Kapitein Versteegh als K.L.M.-piloot - Autohanen op rails.
EEN EERESCHULD.
Autobanen op rails. Te Horn bij Roermond wordt een baanvak gebouwd met
oude rails, die ondersteboven worden gelegd en waarmede men wil aantoonen,
dat het mogelijk is oude spoor- en trambaanvakken om te bouwen tot auto-
banen, waarop autobussen en vrachtauto's zich in groote snelheid kunnen
voortbewegen
Feest in Zv'^ Vi Ika. Ter ge'egenheid van zijn bezoek aan Be cliuana'and werden door de bevolking van dit deel van
Zuid-Afrika voor Prins George van Engeland groote feestelijkheden georganiseerd, waai van hierboven een interesant detail
ta het Amsterdamsche Stadion wordt een verlichtings installatie ge
bouwd. Een kijkje bij de werkzaamheden
De kapitein instructeur der militaire luchtvaartafdeeling W. C. J. Versteegh is
voor vier maanden gedetacheerd bij de KLM en Donderdag als tweede be
stuurder met de „Rijstvoge! naar Indië vertrokken. Eenige oogenblikken voor
het vertrek
De bronzen plaquette van H. M. de Koningin,
welke in de Donderdag officieel in gebruik
genomen nieuwe raadszaal In het Utrechtsche
Stadhuis is aangebracht
Generaal Gerth van Wijk reikte Donderdag het mobillsatiekruis uit aan den
bekenden klokkenist Vincent, bij de uitreiking van de 250 mobilisatiekruizen in
Bellevue te Amsterdam
Nu de Zuiderzee is afgesloten gaan verschillende Zuiderzeevisschers
hun geluk beproeven in de Noo 'ree Eenige botters verlaten de haven
van IJmuiden
FEUILLETON
door
ETHEL M. DELL.
Vertaling van
J. G. H. v. a. BOVENKAMP Jr.
8)
„Goed, meisjelief, ik zal je vertrouwen",
zeide hij, terwijl er een peinzende uitdruk
king verscheen in zijn oogen. „Ik zal je alles
vertellen. Ik heb al gemerkt, dat je geraden
hebt, dat ik in moeilijkheden verkeer, maar
laat ik je onmiddellijk weer gerust stellen:
over een paar weken is alles achter den rug.
Ik ben een dwaas geweest en heb weer eens
schulden gèmaakt. Het is niet de eerste keer
zooals je wel weet. Baring heeft mij al een
keer uit de moeilijkheden geholpen, en daar
om zou ik het zoo lam vinden, als hij nu
moest hooren, dat 't weer precies hetzelfde
is. Om je de volle waarheid te zeggen, ben ik
op het oogenblik eigenlijk heelemaal in de
macht van Hyde. Maar, zooals ik al gezegd
heb, is 't maar een kwestie van een paar we
ken. Ik heb beloofd, zijn paard, Waler, te rij
den voor de groote Cup Race in het begin
van de volgende maand. Het is zoo veilig als
het maar zijn lean en als ik als eerste aan
kom, zal ik er wel voor zorgen, zooveel op
het paard gewed te hebben, dat ik niet al- j
leen uit de moeilijkheden, maar ook uit de
handen van Hyde geraakt ben. Het is een
soort eereschuld, zie je. Ik kan er niet van
af komen, maar toch zal ik heel erg blij zijn
als het achter den rug is. Als hij het daarna
nog eens mocht probeeren om onbeleefd te
gen je te zijn, smijt ik hem het huis uit.
Maar tot.zoolang ben ik werkelijk absoluut
hulpeloos. Zou je daarom je best willen doen,
om ter wille van mij geen aanstoot te nemen
aan dien man, Hope?"
Een groote zucht ontsnapte uit de borst
van het meisje, maar met groote moeite wist
zij zich eenige oogeblikken later weer te be-
heerschen.
De verregaande onbeschaamdheid van Hy
de zijn aanmatigende, heerschzuchtige hou
ding was nu verklaard en zij zou alles, wat
zij bezat, hebben willen geven als zij Ronnie
daarmee had kunnen verlossen uit de han
den van dien onaangenamen man, En hevig
verlangde zij er naar', om in staat te zijn in
deze moeilijke zaak den raad in te winnen
van Monty Baring.
,Ik zal mijn best doen, lieve", antwoordde
zij na enkele oogenblikken. „Maar hoe min
der ik van dien man zie,' des te beter zal het
voor ons allemaal zijn, Ben je er wel heel ze
ker van, dat je de Cup zult winnen?"
„Ja, dat weet ik beslist", antwoordde Ron
nie met grooter zekerheid. „Beslist; herinner
je je niet meer, hoe wij vroeger, toen wij
nog kinderen waren, altijd om het hardst re
den in de weide? Wij reden toen nog zonder
een zadel. En ben je dan heelemaal vergeten
dat wij geen van beiden ooit door een paard
zijn afgeworpen?"
Ja, dat herinnerde Hope zich nog allemaal
heel goed en plotseling kwam er in haar hart
een groot heimwee naar die gulden jeugd.
„Oh, Ronnie", zeide zij, „ik wou, dat wij
nog kinderen waren!"
Hij lachte zachtjes en stond op.
„Dat weet ik wel beter", antwoordde hij,
„en Baring ook! Welterusten, meisjelief, slaap
wel!"
En met die woorden verliet hij haar kamer.
Maar Hope sliep dien nacht maar heel wei
nig.
HOOFDSTUK VUL.
Vóór de race.
Hope had het zoo ingekleed, dat zij, na de
lunch bij Mrs. Latimer gebruikt te hebben,
met die naar de race zou gaan kijken.
