HET NIEUWE AVONDBLAD |9e JAARGANG No. 157 DINSDAG 8 MEI 1934 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2j4 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVBRTENTIEN: 1—5 regels 10.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten- ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers Zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: j 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600bij overlijden; 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw belden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis Is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN UIT OUDEN TIJD. DE MUITERIJ AAN BOORD VAN DE „LENNIE". De bark „Lennie", in 1871 gebouwd en 984 ton groot, beleefde in 1875 een avontuur, dat toenmaals de geheele zeemanswereld in op schudding bracht. Zij verliet 23 October van dat jaar in bal last Antwerpen met bestemming Sandy Hook voor orders. Zij voer onder EngeLsche vlag en had een zeer gemengde bemanning aan boord, n.l. een Britschen gezagvoerder, als officier een Ier en een New-Foundlander, als matrozen 4 Grieken, 3 Turken, 1 Oosten rijker, 1 Italiaan, 1 Deen en 1 Engelschman, De steward, de prominente figuur in het ge beuren, was 'n gewiekste Belg, van Hooidonckx genaamd. De equipage had men te Londen geronseld. Na het vertrek van Antwerpen, zoodra men het Engelsche Kanaal uitzeilde kreeg de schipper reeds woorden met de matrozen. Aan de bevelen moest met vloeken kracht bijgezet worden, teneinde de commando's uitgevoerd te krijgen. Vroeg in den morgen van den 3lsten Oc tober, toen de bark goed en wel het Kanaal verlaten had, gaf de schipper orders om over stag te gaan. Hét was ongeveer 4 uur en beide wachten waren aan dek teneinde de ra's rond te halen. Van Hooidonckx hoorde in zijn kooi liggend, aan dek hevig schelden. De stem van den schipper werd gehoord, die de bemanning uitvloekte, omdat de bras sen onklaar liepen. Een van de Grieken sprong op Hatfield, den schipper, af met een getrokken mes. Te zamen met een landgenoot vermoordde hij den ongelukkige. De tweede stuurman, die Hatfield te hulp snelde, werd eveneens dooi de 2 moordenaars neergestoken, terwijl op den eersten stuurman, die op het voorschip was, geschoten werd. Toen hij daarop nader bij kwam, ging ook hij denzelfden weg.... De lijken werden hierna in zee geworpen. Gedurende deze slachtpartij trachtte de Belgische steward aan dek te komen, doch de muiters hadden de deur van zijn hut ge sloten en het bovenlicht geblindeerd. Na ge- ruimen tijd kwamen zij naar zijn hut en stel den hem voor, het commando op zich te nemen en het schip naar een Grieksche haven te brengen. Een der muiters had daar een oom wonen, die het schip dan wel zou weten te verknopen. Omdat hij schijnbaar voor zijn leven be vreesd was, stemde van Hooidonckx, die navi- geeren kon, toe. Inplaats echter koers te zetten naar Gi braltar gaf hij den man aan het roer een koers op, die hun regelrecht naar het Bristol Kanaal zou voeren. De muiters, die van na- vigeeren niet het minste verstand hadden, vertrouwde zich aan zijn orders toe. Zij ver wijderden de bloedvlekken van het dek en schrapten den scheepsnaam van reddingboo ten en naamplaten. De vele schepen, welke zij tegenkwamen, deden den volgenden dag bij de muiters arg waan ontstaan, maar de steward overblufte hen door een middagbestek te nemen, daarop van koers te veranderen en nu op het eiland Ré bij de Fransche kust aan te sturen. Daar er hoegenaamd geen voldoende wind was om de Golf van Bicaye te doorkruisen, haalde de steward de equipage over, in de nabijheid van Sables d'Olonne te ankeren en gunsti ger wind af te wachten. Terwijl zij daar voor anker lagen, schreven de Berg en de kajuits jongen een groot aantal briefjes in de Engel sche en Fransche taal, waarin zij hun toe stand uiteenzetten en om hulp