HET NIEUWE AVONDBLAD
Wantoestanden in het Visscherijbedrijf
19e JAARGANG No. 161
MAANDAG 14 MEI 1934
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN: 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodxa zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepuoliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000.bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bi, verlies van
een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim, 150.— bij verlies van
een wijsvinger; 100.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— Dij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge var, spoor-, tram- of autobusongeval; 5000— bij overlijden van man en
vrouw belden; 3000— bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over
lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge' hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te
Schiedam.
De Stugge Strijd.
De achttiende Mei, Volkenbondsdag, nadert
en de activiteit die de anti-oorlogsactie toont
bewijst wel dat zij niet ontmoedigd raakt als
de gebeurtenissen ongunstig zijn en de wind
niet mee is. Het verheugt mij dat vooral de
vrouwenorganisaties zoo buitengewoon werk
zaam zijn, waarvan de than5: in De"
gehouden dried aagsch.e Studieconferentie
getuigde en waarvan straks de Stille Rond
gang een nieuw bewijs zal geven. Op Donder
dagavond 17 dezer wordt het „Haarlemsch
Vredescongres" gehouden in de Gemeentelijke
Concertzaal het product van samenwer
king van vele vredesvereem gingen en of-dee-
lingen van groote politieke partijen te
Haarlem.
Eén spreekster, mevrouw Ramondt-Hirsch-
man. die de voornaamste organisatrice is van
de Studieconferentie in Den Haag, en vier
sprekers: pater prof. Timmer, de heer M. A.
Reinalda, dr. E. van Raalte en ds. K. H. Mis-
kotte zullen het woord voer.en. Vertegenwoor
digers van verschillende geestesrichtingen,
niettemin allen bezield door de overtuiging,
dat zij moeten doen wat zij kunnen om de
ergste ramp, die deze wereld bedreigt, te ver
hoeden. Die groote samenwerking van alle
lagen en richtingen der bevolking, die eisch is
om den strijd te kunnen winnen, zal op deze
vergadering opnieuw worden gesymboliseerd
zeker ook in den heerlijken zang van Annie
Woud, wier keuze van liederen op dezen avond
afgestemd zal zijn. Ik hoop en verwacht dat
de Concertzaal tot de laatste plaats bezet zal
zijn.
Al dit getuigen is goed en noodzakelijk,
maar ook wordt in de anti-oorlogsactie naar
nieuwe wegen gezocht. Het is treurig, zoo ge
ring als de geldmiddelen zijn, waarover zij
beschikt. Ik geloof dat dat veranderen moet,
en spoedig, niet alleen omdat geld macht be-
teekent maar ook omdat het afdoende bewij
zen zal dat de immer-groeiende menigte, die
de anti-oorlogsactie steunt, tot materiëele
offers bereid is. Geen enkele groote beweging
in de wereld heeft zich ooit tot een interna
tionale macht kunnen verheffen zonder de
uitgesproken offerzin van haar aanhangers.
Er zijn terwille van de anti-oorlogsactie
in den loop der jaren en in vele landen reeds
talrijke offers gebracht ,en zij worden nog
gebrachö. Velen hebben voor hun overtuiging-
met tijdelijk verlies van hun vrijheid moeten
boeten. Men kan het met hun inzichten om
het doel te bereiken eens zijn of niet, maar
bewondering voor hun persoonlijke opoffering
kan men hun niet ontzeggen. Vele anderen
getroosten zich stuggen arbeid voor het groo
te doel, vele teleurstelling, vaak hoon van
dat soort lieden dat niets begrijpt waarmee
geen geld te verdienen is of persoonlijke ij del
heid te bevredigen. Maar het offer van enke
lingen is niet voldoende. De actie begint het
stadium te bereiken waarin zij met succes
haar beroep op den materiëelen offerzin van
de massa moet kunnen doen.
In deze rubriek heb ik onlangs geschreven
over de zakelijke oorlogsbestrijding", zooals
die reeds in Amerika met succes wordt toe
gepast. Businessmen hebben er zich voor ge
ïnteresseerd, iedere dollar, aan advertenties
besteed waarin om geld wordt gevraagd brengt
zijn 100 dollar aan bijdragen op, en technici
hanteeren het machtige wapen der moderne
reclame in dienst der oorlogsbestrijding. Dat
is een sterke nieuwe koers. Ik heb al ver
scheidene zakenmenschen gesproken die hun
medewerking voor een dergelijke actie heb
ben toegezegd; het is naar mijn meening
slechts een kwestie van tijd wanneer zij ook
in ons land, en in Europa, tot werkelijkheid
zal worden.
