MUZIKANTENLEVEN. DE FINANCIEELE TOESTAND VAN FRANKRIJK LAND- EN TUINBOUW- INVENTARISATIE. De beurs". Over jazz en klas sieke muziek. De moord in den apachenkelder. Met teekeningen van Wladimir Bielkine. Hoe moest nu een ambulant strijkjesmuzi kant in Parijs het aanleggen om een engage ment te krijgen? Eerste vereischte was; lid zijn van het Syndicaat, zooiets als de „Bond" in Nederland. Hier en daar werkten ook wel tersluiks niet-aangeslotenen, maar die riskeer den steeds er uit geknikkerd te worden wan neer de politie de identiteitspapieren kwam controleeren, hetgeen vrij vaak gebeurde. De analphabeet in smoking met zijn trommelstokken. Enkele overlevenden eener vroegere, waar schijnlijk gelukkiger generatie hielden hals starrig vol dat het Syndicaat er ook was om aan zijn leden werk te bezorgen. Misschien was het er voor, maar het deed het niet. Mijn toen malige collega's en ik althans hebben nooit eenigen grond van waarheid in die schoone legende kunnen ontdekken. Neen, de mogelijk heid om werk te vinden deed zich voor op de drie of vier zoogenaamde muzikantenbeurzen. Daarvan was Café Pigalle op de Place Pigalle destijds de belangrijkste. De neger-musici had den hun eigen verzamelplaats, een kleine kroeg in de rue Pigalle. Van 's middags 4 uur tot diep in den nacht hingen in café Pigalle de werkzoekende musici rond. Musici zeg ik, maar TJ moet er onmiddellijk bij weten dat het be grip „artiste musicien" in Frankrijk verbijste rend ruim genomen wordt. Ik heb er een an alphabeet gekend wiens eenige artistieke ta lenten bestonden in het bezit van een smoking en een paar trommelstokken. (De trommel moest hij, indien hij per ongeluk al eens iets te doen kreeg, leenen). Deze heer evenwel was diep doordrongen van de verheven doch tra gische romantiek zijner roeping; telkens als hij met koele wreedheid een fox-trot had ver moord, placht hij ontroerd te zuchten: Ja mijn jongen, het pad van den kun stenaar gaat niet over rozen. De kaartspelers, die zoogenaamd ruzie krijgen. In dat café Pigalle dan maakten de kunste naars onderling kennis, vormden groepjes, spraken over zaken en wonnen voorzichtig in formaties in omtrent eikaars bekwaamheden. Daar kwamen ook de impresario's. „Impresa rio" is het Italiaansche woord voor roofvogel. Althans in Parijs was dat zoo. De eerste im presario, met wien ik te maken kreeg, is nog steeds zijn leven niet zeker. Als ik hem ooit te pakken krijgt, sterft hij alsnog den martel dood. Het was een klein bejaard mannetje, krom van de rheumatiek en tot aan zijn nek in de watten. Mij gaf hij 20 francs per dag „omdat ik het was", jawel, maar toen ik er achter kwam dat de eigenaar van de dancing hem voor mijn prestaties dagelijks 80 francs betaalde, zegde ik mijn engagement op en be gon als een tijger door Parijs te sluipen in de hoop hem ergens op te diepen en hem dan op mijn gemak in stukken te kunnen scheuren. Helaas ben ik nooit op zijn spoor gekomen! Misschien is hij al lang van angst bezweken. Gunstiger waren de vooruitzichten als een der kunstenaars, persoonlijk bekend met een „patron" die een orkest in zijn zaak wilde hebben, op zoek ging naar musici, geschikt om een ensemble mee te vormen. Degene, die de affaire aanbracht, d.w.z. het strijkje of den band vormde, heette chef d'orchestre. Deze uitdrukking plegen wij hier in Holland te ver talen met dirigent en denken daarbij aan Mengelberg e.a. Stel U gerust, zoo'n vaart liep het niet, er viel hoegenaamd niets te dirigee- ren. De chef d'orchestre