s em
HET INTERNATIONAAL ECONOMISCH
ZIEKTEPROCES.
Merkwaardige vondsten
GRAFBIJ GAVEN UIT TRÜJILLO
Trujillo's ook al gebarsten klokken raasden
mij om zes uur het bed uit. Duitsche vrienden
zorgden voor contact met de beste kenners
van de historie van dit merkwaardige plekje
grond, waar ik meer geleerd heb dan in de
verdere twee maanden, die ik tot nu toe in
Zuid Amerika doorbracht. Daar heeft men
urnen Vakos zeggen ze hier van een
reusachtige verscheidenheid van vormen.
Daar ziet ge de bekende groote potten met
bijna levensgroote gezichten, vaak prachtig
van kleur; Indianen en mongolentypen, ne
gers en zelfs enkele die voor Spanjaarden
worden gehouden. Dan is er een groote ver
scheidenheid van nagemaakte vruchten in
vaasvorm, van vazen met twee halzen voor
gemakkelijker schenken, van gewone rondbui-
ken met de fijnst denkbare gestyleerde figu
ren van Jacquar, Puma, Kondor, krijgers en
wat al meer. Maar de eigenaar van deze col
lectie was een medicus, die zijn objecten met
zorg gekozen en gesorteerd had. Daar stonden
een aantal vazen bijeen met misvormde ge
zichten. Een afgesneden oor, een halve lip
weggeknipt; den neus afgesneden. O ja, dat
deden de lieve Inka's ook nog als straf voor
diefstal enz. Ga door. Een hand met drie
vingers. Een arm met afgekapte hand. Een
stakker, die op de knieën voortkruipt, wien
beide voeten afgehakt zijn. Moedwillig hoor,
als straf voor herhaalde veedieverij bijvoor
beeld. want kanonskogels waren er toen nog
niet. Dan een met een voet en aan de andere
zijde eindigt het roode been in iets wits. Ver
band misschien. Neen, zegt onze dokter. Deze
vaas is van Chimu, maar in Chan.chan is
laatst een kerel gevonden men één goed been
(als geraamte natuurlijk) en met een houten
plak, als kunstvoet aan het andere been!
„Muy interessante Muchias gracias". Neen,
wacht even, er is nog iets belangrijkers. Een
zittende figuur, alles gebakken aardewerk, in
mooie kleuren. Geen hoofdbekleeding, dat is
vreemd. Het achterhoofdPotzdonnenvet-
ternocheinmal. Die kerel is getrepaneerd! Een
groot vierkant gat .achter in den schedel,
huidlap en beenschedel duidelijk te onder
scheiden en de huid is met grove steken, met
een touwtje zouden wij zeggen, half over de
wonde dichtgehaald. Dat is een bewijs dat
deze oude kerels het aangedurfd hebben bij
bepaalde ziekten, verlammingen enz. den
schedel te openen en de wonde op primitieve
wijze weer te sluiten. Er zijn veel schedels
gevonden met groote ronde gaten en veel is
er gestreden over de quaestie of deze door
operaties dan wel door beenziekten waren
ontstaan. Dat ze soms met een zilveren of
gouden plaat gedekt waren kon geen uit
sluitsel geven, maar deze kop is een bewijs!
Onmiskenbaar!
Maar ik zou nog meer leeren rond Trujillo.
De ruïnen zijn overbekend. Gelukkig, want
ze zijn hard bezig te verdwijnen. Veel, van
wat zeker duizend jaar lang vrijwel onver
anderd bewaard bleef, is vernield door een
stortregen, die in 1925 als eerste sinds men-
schenheugenis viel. Toen is veel weg- en veel
blootgespoeld en zijn honderden potten ge
vonden. Links van de rivier liggen de oudste
kunstmatige heuvels. Bouwwerken van met
de hand gevormde in de zon gebakken klei-
steenen van 200 bij 300 Meter en thans nog
een 30 Meter hoog. De Templo del Sol de
zonnetempel. De tempel der Maan ligt even
verder en daarbij en om de overblijfselen dei-
stad en de grafvelden uit den Chimutijd.
