Internationale actie inzake MUZIKANTENLEVEN. Een artikel van Dr. J. Roorda voor ,,De Volkenbond". Dr. J. Roorda te Haarlem, secretaris van de commissie inzake oorlogsprophylaxis van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst heeft het onderstaande ar tikel geschreven op verzoek van het tijd schrift „De Volkenbond", orgaan van de Ver eeniging „Volkenbond en Vrede". Wie wel eens duiven uit de hand heeft lee- ren eten zal hebben opgemerkt hoe de vogels, afwisselend aangetrokken door het begeerde voedsel en afgestooten door het gezicht van de gevreesde menschenhand, het voedsel steeds dichter naderen en daarna in steeds grooter boog er zich van verwijderen tot ten slotte de honger het wint van de angst ei de dieren, nog steeds waakzaam en tot weg vliegen bereid, net begeerde voedsel uit de gevreesde hand wegpikken. Men ziet hier den strijd tusschen twee ten- denzen, de eettendenz en de vluchtt-endenz, beide geworteld in het instinct tot zelfbehoud. Evenzoo gedragen zich de naties t.o.v. hun eindbestemming, d.i. onderlinge verbinding tot een groot- samengesteld geheel, een ge organiseerde menschheid. Zij worden door machtige tegenstrijdige tendenzen, wortelend in collectieve zucht tot zelfbehoud, heen en weer gedreven tusschen Volkenbond en autarkie, tusschen chauvinisme en interna tionalisme. Wanneer men de maatschappij beschouwt als een los samenhangend en nog jong orga nisme, dat zich consolideeren zal tot een har monisch geheel dan kan men de beroepen beschouwen als de functies van dat organis me, die tot taak hebben groei en ontwikke ling te verzekeren. De geneeskunst is het orgaan dat speciaal het leven moet in stand houden en dit be schermen tegen schadelijke in- en uitwen dige invloeden. De artsen van alle landen hebben vele factoren gemeen, als daar zijn ontwikkeling, kennis, arbeidsgebied, roeping, maatschappelijke positie. Het karakteristieke van het doktersvak, dat moeilijk nauwkeurig te omschrijven is, vormt een krachtig bind middels dat niet verzwakt wordt door oude collectieve veeten en vooroordeelen. Zelfs op het slagveld vormen de ar teen een categorie, die boven de partijen staande, vriend en vijand met even groote zorg moeten helpen. Zij zijn hiertoe verplicht door het supranationale karakter van hun beroep. Op grond van deze overwegingen besloot de Nederl. Mij tot Bevordering der Genees kunst het initiatief te nemen tot een interna tionale medische actie ter oorlogsvoorkoming. Zij benoemde voor dit doel een commissie voor oorlogsprophylaxis, die de actie moest voeren. Een brief werd gezonden naar de hoofdbe sturen van alle ons bekende landelijke art senorganisaties, waarin zij werden uitge- nooaigd tot internationale samenwerking. La ter werd eéri uitvoerige toelichting nagezon den. waarin werd betoogd, dat de artsen den oorlog kunnen bestrijden door het mensch- dom in te lichten omtrent de psychologische zijde van het oorlogsprobleem, door de volken te waarschuwen tegen de vernietigende wer king der moderne strijdmiddelen en door een voorbeeld te geven van internationale profes- sione stellingname t.o.v. den oorlog. De beroepsorganisaties werden opgewekt haar leden er van te doordringen, dat oorlogs bestrijding een nieuwe taak is voor eiken arts. Er werd op gewezen, dat de artsen in dividueel en collectief een krachtige actie moeten gaan voeren door middel van weten- Aan de H.B. der artsenorganisaties werd ver zocht deze zaak ter hand te nemen en te be sluiten tot internationale samenwerking. Ook werden duizenden brieven gezonden aan