vroegen. Deze werden in flessehen gedaan en aan de zee toevertrouwd. Den volgenden morgen, op 5 November, presten de muiters van Hooidonckx om maar wederom zee te kiezen. Zij waren hem gaan wantrouwen, ontnamen hem het commando, maar zagen gedurende de volgende 3 dagen geen kans met de bark te manoeuvreeren. Toen het weer zich dan ook slechter liet aan zien, riepen zij zijn hulp wederom in; hij weerstreefde, stemde eindelijk toe, gebruikte den opstekenden storm als een uitvlucht, bracht de Lennie terug naar het. eiland Ré en vertelde de oproerlingen, dat zij nu ter hoogte van Cadiz waren! Terwijl hij hen be val te ankeren, zei een hunner dat dit Cadiz niet was en weer werd de Belg opgesloten. Degene, die zich tegen hem had verzet, zag echter geen kans de bark te besturen en men moest in arren moede maar weer de dien sten van den steward gebruik maken. „An keren", luidde zijn bevel. Zij deden dit en hij zag kans hen nu werkelijk te bluffen met in 8 vaderil ö0 "vadem ankerketting te ge bruiken! Later vertelde hij: „Dit deed ik op dat de heeren veel tijd en moeite zouden ver liezen teneinde het anker wederom aan boord te hieuwen". De prestaties van dezen man, zoo zeiüe ae feeder naderhand, kunnen niet hoog genoeg worden aangeslagen, In den dagelijkschen omgang met een bende moordlustige Levan- tijnen trachtte hij den een tegen den ander uit te spelen; dit gelukte hem alleszins, zoo dat zij nooit unaniem éénzelfde meening wa ren toegedaan. Eenigen wenschten den ka- jüitsiongen uit vrees voor later verraad, even eenr te vermoorden. De Belg bedreigde den- gene, die dit zou doen met den dood. Zoo sneelde hij zijn hoog spel, dag aan dag en ziin onversaagde moed en gevatheid tezamen met het geestelijk overwicht hielden de mui ters in bedwang. Toen zij bij Ré ten anker lagen heesch van Hooidonckx de noodvlag, terwijl hij de equi page wijs maakte, dat dit een teeken voor de autoriteiten aan land was, dat de bark door tegenwind werd opgehouden. Een Fransche loodsboot kwam hierop langszijDoch de muiters dwongen den steward benedendeks te gaan en één van hen vertelde den Fransch- man dat de chronometer stil stond en dat zij gunstiger wind afwachtten. De loods vroeg schadevergoeding, omdat men hem ontboden had. De bemanning maakte excuses; de ste ward moest zich muisstil houden en werd met een mes op de keel bedreigd! Gedurende den tijd, dat de Lennie voor anker lag, besteedden de steward en de ka juitsjongen hun nachten met het schrijven van briefjes, waarin zij om hulp smeekten. Ongeveer drie dozijn flessehen met zulke epistels werden in zee geworpen. Den 9den November gaven eenige oproerlingen den wensch te kennen het schip te verlaten ten einde de kust te bereiken. Van Hooidonckx, naar den aard van het naburige land ge vraagd zijnde, moedigde hen aan dit te doen. Hij spiegelde hen voor, dat het een repu bliek was, zonder politie en met groote bos- schen! De zes gevaarlijksten streken daarop een sloep en roeiden naar den wal. Zij, die achterbleven, werden nu bang voor de ge volgen van hun daden en riepen de voor spraak van den Belg in, wanneer zij eventueel gevangen genomen zouden worden. Weer heesch deze de noodvlag. De flesschenpost had inmiddels haar werk gedaan: de Fransche torpedojager Travail- leur vond zulk een boodschap en patrouil leerde de kust langs, teneinde de Lennie op te sporen. Op 10 November te 2 uur 's middags kwam zij langszij van de bark uit Yarmouth en van Hooidonckx praaide haar. Een troep matro zen onder bevel van een officier kwam aan boord en nam bezit van het schip. De 5 overgebleven muiters werden geboeid en aan land gebracht. Daar werden korten tijd later ook de 6 anderen gearresteerd. In het muiterij-proces, dat te Londen ge voerd werd, werden twee Grieken en twee Turken ter dood veroordeeld en gebracht. Van Hooidonckx werd terecht