Bronzen voorwerpen, potten en pannen, wij
zen in vorm en teekening op beïnvloeding dooi
de Maya en Axteken cultuur van Midden
Amerika. Geschatte ouderdom 1500 a 2000
jaar. In den tempel zijn nog fragmenten van
gekleurde wandschilderingen te zien. Een
groot deel van de collectie waarover ik spreek
komt hier vandaan.
Een uurtje verder naar het Noorden, aan
den anderen kant der rivier, liggen de over
blijfselen van Chan chan. De kenners zeggen
dat daar 100.000 menschen gewoond hebben
en ik moet toegeven, dat mij dat niet onmo
gelijk lijkt. Geweldige door een dubbelen
hoogen muur omgeven fortpaleizen met groo
ve en kleinere en zeer kleine vertrekken, alles
•Heen wanden natuurlijk. Het biezen of
trooien dak is allang verteerd, al is deze
a d minder oud dan de vorige. Haar onder-
mg leeft nog in de volksverhalen en legen-
ui. Kort voor de komst der Spanjaarden
s Chan chan een bloeiende stad. Het Inka-
k naderde zijn grootste uitbreiding, maar
•m chan wilde zich niet overgeven. Toen
bben die lieve goede Inka's den watertoe-
°r uit de bergen afgesneden. De resten van
oude aquaducten zijn thans nog zichtbaar
n de stad is van ellende omgekomen. Toen
le Spanjaarden kwamen woonden nog slechts
eel enkelen in de bouwvallen. Want ook hier
'ergens steen. Alles adobe, opgebouwd uit
klef van de vlakte en dan houdbaar tot in het
oneindige als het maar niet regent. Veel mooi
versierde muren vindt ge, door in de klei uit
gesneden, meest geometrische figuren. Trap-
penteeken, kruis, swastika, maar ook kondor
en visschen. Maar o die regen van 1925. Nog
één zoom bui en alles is verloren. Duizenden
woningen, honderden schedels liggen over de
kerkhoven verstrooid, want ook hier wordt
niet gegraven maar geroofd! De verzame
laars hier koopen alles, graven zelf niet, de
ellendelingen. En wat daardoor niet aan we
tenschappelijke waarde verloren gaat! Maar
ik zou boffen! Mijn laatste dag in Trujillo
zouden wij gaan graven
Bij den maantempel was nog wel een
kansje! Ik trek er met drie kerels op uit, er
varen snorders, gewapend met 11/2 M. lange
staven, die ze in het rulle zand boren. Stuiten
ze, dan even draaien en optrekken. Is het
een steen dan zie je niets, is het aardewerk
dan rood poeder, is het een schedel of bot,
dan is de punt wit. Een paar keer graven
w ij voor niets een diepen kuil. Dan zal 't luk
ken 11/2 M. diep onder den grond ontbloot
de voorgraver met de hand het achterhoofd
van een schedel, ik meteen omlaag. De rest
van het werk moet ik zelf doen. Voorzichtig
leg ik den schedel bloot. Voorhoofd, aange
zicht, bovenkaak, slechte tanden! Maar waar
is de onderkaak? O ja toch, even verder voor
zichtig. Ja, daar ligt de eerste Senorita muy
sympatica, die ik in handen krijg, met wijd
geopend-en mond, vreemd, maar af in. De
schedel wordt gelicht en omhoog gegraven.
Dan voorzichtig verder. Hals, borstkas, geen
halsketting van goudklompen, dat is pech.
Linkerhand niets. Rechterhand. Daar een pot.
Gewoon vaas model met mooie teekening. Ge
styleerde Jaquar. Helaas erg vochtig, maar ik
zal hem thuis wel lijmen. Nog een pot. Mooi
gaaf, sterk aardewerk. Met vier apen en bas
relief. Goed zoo! Al weer een. Donker bruin
met gele stippelfiguren. Ha, het interessante
oeroude Maja model met boogvormigen hals.
En daneen beker. Zwart aardewerk. Erg
ongelijk en ruw. En als het vochtige zand er
af valt.. Een neus, twee oogen en een
lip. Ontzettend wat een gezwollen bo
venlip! Ende mond wijd open! Ik
krabbel uit het gat en ren naar den schedel.
