Internationale actie inzake
MUZIKANTENLEVEN.
Een artikel van
Dr. J. Roorda voor ,,De Volkenbond".
Dr. J. Roorda te Haarlem, secretaris van de
commissie inzake oorlogsprophylaxis van de
Nederlandsche Maatschappij tot bevordering
der Geneeskunst heeft het onderstaande ar
tikel geschreven op verzoek van het tijd
schrift „De Volkenbond", orgaan van de Ver
eeniging „Volkenbond en Vrede".
Wie wel eens duiven uit de hand heeft lee-
ren eten zal hebben opgemerkt hoe de vogels,
afwisselend aangetrokken door het begeerde
voedsel en afgestooten door het gezicht van
de gevreesde menschenhand, het voedsel
steeds dichter naderen en daarna in steeds
grooter boog er zich van verwijderen tot ten
slotte de honger het wint van de angst ei
de dieren, nog steeds waakzaam en tot weg
vliegen bereid, net begeerde voedsel uit de
gevreesde hand wegpikken.
Men ziet hier den strijd tusschen twee ten-
denzen, de eettendenz en de vluchtt-endenz,
beide geworteld in het instinct tot zelfbehoud.
Evenzoo gedragen zich de naties t.o.v. hun
eindbestemming, d.i. onderlinge verbinding
tot een groot- samengesteld geheel, een ge
organiseerde menschheid. Zij worden door
machtige tegenstrijdige tendenzen, wortelend
in collectieve zucht tot zelfbehoud, heen en
weer gedreven tusschen Volkenbond en
autarkie, tusschen chauvinisme en interna
tionalisme.
Wanneer men de maatschappij beschouwt
als een los samenhangend en nog jong orga
nisme, dat zich consolideeren zal tot een har
monisch geheel dan kan men de beroepen
beschouwen als de functies van dat organis
me, die tot taak hebben groei en ontwikke
ling te verzekeren.
De geneeskunst is het orgaan dat speciaal
het leven moet in stand houden en dit be
schermen tegen schadelijke in- en uitwen
dige invloeden. De artsen van alle landen
hebben vele factoren gemeen, als daar zijn
ontwikkeling, kennis, arbeidsgebied, roeping,
maatschappelijke positie. Het karakteristieke
van het doktersvak, dat moeilijk nauwkeurig
te omschrijven is, vormt een krachtig bind
middels dat niet verzwakt wordt door oude
collectieve veeten en vooroordeelen.
Zelfs op het slagveld vormen de ar teen een
categorie, die boven de partijen staande,
vriend en vijand met even groote zorg moeten
helpen. Zij zijn hiertoe verplicht door het
supranationale karakter van hun beroep.
Op grond van deze overwegingen besloot de
Nederl. Mij tot Bevordering der Genees
kunst het initiatief te nemen tot een interna
tionale medische actie ter oorlogsvoorkoming.
Zij benoemde voor dit doel een commissie
voor oorlogsprophylaxis, die de actie moest
voeren.
Een brief werd gezonden naar de hoofdbe
sturen van alle ons bekende landelijke art
senorganisaties, waarin zij werden uitge-
nooaigd tot internationale samenwerking. La
ter werd eéri uitvoerige toelichting nagezon
den. waarin werd betoogd, dat de artsen den
oorlog kunnen bestrijden door het mensch-
dom in te lichten omtrent de psychologische
zijde van het oorlogsprobleem, door de volken
te waarschuwen tegen de vernietigende wer
king der moderne strijdmiddelen en door een
voorbeeld te geven van internationale profes-
sione stellingname t.o.v. den oorlog.
De beroepsorganisaties werden opgewekt
haar leden er van te doordringen, dat oorlogs
bestrijding een nieuwe taak is voor eiken
arts. Er werd op gewezen, dat de artsen in
dividueel en collectief een krachtige actie
moeten gaan voeren door middel van weten-
Aan de H.B. der artsenorganisaties werd ver
zocht deze zaak ter hand te nemen en te be
sluiten tot internationale samenwerking.
Ook werden duizenden brieven gezonden
aan individueele artsen in verschillende lan
den en weiden 3000 psychiaters aangeschreven
met verzoek om litteratuur-opgaven over het
oorlogsprobleem.