individueele artsen in verschillende lan den en weiden 3000 psychiaters aangeschreven met verzoek om litteratuur-opgaven over het oorlogsprobleem. Het - rij omvangrijke materiaal, dat ons dooi de psychiaters met betuiging van instemming werd toegezonden, wordt bewerkt door Dr. Ledeboer. De antwoorden, die binnen kwamen van de buitenlandsche hoofdbesturen waren over het algemeen niet onbevredigend, in aanmerking genomen, dat dit de eerste keer is, dat een neutrale artsenvereeniging deze zaak inter nationaal aan de orde bracht. Het Belgische, Vlaamsche, Bulgaarsche en Luxemburgsche H.B. verklaarden zich zonder voorbehoud accoord. Het Duitsche en Engelsch H.B. stelden voor de zaak aanhangig te maken bij de Association Professionelle Internationale de Médicine (A. P. I. M.). Het Hongaarsche en Oostennjksche H. B. gingen onder voorbehoud accoord. Het Zweedsch H. B. achtte mededoen aan deze actie in strijd met de statuten van zijn vereeniging. De secretaris der Peruaansche organisatie. Dr. Carlos Paz Solan, een der sectievoorzitters van het vierde Panctmerikaansche artsencon gres, vertaalde onzen oproep in het Spaansch en publiceerde hem in het blad van zijn orga nisatie. Zooals te verwachten was kwamen niet van alle artsenvereenigingen antwoorden binnen. In den tijd dat onze Mij. haar actie begon bewoog juist de menschheid zich in de rich ting van internationale samenwerking. De hoop van millioenen menschen, zoowel individueel als collectief, was toen gericht op Genève. Een periode van collectief gezond ver stand en realiteitsbesef scheen te zijn begon nen, waarin onder invloed van de beducht heid voor een toekomstkrijg en van de afschik- kende ervaringen van den wereldoorlog iets goeds er. grootsch zou worden tot stand ge bracht. Onze Mij. had besloten tot een actie niet op korten maar op langen termijn en dit bleek verstandig te zijn gezien, want al ras werd de internationale toestand ongunstiger. Teleurgesteld door de humbug en 't boeren bedrog der ontwapeningconferentie, waar men de anti-oorlogsbetuigingen van millioenen als scheurpapier negeerde, wendde men Genève den rug toe en de volken gingen, onder in vloed van den crisisnood zich opsluiten binnen hun eigen landsgrenzen. v-c naar den zin van fanatieke ver- h .on en ch?uv:"'~ten en van de w. lellen, deze internationale bende, welke laatsten, tevreden over het slagen van hun sabotage, door konden gaan elkaar over de hoofden der volken den bal toe te werpen en goede zaken te maken aan den rand van den afgrond. Onze Mij. zet haar actie onvermoeid voort, maar wij zien in, dat groote weerstanden moe ten worden overwonnen alvorens het eerste internationale medische congres kan plaats hebben. Een heugelijk feit is. dat onlangs de artsen vereeniging in een der grootste landen zich bereid heeft verklaard het initiatief verder met ons te voeren. Wij wachten nu op het psy chologisch moment om ook de andere groote mijen tot krachtige medewerking te bewegen. Dan zullen 3 of 4 Mijen een algemeene uit- noodiging uitzenden voor een samenkomst van afgevaardigden te Amsterdam. Aan die conferentie zal worden voorgelegd een project tot blijvende internationale sa menwerking. Volgens dit project benoemt elke organisatie een of twee leden in een interna tionale commissie voor oorlogsprophylaxis. Deze commissie zal permanent zijn en twee keer per jaar vergaderen, a tour de röle, in de verschillende landen. Rondom die commis sieleden worden in de verschillende landen landelijke, commissies gevormd, die de betref fende onderwerpen en