De onderkaak is er afgevallen. Ligt daar met
een prachtige rij gave tanden. De bovenkaak
mist vier tanden, is poreus verrot. Mijn arme
meiske heeft een beenziekte in de bovenkaak
gehad, die haar dwong met open mond te
loopen. Maar dan is die beker ook haar por
tret. En natuurlijk niet alleen deze beker.
Maar o ellendige Peruaansche luilak, waar is
de schedel, waarbij die getrepaneerde pot ge
vonden is en waar zijn de geraamten van
jullie geamputeerden. Hebben jullie daar niks
van gezien? Ik sta in zes talen te foeteren en
te jubelen en neem dan mijn graver onder
handen en warachies, die weet het. Hij heeft
een urn gevonden, waarop een kerel met één
hand was afgebeeld en het geraamte miste
ook een hand. Maar de urn was gebroken en
dus had hij het nooit iemand verteld!
Wij graven nog verder. Missen nog een
schotel, maar die is er niet. Ons meisje had
alleen drinken en soep meegekregen, geen
harde mais enz. zooals de anderen! Drie uur,
vijf uur gaat mijn boot. Half vier ben ik aan
den steiger, uit de motorboot zie ik het an
ker hieuwen, de schroef begint te slaan. De
steven keert. Ben ik te laat? Dan ga ik weer
graven. Maar de Kapitein weet dat ik komen
moet. Wij fluiten en wuiven, daar verschijnt
de bekende figuur op de brug. Met den kij
ker. Ze zien ons. Wij botsen voort door de
hooge zee. Ze stoppen! Een touwladaertje rolt
af van het voorschip. En zoo glipte ik op het
laatste oogenblik aan boord, rijk aan onder
vinding en schatten.
VAN DER SLEEN
NOG DIT JAAR REGEERINGS-
CRISIS IN ENGELAND?
LONDEN. 7 Mei (V. D.) De „Morning Post"
schrijft, dat wat het Ontwapeningsvraagstuk
betreft, MacDonald sedert hij vijf jaar gele
den de functie van Minister-President aan
vaardde, altijd gunstig tegenover het Duit
sche standpunt heeft gestaan. Een groote
groep in het kabinet steunt echter de opvat
tingen, die men in bepaalde kringen van het
Foreign Office heeft, nl. dat het in het be
lang van nEgeland is, zoo nauw mogelijk sa
men te werken met Frankrijk.
Het blad schrijft, dat toen de pogingen om
Sir John Simon te bewegen een andere func
tie te aanvaarden, in Februari jl. ophielden,
een wijziging van het kabinet in het komen
de najaar onvermijdelijk werd geacht. Men
twijfelt thans echter zelfs er aan, of de re
geering in haar huldigen vorm tot den herfst
zal kunnen blijven voortbestaan.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 7 Mei:
Bevallen 3 Mei: M. A. BraakhuisNieuwen-
dijk, d.; 4 Mei: A. J. BloemsmaPieters. d.;
M. A. ForsterHermans, d.; T. M. Cramer—
Haasbeek, z; W. J. Steemanvan Keulen, d.;
M. HasertTol, z.; A. F. van Balen—Liesker,
z.; M. W. Kluverde Boer, d-
Overleden 4 Mei: W. G. v. d. Wal, 81 j., v. d.
Vinnestraat; G. L. P. v. Halst, 46 j, Zijlweg;
R Berends, 60 j.. Kampervest; H. Zijlstra—
Clermonts, 72 j., Tugelastraat; 5 Mei: J, Ger-
rits, 43 j., Hagestraat.
JULIANAKANAAL
GEDEELTELIJK IN DIENST.
OPENINGSPLECHTIGHEID DOOR
KONINGIN EN PRINSES BIJGEWOOND.
In tegenwoordigheid van H.M. de Koningin
en H.K.H. Prinses Juliana en van tal van
autoriteiten en vooraanstaande personen op
het gebied van handel en scheepvaart zijn
hedenmiddag twee van de drie panden van
het Julianakanaal voor de scheepvaart open
gesteld.
Tegen half twee arriveerden de vorstelijke
personen en autoriteiten te Maasbracht,
waar bij de sluis, die het Julianakanaal met
de gekanaliseerde Maas verbindt, de ope
ningsplechtigheid plaats had.