Het - rij omvangrijke materiaal, dat ons dooi
de psychiaters met betuiging van instemming
werd toegezonden, wordt bewerkt door Dr.
Ledeboer.
De antwoorden, die binnen kwamen van de
buitenlandsche hoofdbesturen waren over het
algemeen niet onbevredigend, in aanmerking
genomen, dat dit de eerste keer is, dat een
neutrale artsenvereeniging deze zaak inter
nationaal aan de orde bracht.
Het Belgische, Vlaamsche, Bulgaarsche en
Luxemburgsche H.B. verklaarden zich zonder
voorbehoud accoord.
Het Duitsche en Engelsch H.B. stelden voor
de zaak aanhangig te maken bij de Association
Professionelle Internationale de Médicine (A.
P. I. M.).
Het Hongaarsche en Oostennjksche H. B.
gingen onder voorbehoud accoord.
Het Zweedsch H. B. achtte mededoen aan
deze actie in strijd met de statuten van zijn
vereeniging.
De secretaris der Peruaansche organisatie.
Dr. Carlos Paz Solan, een der sectievoorzitters
van het vierde Panctmerikaansche artsencon
gres, vertaalde onzen oproep in het Spaansch
en publiceerde hem in het blad van zijn orga
nisatie.
Zooals te verwachten was kwamen niet van
alle artsenvereenigingen antwoorden binnen.
In den tijd dat onze Mij. haar actie begon
bewoog juist de menschheid zich in de rich
ting van internationale samenwerking.
De hoop van millioenen menschen, zoowel
individueel als collectief, was toen gericht op
Genève. Een periode van collectief gezond ver
stand en realiteitsbesef scheen te zijn begon
nen, waarin onder invloed van de beducht
heid voor een toekomstkrijg en van de afschik-
kende ervaringen van den wereldoorlog iets
goeds er. grootsch zou worden tot stand ge
bracht.
Onze Mij. had besloten tot een actie niet op
korten maar op langen termijn en dit bleek
verstandig te zijn gezien, want al ras werd
de internationale toestand ongunstiger.
Teleurgesteld door de humbug en 't boeren
bedrog der ontwapeningconferentie, waar men
de anti-oorlogsbetuigingen van millioenen als
scheurpapier negeerde, wendde men Genève
den rug toe en de volken gingen, onder in
vloed van den crisisnood zich opsluiten binnen
hun eigen landsgrenzen.
v-c naar den zin van fanatieke ver-
h .on en ch?uv:"'~ten en van de
w. lellen, deze internationale bende,
welke laatsten, tevreden over het slagen van
hun sabotage, door konden gaan elkaar over
de hoofden der volken den bal toe te werpen
en goede zaken te maken aan den rand van
den afgrond.
Onze Mij. zet haar actie onvermoeid voort,
maar wij zien in, dat groote weerstanden moe
ten worden overwonnen alvorens het eerste
internationale medische congres kan plaats
hebben.
Een heugelijk feit is. dat onlangs de artsen
vereeniging in een der grootste landen zich
bereid heeft verklaard het initiatief verder
met ons te voeren. Wij wachten nu op het psy
chologisch moment om ook de andere groote
mijen tot krachtige medewerking te bewegen.
Dan zullen 3 of 4 Mijen een algemeene uit-
noodiging uitzenden voor een samenkomst van
afgevaardigden te Amsterdam.
Aan die conferentie zal worden voorgelegd
een project tot blijvende internationale sa
menwerking. Volgens dit project benoemt elke
organisatie een of twee leden in een interna
tionale commissie voor oorlogsprophylaxis.
Deze commissie zal permanent zijn en twee
keer per jaar vergaderen, a tour de röle, in
de verschillende landen. Rondom die commis
sieleden worden in de verschillende landen
landelijke, commissies gevormd, die de betref
fende onderwerpen en mogelijkheden van
propaganda bestudeeren landelijk in onder
linge afspraak actie voeren en voor publiciteit
zorgen. In de samenkomsten der internatio
nale commissie voor oorlogs-prophylaxis wor
den de voorstellen der landelijke commissies
besproken en door haar wordt de internatio
nale actie gevoerd en worden internationale
congressen voorbereid.