mogelijkheden van propaganda bestudeeren landelijk in onder linge afspraak actie voeren en voor publiciteit zorgen. In de samenkomsten der internatio nale commissie voor oorlogs-prophylaxis wor den de voorstellen der landelijke commissies besproken en door haar wordt de internatio nale actie gevoerd en worden internationale congressen voorbereid. Daar men wegens de groote afstanden niet kan verwachten, dat alle organisaties ter con ferentie zullen komen, zal het noodzakelijk zijn met een beperkt aantal genoeeen te nemen. In andere werelddeelen kunnen nevencom missies gevormd worden op instigatie van de eerste commissie. Zoo ongeveer stellen wij ons voor, dat blij vend internationale samenwerking op den duur lean worden tot stand gebracht, hoewel wij de moeilijkheden en weerstanden niet on derschatten. De Nederl. Mij tot Bev. der Geneeskunst zal haar best doen de volken te helpen wakker schudden uit hun waan dat oorlog een on- ontkomelijk verschijnsel is zij zal er toe me dewerken dat de volken zich aanpassen aan den nieuwen toestand door de techniek ge schapen, den oorlog gaan afschaffen (in over eenstemming met Darwins leer) en dat zij gaan nakomen wat zij volgens het Kelloggpact plechtig beloofden. Zij zal trachten het menschdom te helpen redden van de gevaren die het bedreigen van de zijde der wetenschap. De weerklank, die deze beweging in de bui tenlandsche medische wereld vindt, geeft moed voor deze taak. SLEEPREIS De hier thuisbehoorende sleepboot Hector is met het voor afbraak bestemde stoom schip Auricula gistermiddag 12 uur van Rouaan naar Rotterdam vertrokken. HET MYSTERIE VAN REEUWIJK. EEN SPOOR DAT MISSCHIEN EENIG LICHT KAN BRENGEN. Nog steeds is niet opgehelderd of de leerling van de Middelbaar Technische School te Haarlem, de 25-jarige Ebbinge Wubben, wiens lijk met ijzer behangen uit de plassen van Reeuwijk werd opgehaald, door misdaad of zelfmoord om het leven gekomen is. Het on derzoek der justitie heeft nog geen positief resultaat opgeleverd. Het is om iets te noe men nog niet vastgesteld, waar de stukken ijzer vandaan gehaald zijn. Ook is nog niet komen vast te staan waar Ebbinge Wubben op den Zaterdagmiddag en Zondag nadat hij in Den Haag en onder Rijswijk gezien is, heeft vertoeft. Men weet, dat hij Zaterdag morgen uit Haarlem vertrokken is naar Den Haag, waar hij evenwel niet bij zijn ouders is geweest. Bovendien is er een spoor gevonden, dat misschien eenig licht kan geven. Er is name lijk bij het onderzoek gebleken, dat Ebbinge Wubben af en toe correspondentie uit den Haag ontving, meestal even voor hij naar die plaats vertrok. Af en toe waren die brieven van geld vergezeld. Het was de gewoonte van den jongen man op die brieven te wachten voor hij naar den Haag ging. Een enkeier. keer stelde hij zelfs zijn reis naar Den Haag een dag uit om op dien brief te wachten. Bedoelde brieven waren niet van zijn huis afkomstig. Op den bewusten Zaterdagmorgen dat hij nu voor het laatst naar Den Haag ging, had hij geen brief ontvangen. Tegen zijn gewoonte in is hij toch naar de Residentie gegaan. De schrijver van de brieven is nog niet op gespoord kunnen worden. Wel is met vrij groote zekerheid te zeggen, dat men hier met een briefschrijver, geen schrijfster te doen heeft. Het /onderzoek naar de Reeuwijksche zaak wordt blijkbaar bemoeilijkt door de omstan digheid, dat het over verschillende plaatsen verdeeld is. De leiding berust, zooals wij in dertijd medegedeeld hebben, bij een inspec teur van de recherche te Rotterdam. Het :s evenwel niet beperkt tot