Na een toespraak van den minister van
Waterstaat ir. J. A. Kalff opende H.K.H.
Prinses Juliana door het drukken op 'n knop
de sluis, waardoor de eerste sloep, bestaande
uit een steepboot en een sleepschip, naar het
kanaal geschut kon worden.
Het Juliana-kanaal.
Tot den aanleg van het Julianakanaal
werd besloten bij de wet van 28 Juli 1921.
Na omvangrijke voorbereidende werkzaam
heden kon in het najaar van 1925 met de
uitvoering begonnen worden. Op 22 October
1925 werd door H.K.H. Prinses Juliana in
tegenwoordigheid van H.M. de Koningin en
Z.K.H. Prins Hendrik te Limmel bij Maas
tricht de eerste spade voor het Juliana
kanaal gestoken.
Het nieuwe kanaal is geschikt voor schepen
van 2000 ton, met een grootste lengte van
100 M., een grootste breedte van 12 M., een
grootsten diepgang van 2.80 M., en een groot
ste hoogte boven den waterspiegel van 7 M.
Met het oog op de doorlaatbaarheid van
van den bodem, welke in hoofdzaak uit grind
en zand bestaat, werd het kanaal over de
heele lengte van een klei-afdichting voor
zien, welke door een grindbestorting is afge
dekt.
De kolentip te Bom.
Bij de werken tot aanleg van het Juliana
kanaal behoorde ook de bouw van een kolen
tip voor de Nederlandsche Spoorwegen ten
behoeve van de Zuid-Limburgsehe mijnen
te Born. In 1929 was tegelijk met het ge^
reedkomen van de Maaskanalisatie een tijde
lijke tip te Maasbracht opgericht.
Hedenmiddag is tegelijk met het in
bruik nemen van twee der drie panden van
het Julianakanaal ook de definitieve kolen
tip te Born na een rede van den Minister
van Waterstaat ir. Kalff in dienst gesteld.
Deze kolentip is van de modernste con
structie en heeft een uur-capaciteit van vijf
tien wagons van twintig ton. Zy staat in
directe spoorwegverbinding met de mijnen,
De kosten der werken.
Bij den aanleg van het Julianakanaal be-
De Hongaarsche minister-president Goemboes (links) is in oneenigheid geraakt
met markgraaf Pallavicini, leider der Hongaarsche legitimisten. De premier heeft
den ander thans tot een duel uitgedaagd.
De Autarkitis woekert voort.
De lange reeks wordt voortgezet en in
Maart 1934 is door den minister van Econo
mische Zaken andermaal een overzicht sa
mengesteld van de buitenlandsche invoerver
boden en con tingen telingen, ongeacht de de-
viezenrestricties, welke in die maand zijn af
gekondigd. Wij glijden hoe langer hoe verder
naar beneden. Aan den wedloop doen alle
landen mede.
België.
Bij K. B. van 15 Maart is de invoer van
verschillende artikelen afhankelijk gesteld
van de overlegging van een invoervergun
ning. Het betreft artikelen van faïence, ma
jolica, fijn zandsteen, fijn kleideeg, van por
selein (inbegrepen glasporselein, biscuit, pa
ria e.d.)
Voorts is bij K.B. van 21 Maart 1934 de in
voer van paarden, vruchten en groenten af
hankelijk van een vergunning gesteld.
Duitsehland.
Bij verordening van 12 Maart 1934 en met
ingang van 19 Maart 1934 is de invoer van
siliciumcarbide en uurwerkbodems met
grootsten diameter van 2,5 c.M. afhankelijk
gesteld van een invoervergunning.
Ecuador.
Bij de wet van 1 Januari 1934 is de invoer
van bezine gemonopoliseerd.
Finland.
Bij besluit van 28 Februari 1934 is de in
voer verboden van: varkensvleesch (niet in
hermetisch gesloten verpakking), ruw vet en
reuzel, oleo-margarine, boter en margarine,
cocos en palmpittenolie en kunstvet.
Frankrijk.
