ijmuider courant
zaterdag 10 maart 1934
tweede blad.
BEVERWIJK
Ik
zal
handhaven
WllHELMüS
HEEMSKERK
Verkeerd begrepen
ESPERANTO ALS LEERVAK OP DE
LAGERE SCHOOL.
Het bestuur van de plaatselijke Esperan-
tistengroep verzoekt ons opneming van het
volgende:
Veel is er al in dit blad over het nut van
Esperanto geschreven. In deze regelen zal
nóg eens worden gewezen op de wenschelijk-
heid om, vooral aan de leerlingen van de
Gewone Lagere School, les in het Esperanto
te geven. Verreweg het grootste deel dezer
kinderen genieten het L.O. als hun eenig
onderwijs, dat algemeen vormend moet zijn.
Ze krijgen een overzicht van de aardrijks
kunde der geheele wereld, worden op de
hoogte gebracht met de gebeutenisssen uit
de geschiedenis van hun land leeren iets
omtrent planten en dieren, krijgen een klein
beetje te hooren over wetten en verschijnse
len in de natuur. -Deze vakken beoogen het
aanbrengen van nuttige kennis. Het kind, dat
van school af is en tot de gewoon begaafden
behoort, zal ooveral om zich heen aanknoo-
pingspunten aan het geleerde kunnen vinden
en aldus zich niet al te vreemd gevoelen
in de zéér gecompliceerde wereld! Sinds
enkele jaren is de school gemaakt tot de in
stelling die den jongen menschem datgene
meegeeft, waar ze wat aan hebben in de
wereld. We noemen slechts het inprenten
der verkeersregels, enz. En nu Esperanto!
Het kan wel niet anders dan nuttig zijn, als
elk kind, dat de L.S. verlaat precies op de
hoogte is van de verkeersregels, met de
electrische toestellen in huis weet om te
gaan zonder gevaaren zich wereld
burger voelt door de kennis eener taal, die
onbegrensde mogelijkheden opent voor zijn
verdere ontwikkeling.
Met twee uur per week onderwijs in Espe
ranto gedurende het 6e leerjaar kan elke
gemiddelde leerling het zóóver brengen dat
hij alle Esperanto-literatuur kan begrijpen
en over eenvoudige onderwerpen met eenige
vaardigheid kan schrijven. De kinderen zul
len reuze pleizier kunnen beleven van de
correspondentie met kameraadjes uit Argen
tinië, Japan, Polen, Litbauen, Bulgarije,
kortom met alle óók Esperanto-kennende
kinderen uit alle landen, waar je toch nooit
de taal van kunt leeren. Ze kunnen hun
postzegelverzameling uitbreiden, een prent
briefkaarten-collectie aanleggen van de heele
weten te komen over dingen, die kinderen
interesseeren! En wat kan dat later niet van
beteekennis worden in het leven van zoo'n
Esperantist!
Tenslotte dit: om vele redenen, blijkende
uit voorafgaande en nog volgende artikelen
over Esperanto in dit blad, is het zeer ge-
wenscht, dat aan de leerlingen der Lagere
School gelegenheid wordt gegeven Esperanto
te leeren op school. Het zal de andere „ont
wikkelingsvakken" geen schade doen, maal
eerder voordeel!
DE WERKLOOSHEID.
Bij den gemeentelijken d'ienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
stonden in de afgeloopen week 733 werk-
loozeningeschreven tegen 743 in de vorige
week.
Voor de drie bij dén dienst aangesloten
■gemeenten waren de cijfers:
Beverwijk 370 (vorige week 381), Wijk aan
Duin 251 (252) en Heemskerk 112 (110).