Reeuwijk, want ook aan de politie te 's-Gravenhage en te Haar lem zijn onderzoekingen naar eenige details gevraagd. Van een bepaald contact tusschen de verschillende personen die het onderzoek doen is tot heden blijkbaar nog geen sprake geweest. Toch zou meer samenwerking ver moedelijk wel in het belang van de zaak zijn. Hoewel de gedachte aan zelfmoord niet ge heel uitgesloten is, blijft de mogelijkheid en volgens ingewijden is die kans zelfs vrij belangrijk dat men hier met een ernstig misdrijf te doen heeft. f 100 belooning voor den schipper. De visscher Koster, die,het lijk van Ebbinge Wubben heeft gevonden, zal de belooning van f 100, die door de familie is uitgeloofd ont vangen. Er is nu nog een visscher, die verklaringen kwam afleggen, waaraan echter niet veel ge loof gehecht wordt, ofschoon ze natuurlijk niet veronachtzaamd worden. Hij zegt name lijk in November of December op drie ach tereenvolgende dagen in den ochtend een jongeman met een regenjas gezien te hebben, maar daar hij hem alleen van achteren zag weet hij niet of het Ebbinge Wubben is ge weest of niet. Met het haar meende hij ge lijkenis op te merken, toen hem een foto werd getoond. Hij was niet eerder zijn bevindingen ko men vertellen, omdat hij geen kranten leest en geen radio heeft en men hem pas gezegd had dat hét wel goed zou zijn als hij een en ander ging mededeelen. Maar er waren ook dingen bij die niet juist waren en daarom gelooft men niet zoo erg veel van zijn verhaal. Verder is er nog een stuk fiets gevonden, maar dat is al uit de plassen opgehaald voor er van het plegen van verdrinking sprake zou kunnen zijn, nl. 29 October 1933. Voorts zijn er nog twee fleschjes gevonden afkomstig van een Haagsche firma. Ook dit wordt onderzocht. BELANGRIJKE OPDRACHT VOOR NEDERLANDSCHE INDUSTRIE. ENGELSCHE MAATSCHAPPIJ BESTELT TWEE SCHEPEN. AMSTERDAM, 25 April. Door de Anglo Soxon Petroleum Company Ltd. is, naar wij vernemen, aan de N.V. Nederlandsche Scheeps bouwmaatschappij te Amsterdam de op dracht gegund voor den bouw van twee stoomtankscbepen, bestemd voor den Curacao dienst. De machine-installatie wordt com pleet geleverd en geïnstalleerd door Werk spoor $LV. te Amsterdam. LAFFE OVERVAL IN FRIESLAND OP ALLEEN-WONENDE WEDUWE. MENALDUM, 25 April Gisteravond om streeks 10 uur heeft ten huize van de ruim 65-jarige weduwe J. Vellinga, wonende aan den weg tusschen Berlikum en Ried een brutale overval plaats gehad. Onder voor wendsel werd getracht de weduwe die reeds te bed lag, naar buiten te lokken en toen dit niet gelukte, werd een keukenraam ingesla gen. Bij haar poging om de woning te ont vluchten, werd de weduwe door twee perso nen vastgegrepen en aan handen en voeten gebonden, terwijl haar een prop in den mond en een deken over het hoofd werd gedaan. Alles werd in de woning overhoop gehaald en onder bedreiging met doodslag werd de we duwe gedwongen de plaats te zeggen waar zij haar geld had geborgen. Een bedrag van ruim 70 wordt vermist. Effecten en sieraden werden niet meegenomen. Nadat de indringers waren vertrokken heeft de weduwe zich los gewrongen en twee passeerende wielrijders verzocht de politie te waarschuwen. Van de daders ontbreekt nog elk spoor. ALG. VEREEN. VOOR BLOEM BOLLENCULTUUR. ADRES AAN DE REGEERING. De Algemeene Vereeniging voor Bloembollen cultuur. gevestigd te Haarlem, heeft een adres gezonden aan den Minister van Economische Zaken, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen het z.g.n. ..raam" uit de handelsbeschikking van het bloembollensaneeringsplan, dat