Met ingang van 15 Maart 1934 is de in- en
doorvoer van versche groenten, herkom
stig en afkomstig uit Nederland, verboden.
Bij decreet van 14 Maart 1934 is de invoer
van de navolgende artikelen tijdelijk gecon-
tingenteerd: aluminium, koper, lood, zink.
nikkel, kousen en sokken van zijde en floret
zijde. land- en tuinbouwmachines, schrijf
machines en onderdeelen, electrische draden
en kabels, artikelen van zuiver of gemengd
koper, rijwielen en driewielers, hygiënische
rubberartikelen, vilt voor voering en zolen,
andere viltsoorten.
Fransch West-Afrika.
Ingevolge decreet van 14 Maart is de in
voer in Fransch West-Afrika (uitgezonderd
Ivoorkust en Dahomey) van de volgende ar
tikelen gecontigenteerd: katoenen garens,
ongebleekte katoenen stoffen, gebleekte ka
toenen stoffen, katoenen Guinea-stoffen, ka
toenen sucretons, geverfde katoenen stoffen,
andere dan Guinea-stoffen e.d., katoenen
stoffen, bedrukt of vervaardigd van geverfde
garens, katoenen streepjesstof, rips, damast,
geglansde stof, piqués en piqué-spreien, ka
toenen velvets, gebloemde stoffen, handschoe
nen, borduurwerk en andere stoffen voor
meubileering, kant en kanten gordijnen, tul
les en linnen, gordijnen en andere artikelen
daarvan; passementerie en lint; lampenpit
ten, wasdoek, percaline en andere stoffen,
gewone dekkleeden, kleeding en gedeelten
daarvan.
Gambia.
Bij besluit van 23 Faebruari 1934 is de in
voer van eenige soorten automobielen ver
boden..
Hongarije.
Bij verordening van 10 Maart 1934 is de in
voer van: geschild riet, kunstmatige zouten
van boorzuur. ricinusolie, vuurslag en aan
stekers, zouten van citroenzuur, weefsels van
papiergaren, kunstzijde, hoeden van stroo,
tegels van magnesiet, warmte-isolatiemassa
aluminium en halffabrikaten daarvan, spij
kers, machines voor de fabricage van papier
en karton, voor lederbewerking, brillen,
lorgnetten en rozenkransen, afhankelijk ge
steld van een invoervergunning.
Iersche Vrijstaat.
De invoer van gemout gerstebloem, gemout
gerstemeel, roggebloem, vleesch- en beender -
meal is afhankelijk gesteld van een invoer
vergunning.
Madagascar.
Ingevolge decreet van 14 Maart is de in
viel' gecontingenteerd van: garens (katoenen
of gemengde), katoenen stoffen (effen, ge
ruit, drilstof, ruwe, gemerceriseerde)katoe
nen stoffen (gewasschen, gebleekt of vervaar
digd van gebleekte draden), katoenen stof
fen (bedrukt, geverfd), katoen fluweel, ka
toenen stoffen (vervaardigd van geverfde ga
rens, geglansd, of gebloemd), dekens, ge
breide katoenen stoffen, kousen, sokken, hand
schoenen, stoffen van zijde, floretzijde, ruwe
zijde, kunstzijde, zijden borduursel, kleeding,
lingerie enz.
Noorwegen.
Met ingang van 14 Maart is de invoer van
gummischiene en faïence afhankelijk ge
steld van een invoervergunning. Bij K. B. van
16 Maart geschiedde hetzelfde ten aanzien
van den invoer van boter, van veeren en
van dons. Na 15 Maart 1934 is de invoer van
levende en licht gezouten visch en schaaldie
ren verboden.
Spanje.
Bij decreet van 10 Maart is de invoer van
eieren gecontingenteerd en die van onzuivere
jodium en jodium .dubbel gesublimeerd, ver
boden.
Bij decreet van 16 Maart is de invoer van
kabeljauw gecontingenteerd en na 28 Maart
ook de invoer van palmolie, cocosolie, vette
waters tof rijke dierlijkë oliën en ricinuszaden.
Turkije.
Het Turksche Staatsblad van 21 Februari
bevatte een decreet, regelende de contingen-
teering gedurende de maanden April tot en
met September.
Venezuela.