gehuldigd: vier staten schonken den moedigen man ordeteekenen. Met de som gelds, welke hi.i van de reeder van de Lennie ontving ge voegd bij de gelden bijeengebracht door een publieke inschrijving, opende hij een groot café-restaurant in de havenwijk van Lon den, waar iedere zeerob het muiters-avontuur aan boord van de bark Lennie uit zijn mond wenschte te hooren vertellen INVASIE VAN MOTORLOGGERS. MAANDAG CIRCA VIJFTIG AAN DEN AFSLAG. Wij hebben reeds meermalen gewezen op het onbegrijpelijke geval, dat als regel des Maandags een groot aantal loggers tegelijk aan den afslag is. Vooral in een tijd, wanneer er te weinig vraag naar visch is, beteekent de aanwezigheid aan den afslag van een der tigtal van deze schepen een daling van de prijzen, zoodat de loggers dan feitelijk niets anders doen dan elkaar in de wielen rijden. Was het vroeger, toen deze schepen alleen door den wind werden voortbewogen, moeilijk regelend op te treden, thans nu alle loggers met een motor zijn uitgerust en dus niet lan ger afhankelijk zijn van den wind, zou het geen heksentoer zijn, tot op zekere hoogte een regeling te treffen omtrent den tijd van bin nenkomen. Vooral, wanneer er feestdagen in het zicht zijn kan men dikwijls een opeenhooping van loggers in de Visschershaven waarnemen. Dat kwam ook gisteren weer duidelijk tot uiting, toen er ongeveer een vijftigtal log gers binnen was, een ongekend aantal. Bijna al deze loggers werden afgeslagen. De be doeling der schepen ligt voor de hand: zoo spoedig mogelijk naar zee om nog een reis te kunnen doen vóór de Pinksterdagen. Het is natuurlijk begrijpelijk dat de visschers de Pinksterdagen binnen willen zijn, maar ons wil het voorkomen, dat wanneer men eens vooruit deze zaak onderling geregeld had, het toch niet had kunnen gebeuren dat zulk een buitengewoon groot aantal van deze sche pen op een dag binnen was geweest. DE VISCHOMZET IN OSTENDE. Gedurende de maand April bedroeg de vischomzet in Ostende 3758,709 fr. waarvoor aangevoerd door stoomtrawlers 792.645 fr. en door motorvaartuigen 2,938,201 fr. De op brengst is 1.917,690 fr. minder dan in April 1933, welk verschil Het Visscherijblad toe schrijft aan het feit, dat de vastendagen in 1933 voor een groot gedeelte in deze maand vielen. De hoeveelheid aangevoerde viseh bedroeg 1.434.122 K.G. tegen 1,660,337 K.G. in April 1933. De gemiddelde prijs per K.G. daalde derhalve van 342 op 262 fr. In de eerste vier maanden van 1934 be droeg de omzet 20.428,954 fr. (zonder sprot en haring) tegen 23,235,351 fr. in dezelfde periode van 1933; de aanvoer in dit tijdvak bedroeg 5.962,754 K.G. tegen 5.976.601 K.G. in 1933. De vermindering van den middenprijs moet worden toegeschreven aan het feit, dat er minder tong werd aangevoerd dan ver leden jaar. DE VOORNAAMSTE VISSCHERS HAVEN TER WERELD. ZAL HULL GRIMSBY OVERVLEUGELEN? Sedert eenige jaren wordt er tusschen Huil en Grimsby een vreedzame strijd gevoerd om de supprematie. Steeds was het Grimsby dat Huil overvleugelde, maar in den laatsten tijd schijnen de kansen zich ten gunste van Huil te willen keeren, tot groote ontsteltenis van de Grimsby-naren, die er natuurlijk niet wei nig trotseh op zijn, dat hun haven de groot ste visschershaven ter wereld is en die dezen eeretitel niet gaarne willen missen. Nog staat Grimsby bovenaan, nog is het de grootste visschershaven ter wereld, schrijft men aan The Fishing News en wanneer men in aanmerking neemt, dat de positie van Grimsby zich na de opening van het nieuwe visch dok nog zal consolideeren, behoeft er voor de positie van deze haven voorloopig geen vrees te bestaan. Maar een nauwkeurig onderzoek van deze positie zal aan het licht brengen, dat een groote vrees voor de toekomst alleszins ge rechtvaardigd is. Of de opening van het nieu we vischdok deze vrees ongegrond zal maken, mag worden betwijfeld. De