de hoeveelheid bloembollen, welke een kweeker per oppervlakte-eenheid ten behoeve of ter beschikking van den export mag afleveren, beperkt. In het seizoen 1933 is echter gebleken, dat deze voorschriften, welke betrekking hebben op het ,jraam" in alle opzichten hebben ge faald, waarom uitdrukkelijk wordt gewaar schuwd tegen handhaving voor het seizoen 1934 van deze voorschriften. „Het Honk", de Amsterdamsche artisten- societeit, die uit een stal geschapen werd. Die Amsterdamsche tijd Als we omstreeks middernacht de banen der kunst voor de eerstvolgende decennia weer eens stevig vastgelegd hadden en melig be gonnen te worden, plachten we het terrein onzer nuttige werkzaamheden te verplaatsen naar het Honk, onze eigen sociëteit die tot 4 uur 's nachts open bleef. American was wel heel aardig toen, maar het sloot o.i. bespottelijk vroeg, om 12 uur, later om 1 uur, en tegen dien tijd, weet U, be- ;int een waarlijk groot kunstenaar pas goed wakker te worden. Bovendien moesten we er de onverdragelijke nabijheid dulden van het kleurlooze kuddedier, den bourgeois. Zoo kwam het, dat we op zoek gingen naar een bouwwerk dat heelemaal van ons zou zijn. We slaagden boven verwachting. In de Regu liersdwarsstraat stond een stal te huur en dat ding leek ons ideaal. Natuurlijk moest hij schoongemaakt worden, opgeknapt, beschil derd enz., maar het resultaat van die verschil lende bewerkingen was dan ook geweldig. Stel U voor een L vormige ruimte met gees tig gedecoreerde wanden, fantastische, hoewel niet steeds naar wensch functionneerende lampen en lantaarns. Tusschen den ingang bij het speciaal ingebouwde buffet, een groote ronde tafel waarop kranten en tijdschriften. Verder stoelen, tafeltjes, een podium, een piano, banken langs de muren, knusse hoek jes, enz. Het inwijdingsfeest was grootsch en waardig, met speeches en champagne. Later in den nacht algemeene verbroedering, aandoening, tranen en opnieuw champagne. Uit hoofde waarvan steeds meer tranen en dus wederom champagne. Enzoovoort. Het werd een vicieuze cirkel waar we nooit uitgekomen zouden zijn, zonder hulp van het verlossende sluitingsuur. Aldus begon het Honk zijn glorieuze loopbaan. Het had echter de historie dwingt tot er kenning der eeuwige waarheden een voor vader gehad, een wilde, duistere doch heroïsche voorvader: de Uilenkelder. Ik zelf heb dien merkwaardigen spelonk aan een van de grachtjes niet meer gekend. Het schijnt dat de pioniers er alleen maar dronken en politieke twistgesprekken voerden; met elkaar en met de voorbijgangers, zulks niet altijd tot onver deeld genoegen van de laatsten. Edoch, toen de meneer die den drank betaalde, een ongeletter de parfum-verkooper die met artisten wilde omgaan en zich handelaar in „cosmische" (sic) artikelen noemde, er genoeg van kreeg, in zijn eigen kelder uitgehoond te worden, was de pret gauw afgeloopen. Het Honk had ook, en heeft zelfs nu nog, navolgers. Maar vóór alles: het Honk verhield zich tot zijn latere verwaterde bastaarden als de Russische balletten van Diaghilew tot de dansclub van Kippeling Frères in de Pieter Kiesstraat, of als een ijsgekoelde tumbler Biscuit Dubouché tot een glaasie zoete Voor burg. In het Honk waren we heelemaal onder ons. Niemand kon er lid van worden die niet tot de Bohème behoorde, of daarmee in solide re latie stond. Er was een ballotage-commissie, die streng toezag, dat geen profanen de pure atmosfeer van ons heiligdom kwamen ver troebelen. Op die manier werd het gekkenhuis zorgvuldig van normale elementen vrijge houden. Wel had leder