De werkloosheid deed zich gelden in on
derstaande vakgroepen
Beverwijk: Drukkers 3, betonvlechters 3,
betonwerkers 7, marmerbewerkers 3, mar
merpolijsters 1, grondwerkers 55, metse
laars 3, opperlieden 9, schilders 10, spoor-
ïeggers 1, steenhouwers 1, stucadoors 1, tim
merlieden 15, houtbewerkers 3, kuipers 1,
stoffeerders 2, schoenmakers 3, bankwerkers
3, carrosseiiemaikers 1, handlangers 1, koper
en blikslagers 3, loodgieters 2, machinisten
6, metaalbewerkers 5, monteurs 5, plaatwer
kers 1, smeden 2, soldeerders 2, stokers 8,
voorslaanders 1, bakkers 3, sigarenmakers
11, sorteerders 2, slagers 1, landarbeiders 31,
reizigers 2, teekenaars 2, chauffeurs 10,
expediteurs 1, kellners 1, winkelbed Vnden 4,
schippers 2, incasseerders 4, kantoorbedden -
den 3, losse arbeiders 126, werksters 5, glas-
in-lood-zetters 1, totaal 370 (vorige week
381).
Wijk aan Duin: Drukkers 2, grondwerkers
41, metselaars 1, opperlieden 9. schilders 4,
steenhouwers. 1, timmerlieden 6, kappers 1,
bankwerkers 11, carrosseriemakers 1, electri-
ciens 2, handlangers 3, klinkers 1, koper- en
blikslagers 6, lassohers 1, loodgieters 4,
machinisten 4, machinedrijvers 1, metaalbe
werkers 6, monteurs 4, plaatwerkers 1, sto
kers 6, bakkers 2, sigarenmakers 3, slagers 2,
landarbeiders 34, reizigers 1, chauffeurs 10,
kellners 2, lijnwerkers 1, winkelbedienden 3,
schippers 1, incasseerders 2, kantoorbedien
den 5, losse arbeiders 65, werksters 4, totaal
251 (252).
Heemskerk: Betonvlechters 2, betonwer
kers 3, grondwerkers 15, opperlieden 4,
schilders 1, timmerlieden 2, bankwerkers 1,
bakkers 1, landarbeiders 43, chauffeurs 2,
kantoorbedienden 1, losse arbeiders 37, to
taal 112 (110).
KENNEMER OUDHEIDKAMER.
De Kennemer Oudheidkamer ontving het
navolgende ten geschenke; van den heer W.
van Zutphen een schilderstuk voorstellende
een omroeper uit bet midden d-' vorige eeuw;
van den heer Bos te wijk aan Duin, een bron
zen legpenning geslagen ter gelegenheid van
het 75-jarig bestaan der H. IJ. Spoorweg-Mij,
(18391914); van Mw. de wed. Zanten een
lithografische afbeelding' van de „Ruïnen
binnen de stad Leiden door het springen van
een kruitschip op 12 Januari 1807".
R.K. COÖP. TUINDERSVEREENIGING
KENNEMERLAND
Boerekool per kist 25—50
Spinazie per kist (4 K.G.) 90120
Rabarber per bos 816
Raapstelen per bos 23
Rijdijs per bos 10
Pieterselie per bos 810
Selderie per bos 45
Prei per bos 512
Witlof per K.G. 12—18
Uien per K.G. 2
Wortelen per K.G. 34
Roode kool per stuk 38
Gele kool per stuk 38
Spruiten per K.G. 1326
Groene kool per stuk 24
Knollen per stuk 15
BURGERLIJKE STAND.
Ondertrouwd: G. A. J. de Vries en M. B.
Pletting.
Getrouwd: J Nicola en F. Steenbakker.
Geboorten: M. de Koning-de Bruijn, d.
E. J. M. Schwarz-Lange, d. C. Appel-Schuit,
z. J. Tamis-Wallaart z. B. Schellevis-
Lindeman, levenl. d. (won. te W. a. Z. en D.)
LOOP DER BEVOLKING
Ingekomen; M. E. Ordas geb. Scholier zon
der Haarlem Scheijbeecklaan 5; J. H. Kunkeler
bakker Zand voort Galgeweg 1; M. E. Merlij,
regenjasseplakker. Amsterdam Str. v. Linsch.
straat 29; Ch. H. D. Bünger plakster Amster
dam, idem; J. Dekker arbeider Wijk aan Duin
Kloosterstraat 20; S. Bokhorst dienstbode
Haarlem Alkm.weg 46; W. A. Zweeres, fabr.arb.
Wijk aan Duin Str. v. Linsch.str. 59; J. P. A.