Daar men wegens de groote afstanden niet
kan verwachten, dat alle organisaties ter con
ferentie zullen komen, zal het noodzakelijk
zijn met een beperkt aantal genoeeen te
nemen.
In andere werelddeelen kunnen nevencom
missies gevormd worden op instigatie van de
eerste commissie.
Zoo ongeveer stellen wij ons voor, dat blij
vend internationale samenwerking op den
duur lean worden tot stand gebracht, hoewel
wij de moeilijkheden en weerstanden niet on
derschatten.
De Nederl. Mij tot Bev. der Geneeskunst zal
haar best doen de volken te helpen wakker
schudden uit hun waan dat oorlog een on-
ontkomelijk verschijnsel is zij zal er toe me
dewerken dat de volken zich aanpassen aan
den nieuwen toestand door de techniek ge
schapen, den oorlog gaan afschaffen (in over
eenstemming met Darwins leer) en dat zij
gaan nakomen wat zij volgens het Kelloggpact
plechtig beloofden. Zij zal trachten het
menschdom te helpen redden van de gevaren
die het bedreigen van de zijde der wetenschap.
De weerklank, die deze beweging in de bui
tenlandsche medische wereld vindt, geeft moed
voor deze taak.
SLEEPREIS
De hier thuisbehoorende sleepboot Hector
is met het voor afbraak bestemde stoom
schip Auricula gistermiddag 12 uur van
Rouaan naar Rotterdam vertrokken.
HET MYSTERIE VAN REEUWIJK.
EEN SPOOR DAT MISSCHIEN EENIG LICHT
KAN BRENGEN.
Nog steeds is niet opgehelderd of de leerling
van de Middelbaar Technische School te
Haarlem, de 25-jarige Ebbinge Wubben, wiens
lijk met ijzer behangen uit de plassen van
Reeuwijk werd opgehaald, door misdaad of
zelfmoord om het leven gekomen is. Het on
derzoek der justitie heeft nog geen positief
resultaat opgeleverd. Het is om iets te noe
men nog niet vastgesteld, waar de stukken
ijzer vandaan gehaald zijn. Ook is nog niet
komen vast te staan waar Ebbinge Wubben
op den Zaterdagmiddag en Zondag nadat hij
in Den Haag en onder Rijswijk gezien is,
heeft vertoeft. Men weet, dat hij Zaterdag
morgen uit Haarlem vertrokken is naar Den
Haag, waar hij evenwel niet bij zijn ouders
is geweest.
Bovendien is er een spoor gevonden, dat
misschien eenig licht kan geven. Er is name
lijk bij het onderzoek gebleken, dat Ebbinge
Wubben af en toe correspondentie uit den
Haag ontving, meestal even voor hij naar die
plaats vertrok. Af en toe waren die brieven
van geld vergezeld. Het was de gewoonte van
den jongen man op die brieven te wachten
voor hij naar den Haag ging. Een enkeier.
keer stelde hij zelfs zijn reis naar Den Haag
een dag uit om op dien brief te wachten.
Bedoelde brieven waren niet van zijn huis
afkomstig. Op den bewusten Zaterdagmorgen
dat hij nu voor het laatst naar Den Haag
ging, had hij geen brief ontvangen.
Tegen zijn gewoonte in is hij toch naar de
Residentie gegaan.
De schrijver van de brieven is nog niet op
gespoord kunnen worden. Wel is met vrij
groote zekerheid te zeggen, dat men hier met
een briefschrijver, geen schrijfster te doen
heeft.
Het /onderzoek naar de Reeuwijksche zaak
wordt blijkbaar bemoeilijkt door de omstan
digheid, dat het over verschillende plaatsen
verdeeld is. De leiding berust, zooals wij in
dertijd medegedeeld hebben, bij een inspec
teur van de recherche te Rotterdam. Het :s
evenwel niet beperkt tot Reeuwijk, want ook
aan de politie te 's-Gravenhage en te Haar
lem zijn onderzoekingen naar eenige details
gevraagd. Van een bepaald contact tusschen
de verschillende personen die het onderzoek
doen is tot heden blijkbaar nog geen sprake
geweest. Toch zou meer samenwerking ver
moedelijk wel in het belang van de zaak zijn.