lid hét recht eenige malen per maand een introducé mee te brengen. Het officieele doel daarvan was sociaal: kunstvrienden van buiten een vroolijken avond te bezorgen en eventueele aspirant leden op zicht te krijgen. Het officieuze doel van dien introductie maatregel, welke berustte op een nauwkeurige kennis van de psychologie des philisters, ofte wel van den bourgeois, was meer van econo- mischen aard. De bourgeois is gemeenlijk huiverig en op zijn hoede voor „artisten-menschen". (Hij heeft gelijk). Hij staat er even argwanend en misprijzend tegenover als de gemiddelde Artis- bezoeker jegens de even luchthartige als schaamtelooze bewoners van den apenkooi. Je weet nooit wat je aan ze hebt, rare engerts zijn het, griezelige, geheimzinnige wezens, zon der het minste begrip van fatsoen en moraal. En toch,en tochAls het nou maar ab soluut zeker zonder gevaar was, dan zou je toch dien apenkooi wel eens binnen willen gaan, om ze van heel dichtbij te begluren in hun mysterieus-romantisch doen en laten. Ja, het is toch wel interessant ook om tegen je kennissen te kunnen ophakken: Pde futuristische schilder, maar man, dien ken ik heel goed en Son ja van Vdie mooie actrice, ook hoor! Heb ik uren mee aan een tafeltje gezeten. Ja, ik ben heelemaal thuis in artistenkringen Zoo behelsde dan dat introductie-recht tevens in zijn diepste wezen een nimmer fa lende speculatie op een der meest typische eigenschappen van den braven burger; zijn heimelijke, zielige ietwat ongezonde nieuws gierigheid naar het vrijgevochten, voor hem onbegrijpelijke en verboden wereldje van de Bohème. Deze speculatie had, zooals gezegd, een eco nomisch doel. Gelijk de Sovjets zich bij tijd en wijle encanailleeren met het verfoeide buiten landsche grootkapitaal om hun bedrijf gaande te houden, zoo deden wij het ook. Immers, het financieel beheer van onze instelling vormde een netelig en chronisch probleem. Kapitaal krachtig is de Bohème nu niet bepaald; van daar dat een heldhaftige bourgeois, die zich onder bescherming van een der leden in het hol van den leeuw waagde en daar een flinke bom duiten stuk sloeg, waar het buffet en dus het heele geval wèl bij voer, af en toe niet te vaak zeer welkom was. Het kon er name lijk buitengewoon vroolijk toegaan in ons Honk. Zelfs de meest gesjochten dichter of schilder, die meestal wekenlang hoogstens één biertje per avond aandurfde, kon het wel eens dusdanig op zijn heupen krijgen, dat de fijn ste champagne nauwelijks goed genoeg meer was. Wanneer dan een philister, dolblij zoo met zijn neus in de boter gevallen te zijn en de wilde beesten op zijn echtst te zien, dankbaar en opgewonden meefuifde, des te beter. Uit dit alles leide men echter vooral niet af, dat het Honk een soort verkapte nacht kroeg was. Integendeel. Uitspattingen waren er tenslotte zeldzaam, alleen al uit hoofde van de gelukkige omstandigheid, dat ze volstrekt niet noodig waren om er de zeer aparte, ge- noegelijke, vertrouwende atmosfeer te schep pen, die wij er dagelijks aantroffen. De zwaargebaarde Waldenburg vroeg mooie meisjes ten dans en mat onze schedels, met onze grootste pret had alcohol niets te maken. Rensburg droeg er zijn vurige gedichten voor, bespot door den nu al legendarischen Sam Praeger, met wien hij eeuwig ruzie had. Sam debiteerde zijn niet na te vertellen nonsens-verhalen en hield dadaïstische lezin gen, lang voor dat Montparnasse het dadaïsme uitgevonden had. Nap de la Mar en Louis Davids tapten er hun mooiste moppen. Had-je- me-maar, de nachtelijke bedelaar van Munt en