De vliegende feeks
De verkeerspolitie te Haarlem houdt van 16 tol 23 April een rem-
menweek. Een auto wordt op den Wagenweg aan een strenge
controle onderworpen
v
Na 28-jarigen diensttijd zal
dr W A. Boekelman, direc
teur-geneesheer van het St.
Antonie-Gasthuis te Utrecht,
zijn functie met ingang van
1 Mei a s. neerleggen
De eerste kijkdag voor de
groote Sumatra-tabaksveiling
in Frascati te Amsterdam had
Maandag in deskundige krin
gen veel belangstelling
Op doorreis naar
Malmö vertoefde
H- K. H. Prinses
IngridvanZweden
Maandag korten
yd op Schiphol.
De medaille, welke binnenkort zal worden uitgegeven ter
gelegenheid van het 300 jarig bestaan van de vereeniging
van Nederland en Curagao
Mussolini heeft dezer dagen de nieuwe
Italiaansche stad in de Pontijnsche moeras
sen officieel in gebruik gesteld. De laatste
werkzaamheden voor den opbouw vanSabodi»
De restauratie van het historische kerkje te
Haelen (Lis in vollen gang Het herstel
lingswerk aan het dak van den toren
De senaat der Amsterdamsche Universiteit heeft Maandag in de aula der Universiteit een openbare vergadering gehouden,
waarbij prof. dr. Brugmans en prof. dr. Theissen een he. mkingsrede hebben uitgesproken, gewijd aan de nagedachtenis
van H. M. de Koningin Moeder
De gouden medaille, ter beschikking gestefd
door H, M de Koningin, is door het be
stuur van „Arti" toegekend aan den heer
G. Westermann voor zijn schilderij -Minne
zang" op de tentoonstelling der Maatschappij
Arti et Amicitiae te Amsterdam
FEUILLETON
EEN BLIJMOEDIG SPEL IN DRIE
BEDRIJVEN
dooi*
BEN VAN EYSSELSTEIJN.
2)
Ik meenwat ik zeggen wil, je ziet er char
mant uit, lieve. Groen staat je altijd buiten
gewoon. Zijn dat niet de parelen' van groot
moeder-zaliger? Ja waarachtig. Allerliefste
vrouw was dat. (stilte). Wat een avond. Zoo'n
rust hèIk verzeker je, dat sedert Char
les Dickens
Lady Alice (als een voltreffer): Harold!
Lord Harold: Wou je wat zeggen, lieve?
Lady Alice (snibbig)Ik ga een hééleboel
zeggen.
Lord Harold: Daar ben ik aan gewend,
lieve. Ga je gang maar.
Lady Alice: Harold, je.... bent géén man!
Lord Harold: Ik zou het tegendeel kun
nen zeggen, lieve.maar ga verder.
Lady Alice: Je bent onuitstaanbaar. Je weet
dat ik er bijzonder op gesteld ben dat je des
avonds gekleed bent.
Lord Harold: Ik ben geen Papoea, lieve
je doet alsof ik naakt zit.
Lady Alice (gechoqueerd)Oh!Het is
al erg genoeg, dat je die dingen zelf niet
voelt. Je behoort 's avonds gekleed te zijn en
er niet uit te zien als de eerste de beste
klerk uit de city die na het eten op z'n
whisky aanvalt.
Lord Harold (met het glas in z'n hand):
Gelukkige kerel!Hoor eens, Alice: als je
zoolang van adel' geweest bént als onze fa
milie, wordt het biologisch je volste recJht
om té degenereeren en zoolang mijn degene
ratie verschijnselen alleen nog maar daar
uit bestaan dat ik het gladweg vertik om op
een warmen zomeravond in een stijfgestre-
ken overhemd te kruipen en me in een nauwe
smoking, te hijschen. kan je nog gerust zijn.
Het kón ergerBovendien: we zijn hier
vrij. De Londensche kennissen kunnen ons
niet overrompelen.
