EEN EERESCHULD. I Voorbereidingen in de badplaats Hoek van Holland voor het komende seizoen. Het materiaal wordt langs het strand aangevoerd De EmmabloemcoIIecte te den Haag. Een collectante verkoopt aan het Paleis Lange Voorhout te den Haag een bloempje aan een der huisbedienden van wijlen H. M. de Koningin Moeder Op het baanvak Rotterdam Barendrecht is Dinsdag de eerste proefrit met een electrischen trein gehouden. Oud en nieuw voor het station te Barendrecht Dr. W. G. N. van der Sleen onderneemt met introductie van de K.L.M een reis langs vrijwel alle Europeesche luchtlijnen Dinsdag vertrok dr. v. d. Sleen van Amsterdam naar Berlijn De werkzaamheden voor de restauratie van de oude Maasbrug te Maastricht. Een overzicht tijdens het werk voor den midden-pijler De nieuwbenoemde burgemeester van Maashees, de heer A Jans, Is Dins dag officieel geinstalleerd- Tijdens de ontvangst voor het gemeentehuis FEUILLETON d o or ETHEL M. DELL. Vertaling van J. G. H. v. d. BOVENKAMP Jr. 12) „Wat is dat?" hijgde Hope vol ontzetting, wat is dat?"' Maar zij wist heel goed, wat het was, en Ronnie wist het ook. „Blijf jij hier", zeide hij, terwijl hij zijn hand op haar arm legde. „Blijf hier maar even wachten. Ik zal er wel een eind aan maken". „Neen, neen!" hijgde zij. „Ik ga met je mep Het moet!" Zij schoof haar koude hand in de zijne, en hand in hand liepen zij nu vlug naar den in gang van die kamer. Toen zij het venster bereikt hadden, bleef Ronnie staan en schoof het meisje een wei nig op zij. Maar hij zelf trad ook niet naar binnen. Hij bleef roerloos door dat venster naar binnen staan staren, terwijl op zijn gelaat langzaam een uitdrukking kwam van ontzet ting en afgrijzen. In het midden van de ka mer stond Baring, met wijd uit elkaar ge plante voeten, een harden, genadeloozen trelc op zijn gelaat en in zijn oogen een fel licht van toorn. Zijn linkerhand was geklemd om den ge- scheurden kraag van Hyde's jas, terwijl hij met zijn andere hand harde, genadelooze wreedè slagen liet neerstriemen on den rug van den man, met diens eigen rijzweep. Hoe lang die afstraffing al geduurd had konden Ronnie en Hope slechts gissen. Maar het was hen duidelijk, dat Hyde een bezwij ming nabij was. Los en machteloos hing hij in de hand van den Majoor, zijn gelaat was diep rood gekleurd en zijn lippen konden al leen nog maar iets onverstaanbaars stamelen bij iederen goed ge-mikten slag, die striemend neerklets te op zijn rug. De man deed in het geheel geen poging meer om zich te bevrijden uit.dien greep alleen trilde zijn lichaam, als de zweep hem trof. „Oh, laat hem uitscheiden!" smeekte Hope, die dicht achter haar broer was gaan staan en over diens schouder naar binnen had ge keken. „Laat hem toch uitscheiden!" Maar toen Ronnie geen aanstalten maakte om zich er mee te bemoeien, duwde zij hem op zij en liep langs hem heen de kamer bin nen. Baring zag haar en op hetzelfde oogenblik staakte hij de afstraffing. Het scheen, dat hij op haar komst gewacht had. Hij sprak geen woord. Hij nam Hyde eenvoudig bij de schouders en sleepte hem naar de tuindeur. Die wierp hij wijd open, waarna hij den man eenvoudig naar buiten duwde en liet vallen. Met leege handen wendde hij zich weer om en kalm deed hij de deur achter zich dicht. Ronnie was nu ook binnengekomen en stond bij zijn zuster, die zich op haar knieën bij een divan had laten neervallen en haar gelaat, luid snikkend, diep in de kussens had gedrukt. Haar geheele lichaam schokte van het snik ken, dat eindelijk de "weldadige reactie bracht aan haar zenuwen, die al dien tijd zoo strak gespannen waren geweest. Baring keek even naar haar schokkende schouders en een treurige uitdrukking kwam in zijn oogen. Een moment later wist hij zich zelf echter weer te beheerschen en koel wend de hij zich tot haar broer. „Ik heb jouw werk opgeknapt", zeide hij grimmig. „En schaam je je niet?" Hij greep den jongeman bij den schouder en draaide hem zoo, dat het licht vol op zijr- gelaat viel. Daarna boog hij zich een weinig naar voren en keek den ander scherp in het bleeke gelaat. „Zeg, schaam jij je niet?" herhaalde hij, toen de ander geen antwoord gaf. Ronnie keek Baring even besluiteloos aan, maar richtte dan zijn oogen op zijn zuster. Zij snikte nu niet meer, doch haar gelaat hield zij nog steeds in de kussens gedrukt. Er was iets gedwongens in haar heele houding. Na een oogenblik richtte Ronnie het woord tot Baring, en zijn toon was heel erg dof. „Je had zeker een hee'l goede reden voor wat je zooeven gedaan hebt?" zeide hij. „Ja, daar had ik een heel goede reden voor" antwoordde Baring scherp. „Je wilt mij toch niet wijsmaken, dat jij niet wist, dat die kerel een schurk is?" Ronnie gaf geen antwoord en richtte zijn oogen op den grond. ,Nu, als je dat niet wist", besloot Baring, „dan is het heel treurig gesteld met je Intel ligentie. Maar wist je het wel, dan verdien je dezelfde behandeling als ik dien vent zooeven heb doen