Rembrandtsplein. zoo genoemd naar zijn onvergankelijke creatie: Had je me maar met een knakie erbij, had je me maar met een lokkie opzij, welk verheven lied hij placht te begeleiden door getrommel op een sigaren kistje, de dierbare, sinds lang verdwenen Had-je-me-maar, destijds de geruchtmakend ste Gemeenteraadscandidaat van de Rapaille- partij, werd er plechtig geïntroduceerd. Hij arriveerde stomdronken en stak op algemeen verzoek zijn verkiezingsrede af, die in 't kort op de volgende belangrijke hervormingen neerkwam De jajem op vijf cent, vrij slapen op de stoep van de Galerij en de groene tent op het Rembrandtsplein, een schande voor de stad, mot weg. Er werd gegeten, gedronken, geschaakt, ge damd, geboomd, gedanst, gespot, gekaart, ge lachen, gedaasd, pret gemaakt, gephilosofeerd, al naar de stemming van het oogenblik, en die stemming wisselde even vaak en onverwacht als in alle andere apenkooien. Er waren lezingen, muziek- en voordrachts avonden, vaker nog kostelijke parodieën daar van. We hadden een prachtige, goed-geoutilleerde poppenkast, waarvan de poppen onze mar kantste leden zeer natuurgetrouw voorstelden. Alles door de leden zelf gemaakt natuurlijk. Voor dat theater werden heele tooneelstuk- ken samengesteld en de opvoeringen daarvan gewoonlijk bijtende persiflages van ons aller eigenaardigheden, waarbij iedereen onbarm hartig in het zonnetje werd gezet en niemand gespaard bleef, behooren tot mijn rijkste her inneringen uit dien gulden tijd. Twee aardige meisjes bedienden ons en in het begin hadden we een echten gérant. Tot we er plotseling achter kwamen dat hij ons zwaar bestal. Vijf minuten nadat het misdrijf aan het licht gekomen was, werd de man, in den meest letterlijken zin des woords, eruit- getrapt. Toen deden we het zelf en stonden om beur ten boven in de keuken en achter het buffet. Wel zoo amusant en veel goedkooper. Ja, het Honk was goed. Daar kwamen ook schilders die in het buitenland gezeten had den en de heerlijkste dingen vertelden over Parijs. Spanje, Corsica ParijsHet lokte me al zoo lang. Ik moest m zou er heen. En ik ging er ook heen. MUSICUS. TRACHT DILLINGER CANADA TE BEREIKEN? John Dillinger. NEW YORK, 24 April (VX>.) Volgens berichten uit Wercer (Wisconsin) zijn daar eenige vliegtuigen aangekomen met ambte naren der crimineele bondspolitie. Zij zullen de politie en de gendarmerie versterken, welke de bende van Dillinger achtervolgt. De ambtenaren hebben bevel gekregen direct te schieten zoodra zij Dillinger of een van diens bendeleden ziet. De schuilplaats van Dillinger is geheel on bekend. Men vreest dat de boeven probeeren Detroit of Chicago te bereiken. De bonds- regeering zal streng optreden tegen personen die Dillinger op eenige wijze behulpzaam mochten zijn. In de grootere steden worden de bankinstellingen extra bewaakt. Men neemt aan, dat Dillinger zal probeeren uit te wijken naar Canada. De verkeerspolitie volgt met van radioinstallaties voorziene pantser auto's de verdachte wagens. Nader wordt uit Chicago gemeld: De jacht naar John Dillinger en zijn bendegenooten is gisteren voortgezet overeen uitgestrekt terrein in de midden-westelijke Staten. Voor zoover men kan nagaan moet Dillinger zich in het centrum of in het noorden van Wis consin bevinden. Algemeen neemt men aan dat zijn bende zich gesplitst heeft in ten minste drie groepen. Een ervan bestaande uit drie meisjes, die men waarschijnlijk uit tactische overwegingen alleen van de bende heeft laten weggaan, is in een café op een buitenweg nabij Manitowish in Wisconsin