was alleen maar de voor het ensemble verantwoordelijke man, hij verdiende meer dan de overige orkestleden, on derhandelde met den patron en zorgde voor het repertoire. Het gebrek aan muzikale kennis, talenten en bekwaamheden der heeren met wie ik in het begin van mijn nieuwe loopbaan het ge noegen had te mogen samenwerken, nam vaak zulke schrikwekkende afmetingen aan dat een buitenstaander er zich geen denkbeeld van kan vormen. Zij verdeelden de muziek in twee categorieën: le. Jazz, d.w.z. fox-trots, blues enz. die, zoo als ze door hun plachten gespeeld te worden net zooveel met werkelijken jazz te maken hadden als een zesdaagsehe met de Matthaeus- Passion, 2e. „Du classïque", klassieke muziek, d.w.z. alles wat geen Amerikaansch-gesynco- peerd rhythme vertoont. Van dat „classique" hadden de kunstenaars overigens maar een uiterst vage voorstelling. De Serenade van Toselli viel er onder en dan nog een raar soort muziek die in vervelende zalen gespeeld wordt geen dancings blijkbaar voor menschen die betalen om ernaar te mogen luisteren. Zoo moet er b.v. een zekere Beethoven zijn die dat heel aardig schijnt te doen. Men versta mij wel, ik spreek hier niet van de vaak voortreffelijke musici, die in de groote Parijsche bioscopen speelden, noch van de leden der authentieke jazz-bands, prachtig be gaafde ras-muzikanten. Hebt U Duke Elling ton gehoord en Calloways Cotton Club Or chestra? Neen? Jammer. Doch hier raak ik een allerwege heerschend misverstand aan be treffende jazz en jazz-bands, een onderwerp, waarop ik te zijner tijd rustig en in extenso terug hoop te komen. Ik weet niet wat 's zomers in Parijs erger was, het wandgedierte of de Amerikanen. De wantsen hielden zich tenminste overdag schuil, de Amerikanen nooit. Als hongerige sprinkhanen zwermen ze uit over de stad, namen haar eenvoudig in bezit. Het was weer zinwekkend. Overdag zag je ze over de boule vards krioelen, café's en musea opvullen, de Champs Elysées bedekken, 's nachts streken ze neer op Montmartre, waar ze bij wagon ladingen tegelijk rondgesold werden in groote touring-cars met schreeuwende gidsen, die hun .donker Parijs" lieten zien ad zooveel per man. In 4 tot 8 dagen tijds hadden ze heel Parijs afgegraasd „we 've done Paris" waarna ze vertrokken om plaats te maken voor versche legioenen. Het bedrijven van „donker Parijs" behoorde destijds tot de meest winstgevende industrieën. Een der grootste griezel-attracties was het be zoek aan de „echte" apachen-kroeg. Toeval ligerwijze heb ik eens gedurende een paar dagen een pianist vervangen, die in zoo'n roofhol werkzaam was. Het ding 'lag op een der hellingen van Mont martre en was ingericht volgens de strengste eischen der misdadigheid. Stel U voor een lan gen lagen kelder, half verlicht door suizende gaspitten. Ruwhouten tafels en banken, een smerig buffet; kale muren, stemmig gedeco reerd met onhandig geteekende moord-tafe- reelen, doorboorde harten enz. Een paar sug gestieve gordijnlappen hier en daar en de noo- dige „valluiken" in den vloer maken de illusie volkomen. Tegen half 10 arriveert het personeel, be staande uit „apachen" en „politie-agenten" allemaal rustige dames en heeren, vooralsnog burgerlijk aangedaan in mantelpakjes en col bertjes. Het boeventuig verkleedt en grimeert zich in twee kleedkamers achter het buffet en neemt dan, prijkend in de gepatenteerde apachenuniform, plaats achter de tafels. De uniform bestaat zooals U weet hoofdzakelijk uit vieze petten, roode halsdoeken, schunnige, boordlooze