Hoewel de gedachte aan zelfmoord niet ge
heel uitgesloten is, blijft de mogelijkheid
en volgens ingewijden is die kans zelfs vrij
belangrijk dat men hier met een ernstig
misdrijf te doen heeft.
f 100 belooning voor den
schipper.
De visscher Koster, die,het lijk van Ebbinge
Wubben heeft gevonden, zal de belooning van
f 100, die door de familie is uitgeloofd ont
vangen.
Er is nu nog een visscher, die verklaringen
kwam afleggen, waaraan echter niet veel ge
loof gehecht wordt, ofschoon ze natuurlijk
niet veronachtzaamd worden. Hij zegt name
lijk in November of December op drie ach
tereenvolgende dagen in den ochtend een
jongeman met een regenjas gezien te hebben,
maar daar hij hem alleen van achteren zag
weet hij niet of het Ebbinge Wubben is ge
weest of niet. Met het haar meende hij ge
lijkenis op te merken, toen hem een foto werd
getoond.
Hij was niet eerder zijn bevindingen ko
men vertellen, omdat hij geen kranten leest
en geen radio heeft en men hem pas gezegd
had dat hét wel goed zou zijn als hij een en
ander ging mededeelen.
Maar er waren ook dingen bij die niet juist
waren en daarom gelooft men niet zoo erg
veel van zijn verhaal.
Verder is er nog een stuk fiets gevonden,
maar dat is al uit de plassen opgehaald voor
er van het plegen van verdrinking sprake zou
kunnen zijn, nl. 29 October 1933.
Voorts zijn er nog twee fleschjes gevonden
afkomstig van een Haagsche firma. Ook dit
wordt onderzocht.
BELANGRIJKE OPDRACHT VOOR
NEDERLANDSCHE INDUSTRIE.
ENGELSCHE MAATSCHAPPIJ BESTELT
TWEE SCHEPEN.
AMSTERDAM, 25 April. Door de Anglo
Soxon Petroleum Company Ltd. is, naar wij
vernemen, aan de N.V. Nederlandsche Scheeps
bouwmaatschappij te Amsterdam de op
dracht gegund voor den bouw van twee
stoomtankscbepen, bestemd voor den Curacao
dienst. De machine-installatie wordt com
pleet geleverd en geïnstalleerd door Werk
spoor $LV. te Amsterdam.
LAFFE OVERVAL IN FRIESLAND
OP ALLEEN-WONENDE WEDUWE.
MENALDUM, 25 April Gisteravond om
streeks 10 uur heeft ten huize van de ruim
65-jarige weduwe J. Vellinga, wonende aan
den weg tusschen Berlikum en Ried een
brutale overval plaats gehad. Onder voor
wendsel werd getracht de weduwe die reeds
te bed lag, naar buiten te lokken en toen dit
niet gelukte, werd een keukenraam ingesla
gen. Bij haar poging om de woning te ont
vluchten, werd de weduwe door twee perso
nen vastgegrepen en aan handen en voeten
gebonden, terwijl haar een prop in den mond
en een deken over het hoofd werd gedaan.
Alles werd in de woning overhoop gehaald en
onder bedreiging met doodslag werd de we
duwe gedwongen de plaats te zeggen waar zij
haar geld had geborgen. Een bedrag van
ruim 70 wordt vermist. Effecten en sieraden
werden niet meegenomen. Nadat de indringers
waren vertrokken heeft de weduwe zich los
gewrongen en twee passeerende wielrijders
verzocht de politie te waarschuwen. Van de
daders ontbreekt nog elk spoor.
ALG. VEREEN. VOOR BLOEM
BOLLENCULTUUR.
ADRES AAN DE REGEERING.
De Algemeene Vereeniging voor Bloembollen
cultuur. gevestigd te Haarlem, heeft een adres
gezonden aan den Minister van Economische
Zaken, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen
het z.g.n. ..raam" uit de handelsbeschikking
van het bloembollensaneeringsplan, dat de
hoeveelheid bloembollen, welke een kweeker
per oppervlakte-eenheid ten behoeve of ter
beschikking van den export mag afleveren,
beperkt.