De invoer van telegraaf-, telefoon- en ra
dio-apparaten is afhankelijk gesteld van een
invoervergunning.
Zweden.
Bij K. B. van 23 Februari 1934 is de invoer
van eieren tijdens de periode 1 Maart 1934-
30 Juni 1935 afhankelijk van een invoerver
gunning van het ministerie van Landbouw.
Zwitserland.
Bij besluit van den Zwitserschen Bonds
raad van 6 Maart 1934 is met ingang van 8
Maart de invoer in Zwitserland van een aan
tal producten afhankelijk gesteld van het
overleggen van een invoervergunning. Daar
toe behooren artikelen van viscose en der
gelijke uit celotof geproduceerde bladen. In
gevolge bestuur van den Zwitserschen Bonds
raad van 19 Maart 1934 mogen boonen, erw
ten, linzen en andere peulvruchten, voor vee
voeder dienend slechts worden ingevoerd
door de „Schweizerische Genossenschaft für
Getreide und Futtermittel" te Bern.
Ik geloof niet te veel gezegd te hebben; een
lange reeks. Een droevig beeld van de econo
mische ontreddering, Wat zal de volgende
maand ons brengen?
MOLLERUS.
hooren ook de werken tot het maken van
het verbindingskanaal door het Boschveld
bij Maastricht eveneens reeds gereed ge-
komen en het maken van de overlaa'd-
havens, haveninrichtingen, spoorwegwerken
enz.
In totaal zijn de kosten voor deze werken
geraamd op ongeveer 36 millioen gulden,
welk bedrag einde 1925 is verwerkt.
Niet alleen voor den afvoer der steen
kolen uit onze Limburgsche mijn, doch voor
de geheele industrieele ontwikkeling van
Zuid-Limburg is het tot standkomen van
deze werken van de grootste economische
beteekenis.
Nader vernemen wij nog:
Te 12.36 Maandagmiddag kwam met den
trein uit de richting Nijmegen, waaraan het
Koninklijke rijtuig was gekoppeld, de Ko
ninklijke familie te Roermondaan. Voor het
station te Roermond had zich een groote me
nigte verzameld, die door de politie op een be
hoorlijken afstand werd gehouden.
Toen de Koningin, de Prinses en Prins
Hendrik uit het stationsgebouw kwamen steeg
een hartelijk gejuich op. Per auto begaf het
hooge gezelschap zich naar Maasbracht.
Langs den weg. dien de stoet in Roermond
nam, hadden velen de vlag uitgestoken en
hier en daar werd de Koninklijke familie op
haar route hartelijk toegejuicht of eerbiedig
gegroet.
In het dorp Maasbracht woei van de meeste
huizen de driekleur. In het kanaal lag een
groot aantal schepen, alle met de vlag in top
en vele gepavoiseerd. Langs een met wimpels
versierde allee werd om 1.35 uur de sluis be
reikt. Op het bedieningshoofd was een pavil
joen opgericht, dat met tapijten, palmen en
bloemen was versierd. De Koningin werd hier
ontvangen door den minister van Waterstaat.
De talrijke gasten hadden zich reeds eerder
op deze plaats verzameld. Onder hen bevond
zich de directeur-generaal van den Water
staat. ir. Ringer en vele andere waterstaats
autoriteiten.
Nadat de Koninklijke familie in het pa
viljoen had plaats genomen, speelde de mu
ziek het Wilhelmus. Vervolgens hield de mi
nister een toespraak, waarin hij o.m. de ge
schiedenis van het ontstaan van het kanaal
memoreerde en hulde bracht aan de uitvoer-
derse van het werk. Aan het einde van zijn
toespraak noodigde hij Prinses Juliana uit de
sluis in dienst te stellen. De Prinses drukte
op een knop. waarop de deuren van het be-
nedenhoofd zich langzaam openden. Onder
het spelen van de muziek stelde de sleepboot
„Fiat Voluntas XVII" zich in beweging en
trok het schip „Cornelia Adrienne" van de
reederij Van Driel in de sluis. De Koninklijke
familie, gevolgd door de gasten, begaf zich
tijdens het vullen van de sluis op den schut-
kolkmuur. Toen de schutkolk was gevuld
openden zich de bovendeuren. Tijdens het
uitvaren van de sleepboot met het schip klonk
wederom muziek en van de schepen stegen
hartelijke hoera's op. Hiermede was de plech
tigheid ten einde.