hemden en blouses, gymnastiek schoenen en meer van zulke onmiskenbare attributen der criminaliteit. Ook het orkest (harmonika, piano en slagwerk) is aldus uit gedost. De agenten steken zich in gewone po- litie-uniformen. Tegen half elf worden de strategische po sities ingenomen. De agenten verdwijnen in een aangrenzende ruimte, „Didi la Tueuse", tot 's middags 6 uur vestiaire-juffrouw in een lunchroom. klimt op schoot bij „Gégène, den panter van Montmartre" overdag klerk bij een handelaar in grafkransen en het drama kan beginnen. Als de eerste boordevolle touring-car buiten stilhoudt zitten groepjes apachen met gluipe rige gezichten verwoed te klaverjassen terwijl enkele dansparen rondzwieren op de dreinerige klanken van een „java". De woeste apachendans van „Rooie Jules" „la möme Titine". De panter Gégène flirt met een opvallend chic gekleede bezoekster. Proloog. Aarzelend en een beetje be nauwd komen de Amerikanen binnen, doch als de gids hun fluisterend verzekerd heeft dat er niet het minste gevaar dreigt, gaan ze einde lijk zitten en krijgen duren slechten wijn te drinken, die onmiddellijk na ontvangst be taald moet worden. Eerste B e d r ij f. Twee kaartspelers krij gen plotseling hevige ruzie, vliegen overeind en trekken hun messen. De kastelein komt hardhandig tusschenbeide en smijt ze de deur uit. Een flauwgevallen Amerikaansche wordt bijgebracht, eenige bezoekers maken aanstal ten om de plaat te poetsen, maar worden dooi den gids teruggehouden met de mededeeling dat ze buiten kans loopen door de twee uitge- worpenen beroofd en vermoord te worden. Tweede Bedrijf. „Rooie Jules" en „la möme Titine", volgens den gids een berucht dievenpaar, voeren een woesten apachendans uit. Onderwijl zet panter Gégène de doodelijke Didi van zijn schoot, drentelt langs de tafels en begint te flirten met een opvallend chic ge kleede bezoekster. Derde b e d r ij f. Didi krijscht nu wraak, trekt een revolver en lost een schot op haar elegante rivale. Deze wankelt, slaakt een vree- selijke zucht en drukt dë hand aan haar boe zem, welk pathetisch gebaar een kleine, onder haar japon verborgen, blaas vol donkerroode lijnolie doet knappen, hetgeen de dame in staat stelt neer te zinken in een juweel van een bloedplas. Nieuwe flauwtes, gegil, ver warring. Vierde Be d r ij fDe moedigste bezoekers komen overeind, doch daar vliegt een deur open, zes agenten stormen binnen, revolver in de vuist. Handen omhoog allemaal. Wie beweegt krijgt een kogel! Didi wordt geboeid weggeleid, het „lijk" op een bank gelegd in afwachting van den am bulance-wagen. In vijf minuten is de kelder door de „politie" ontruimd. De Amerikanen, die in eenige dagen tijds Parijs „afgraasden". E p i 1 o o g. De vermoorde gaat niet naar het ziekenhuis, maar naar de kleedkamer om een schocne japon plus nieuwe lijn-olieblaas aan te trekken, want over een half uur moet ze weer doodbloeden! Apachen en agenten komen samen door een achterdeur weer binnen en even later zit het heele stel genoegelijk bier tjes te dringen in afwachting van de volgende zending Amerikanen. Ondertusschen vervoert de eerste touring-car zijn doodsbleeke lading naar de hotels in de binnenstad. Gelet op het feit dat er gedurende de zomer maanden eiken nacht minstens drie voorstel lingen plaats hebben voor een gemiddelde van 40 bezoekers per keer, kunnen duizenden Ame rikanen er zich op beroemen vlak voor hun oogen een „landgenoote" te hebben zien neer schieten in het gevaarlijkste moordhol van