In het seizoen 1933 is echter gebleken, dat
deze voorschriften, welke betrekking hebben
op het ,jraam" in alle opzichten hebben ge
faald, waarom uitdrukkelijk wordt gewaar
schuwd tegen handhaving voor het seizoen
1934 van deze voorschriften.
„Het Honk", de Amsterdamsche artisten-
societeit, die uit een stal geschapen werd.
Die Amsterdamsche tijd
Als we omstreeks middernacht de banen der
kunst voor de eerstvolgende decennia weer
eens stevig vastgelegd hadden en melig be
gonnen te worden, plachten we het terrein
onzer nuttige werkzaamheden te verplaatsen
naar het Honk, onze eigen sociëteit die tot 4
uur 's nachts open bleef.
American was wel heel aardig toen, maar
het sloot o.i. bespottelijk vroeg, om 12 uur,
later om 1 uur, en tegen dien tijd, weet U, be-
;int een waarlijk groot kunstenaar pas goed
wakker te worden. Bovendien moesten we er
de onverdragelijke nabijheid dulden van
het kleurlooze kuddedier, den bourgeois.
Zoo kwam het, dat we op zoek gingen naar
een bouwwerk dat heelemaal van ons zou zijn.
We slaagden boven verwachting. In de Regu
liersdwarsstraat stond een stal te huur en dat
ding leek ons ideaal. Natuurlijk moest hij
schoongemaakt worden, opgeknapt, beschil
derd enz., maar het resultaat van die verschil
lende bewerkingen was dan ook geweldig.
Stel U voor een L vormige ruimte met gees
tig gedecoreerde wanden, fantastische, hoewel
niet steeds naar wensch functionneerende
lampen en lantaarns. Tusschen den ingang bij
het speciaal ingebouwde buffet, een groote
ronde tafel waarop kranten en tijdschriften.
Verder stoelen, tafeltjes, een podium, een
piano, banken langs de muren, knusse hoek
jes, enz.
Het inwijdingsfeest was grootsch en waardig,
met speeches en champagne. Later in den
nacht algemeene verbroedering, aandoening,
tranen en opnieuw champagne. Uit hoofde
waarvan steeds meer tranen en dus wederom
champagne. Enzoovoort. Het werd een vicieuze
cirkel waar we nooit uitgekomen zouden zijn,
zonder hulp van het verlossende sluitingsuur.
Aldus begon het Honk zijn glorieuze loopbaan.
Het had echter de historie dwingt tot er
kenning der eeuwige waarheden een voor
vader gehad, een wilde, duistere doch heroïsche
voorvader: de Uilenkelder. Ik zelf heb dien
merkwaardigen spelonk aan een van de
grachtjes niet meer gekend. Het schijnt dat de
pioniers er alleen maar dronken en politieke
twistgesprekken voerden; met elkaar en met
de voorbijgangers, zulks niet altijd tot onver
deeld genoegen van de laatsten. Edoch, toen de
meneer die den drank betaalde, een ongeletter
de parfum-verkooper die met artisten wilde
omgaan en zich handelaar in „cosmische"
(sic) artikelen noemde, er genoeg van kreeg,
in zijn eigen kelder uitgehoond te worden, was
de pret gauw afgeloopen.
Het Honk had ook, en heeft zelfs nu nog,
navolgers. Maar vóór alles: het Honk verhield
zich tot zijn latere verwaterde bastaarden als
de Russische balletten van Diaghilew tot de
dansclub van Kippeling Frères in de Pieter
Kiesstraat, of als een ijsgekoelde tumbler
Biscuit Dubouché tot een glaasie zoete Voor
burg.
In het Honk waren we heelemaal onder ons.
Niemand kon er lid van worden die niet tot de
Bohème behoorde, of daarmee in solide re
latie stond. Er was een ballotage-commissie,
die streng toezag, dat geen profanen de pure
atmosfeer van ons heiligdom kwamen ver
troebelen. Op die manier werd het gekkenhuis
zorgvuldig van normale elementen vrijge
houden.
Wel had leder lid hét recht eenige malen per
maand een introducé mee te brengen.
Het officieele doel daarvan was sociaal:
kunstvrienden van buiten een vroolijken
avond te bezorgen en eventueele aspirant
leden op zicht te krijgen.