Stroomer slager idem idem; G. Stapel, hoofd
keuken ziekenh. Oegstgeest Vondellaan 13;
H. F. Buchwaldt kant.bed. Amsterdam; C. H.
Moensstr. 32; J. Blom arbeider Wijk aan Duin
Kloosterstr. 20. C. M. van der Gulik dienstbode
Bovenkarspel Galgeweg 5; M. van Schaik, exp.
chauffeur Amsterdam Peperstraat 35; F. J.
Kee, modelmaker. Wijk aan Duin, H. Burger
straat 35; M. Kelder zonder Den Haag, Dr,
Schuijtstr. 21; A. J. Vendel, bloembollen-exp.
Heemstede H. Burgerstr. 35.
Vertrokken: A. Boer, mach. teekenaar, Wijk
aan Duin, Groene weg 10, H. Junghanel, dienst
bode, Bloemendaal, Catslaan 2. J. v. Rijn, tuin
man Hoorn, Drieboornlaan 9; W. J. Bras arbei
der, Heer, St. Josephgesticht. C. Wester arbei
der Haarlem, KI. Houtstraat 65 rood. H. van
Dak sigarenmaker Wijk aan Duin, Reguliers-
SPAARGELDEN VAN STEUNTREKKERS.
Deze week moest bij het gemeentebestuur
de bekende verklaring zijn ingeleverd over het
al of niet bezitten van spaargelden enz. Het
grootste aantal van de steuntrekkenden heeft
daaraan gevolg gegeven. Naar wij vernamen
zijn er echter toch nog enkele nalatigen ge
weest, die verzuimd hebben de vereischte ver
klaring in te leveren. Deze nalatigheid had het
ernstige gevolg, dat aan de betrokkenen geen
financieelen steun over de afgeloopen week
werd uitg'etaal'd.
Overigens schijnt voor vele gemeenten het
tijdstip van invoering van den nieuwen maat
regel nog al verschillend te zijn. In Wijk aan
Zee en Duin b.v. is men daartoe nog niet
overgegaan. Vermoedelijk weet het Gemeente
bestuur daai. zonder deze verklaring wel, wie
van de steuntrekkenden niets meer heeft en
wie nog een „appeltje voor den dorst" bewaar
de. De laatste categorie heeft blijkbaar niet de
overhand.
Een nobele wapen
spreuk, die wij tot
de onze gemaakt
hebben, waar het de
kwaliteit der Wilhel-
mus-sigaren betreft.
Die zijn goed en die
blijven goed. Neemt
de proef en vraagt
ze uw winkelier.
6,8,10,12 tot 25 cent
HET H&deklandscfie mehk
(Adv. Ingez. Med.)
DOOPSGEZINDE GEMEENTEAVOND.
De laatste gemeente-avond welke in de
Doopsgezinde Kerk werd gehouden kenmerkte
zich evenals de vorige avonden door een flinxe
belangstelling.
Ds. J. D. van Calcar heeft een inleiding ge
houden over P. A. de Genestet en diens leeke-
dichten. Eenige werken van den zoo bekenden
Bloemendaalschen dichter werden door den
predikant voorgedragen.
De heeren J. Oo^tewal, clarinet en P. J. Pot-
gieser, orgel vonden met hun mooi voorgedra
gen muzieknummers een dankbaar gehoor.
De voorzitter, de heer Jac. Groot vestigde in
zijn slotwoord nog eens de aandacht op den
in de maand Juli te Beverwijk te houden ge
westelijken Gemeentedag voor Noord-Holland.
CONCERT KINDERKOOR.
Het onlangs opgerichte kinderkoor „Altijd
Vroolijk", leidster Mej. J. v. d. Waal, z-al Don
derdagavond in het Vereenigingsgebouw aan
de Oosterwijkstraat zijn eerste concert geven.
Voor dit eerste optreden is een buitengewoon
aardig programma samengesteld, dat geopend
wordt met het toepasselijke lied „Wat kunnen
wij geven" van C. W. Link. Achtereenvolgens
zullen de kinderen daarna zingen „Jan en de
Vink" van Zijderlaan (met solo-trekjes), „De
Toovenaar" (zangspelletje door H. van Tus
senbroek; „Verhuizen" van Nico v. d. Linden;
„Onze Naam" van N. N.; het zangspel
„Sneeuwprinsesje" van E. JacquesDalcroze;
„Kiere hiere kiet" van denzelfden componist
en tot' slot „Het einde van "den Dag" van Balng
Gould.