ondergaan!" Hope bewoog zich even en kreunde zacht jes, alsof zij pijn had, en weer richtte Ba ring een oogenblik zijn ernstige oogen op haar. Er kwam evenwel geen zachtere uitdruk king op zijn gelaat. „Ik meen wat ik zeg", wendde hij zich weer tot Ronnie en zijn toon was weer even scherp als tevoren. „Ik heb je al lang geleden ver teld, dat die man geen geschikt gezelschap was voor iemand als je zuster. En dat moet je zelf ook heel goed geweten hebben, en Doei: bracht je hem voortdurend mee naar huis. Dat moet een reden gehad hebben. Wat ik dien man gedaan heb, dat deed ik om je zuster te beschermen, en, onthoud dat goed. want ik ben geen man, die overijld iets doet. Maar er zijn nu eenmaal een paar beleedi- gingen, die alleen met een rijzweep uitge- wischt kunnen worden!" Hij keek Ronnie nog even scherp aan, maar liet hem dan met een vlugge beweging los, waarna hij op het meisje toetrad. Een paar seconden bleef hij peinzend op haar staan neerkijken en dan zeide hij zachtjes: „Nu heb ik jou ook nog iets te zeggen, Hope. Wil je even naar mij luisteren?" Zij schrok en hij zag haar schouders beven, doch zij hief haar gelaat naar hem op. Heel teeder boog hij zich over haar heen, greep haar bij de armen en tilde haar langzaam van den grond op. Hij zag aan haar gelaatsuitdrukking, dat zij op dat moment te overspannen was om ondervraagd te worden, en daarom bracht hij haar naar een stoel, om haar de gelegen heid te geven, weer een weinig tot zichzelf te komen. Naast dien stoel bleef hij staan wachten. Na een paar seconden van span ning het zij haar hand in de zijne glijden en zij zeide heel zachtjes: „Monty, ik heb je eerst iets te zeggen!" Haar handeling bracht hem in verwarring en raakte tevens een gevoelige snaar in zijn hart, doch aan zijn gelaat was daarvan niets te bespeuren. „Ik luister", antwoordde hij ernstig. Zij sloeg haar oogen naar hem op en slaak te een zware zucht. Maar na enkele oogen- blikken scheen zij kracht gevonden te heb ben en hief zij haar gelaat naar hem op. „Je bent heel erg boos op mij", zeide ze zachtjes, „enverbreek je nuonze verloving?" Er kwam een harde uitdrukking in zijn oogen en toen hij haar aankeek, voelde zij, hoe al het bloed wegstroomde uit haar hart. Hij zeide evenwel niets, en even later ver volgde zij: „Maar voordat je dat doet, zou ik je willen vertellen, dat ik je heb liefgehad van het eer ste oogenblik af, dat je mij vroeg, je vrouw te willen worden. Ik heb je lief gehad met heel mijn hart en, wat meer is, nooit een enkel oogenblik, ben ik je in gedachten of in daden ontrouw geweest. Meer kan ik je niet vertellen en het zal geen nut hebben, als je mij ondervraagt. Ik kan niet meer zeggen Het is mogelijk, dat ik dingen gedaan heb, die je zoudt veroordeelen, als je ze wist, din gen, die niet goed zijn en nooit goed kunnen zijn, maar toch zweer ik je, dat ik je altijd trouw ben gebleven". Zij zweeg. Haar lippen trilden nu weer zoo hevig, dat zij niet in staat was, nog een woord uit te brengen. Zij zag maar al te dui delijk, dat haar woorden zijn vertrouwen in haar niet hadden doen terugkeeren, en het scheen haar toe, dat de geheele wereld plot seling donker en koud geworden was, een plaats, waar men rusteloos rond zou dwalen, zonder ooit rust te kunnen vinden. Een lange stilte volgde op haar woorden. Barings oogen, zoo blauw als staal en zoo scherp en hard als diamanten, bleven voort durend op haar gericht met een blik, die scheen te dringen tot in de verste, geheimste hoeken van haar ziel, die toch geen geheimen voor hem had. Die blikken kwetsten haar. maar boen zij haar gelaat wilde afwenden, nam hij dat tusschen zijn beide handen en dwong haar, zijn blikken te doorstaan. „Dus ik mag je geen vragen stellen?" vroeg hij eindelijk. „Heb je daar werkelijk zooveel bezwaar tegen, dat je van mij verlangt, dat ik niets vraag?" Bij zijn scherpen toon scheen zij in elkaar te krimpen van smart. „Toe", fluisterde zij zachtjes, en tranen verstikten haar stem, „toe, kwets mij niet meer, dan beslist noodzakelijk is!" Hij zweeg weer een dreigende, grimmig* stilte scheen het haar toe. En al dien tijd voelde zij, dat zijn sterke wil bezig was, haai tegenstand te breken, dat hij haar, zonder een woord te zeggen, alleen maar door de kracht van zijn wil, wilde drijven tot een vol ledige bekentenis. „Hope!" zeide hij eindelijk. Zij sloeg haar oogen naar hem op, haai knieën knikten. Haar hart begon te fluisteren dat haar kracht bijna uitgeput was, dat zij niet langer in staat zou zijn, weerstand te bieden aan zijn wil. „Vertel mij dan alleen maar dit eene", zei de hij gestreng, „welke macht heeft Hyde over je?" Zij schudde het hoofd. „Dat is het eenige, dat...." „Het eendge, dat ik wil weten", viel hij haai scherp in de rede. Zelfs haar lippen waren nu doodsbleek. „Ik kan je daarop geen antwoord geven!" „Je moet mij daarop een antwoord geven!" CWofdt vemoïexiL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5