Parijs. MUSICUS. t VARKENSEXPORT LOOPT TERUG DAAROM ZULLEN 350.000 BIGGEN UIT DE MARKT WORDEN GENOMEN VOLGENDE WEEK REEDS WORDT ER MEE BEGONNEN Naar ons ter oore komt, worden maatrege len voorbereid door de Nederlandsche Var kenscentrale om een groot aantal biggen uit de markt te nemen. Onze varkensexport is in den laatsten tijd sterk achteruit geloopen en de vooruitzich ten voor de naaste toekomst zijn niet zeer be moedigend. Om deze reden meende de Var kenscentrale tot een maatregel te moeten overgaan, welke van groot effect zal zijn voor de toekomst. Naar verluidt zouden ongeveer 350.000 biggen uit de markt genomen worden. De Varkens centrale zal binnenzeer korten tijd hierme de een aanvang maken. Waarschijnlijk zal dit reeds in den loop van de volgende 'week geschieden. AANKLACHT TEGEN DE „TRIBUNE". Op Zondag 6 Mei vond een vergadering plaats van federatiebesturen en plaatselijke arbeidssecretariaten, aangesloten bij het Na tionaal Arbeidssecretariaat in Nederland, waarbij in een motie stelling werd genomen tegen deh aanval, door de redactie van het dagblad „De Tribune" in het nummer van 24 en 25 April j.l. ondernomen, tegen den penningmeester van het N.A.S., den heer C. Kitz. zin deze motie wordt het volle vertrouwen in den N.A.S.-penningmeester uitgesproken, terwijl een aanklacht bij de justitie wordt aangekondigd tegen den gepleegden smaad. De eventueele proceskosten zullen door het N. A. S. worden gedragen. door GEORGES BONNET, oud-minister van financiën. (De Fransche oud-minister van Financiën, die verleden jaar nog tot de regeering behoorde, geeft in dit artikel een beschouwing over de financïeele saneering van de laatste anderhalf jaar, die voor ons Nederlanders extra-be langwekkend is omdat onze ban ken op een critïek moment f 100 millioen (éen milliard francs) aan Frankrijk geleend hebben. Bonnet is optimistisch, hoewel hij eenige reserves maakt aan het slot van zijn artikel, waarin hij ook de omstandigheden vermeldt, waaronder de leening in Neder land gesloten werd. Red.) Twee jaar geleden, aan den vooravond van de parlementaire verkiezingen van 1932. ben ik in de gelegenheid geweest de aanwijzing te geven, dat het programma van de nieuwe Kamer tot één simpele formule was terug te brengen, nJ. handhaving van den vrede en het herstel van de orde in de door de crisis gedésorganiseerde financiën. En de omvang van het financieele kwaad was van dien aard, dat sedert het debuut van dit parlement de voornaamste bezigheid der Fransche regee ring de saneering van Frankrijk's financieele positie is geweest. Men is dikwijls van oor deel geweest en schijnbaar niet zonder reden dat het verkeerd was zich uitslui tend op de financieele problemen toe te leg gen. Maar .de regeeringen, die elkaar hebben opgevolgd, zijn verplicht geweest zich met de voor haar meest urgente taak bezig te hou den. Een ernstig déficit op de begrooting kan leiden tot een crisis bij de schatkist, die op haar beurt stopzetting der betalingen of in flatie teweeg brengt. In het eene, zoowel als het andere geval riskeert men een politieke en sociale crisis van buitengewoon ernstig karakter. Na de stabilisatie van den franc en de daorop volgende periode van welvaart zijn de budgetaire uitgaven toegenomen. Van 45 mil liard. 