Ds. C. M. Krijger heeft zich bereid verklaard
een openings- en een slotwoord te spreken.
UITBETALING VAN TUINBOUWSTEUN.
Enkele weken geleden konden wij reeds be
richten, dat van de tuinbouwsteungelden over
1933 nog een slotuitkeering kon worden tege
moet gezien. Inderdaad is voor Beverwijk en
Omstreken nog een bedrag van ruim f 45.000
beschikbaar gekomen.
Aan de veilingen is het personeel reeds bezig
met de omvangrijke administratieve maat
regelen, welke de- uitkeeringen vooraf gaan.
Naar wij vernemen zal de uitbetaling aan de
R.K. Coöp. Tuindersvereeniging „Kennemer-
land" waarschijnlijk a.s. Woensdag" geschieden.
BEVOLKING.
Ingekomen personen:
Wed. N. G. de Haan en dochter, zonder be
roep, Marquettelaan 32, van Beets. J. Gemser
en gezin, stucadoor, Oosterstreng 66, van Vel-
sen.
Vertrokken personen:
M. R de Bruijn en gezin, koopman, van
Oosterstreng 70 naar Baarn. J. Blok en echtg.
zonder beroep, van Rijksstraatweg 176 naar
Haarlem; wed. A. Dubbeld, geb. Snip en kin
deren, zonder.beroep, van Hoogdorperweg 14
naar Beverwijk.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Wilhelmus Gerardus z. van Jac.
Bruin en Marg. Groot. Anntonius Nicolaas
Joseph, z. van H. N. Doodeman en G. Cl. de
Ruijter. Petrus Joseph, z. van H. van Tu-
nen en Br. Dekker.
Overleden: Geene.
Ondertrouwd: G. A. J. de Vries Pzn., alhier
en M. B. Pletting, te Beverwijk,
Gehuwd: Geene.
WORDT HET CONCERTGEBOUW
GESANEERD?
COMMISSIE VAN ONDERZOEK BENOEMD.
In verband met het feit, dat de financieele
toestand van de N.V. het Concertgebouw te
Amsterdam zorgen baart, heeft het
bestuur dezer instelling kort geleden een
onderhoud gehad met den minister van On
derwijs, K. en W., mr. Marchant.
Als uitvloeisel van het besprokene heeft de
minister thans, in overeenstemming met de
subsidie-voorwaarden, een commissie be
noemd, waarin zitting hebben genomen de
heeren P. Visser, chef van de afd. Kunst en
Wetenschap van het departement, dr. Paul
Cronheim en een rijksaccountant. Deze com
missie heeft tot taak den financieelen staat
van zaken van het Concertgebouw uit de daar
voor ter beschikking zijnde bescheiden nauw
keurig te onderzoeken en daarover rapport uit
te brengen.
Omtrent een eventueele reorganisatie van de
instelling of een verhooging van het rijks
subsidie, dat momenteel ƒ46.000 bedraagt,
staat in dit verband nog niets vast.
EEN BANKBILJETTEN-REGEN.
TEGEN DEN MAN. DIE DE MEESTE
BILJETTEN „VOND". VIER MAANDEN
GEëlSCHT.
FOLKLORE IN DUITSCHLAND. In het stadje Eisenach is de intocht van de „voorjaars
godin" een jaarlijks terugkeerend feest, dat de komst van de lente en het verdwijnen van
den winter symboliseert.
Een loopjongen van de N.V. Bouw- en
Handelsvereniging te Amsterdam moest op
17 November j.l. bij een wisselkantoor op
het Damrak een biljet van f 1000 wisselen in
biljetten van f 25 en f 10.
Toen hij terugkwam-, verloor hij het geld
op het Rokin. De wdnd verspreidde de bil
jetten naar alle kanten. Een 24-jarige lom
penperser, die er juist met eenige kornuiten
langs wandelde, wist zich meester te maken
van f 700. Korten tijd later werd hij gear
resteerd. Voor zijn aandeel bleek hij zich
o.a. een radio-toestel te hebben aangeschaft.