toekomst van Grimsby, gaat de schrij ver voort, zal grootendeels afhangen van het geen thans gebeurt. Het uitstellen van de op lossing van verschillende kwesties, vergroot de vrees voor de toekomst. Grimsby heeft haar positie kunnen verkrijgen en handha ven door de kwaliteit en 't schijnt, dat deze haven met behulp van de handhaving van de kwaliteit haar positie wil trachten te behou den. Maar dit zou haar gemakkelijk haar po sitie kunnen kosten. Concurrentie. Kwaliteit is ongetwijfeld de kracht van Grimsby geweest en de nabijheid van de vis- scherij gronden in de Noordzee heeft deze haven ongetwijfeld in een benijdenswaardige positie geplaatst. Zelfs de ernstigste concur renten van Grimsby zullen dit erkennen, maar de schrijver meent, dat thans vele ha vens voor Grimsby niet onder behoeven te doen. Er zijn nog andere havens waar visch van uitstekende kwaliteit wordt aangevoerd De Passiespelen te Oberammergau naderen. Hierboven ziet men een aantal, jeugdige medespelenden in de straten van het Beiersche dorp. en men zou deze havens onrecht aandoen met dit te ontkennen. Maar het publiek begint thans de dingen anders te bekijken en wel doordat men het eerst vraagt naar goedkoope visch en ook het feit, dat vele kooplieden te Grimsby van- daag-den-dag een zwaren strijd om het be staan voeren, legt gewicht in de schaal. Er is iets anders noodig. Grimsby heeft thans een zwaren strijd om de supprematie te voeren. Het is een feit, dat het cijfer van den omzet de haven op de bo venste plaats handhaaft. En nu meent men, dat alleen de kwalitiet van de visch haar deze positie kan doen behouden, maar de schrijver van het artikel is van oordeel, dat daarvoor nog iets anders noodig is. En dat „iets" is een grooter aanvoer van de grovere soorten visch. De voorzitter van de Vischhandelvereeni- ging van Grimsby, Thomas Ross heeft on langs gezegd, dat de vraag naar goedkoopere vischsoorten niet van voorbij gaan den aard is en dat de positie van Grimsby meer en meer op den aanvoer van deze vischsoorten is aan gewezen. En een toeneming in den aanvoer hiervan kon tot nu toe niet geconstateerd worden. De naburige haven Huil heeft Grimsby reeds lang geleden den weg aangewezen, En wat zal Grimsby nu doen? Zal zij zich <ss mee tevreden stellen, toe te zien, dat haar supprematie haar bij stukjes en beetjes ont nomen wordt? De schrijver gelooft dit niet, maar meent, dat het duidelijk te zien is dat de supprematie van Grimsby nu reeds lang zoo belangrijk niet meer is als vroeger. Huil, de haven der toekomst. Gebeurtenissen van recenten datum in de visscherijwereld wijzen er op, dat Huil de haven der toekomst is en ofschoon het schijnt, dat sommige dezer gebeurtenissen niet van groot belang voor Grimsby zijn, mxr gen ze niet over het hoofd worden gezien. Als voorbeeld zou men kunnen noemen de verplaatsing' van de kantoren der Federatie van Britsche Trawlerreederijen van Grimsby naar Huil. De reden hiervan mag ingewijden bekend zijn, buitenstaanders zal deze ver plaatsing ongetwijfeld getroffen hebben en men heeft dikwijls de opmerking kunnen hoo ren maken: „Alweer Huil". Maar waarom heeft Huil voortdurend haar diepzeevischerij ontwikkeld? Op deze vraag moet een antwoord gegeven kunnen worden. De reden is ongetwijfeld, dat men in Huil wist, niet alleen, dat de beurs van den ge middelden arbeider-consument niet gevuld genoeg was om de dure vischsoorten te koo- pen, maar ook, dat het lang zal duren, voor dat deze beurzen weer goed gevuld zijn. Dus ging TIull zich in een moderne richting ont wikkelen: Huil ging zich er op toeleggen, te voldoen aan de behoeften van de menschen met beperkte middelen. Wie wordt kampioen? Huil heeft het eene schip na het andere gebouwd en bouwt nog steeds. En men kan deze haven slechts hulde brengen voor haar vooruit-zienden blik en haar bloei. Zal