366 millioen in 1929 stegen tot meer dan 55 milliard 467 millioen in 1932, dat is dus in drie jaar tijds een toeneming van tien milliard aan uitgaven. En van 1932 af. toen het economische leven door de crisis verzwakt was, daalden de inkomsten. En hierdoor daal de de belastingopbrengst van 46 1/2 milliard in 1929 op 38 1/2 milliard in 1932, hetgeen dus een vermindering van 8 milliard beteekent. Constante verhooging der uitgaven en voortdurende daling der inkomsten moesten een deficit zonder weerga in de Fransche ge schiedenis met, zich meebrengen. Op het mo ment, dat de Fransche kamers de begrooting van 1933 onder oogen kregen, bevond de mi nister van financiën zich tegenover een te kort van 15 milliard, vertegenwoordigende meer dan 3 milliard goudfrancs, of wel bijna een compleet budget van vóór den oorlog. Onmiddellijk zetten regeering en parlement zich aan het werk. Laten wij even snel de voornaamste feiten aanduiden. In 1932 be zorgden drie wetten, in Juli, September en December in stemming gebracht, 4 1/2 mil liard aan bezuinigingen of inkomsten. In 1933 hebben verschillende wetten onder de regee ringen van Daladier en Chautemps de uit gaven met meer dan acht milliard doen ver minderen. Gedurende het jaar 1933 is een aanmerkelijke verbetering in de positie van de schatkist ingetreden. Men heeft bij herha ling den dramatischen toestand beschreven, waarin de financiën zich aan het begin van Februari 1933 bevonden, het tijdstip, waarop er een tekort van 10 1/2 milliard was op een begrooting, waarover de debatten nog niet begonnen waren. De schatkist, waarvan alle middelen uitgeput waren, moest rekening houden met schulden, die voor de komende vier maanden 12 milliard francs beliepen! Toch werden in den loop van het jaar 1933 alle schuldenregelmatig afgedaan.; de aflos sing van het te Londen verkregen crediet geschiedde voordat de termijn verstreken was de leening uitgeschreven in Jan. 1934 werd een volledig succes, ondanks een intensieve politieke agitatie; en bij het begin van Fe bruari 1934 had de schatkist meer dan twee milliard in kas, een volkomen gezonde toe stand, zooals mijn opvolger Francois Piétri dat in het openbaar constateerde. De leening van Januari 1934 had zelfs, dank zij de hervatting van de staatsfondsen in den loop van December 1933, uitgeschreven kun nen worden tegen een koers, die veel voordee- liger voor den staat was, dan bij het vorier beroep op het crediet. Maar ondanks die belangrijke poginger bleef er een begrootingstekort van niet min der dan ruim drie milliard over. En in den loop van de maanden Februari en Maart, toen de agitatie rondom de loopende zaken er toe bijgedragen had de positie der finan ciën te verergeren, moest de regeering in Maart een leening in Nederland sluiten om aan de meest dringende schulden tegemoet te komen. De situatie was ernstig. Germain Martin, die met moed de zoo moei lijke en ondankbare taak van minister van financiën op zich opgenomen had, besloot door middel van verordeningen waartoe hij het recht had bezuinigingen in te voeren, bedoeld om het evenwicht op de begrooting te herstellen. De verordeningen van 4 tot 14 April 1934 leveren de eene 2 milliard 760 mil lioen en de andere 1 milliard 200 millioen aan verminderingen van uitgaven op, dus in totaal 3 milliard 900 mililoen. Toch moeten die cijfers niet uitsluitend worden toegeschreven aan de middelen, die door de voorafgaande regeeringen zijn aan gewend. Sommige bezuinigingen van April '34 zijn in werkelijkheid dezelfden als die, welke vroeger door de Kamers waren gevoteerd. Zoo is bij de wet van April 1933 275 millioen op de salarissen bezuinigd en bij de verorde ning van 4 April 1934 360 millioen; maar deze laatste trok de schikkingen van