Vrijdag stond hij voor de Amsterdamsche
Rechtbank terecht. Hij bekende volmondig-,
Hoe het geval zich precies had voorgedaan,
kon hij niet meer vertellen; wel wist hij
nog, dat hij op het Rokin plotseling een
groot aantal bankbiljetten had zien liggen.
Hij en zijn broers haddien er naar hartelust
op losgegrabbeld. Aanvankelijk hadden zij
het plan het geld naar het hoofdbureau van
politie te brengen. De verleiding werd echter
te sterk, de familie kon het geld best ge
bruiken en zoo kwam er van teruggeven
niets
De officier van justitie requireerde wegens
diefstal een gevangenisstraf van vier maan
den.
Vervolgens stond een broer van den vori-
gen verdachte terecht wegens heling. Hij
was op den bewusten dag bij het oprapen
aanwezig geweest. Thuis had hij een deel
van het geld gekregen. Hij had het v-oor
zijn huishouding gebruikt.
De officier requireerde ook tegen hem een
gevangenisstraf van vier maanden.
Tenslotte had zich nog een zwager van de
vorige verdachten te verantwoorden wegens
heling.
Wegens gebrek aan bewijs requireerde het
O.M. vrijspraak
KENNEMER
SPROKKELINGEN.
„VLUCHTHEUVEL".
In het kolkend, ziedend leven
Ligt zijn lang-gerekte lijf,
Met z'n lijnen en z'n palen
Als een doode, strak en stijf.
Jachtend schieten snelle wagens
Langs zijn flauw verhoogden voet,
Als een flits zijn zij verschenen
En verdwijnen dan voor goed.
Op zijn rugge wachten menschen,
Menschen zoo van alle slag,
't Is het stalenboek van 't menschdom,
't Is het soort van allen dag.
Welgedane heeren zuchten
Van verkoudheid of van nijd,
Ongeduldig trippen juffers,
Want de bus is over tijd.
't Is de staalkaart van het leven,
Rijk en arm en jong en oud';
Deze hult zich in een bontjas,
Gene heeft het bitter koud.
Achter hun het dav'rend dreunen
Van het razend snelverkeer,
Vóór: de optocht der gehaasten,
Altijd sneller, altijd meer
Op den heuvel houdt een ventje
Angstig 't kleine meisje vast,
En de -dreumes heeft zich ernstig
Met de zorg „om haar" belast
Aan den overkant de winkels
En het veilige trottoir;
„Mientje", zegt de kleine ridder,
„Als we daar zijn, zijn we klaar".
Maar 't gedaver is te machtig
't Laat de vlindertjes niet door.
't Meiske, tusschen al die menschen,
Is er, o zoo angstig voor.
Broekeman blikt in de oogen
Van een zeer bebaarden heer,
En hij vraagt: „Brengt u ons even
Aan -den overkant, meneer?"
Maar de heer, daar op dien heuvel
Zag met kouden blik die twee,
Keerde haastig op z'n schreden
En hij zei, vei-acht'lijk: „Nee!"
Dat was kleine zus te machtig,
Zóó maar zei tot dien heer,
Met haar duimpje, in haar mondje,
„Hebt u dan geen zusje meer?"
Tp.
DRIE KINDEREN AANGEREDEN.
Een gedoodtwee zeer ernstig
gewond
TRUCK VLIEGT EEN TROTTOIR OP.
VOORGEVEL VAN EEN HUIS TOTAAL
VERNIELD.
Vrijdagavond om zes uur kwam de chauf
feur N. in dienst bij den heer Jansen, met
een nieuwe Chevrolet-truck den heuvel te
Dongen afrennen. Volgenszijn zeggen begon
de wagen te slippen en schoot zijn voet van
de rem op het gaspedaal, met het gevolg, dat
de wagen met groote vaart het trottoir op
reed. Juist waren daar drie kinderen van den
leerlooier Looijmans aan het spelen, die alle
drie door den wagen werden geraakt en weg
geslingerd. De kleinste, een meisje van vier
jaar, werd dood opgenomen. De beide andere
kinderen zijn met zeer ernstige verwon
dingen naar het ziekenhuis gebracht.