aangehouden. HET éCHEC DER BANQUES DES COOPéRATIVES. PARIJS, 25 April (V. D.) De gestorte gel den bij de in moeilijkheden geraakte Banque des Coöpératives zouden volgens een mededee- ling van den minister van Financiën 345 mil- lioen francs bedragen. Van dit bedrag zou slechts een betrekkelijk klein gedeelte te red den zijn. In politieke kringen vei luidt, dat het onderzoek zou hebben geleid tot ontdekking van een groot schandaal, waarbij, vele parle mentariërs betrokken zouden zijn. Volgens het ..Journal" zouden millioenen der gestorte gel den hebben gediend tot de financiering van socialistische candidaturen bij den kamerver kiezingen van 1932. Andere bedragen zouden op aanbeveling van linksche politici in twijfelachtige onder nemingen zijn gestoken. MALVERSATIES BIJ DE AMSTERDAMSCHE VEILING. EEN JAAR GEVANGENISSTRAF GEcISCHT. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft Dins dag een begin gemaakt met de behandeling in hooger beroep van de geruchtmakende zaak betreffende de malversaties op de Am sterdamsche groentenmarkt. Terecht stonden de twee gewezen veilingexploitanten G. T. K. en C. de J., die 18 December van het vorige jaar door de vierde kamer der Am sterdamsche rechtbank zijn veroordeeld tot resp. 11/2 jaar en een jaar gevangenisstraf terzake dat zij opzettelijk verklaringen van aanvoer te laag hebben ingevuld, dus te weinig marktgeld hebben betaald. Dit zou zijn geschied met aanvoeren van bloemen, fruit en aardappelen. Het O.M. had tegen ieder twee jaar geëischt. Verd. K. deelt mede in hooger beroep te zijn gegaan, omdat hij zich onschuldig voelt. Pres.: We zullen hier niet alles gaan her kauwen, maar alleen de hoofdzaken behan delen! Ook verd. de J. verklaart onschuldig te zijn en te volharden bij zijn mededeelingen voor de Rechtbank. De inspecteur van politie, Posthuma, die de leiding heeft gehad bij het politioneel onderzoek, is de volgende getuige. Hem was o.m. gebleken, dat de verklaringen van aan voer veel en veel te laag waren opgegeven Deze verklaringen moesten eigenlijk door de kweekers, die groenten en fruit aanvoerden aldus verd. K. onderteekend worden; verdachten maakten op verzoek van het marktwezen lijsten van aanvoer op, welke zij onderteekenden. Als verd. K. dan opnieuw verklaart, dat hij niets oneerlijks gedaan heeft, merkt de president op: ,,'t Is schandelijk wat u ge daan heeft. Bij al uw opgaven was u veel en veel te laag! Uit het verdere verhoor blijkt, dat verd. vaak hebben geboekt aanvoer 8 of 10 K. (kisten? kubieke meters?) wanneer er hon derden kisten waren aangevoerd. Ook vul den zij dikwijls in „sch." (per schip) als per as was aangevoerd. Daardoor bevoor deelden zij zich ook, omdat van aanvoeren per schip geen marktgeld behoeft te worden betaald. De proc.gen. eischte tegen beide verdach ten één jaar gevangenisstraf. Mr. J. de Vrieze pleitte ontslag van rechts vervolging of vrijspraak. Arrest 8 Mei. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 25 AprlL Bevallen 21 April: A. M. NeeskensBom, d.J 22 April: R. KuikCijprian, z.; 23 April: W. J. VisserDitmar, z.; S, van Eekv. d. Voort, z.; G. C. BoerboomKruijer, d.; G. Domhof— Heinsius, z.; 24 April: M. M. BoekhoutRom- bout. z. Overleden 21 April: A. S. Cuijon, 67 j., Jans straat; 23 April: C. Postma, 39 j., Wilgenstraat; C., 3 mnd., z. v. P. G. Voetelink, Haarlemmer- liedestraat; C. A. M., 11 mnd., d. v. J. v. d. Meer, Kamperlaan; M. Dasde Jong, 68 j., L. Vlamingstraat; 24 April 3. Leeuwerke, 62 j.i Jansstraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 8