Decmber 1933 weer in. De winst is dus slechts ongeveer 100 millioen. Op dezelfde manier kwam de admi nistratieve hervorming reeds voor 300 mil lioen op de wet tot herstel der begnöoting voor. In totaal en als men vermijdt dezelfde din gen twee keer te tellen, kan men de nieuwe bezuinigingsmiddelen, die door de jongste de creten gevonden zijn, op iets meer dan twee milliard schatten. Het schijnt dus, dat men zich voortaan vrij dicht bij het begrotings evenwicht zal bevinden; mits de inkomsten niet dalen. Het is het geheele probleem van de ontwik keling der crisis, waarvoor men zich thans ge plaatst ziet. En de factoren van dat vraagstuk zijn voor Frankrijk precies dezelfde als voor de andere landen. Zullen de kapitalen, die zoo lang opgepot werden, uit hun schuilhoeken te voorschijn komen om het nationale huishou den weer naar boven te helpen? Zal men een bevredigende oplossing weten te vinden voor een zoo dringende kwestie als dat van het ko ren, waarvoor de producenten geen afzetge bied kunnen vinden, ondanks al hun pogin gen? Hier staan wij voor uiterst moeilijke vraagstukken. Maar laten wij ons op dit oogenblik op het financieele gebied houden. Laat ons dus met vreugde constateeren, dat het gat van het be- grootingstekort der laatste jaren door ge slaagde pogingen voor een groot deel gevuld is. En als onmiddellijk gevolg van die verbe tering in de financieele situatie keert het ver trouwen weer: de franc staat stevig op alle markten en het geheel der Fransche waarden kenmerkt zich een opmerkelijke stijging. .(Nadruk verboden.) Van 14 Mei tot 1 Juni. Bij niet-medewerking kans op tucht rechtelijke vervolging. Voor de uitvoering van de steunmaatregelen welke ten behoeve van den land- en tuin bouw worden genomen, zal in het tijdvak van 14 Mei tot 1 Juni a.s. een algemeene inventarisatie van den land- en tuinbouw worden gehouden. Deze telling zal omvatten alle gewassen, welke in den land- en tuinbouw worden geteeld en tevens de onderscheidene vee soorten (rundvee, varkens, paarden, scha pen, hoenders, eenden), welke op de land en tuinbouwbedrijven worden gehouden, in tegenstelling met vorige tellingen, die op afzonderlijke onderdeelen van het" land- en tuinbouwbedrijf betrekking hadden, zal deze telling zooveel mogelijk het geheele bedrijf omvatten, hétgeen voor de uitvoering van de bedoelde steunmaatregel noodzakelijk wordt geacht. Het ligt in de bedoeling, dat de Landbouw crisis-Organisatie, die in iedere provincie is ingesteld, de uitvoering van de telling in haar gebied zal regelen. Hiertoe zullen door deze organisaties tellers worden rondgezon den, die ter zake kundig zijn en die de ver zamelde gegevens op de daarvoor bestemde formulieren zullen invullen. De betrokken land- en tuinbouwers zul len na het verstrekken van de gegevens, deze met hun handteekening dienen te be krachtigen. Weigering om de gevraagde gegevens te verstreken of om het formulier dat overeen komstig gedane opgaven is ingevuld te on derteekenen. stelt den betrokken land- of tuinbouwer bloot aan tuchtrechtelijke ver volging. Tegelijk met de formulieren, welke de ge gevens voor de inventarisatie zullen bevatten zal aan de land- en tuinbouwers, ter onder- teekening voorgelegd worden een aanvrage, waarbij het verzoek wordt ingediend als ge organiseerde bij een der provinciale Land bouw-Crisis-Organisaties te worden toegela ten. Deze aanvrage zal ingediend moeten wor den door alle land- of tuinbouwers, die een bedrijf uitoefenen, ten aanzien waarvan bij