Lady Alice: Zulke dingen doe je niet voor
je kennissen. Die doe je uit zelfrespect.
Lord Harold: Lieveals ik jou zoo aan
zie, heb ik geen smoking noodig om zelfres-
pe'ct te krijgen.
Lady Alice: Oh!Ik geloof bepaald dat
je te veel gedronken hebt. En je weet wat de
dokter je gezegd heeft! Maar het heeft er
veel van of jij willens en wetens zijn advies
in den wind slaat.
Lord Harold (even uit z'n sarcasme val
lend) Zou je het werkelijk veel kunnen
schelen Alice, als ik wat. meer op mijzelf ging
letten?
Lady Alice: Dat is mijn plicht.
Lord Harold (weer veilig zich terugtrek
kend in zijn sarcasme)Geloof me lieve, jij
kunt niet vuriger wenschen dat je minder
merkt van mijn hart, dat ik wensch, dat
ik wat meer merk van het jouwe, (even stil
te). Laten we ieder dezen heerlijken avond
genieten zonder het elkaar lastig te maken.
De Duchess zal niet begrijpen waar je zoo
lang blijft, je mag wel voortmaken en haar
gaan halen, anders is de Feeks al getemd éér
jullie er bij bent.
Lady Alice: Je vergist je, Harold. Ik heb de
Duchess laten weten dat ik niet komen kan.
Ik ga van avond niét naar den Schouwburg.
Ik blijf hier.
Lord Harold: O, allergenoegelijkst zeg.
Lady Alice: Allerminst genoegelijk. Dit is
ook mijn plicht.
Lord Harold: Lieve, voel je je roeping als
liefhebbende échtgenoote nu niet een beetje
ai te awaar?
Lady Alice: Venbeeld je maar niet dat ik
voor jou blijf. Er is iets anders. Ik heb zoo
juist Maud gesproken.
Lord Harold (blij verrast): Is Mand hier?
Had je dat niet dadelijk kunnen zeggen?
Lady Alice: Ik heb haar door de telefoon
gesproken.
Lord Harold (teleurgesteld): O.... dat ls
wat anders.
Lady Alice: Ze heeft een minuut of tien ge
leden opgebeld uit Londen. Ze komt van
avond hier.
Lord Harold: Vanavond?
Lady Alice: Je. Ze vliegt. Ze zegt dat het
gazon vóór het terras een ideaal vliegveld is
en dat ze er gemakkelijk dalen kan. Stel je
voor!
Lord Harold: Wel heb je ooit! (plotseling)
Wel verdraaid
Lady Alice: Wat heb je?
Lord Harold: Ik stel het me voor.(hij
holt naar de balustrade) Henry! Henry!
Haal als de drommel die maaimachine weg.
En die manden daar!! En die hooivork! Jas
ses man, wat een ding! Weg! Weg! De heele
boelik wil niets meer zien. Ja' g-oed!
Breng het maar naar het tuinhuis en ruk in.
(Hij keert terug) Oef! Oef!
Lady Alice: Wat bezielt je? Ze zullen den
ken dat we gek zijn!
Lord Harold: Troost je, lieve. Dat denken
ze al dertig jaar (gaat zitten) Vertel nou
eens: waarom komt Maud zoo onverwacht?
Ze zou toch de heele maand op het vliegveld
blijven en dan met de Hendersons naar Schot
land gaan, Dat akelige gevlieg.... (grijpt
naar z'n hart) ik krijg er nog een
beroerte van.
Lady Alice: Het is ongehoord. Ik schaam
me over je dochter. Elke vlieger en elke me
canicien schijnt haar te tutoyeeren alsof ze
een taxichauffeur was in plaats van de doch
ter van Lord Harold of Brentwoodshire.
Lord Harold: Wat praat je toch van „jouw"'
dochter „jouw" „jouw". Alsof ze al-
tesn maar van mij te. Jij tent toch aster d'r
moeder, wat drommel. Ze is toch ook van
jou!