Grims by zich door Huil laten overvleugelen? Wil men deze vraag ontkennend kunnen beant woorden, dan zal Grimsby nieuwe schepen moeten koopen. maar het staat te bezien of de reeders hiertoe zullen overgaan. Er is echter in Grirnsby iets in die richting gaande Het is een verheugend verschijnsel, dat meer dan één reederij verder vooruitziet dan haar neus lang is en dat er in de naaste toekomst een aantal nieuwe schepen aan de vloot zal worden toegevoegd. Zoo is de geschiedenis van Hull en Grims by. Wij zouden haar in zekeren zin kunnen vergelijken met de continentale verhoudingen met IJmuiden in de plaats van Grimsby en Huil in de plaats van de Duitsche havens, ware het niet, dat andere factoren deze ver gelijking' haar juiste waarde ontnemen. HET KIND EN DE NATUUR. Gisteravond heeft in „Het Wapen van Vel- sen" een vergadering plaats gehad van de Vereènigirig voor School- en Werktuinen en Boomplantdagen in Velsen, Voor dezen avpnd was uitgenoodigd de heer W. Noteboom, on derwijzer te Amsterdam om aan de hand van projectie beelden en film een causerie te hou den over: het Kind en de Natuur. De heer C. Duchsinger, die den heer Noteboom bij 't pu bliek inleidde, begon met te zeggen, dat deze avond bedoeld was als propaganda voor het schooltuinwerk. Hij gewaagde hierbij van de vele moeilijkheden en teleurstellingen, die de vereeniging tot dusver heeft ondervonden om dit mooie werk in stand te kunnen houden. Aanvankelijk was men begonnen met drie tui nen, n.l. te Velsen-Noord, Santpoort en IJmui- den-O. In de eerste plaats heeft men heel wei nig succes gehad, mede doordat men daar een paar maal van grond moest verwisselen, aan gezien deze telkens verkocht werd. Eveneens in Santpoort, waar men aanvankelijk begon op een terrein bij de Lichthoeve. De grootste tegenslag, waardoor men feitelijk ook Sant poort heeft moeten stopzetten en in IJmui- den-Oost zelfs heeft moeten inkrimpen is ge legen in het feit, dat het ledental aanmerke lijk is teruggeloopen en voor dit werk geen gemeentelijke subsidie meer verleend kan worden. Het eenige wat de gemeente hieraan nog doet is, gratis den grond in bruikleen af staan. Aanvankelijk is de vereeniging begon nen met 315 kinderen. Aan zoo velen kan men thans geen plaats meer geven. Het vorig jaar heeft men 115 kinderen op den schooltuin ge-^ had en dit jaar gaven zich 200 kinderen op, waarvan men slechts 100 kon plaatsen. Indien dit mooie en nuttige werk niet beter gesteund wordt, zal de vereeniging, hoe noode ook, dit het volgend jaar geheel moeten stop zetten. De vereeniging hoopt echter, dat ei' steun mag komen, opdat ook hier het school tuinwerk, wat zooals gebleken is, zoo gaarne door hen verricht wordt, kan worden voort gezet. De heer Noteboom, hierna het woord ver krijgend. begon te zeggen dat hij gekomen was om belangstelling te wekken voor school en natuur. School en natuur, zegt spreker passen feitelijk niet bij elkaar. De school doet ons denken aan een groot gebouw waar ons de elementaire kennis wordt bijgebracht, en natuur doet ons denken aan vrij zijn. Op school leert men van de natuur en natuurlijke historie. Hij herinnert aan de school van vroe ger en thans. Voor ruim 30 jaren terug zag men betrekkelijk geen planten in een school lokaal. Tegenwoordig is dit anders; ook zelfs in de platen over de natuur, is een groot ver schil met vroeger en toch zegt spreker leert men van dit alles meer door aanschou wen in de natuur dan in het schoollokaal. Spreker, die geboren is op het platteland, was als gevolg hiervan, dagelijks buiten, midden in de vrije natuur. Toen hij als jong onder wijzer in Amsterdam kwam, gevoelde hij di rect, dat de stadskinderen veel moois missen, en trots hetgeen op school van de natuur ge leerd wordt, toch niet weten welke rijkdom daarin gelegen is. Hij kwam tot de ontdekking dat deze kinderen