Regeeringsmaat-regel als voorwaarde ge steld is of zal worden aansluiting als geor ganiseerde bij een der bovengenoemde pro vinciale Landbouw-Crisis-Organisaties. Als zoodanig kunnen reeds genoemd wor den: 1. de varkenshouderij; 2. de rundveehouderij; 3. de teelt van aairdappelen; 4. de teelt van tarwe, rogge, gerst, haver, peulvruchten etc. 5. de tuinbouw; 6. de pluimveefokkerij; 7. de vlasteelt; 8. de boo men- en bloementeelt; 9. de suikerbietenteelt. De bijzondere aandacht wordt er op ge vestigd, dat het reeds zijn van aari'ges'fiStfene bij één of meer Centrale Crisis-organisaties of bij één of meer Gewestelijke organisaties andere dan de hiervoren vermelde provin ciale Landbouw-Crisis-Organisaties, de nood zakelijkheid tot aansluiting als georganiseer de bij deze laatste organisaties niet doet ver vallen. Ieder, die een der hierbovengenoemde be drijven uitoefent, zal, wil hij in staat gesteld worden zijn bedrijf voort te zetetn. een aan vrage tot toelating als georganiseerde bij een der nieuwe provinciale Landbouw-Crisis- Organisaties moeten indienen. Mocht de betrokken land- of tuinbouwer hieraan niet voldoen, dan zal deze van de steunmaatregelen, welke ten behoeve van ziin bedrijf worden getroffen, uitgesloten blijven. POPPENTENTOONSTELLTNG IN DEN HAAG GEOPEND DOOR PRINSES JULIANA Dinsdagavond heeft in de Gothische zaal in de Paleisstraat te 's Gravenhage de ope ning plaats gehad van de Internationale Poppententoonstelling, welke ten bate van de tuberculosebestrijdig in Nederland en in Nederlandsch Oost-Indië is georganiseerd. Nadat mevr. van Lier Enthoven en minis ter Slotemaker de Bruine het woord hadden gevoerd, trad Prinses Juliana naar voren. De Prinses verklaarde gaarne te hebben vol daan aan de uitnoodiging om deze tentoon stelling te openen, waarbij zij er aan her innerde dat het comité een droevige pro fetische gedachte heeft gehad, toen het de kleindochter uitnooaigde van iemand, die jaren lang zooveel heeft gedaan voor de tuberculosebestrijding. Moge de groote ar beid van het comité, zoo besloot zij, met groot succes bekroond worden. De Prinses verklaarde daarna de tentoonstelling voor geopend. JAPANSCHE PERS ZIET GEVAAR. NED.-INDISCHE ONDERHANDELINGEN BELANGRIJKER DAN Dl'. MET ENGELAND Reuter meldt uit Tokio, dat de pers zich meer dan met het Engelsche memorandum over de Japansch-Engelsche handelsbetrek kingen bezig houdt met de Japansch-Ned. Indische onderhandelingen. Hierbij staan Ja- pansche exporten, verleden jaar ter waarde van 150 millioen yen, op het spel. Deze uitvoer is in gevaar, omdat een goed opgezet plan voor wederkeerigen goederenruil ontbreekt. De Japansche bladen wijzen dan verder op de te Batavia te houden conferentie. Japan wil betere voor waarden. Het Japansche kabinet heeft den consul- generaal te Batavia, dr. Nagaoka, opdracht gegeven met de Nederlandsch-Indische auto riteiten onderhandelingen te openen, ten ein de de toepassing der invoercontingenteerin- gen stop te doen zetten, of althans voordee- liger bepalingen te verkrijgen. Benoeming Japansche delegatie. V.D. meldt uit Tokio: Het Japansche kabinet heeft Dinsdagmid dag tot leden van de delegatie, die Japan zal vertegenwoordigen bij de Nederlandsch-In- disch- Japansche handelsbesprekingen, die op 4 Juni te Batavia zullen aanvangen, be noemd den voormaligen Japanschen ambas sadeur in Frankrijk, Haruichi Nagaoka, en den Japanschen consul-generaal te Batavia, Saikhiro Koshida.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 2