De voorgevel van een woonhuis is zoodanig
vernield dat het huis moest worden gestut,
terwijl het zeer waarschijnlijk zal moeten wor
den ontruimd, aangezien gevaar bestaat dat
de gevel zal instorten. De burgemeester van
Dongen, de heer K. L. J. Wouters was ter
stond ter plaatse.
De wagen is vrijwel onbeschadigd, doch de
botsing met het huis was zoo hevig, dat een
naaimachine, welke voor het raam stond la
ter in de achterkamer is teruggevonden. De
chauffeur is door het ontzettende ongeluk
geheel overstuur.
Nader vernemen wij nog: Op het fonkel
nieuwe chassis was een zeer primitieve zit
plaats gemaakt voor den bestuurder, De
chauffeur, die gezien den toestand ter
plaatse, te hard reed. gleed van deze zitplaats
af, toen de wagen slipte. Hij trapte hierbij
op het gaspedaal, zoodat de wagen met
groote vaart het trottoir opvloog. De moeder
der kinderen zag het ongeval gebeuren, doch
kon niets meer doen om het vreeselijke onge
luk te voorkomen. De toestand der beide kin
deren is zeer ernstig.
TRAWLER „LOCH ARD" NOG NIET
TERECHT.
Tot nu toe heeft men nog niets naders ge
hoord van den te Aberdeen thuisbehoorende
stoomtrawler Loch Ard, die lang over tijd is
van een reis naar IJsland.
De IJslandsche regeering heeft aan alle sche
pen last gegeven om naar het vermiste vaar
tuig te gaan zoeken, terwijl langs de West
kust politie vaartuigen werden gezonden.
FEUILLETON
door
RUBY M. AYRES.
Vertaling van J. G. H. v. d. B-ovenkamp Jr.
3)
Ik vroeg mij ook af of een vrouw, die ik
gekend had voordat mijn haar grijs was ge
worden, er nu ook zou uitzien als Miss
Spinder en of zij ook alleen zou wonen in
een moderne villa of dat zij een van de
vele mannen de aarde tot een paradijs ge
maakt had.
Maar tevens besefte ik, dat al die vragen
nutteloos waren nu onze levenswegen zoo
ver uit elkaar geloopen waren, dat zij elkaar
v/el nooit weer zouden kruisen.
Ik heb altijd hooren zeggen, dat ik Iemand
ben, met 'n sterken wil en in zooverre kan
men wel gelijk hebben, dat ik mijzelf nooit
overgeef aan oude herinneringen dat ik
nooit ga graven in die oude asch van het
verleden in de hoop daaronder nog warme
gloeiende sintels te vinden.
En dan is dan ook de reden, dat ik nooit
een zekere lade opende van mijn bureau
en dat-ik op dat oogenblik mijn hoed greep
en besloot een flinke wandeling te gaan
maken.
Nauwelijks had ik echter de voordeur
achter mij dicht 'getrokken, en wilde ik de
stoep afloopen toen een telegrambesteller,
die er op de een of andere manier in ge
slaagd was om met zijn fiets door het door
ploegde 'veld van de laan te worstelen, zich
voor mijn deur van zijn fiets lietvallen
een heldhaftige poging deed om er onder
de gegeven omstandigheden zoo indrukwek
kend mogeljik uit te zien, op mij toe trad
en mij een telegram overhandigde,
Ik houd er van telegrammen te ontvangen
zelfs al brengen die mij niet altijd goed
nieuws. Maar het oogenblik dat men het
zegel gaat verbreken is zoo heerlijk span
nend zoo vol mogelijkheden,
Ik vroeg mij af, wie het noodig had ge
acht mij een telegram te situren en mijn
verbazing' was groot, toen ik las:
„Kom je vanmiddag opzoeken. Ben giste
ren in Engeland aangekomen.
Smith".
Ik ben niet iemand, die heel gauw opge
wonden is, maar het scheelde niet veel of ik
hiad een luchtsprong gemaakt van blijd
schap, toen ik dien doodgewonen* naam onder
het telegram zag staan.