veel missen. Spr. brengt hulde aan de vereenigingen, die zich ten doel stellen, wat meer natuur tot de kinderen van de stad te brengen. Met energie is gewerkt en met tal van voorbeelden illustreert spreker h zegenrijke werk dezer vereenigingen. Hij wekte de aanwezigen op, toch vooral in de va- cantiedagen de kinderen het mooie van de natuur te doen zien. De liefde tot de natuur die feitelijk ieder is aangeboren, moet meer opgewekt worden. Door dit te doen zal men de vernielzucht en baldadigheid bij de jeugd tegen werken. Spreker staat vervolgens stil bij hetgeen door tal van vereenigingen in ons land in deze richting gedaan en bereikt is, Eveneens deelde hij mede, wat hijzelf op school met zijn leerlingen alzoo bereikt heeft, en wat men in Amsterdam over het geheel alzoo doet. Hierna werden een aantal lantaarnplaatjes vertoond die een duidelijk beeld gaven hoe over geheel ons land met veel succes het schooltuinwerk ter hand is genomen. Na de pauze werd een film vertoond van boomplant dagen gehouden in Amsterdam. Aardig was het te zien hoe de ouders der kinderen in dat werk meeleefden en hoe deze dagen voor jong en oud feestdagen waren. In gedachten wer den de aanwezigen meegenomen naar Fran- kendaal, waar eens per jaar iederen dag 1000 leerlingen komen om onder leiding van het- schoolpersoneel de stadskweekerijen te be zichtigen. Treffend was het te zien de ver schillende schooltuinen te Amsterdam, waar met blijde opgewektheid, jongens en meisjes bezig waren hun tuintjes te verzorgen. De heer Luchsinger was ongetwijfeld de tolk der aan wezigen, toen hij aan het einde den heer No teboom dank zeide voor den mooien leerzamen avond door hem geboden. Te betreuren was het dat de opkomst voor dezen avond niet grooter was. De thuisblijvers hebben dan ook veel gemist. WEER NAAR ZEE. De motortrawler Claesje RO 16 is van Al- blasserdam teruggekomen en inmiddels weer naar zee vertrokken. ER GAAT GEEN DAG VOORBIJ Er gaat geen dag voorbij of het is weer zoo laat. Nu was het weer de heer G. die, nadat hij een bezoek had gebracht aan een café in de Breesaapstraat, tot de ontdekking kwam, dat zijn rijwiel, dat hij eenigen tijd onbeheerdi buiten had laten staan, verdwenen was. Wie neemt nu eens het initiatief tot het stichten van een N.V. tot Exploitatie van dief- stalvrije fietsenrekken? VERKEERSONGEVAL. Zaterdagavond botste in de Kalverstraat een touringcar tegen een aldaar geparkeerde auto. Beide auto's werden beschadigd. De oorzaak van deze aanrijding was vermoedelijk gelegen in het feit, dat de touringcar moest uitwijken voor een uit de andere richting komende auto. De politie stelt een onderzoek in. EEN DAG GRATIS KOOPEN. De fa. Jongejans Rembrandtlaan 9 geeft tot Zaterdag 19 Mei aan iederen kooper, ongeacht voor welk bedrag, de kans, gratis te koopen. Een bepaalde dag is vastgesteld en wie op dezen dag koopt, krijgt na Pinksteren het op. dien dag bestede bedrag terug. De datum van dezen dag bevindt zich in een verzegelde en veloppe, die Zaterdag 19 Mei 's avonds 10 uur door de redactie van ons blad zal worden ge opend en die Dinsdag 22 Mei in ons blad be kend zal worden gemaakt. VELSEN KAMPDAG LEGER DES HEILS. Donderdag 10 Mei a.s. (Hemelvaartsdag) zal op Rooswijlc door het Leger des Heils onder leiding van mevrouw Ronitz een groote kamp dag worden georganiseerd. De kampdag, die half elf begint, wordt opgeluisterd met muziek en zang. TENTOONSTELLING VAN WERKSTUKKEN. De tentoonstelling van werkstukken van de verschillende clubs van Kindervreugd, die Zaterdag en Zondag werd gehouden, is uit stekend geslaagd. De tentoonstelling werd ge opend door den heer P. van Willigen, die dank bracht aan de leidsters en leiders van de clubs, Het mag voor de leiding een groot succeg worden genoemd, dat alles verkocht werd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1