Het officieuze doel van dien introductie
maatregel, welke berustte op een nauwkeurige
kennis van de psychologie des philisters, ofte
wel van den bourgeois, was meer van econo-
mischen aard.
De bourgeois is gemeenlijk huiverig en op
zijn hoede voor „artisten-menschen". (Hij
heeft gelijk). Hij staat er even argwanend en
misprijzend tegenover als de gemiddelde Artis-
bezoeker jegens de even luchthartige als
schaamtelooze bewoners van den apenkooi. Je
weet nooit wat je aan ze hebt, rare engerts
zijn het, griezelige, geheimzinnige wezens, zon
der het minste begrip van fatsoen en moraal.
En toch,en tochAls het nou maar ab
soluut zeker zonder gevaar was, dan zou je
toch dien apenkooi wel eens binnen willen
gaan, om ze van heel dichtbij te begluren in
hun mysterieus-romantisch doen en laten. Ja,
het is toch wel interessant ook om tegen je
kennissen te kunnen ophakken:
Pde futuristische schilder, maar man,
dien ken ik heel goed en Son ja van Vdie
mooie actrice, ook hoor! Heb ik uren mee aan
een tafeltje gezeten. Ja, ik ben heelemaal thuis
in artistenkringen
Zoo behelsde dan dat introductie-recht
tevens in zijn diepste wezen een nimmer fa
lende speculatie op een der meest typische
eigenschappen van den braven burger; zijn
heimelijke, zielige ietwat ongezonde nieuws
gierigheid naar het vrijgevochten, voor hem
onbegrijpelijke en verboden wereldje van de
Bohème.
Deze speculatie had, zooals gezegd, een eco
nomisch doel. Gelijk de Sovjets zich bij tijd en
wijle encanailleeren met het verfoeide buiten
landsche grootkapitaal om hun bedrijf gaande
te houden, zoo deden wij het ook. Immers, het
financieel beheer van onze instelling vormde
een netelig en chronisch probleem. Kapitaal
krachtig is de Bohème nu niet bepaald; van
daar dat een heldhaftige bourgeois, die zich
onder bescherming van een der leden in het
hol van den leeuw waagde en daar een flinke
bom duiten stuk sloeg, waar het buffet en dus
het heele geval wèl bij voer, af en toe niet
te vaak zeer welkom was. Het kon er name
lijk buitengewoon vroolijk toegaan in ons
Honk. Zelfs de meest gesjochten dichter of
schilder, die meestal wekenlang hoogstens één
biertje per avond aandurfde, kon het wel eens
dusdanig op zijn heupen krijgen, dat de fijn
ste champagne nauwelijks goed genoeg meer
was. Wanneer dan een philister, dolblij zoo met
zijn neus in de boter gevallen te zijn en de
wilde beesten op zijn echtst te zien, dankbaar
en opgewonden meefuifde, des te beter.
Uit dit alles leide men echter vooral niet
af, dat het Honk een soort verkapte nacht
kroeg was. Integendeel. Uitspattingen waren
er tenslotte zeldzaam, alleen al uit hoofde van
de gelukkige omstandigheid, dat ze volstrekt
niet noodig waren om er de zeer aparte, ge-
noegelijke, vertrouwende atmosfeer te schep
pen, die wij er dagelijks aantroffen.
De zwaargebaarde Waldenburg vroeg mooie
meisjes ten dans en mat onze schedels, met
onze grootste pret had alcohol niets te maken.
Rensburg droeg er zijn vurige gedichten voor,
bespot door den nu al legendarischen Sam
Praeger, met wien hij eeuwig ruzie had.