Smithdie ik in geen vijftien jaar had
gezienSmith, die op school altijd van
mij had afgekekenSmith die mij als
jongen had ingewijd in de avonturen van het
leven Smith die een ongelukkige liefde
had gehad en zich ergens in een oerwoud
zou gaan begraven, om dat te vergeten
Smith de eenige ware vriend, die ik ooit
gehad had, was in Engeland teruggekeerd
en zou mij dien zelfden middag nog een
bezoek brengen.
In de korte brieven, die ik zoo nu en dan
om de vier of vijf maanden van hem
ontving, had hij niets geschreven van zijn
voornemen om naar Engeland terug te
keeren en daar stond hij om zoo maar
eens te zeggen eigenlijk onverwacht voor
mijn neus.
Ik onderdrukte een juichtkreet, drukte den
telegrambesteller een fooi in de handen en
liep dan weer vlug naar binnen om Bundie
van het een of ander op de hoogte te stel
len.
Zij was bijna even verheugd als ik en be
gon direct een vreeselijk ingewikkeld geval
uiteen te zetten van pastelen en puddings en
omeletten en ik schoot de keuken uit met
meer haats dan beleefdheid.
Het was nu al meer dan vijftien jaar se
leden sinds Smith op dien fatalen morgen
bij mij was komen binnen loopen om mij te
vertellen, dat hij naar het buitenland zou
gaan; meer dan vijftien jaar geleden sinds
hij mij op doffen toon had verteld, dat zijn
leven verwoest was en hij niets meer had
om voor te leven.
Destijds had ik rustig nar hem geluisterd
en niet getracht hem moed in te spreken,
maar wel verwachtte ik in iederen brief te
zullen lezen, dat hij zich geschikt had in de
omstandigheden en troost gevonden had....
maar als dat zoo was, dan had hij het blijk
baar niet de moeite waard geacht om mij
dat te schrijven.
En nu was hij weer thuis.
Vijftien jaar!
En hij moest over de veertig zijn! Hij was
acht jaar ouder dan ik en nog niet zoo
erg lang geleden was ik al vier en dertig ge
worden.
Ik vroeg mij af of hij dik geworden zou
zijn en of hij een kaal hoofd zou hebben
gekregen en op het oogenblik dat ik he n
het allerminst verwachtte trad hij zelf mijn
kamer binnen.
En, zooals trouwens altijd het geval is
als men groote veranderingen heeft verwacht
bleek, dat hij bijna in het geheel niet ver
anderd was. Hij was grijs geworden en bij
zijn oogen waren wat rimpeltjes gekomen
maar dat was dan ook alles.
„Ik bemerkte dat er nog een trein ging,
waarmee ik eerder hier kon zijn, dan ik
gedacht had", vertelde hij mij, terwijl hij
zijn hoed in den eenen hoek van de kameï
wierp en zijn overjas in een anderen hoek.
Dat was nu eenmaal een gewoonte van hem
en juist om die slordige gewoonte scheen
ik nog meer van hem te houden.
Had ik er als kostschooljongen niet buiten
gewoon veel prijs op gesteld om zijn kleeren
uit alle mogelijke hoeken en gaten te voor
schijn te halen en netjes voor hem op te
vouwen?
„Ik kwam je nieuwe adres te weten op de
club", ging hij voort, zonder mij den tijd
te geven er een woord tusschen te brengen.
„Ik stuurde je een telegram en hier ben ik.
En vertel me nu eens, warom je in vredes
naam hier bent gaan wonen. En wie heeft
den treurigen moed gehad om dit een laan
te noemen?"
Hij liep naar het venster, en keek naar
buiten.
„Wat een vreeselijk gezicht al die nieuwe
muren en hardgroene verf", ging hij voort,
zander mij den tijd te geven hem te ant
woorden.
„En wie is die statige vrouw, daar in den
tuin aan den overkant?"
„Zij is een oude kat", antwoordde ik droog.
„Dat heeft Bundle ten minste gehoord van
den vuilnisman en die kan het weten".
„Bundie....! Je wilt toch niet zeggen, dat!