Toen die dag na weken van spanning voor
't meisje eindelijk was aangebroken, bracht
zij dien morgen door met een handwerkje op
de zonnige warande. Het was een heerlijke
dag, en onder den invloed van het prachtige
weer namen haar zorgen de vlucht en was
zij weer in staat te genieten van het leven,
zooals dat in langen tijd niet het geval ge
weest was.
Ginds, achter het erf, hoorde zij de beek
murmelend over haar bedding voorthuppelen
en dat zachte murmelen deed haar denken
aan een onderdrukt lachen van genot.
Die beek was dieper, dan zij haar ooit ge-
fcend had. De rivier was door de vele regens
van den laatsten tijd heel erg gezwollen en
menhad verderop in de vallei de sluizen
opengezet, om den druk te verminderen op
den dam, die aan den mond van de rivier ge
bouwd was, nadat vele jaren geleden dat En-
gelsche meisje tijdens een overstrooming ver
dronken was.
Hope hield van dat zachte, klokkende ge
luid tusschen de hooge varenplanten. Dat
murmelen deed haar altijd denken aan de
lente in Engeland. En de vreugde van het
voorjaar was in haar bloed. Zij wendde haar
gelaat naar de zon met een glimlach van
heerlijk, volmaakt geluk.
Nog maar twee maanden, en dan zou haar
geluk heelemaal volmaakt zijn!
Plotseling hoorde zij onzekere, wankele
voetstappen op het erf en verschrikt keek zij
op. Maar dan drong het tot haar door, wie
het moest zijn en vlug sprong zij op uit haar
stoel. Het was Ronnie, die zich kwam kleeder,
voor de race, en zij had hem nu pas gehoord.
Zij had hem dien dag nog nw>t gezien en zij
.was totowd, to lij Jttl jgpjlHr
zichte van de race zou gevoelen, toen zij hem
vlug tegemoet trad.
Maar dan zag zij hem en het scheen
haar, dat haar hart bleef stilstaan.
Hij stond op een paar pas afstand van
haar en had zich vastgegrepen aan een der
pilaren van de warande. Zijn oogen staarden
strak vooruit en zijn oogleden hingen zwaar
en donker half over de pupillen, als bij
iemand, die in zijn slaap wandelt.
Hij staarde haar wezenloos en versuft aan.
alsof zij een volslagen vreemde voor hem
was.
Na een oogenblik opende hij zijn mond en
zeide zoo onduidelijk, dat het bijna niet te
verstaan was:
„Ik kan vandaag niet rijdenHyde moet
maar een plaatsvervanger zoeken".
Die laatste woorden kon hij bijna heele
maal niet meer uitbrengen, maar Hope be
greep toch, wat hij wilde zeggen.
Maar bijna op hetzelfde oogenblik drong
het besef tot haar door, dat niemand anders
het zou mogen weten zij moest trachten
het verborgen te houden voor de buitenwe
reld, ten koste van alles. Er moest natuurlijk
iets gedaan worden, al zou het dan ook bijna
te laat geweest zijn.
Haar eerste opwelling was om een bood
schap te sturen naar Baring, maar dan her
innerde zij zich haar belofte, om Baring niet
te vertellen van de geheimen van haar broei-
Neen Dat mocht zij dus niet doen, dat zoi
Ronnie nooit goed vinden.
Zij moest dus een anderen uitweg zoeken
en het zou toch niet zoo vreeselijk moeilijk
zijn, om dien te vinden. Zij had altijd be
kend gestaan om haar koel, helder oordeel ir
oogenblikken van verwarring en zou zij dan
nu geen middel kunnen vinden om haar broe-
te redden?
Er moest een uitweg zijn, als haar oogen
maar scherp genoeg waren om dien te zien.
een uitweg, waardoor niemand zou weten,
dat haar broer te dronken was om aan zijn
verplichtingen te voldoe
Ronnie's starre blik werd onverdraaglijk.
Zij trad op hem toe en greep hem stevig bij
den arm.
„Ga mee naar je kamer", zeide zij flink „en
ga maar naar bed. Ik zal alles wel voor je
in orde maken".
En haar eigen woorden deden een plan door
haar brein schieten. Zij hield even haar
adem in en haar gelaat werd zoo bleek als
dat van een doode. Maar haar vastberaden
heid liet haar in dat hachelijke oogenblik
ook niet in den steek. Zij greep Ronnie bij1:
den arm en bracht hem vlug naar zijn kamer.-
HOOFDSTUK IX.
De race.
„Oh, wat jammer! Hope kan niet komen".
Mrs. Latimer had die woorden gesproken
tot Baring die juist op haar toetrad. De zon.
scheen helder en de renbaan was vroolijk
versierd met allerlei vlaggen.
Baring, die vlug en gretig in haar richting
was komen loopen, bleef met een schok staan..
„Kan niet komen?" herhaalde hij ongeloo-
vig. „En waarom niet?"
Mrs. Latimer stak hem een brief je toe.
„Dat heeft zij mij een half uur geleden
door een bediende laten brengen", zeide zij.
Baring las 't briefje, waarin alleen ver
klaard werd, dat Hope dien heelen morgen
hard gewerkt had en erg moe was, en wilde
Mrs. Latimer het haar niet kwalijk nemen,
dat zij liever thuis bleef?
Baring gaf Mrs. Latimer het briefje terug,
zonder er verder iets van te zeggen.
„Waar is Carteret? Hebt u hem hier al er
gens gezien?"
„Neen", antwoordde zij. „Ik heb wel hooren
zeggen, dat hij iets later zou komen dan was
afgesproken. Ah, daar is hij. Hij gaat juist
naar de tent, waar hij gewogen moet worden.
Wat een prachtig paard is dat van Mr. Hyde.
Denkt u, dat die de Cup zal winnen?"
(Wordt venvoted).