om het te eopiëeren. Dat wil zeggen, na den eersten diefstal werden maar twee bladzijden over geschreven. Blijkbaar werd de dief gestoord, of had deze den benoodigden tijd te gering gerekend. Maar in elk geval is het gemak kelijk te reconstrueeren, hoe het gebeurd moet zijn". Even was er een pauze; toen vervolgde Darden: „Maar niet zoo gemakkelijk was het vast te stellen, wie het heeft gedaan. Miss Colvin legde mij gisterenmiddag uit, hoe de diefstal moest zijn gepleegd precies zooals ik het nu uiteengezet heb, maar ze voegde er een beschuldiging aan toe ze noemde den naam van den man, die volgens haar de dader moest zijn", weer een pauze „den naam van Mr. Malloy!" De oogen van alle aanwezigen richtten zich bij deze verklaring van den detective op Addie Colvin. Ze zagen haar ontsteltenis en hoe ze verschrikt probeerde Mary's hand te grijpen, maar het jonge meisje liet thans, voor het eerst tijdens deze samenkomst, haar roerlooze houding een moment varen en deinsde ontzet, met wijdgeopende angst- oogen. achteruit. Een seconde ontmoetten de blikken der beide vrouwen elkaar; in die van de jongste van de twee lag brandend ver wijt, dat de ondergang beteekende van een jarenlange vriendschap. Mary Hasskell's bleeke lippen bewogen zich en ze fluisterde: „Onmogelijk!" En wat Addie Colvin in haar oogen las, deed haar het hoofd afkeeren. Darden zag met een gevoel van beklem ming, dat miss Haskell weer in haar vorige apathie terugzonk. Het zweet brak hem uit; zijn zenuwen waren tot barstens toe gespan nen. Wanneer hij den diefstal nauwkeurig beschreef en alles wat hij omtrent den moor denaar wist, wanneer hij den anderen alles uit den mond trok, wat zij maar los konden laten en zij in haar zwijgen volhardde wat had hij dan nog gewonnen? Maar hij gaf den strijd niet op; hij wist dat hij op den goeden weg was. Hij sprak verder: „Maar miss Col vin heeffc zich vergist; het was Malloy niet. Pas van middag heb ik het onweerlegbare bewijs in handen gekregen, wie dedief moet zijn. Door handschriftvergelijking ben ik tot mijn ont dekkingen gekomen. De dief heeffc bij hetl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5