Sam debiteerde zijn niet na te vertellen
nonsens-verhalen en hield dadaïstische lezin
gen, lang voor dat Montparnasse het dadaïsme
uitgevonden had. Nap de la Mar en Louis
Davids tapten er hun mooiste moppen. Had-je-
me-maar, de nachtelijke bedelaar van Munt
en Rembrandtsplein. zoo genoemd naar zijn
onvergankelijke creatie: Had je me maar met
een knakie erbij, had je me maar met een
lokkie opzij, welk verheven lied hij placht te
begeleiden door getrommel op een sigaren
kistje, de dierbare, sinds lang verdwenen
Had-je-me-maar, destijds de geruchtmakend
ste Gemeenteraadscandidaat van de Rapaille-
partij, werd er plechtig geïntroduceerd. Hij
arriveerde stomdronken en stak op algemeen
verzoek zijn verkiezingsrede af, die in 't kort
op de volgende belangrijke hervormingen
neerkwam
De jajem op vijf cent, vrij slapen op de
stoep van de Galerij en de groene tent op het
Rembrandtsplein, een schande voor de stad,
mot weg.
Er werd gegeten, gedronken, geschaakt, ge
damd, geboomd, gedanst, gespot, gekaart, ge
lachen, gedaasd, pret gemaakt, gephilosofeerd,
al naar de stemming van het oogenblik, en die
stemming wisselde even vaak en onverwacht
als in alle andere apenkooien.
Er waren lezingen, muziek- en voordrachts
avonden, vaker nog kostelijke parodieën daar
van.
We hadden een prachtige, goed-geoutilleerde
poppenkast, waarvan de poppen onze mar
kantste leden zeer natuurgetrouw voorstelden.
Alles door de leden zelf gemaakt natuurlijk.
Voor dat theater werden heele tooneelstuk-
ken samengesteld en de opvoeringen daarvan
gewoonlijk bijtende persiflages van ons aller
eigenaardigheden, waarbij iedereen onbarm
hartig in het zonnetje werd gezet en niemand
gespaard bleef, behooren tot mijn rijkste her
inneringen uit dien gulden tijd.
Twee aardige meisjes bedienden ons en in
het begin hadden we een echten gérant. Tot
we er plotseling achter kwamen dat hij ons
zwaar bestal. Vijf minuten nadat het misdrijf
aan het licht gekomen was, werd de man, in
den meest letterlijken zin des woords, eruit-
getrapt.
Toen deden we het zelf en stonden om beur
ten boven in de keuken en achter het buffet.
Wel zoo amusant en veel goedkooper.
Ja, het Honk was goed. Daar kwamen ook
schilders die in het buitenland gezeten had
den en de heerlijkste dingen vertelden over
Parijs. Spanje, Corsica
ParijsHet lokte me al zoo lang. Ik moest
m zou er heen. En ik ging er ook heen.
MUSICUS.
TRACHT DILLINGER CANADA
TE BEREIKEN?
John Dillinger.
NEW YORK, 24 April (VX>.) Volgens
berichten uit Wercer (Wisconsin) zijn daar
eenige vliegtuigen aangekomen met ambte
naren der crimineele bondspolitie. Zij zullen
de politie en de gendarmerie versterken,
welke de bende van Dillinger achtervolgt.
De ambtenaren hebben bevel gekregen direct
te schieten zoodra zij Dillinger of een van
diens bendeleden ziet.
De schuilplaats van Dillinger is geheel on
bekend. Men vreest dat de boeven probeeren
Detroit of Chicago te bereiken. De bonds-
regeering zal streng optreden tegen personen
die Dillinger op eenige wijze behulpzaam
mochten zijn. In de grootere steden worden
de bankinstellingen extra bewaakt. Men
neemt aan, dat Dillinger zal probeeren uit te
wijken naar Canada. De verkeerspolitie volgt
met van radioinstallaties voorziene pantser
auto's de verdachte wagens.
Nader wordt uit Chicago gemeld: De jacht
naar John Dillinger en zijn bendegenooten
is gisteren voortgezet overeen uitgestrekt
terrein in de midden-westelijke Staten. Voor
zoover men kan nagaan moet Dillinger zich
in het centrum of in het noorden van Wis
consin bevinden. Algemeen neemt men aan
dat zijn bende zich gesplitst heeft in ten
minste drie groepen. Een ervan bestaande
uit drie meisjes, die men waarschijnlijk uit
tactische overwegingen alleen van de bende
heeft laten weggaan, is in een café op een
buitenweg nabij Manitowish in Wisconsin
aangehouden.
HET éCHEC DER BANQUES DES
COOPéRATIVES.