Lady Alice: Ja. Ofnéén. Ik wensch in
geen enkel opzicht eenige aansprakelijkheid
te dragen voor die dochter van je.
Lord Harold: Dat lijkt me historisch fou
tief, lieve.
Lady Alice: Jouw dochter is iets vreeselijks.
Ze is gewoonweg geen vrouw.
Lord Harold: Wat wil je anders van een
dochter wier vader geen man is?
Lady Alice: Het is een schandaal. Ik be
treur het dat jij dat maar niet wilt inzien.
Lord Harold: In ernst, lieve, soms betreur ik
het zelf dat Maud mijn dochter is.
Lady Alice: O zoo!
Lord Harold: Jaze had m'n vrouw
moeten zijn. Maar vertel nou wat Maud komt
doen?
Lady Alice: Ze heeft gevraagd of we alle
bei thuis wilden blijven want ze heeft ons iets
te vertellen. Een geweldige verrassing. We
zullen er paf van staan.
Lord Harold: Ik ben al paf zonder verras
sing.
Lady Alice: Ik niet. Ik ben doodelijk on
gerust. Wat zal ze ons nu weer aandoen. Ik
overleef het niet.
Lordt Harold: Dat kan ik je wel vertellen.
Lady Alice: Zoo.
Lord Harold: Een jong, aardig (kijkt z'n
vrouw aan en herhaalt) ja, heel aardig meisje
deelt mede dat ze haar ouders een verrassing
te vertellen heeft. Wat kan dat anders zijn
dan een verloofde?
Lady Alice: De hemel bewaar me! Ook dat
nog! Maar zoo iets deel je niet mee, daar
vraag je toestemming voor.
Lord Harold: Ik ben erg bang dat zoo iets
niet in Maud's karakter ligt. Geloo-f je ook
niet?
Lady Alice: Je hebt werkelijk gelijk, heusch
(quasi scherpzinnig) Je dochter zal er ons
'niet om vragen. Maar laat eens kijken: wie
kan de man zijn, waarover ze spreekt? Toen
ze drie wéten geledén wegging, was er nog
geen sprake van dat ze iemand de voorkeur
gaf. Dus in die drie weken moet ze iemand
hebben ontmoet. Wie heeft ze ontmoet. Daar
gaat het om!
Lord Harold: Zeg lieve, je zou een schitte
rend figuur gemaakt hebben bij Scotland
Yard.
Lady Alice: Daar is allereerst die comman
der Henderson...Maar dat is een oude heer!
Lord Harold: O.... dat is volstrekt geen
bezwaar.
Lady Alice: Ja, maar hij is al getrouwd.
Lord Harold: Dat is tegenwoordig ook geen
bezwaar meer.
Lady Alice:Verder heeft ze geen man ontmoet
alleen maar vliegers en mecaniciens.
Lord Harold: Zeg, zijn dat soms géén man
nen?
Lady Alice: Gut jaGroote genade
ze zal ons toch niet aandoen dat ze(op
eens schiet haar een gedachte in. Ze slaakt
een on-ladyliken gil) Oóóh!
Lord Harold (schrikt op)Alsjeblieft lieve,
denk aan m'n hart!
Lady Alice: O Harold! Ik weet het! O, ik
ben er zeker van. Dat ik daar niet eerder aan
dacht! Toen ik met de Duchess telefoneerde
vertelde ze mij dat gistermiddag de jonge
Huntingdom Maud ontmoet heeft op Hendon.
Ze hebben samen op het- vliegveld geluncht en
hij heeft met haar gevlogen. Let op mijn woor
den, Harold: het is de zoon van de Duchess.
Lord Harold: Och, je bent niet wijs.
Lady Alice: Drie weken geleden was hij nog
in Oxford. Ze hebben elkaar in twee jaren niei
gezien, nou, toén was Maud nog een kind
Trouwens, als ik goed nadenk,ja!
toen mochten ze alkaar heel graag.
(Wordt vervolgd.)'