De Koninklijke familie begaf zich daarna
per auto naar Sittard waar een extra-trein
gereed stond om Haar en de gasten naar de
kolentip in Born te brengen.
Te Born werden de koninklijke gasten ont
vangen door den Minister van Waterstaat. Ir.
J. A. Kalff. Deze zette de belangrijkheid van
dit overlaadstation uiteen dat niet alleen ten
goede komt aan den mijnindustrie, maar ook
aan de consumenten van de kolen.
Op verzoek van den Minister stelde Prinses
Juliana door te drukken op een knop, het
overlaadstation in werking. Een technisch
wonder voltrok zich hierop. Een wagen gela
den met kolen reed van de draaischijf, waar
op hij stond in den kolentip. Nauwelijks was
de wagen daar mechanisch vastgezet of hij
rijst eenige meters in een bak, die vervolgens
een paar meter vooruit gebracht wordt, om
daarna voorover te buigen, waardoor de ge
heele inhoud in een schip, wordt gestort. Op
dezelfde wijze, zonder dat iemand zich feitelijk
met het geval bemoeit, keert de wagon weer
mechanisch terug naar zijn oorspronkelijke
plaats. Den inhoud van een twintigtal wagons
kan in een uur op deze wijze worden overge-
stort.
Onder leiding van ingenieurs gmg de Ko
ninklijke Familie het bedieningshuis bezich
tigen.
Na dat bezoek vertrok de extra-trein weer
naar Sittard. Geestdriftig werden de Konink-
lijkegasten door de gehèelë bevolking uitge
leide gedaan.
DE ZEVEN PROVINCIëN.
OFFICIEREN EN DE ADV. FISCAAL
TEEKENEN APPèL AAN.
SOERABAJA, 7 Mei (Aneta.) Tot dus
ver teekenden ahe officieren van „De Zeven
Provinciën" appèl aan tegen de vonnissen
van den Zeekrijgsraad, behalve de luitenant
ter zee eerste klasse Fels en alle terecht
gestaand hebbende luitenants ter zee derde
klasse. Voorts teekende de Advocaat Fiscaal
appèl aan tegen alle vonnissen, behalve tegen
die van de luitenants ter zee derde klasse.
CHINEESCH KUSTVAARTUIG
OVERVALLEN.
HONGKONG, 7 Mei (V. D.) Zeeroovers heb
ben de bemanning van het Cineesche kust
vaartuig „Taiyi' overweldigd en het geheele
schip geplunderd. Vier leden der bemanning
werden gedood en verscheiden passagiers
werden overboord geworpen en verdronken.
De roovers wisten te ontkomen met een buit
van ongeveer 10.000 dollar.
TWEE DUITSCHE MOTOR
RENNERS VERONGELUKT.
BIJ HET KAMPIOENSCHAP OP DEN WEG.
CHEMNITZ, 6 Mei (V. D.) Bij de z.g. Ma-
rienbergsche driehoeksrace, de eerste wed
strijd voor het Duitsche kampioenschap voor
motoren op den weg, zijn de renners Bertram
Ruebsamen en Hans Zeune doodelijk veronge
lukt.
STORMVOGELS-VETERANENV. O. C.-
VETERANEN (3—3).
Bij beide teams zagen we verscheidene be
kende gezichten, o.a. Snoeks. Heilig, Vos, Kos
ter. Stenzer,, Van Everdingen, Beyers enz.
In de eerste helft was Stormvogels het
meest in den aanval en door toedoen van
Koster, Visser en Snoeks boekten zij zelfs
een 3O-voorsprong.
Na de rust bleek het spelen tegen den wind
in voor de meerendeels in langen tijd niet
gespeeld hebbende Vogels een te zware op
gave.
De steeds weer door Stenger opgestuwd
wordende V.O.C.-voorhoede wist dan ook ge
lijk te maken, zoodat deze prettige ontmoe
ting in een gelijk spel eindigde.