PARIJS, 25 April (V. D.) De gestorte gel
den bij de in moeilijkheden geraakte Banque
des Coöpératives zouden volgens een mededee-
ling van den minister van Financiën 345 mil-
lioen francs bedragen. Van dit bedrag zou
slechts een betrekkelijk klein gedeelte te red
den zijn. In politieke kringen vei luidt, dat het
onderzoek zou hebben geleid tot ontdekking
van een groot schandaal, waarbij, vele parle
mentariërs betrokken zouden zijn. Volgens het
..Journal" zouden millioenen der gestorte gel
den hebben gediend tot de financiering van
socialistische candidaturen bij den kamerver
kiezingen van 1932.
Andere bedragen zouden op aanbeveling
van linksche politici in twijfelachtige onder
nemingen zijn gestoken.
MALVERSATIES BIJ DE
AMSTERDAMSCHE VEILING.
EEN JAAR GEVANGENISSTRAF GEcISCHT.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft Dins
dag een begin gemaakt met de behandeling
in hooger beroep van de geruchtmakende
zaak betreffende de malversaties op de Am
sterdamsche groentenmarkt. Terecht stonden
de twee gewezen veilingexploitanten G. T.
K. en C. de J., die 18 December van het
vorige jaar door de vierde kamer der Am
sterdamsche rechtbank zijn veroordeeld tot
resp. 11/2 jaar en een jaar gevangenisstraf
terzake dat zij opzettelijk verklaringen van
aanvoer te laag hebben ingevuld, dus te
weinig marktgeld hebben betaald. Dit zou
zijn geschied met aanvoeren van bloemen,
fruit en aardappelen. Het O.M. had tegen
ieder twee jaar geëischt.
Verd. K. deelt mede in hooger beroep te
zijn gegaan, omdat hij zich onschuldig voelt.
Pres.: We zullen hier niet alles gaan her
kauwen, maar alleen de hoofdzaken behan
delen!
Ook verd. de J. verklaart onschuldig te
zijn en te volharden bij zijn mededeelingen
voor de Rechtbank.
De inspecteur van politie, Posthuma, die
de leiding heeft gehad bij het politioneel
onderzoek, is de volgende getuige. Hem was
o.m. gebleken, dat de verklaringen van aan
voer veel en veel te laag waren opgegeven
Deze verklaringen moesten eigenlijk door de
kweekers, die groenten en fruit aanvoerden
aldus verd. K. onderteekend worden;
verdachten maakten op verzoek van het
marktwezen lijsten van aanvoer op, welke
zij onderteekenden.
Als verd. K. dan opnieuw verklaart, dat
hij niets oneerlijks gedaan heeft, merkt de
president op: ,,'t Is schandelijk wat u ge
daan heeft. Bij al uw opgaven was u veel en
veel te laag!
Uit het verdere verhoor blijkt, dat verd.
vaak hebben geboekt aanvoer 8 of 10 K.
(kisten? kubieke meters?) wanneer er hon
derden kisten waren aangevoerd. Ook vul
den zij dikwijls in „sch." (per schip) als
per as was aangevoerd. Daardoor bevoor
deelden zij zich ook, omdat van aanvoeren
per schip geen marktgeld behoeft te worden
betaald.
De proc.gen. eischte tegen beide verdach
ten één jaar gevangenisstraf.
Mr. J. de Vrieze pleitte ontslag van rechts
vervolging of vrijspraak.
Arrest 8 Mei.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 25 AprlL
Bevallen 21 April: A. M. NeeskensBom, d.J
22 April: R. KuikCijprian, z.; 23 April: W. J.
VisserDitmar, z.; S, van Eekv. d. Voort,
z.; G. C. BoerboomKruijer, d.; G. Domhof—
Heinsius, z.; 24 April: M. M. BoekhoutRom-
bout. z.
Overleden 21 April: A. S. Cuijon, 67 j., Jans
straat; 23 April: C. Postma, 39 j., Wilgenstraat;
C., 3 mnd., z. v. P. G. Voetelink, Haarlemmer-
liedestraat; C. A. M., 11 mnd., d. v. J. v. d.
Meer, Kamperlaan; M. Dasde Jong, 68 j., L.
Vlamingstraat; 24 April 3. Leeuwerke, 62 j.i
Jansstraat.