Die tijd te verspillen met het scheppen van
nuttelooze tegenstellingen in het „hoe en
wat en waarom", en in bittere beschuldigin
gen tegen bepaalde groepen der bevolking
baat niets. De huidige periode, hoeveel naars
en laakbaars zij ook moge opleveren, ken
merkt zich in elk geval door een groeiend be
wustzijn dat meer eenheid en samenwerking
vereischt worden. Als de anti-oorlogsactie
met dit besef haar voordeel weet te doen, dit
getij weet te baat te nemen om haar rangen
te versterken en vereenigen, zal zij er wel bij
varen. Tenslotte is niet de hoofdzaak hoe
men strijden moet, maar het bereiken van
het doel. Dat wordt maar al te vaak verge
ten. Principes en rechten zijn zeer schoon;
het hoofddoel is evenwel te voorkomen dat
er een oorlog uitbreekt. Anders eindigen wü
allen zooals jonathan Gray, die in zijn auto
(of op zijn fiets, of motorfiets, of misschien
wel te voet) onrecht ondervond op den weg,
zijn recht tot eiken prijs wou handhaven en
ten grave daalde als overbodig martelaar.
Laat ons niet zijn nuchter-Engelsch graf
schrift verwerven
R. P.
„Here lies the body of Jonafthan Gray,
Who died in defending his right of way.
He was right, quite right as he sped along
But he's dead, as dead as if he had been
wrong.
IJMUIDEN
DANKBARE ZANGERS.
Jet mannenkoor „De Eendracht", dat op
het op Hemelvaartsdag te Zutfen gehouden
concours zulk een groot succes oogstte, zal
Dinsdagavond a.s. in Concordia den directeur
A. van Dijk in verband met dit succes huldi
gen. Voort': zal na afloop een serenade wor
den gebracht aan den beschermheer den
heer J. Smit, procuratiehouder der N.V. van
Gelder Zonen.
Het rapport der
commissie voor werkverruiming onder de loupe.
Uitlatingen, waarop wel wat valt
aan te merken.
„Het visscherijbedrijf kenmerkt
zich ten onzent door een vrijwel
niet beheerschte productie en een
volkomen onmacht ten aanzien
van den afzet".
Het bovenstaande kan men lezen in het
rapport van de Rijkscommissie voor Werk
verruiming. voorzitter de heer Weiter, uitge
bracht aan den voorzitter van den minister
raad.
Het zijn merkwaardige beschouwingen,
waartoe bedoelde commissie is gekomen, be
schouwingen, waarvan men nu juist niet kan
zeggen, dat ze voortkomen uit den mond van
een vleienden hoveling. Integendeel, zouden
het getuigenissen zijn van de waarheid, dan
zou men hier kunnen -spreken van harde
waarheden. Er is echter op wat de commissie
in haar rapport over het visscherijbedrijf
meent te moeten zeggen nog al het een en
ander aan te merken. En dat is heel jammer.
Een commissie, die door de regeering is aan
gewezen om haar wegen aan te wijzen, die
zouden kunnen leiden naar een ruimere werk
gelegenheid, dient in haar beoordeeling van
de toestanden, in haar aanmerkingen, haar
wijzen op fouten, uiterst objectief en.so
ber te zijn. Gaat zij in haar beschouwingen
.van de algemeen verbreide, maar desondanks
onjuiste meening uit, dat er niets, maar dan
ook niets goeds van het bedrijf te zeggen valt.
dan zal zij er bij voorbaat van verzekerd kun
nen zijn. dat haar rapport den weg opgaat
van zoovele andere rapporten, die over het-
vissoheriibedrlif in IJmuidën het licht heb
ben gezien. Want' een res-eering, wier grootste
zorg het is. bedrijven, die door de crisis met
den ondergang worden bedreigd, overeind te
houden, zal zich wel tweemaal beraden eer
zij zich gaat bemoeien met een bedrijf, dat
volgens de meening der commissie feitelijk
onder curateele gesteld dient te worden. Want
dit is toch de strekking van de conclusie:
„Reeds nu worde een leider aangesteld, dis
organiseerend kan optreden ter uitvoering
van de (hierboven) als wenschelijk aangege
ven maatregelen".
Mag aan den eenen kant hetgeen de com
missie over het bedrijf meent te moeten op
merken niet door den beugel kunnen, aan
den anderen kant sluite men de oogen niet
voor de fouten, die het bedrijf ongetwijfeld
aankleven.
De uitlating uit het rapport waarmede wij
dit artikel zijn begonnen, is in zekeren zin
juist. De productie is niet beheerscht, ten
minste niet organisatorisch. Zij wordt alleen
beheerscht door de conjunctuur, door de
vraag. Maken de booten goede besommingen,
dan kan men verhooging der productie ver
wachten, in het tegenovergestelde geval zul
len er booten uit de vaart worden genomen
en zal dus de productie worden verminderd.
Men diene hierbij echter niet over het
hoofd te zien, dat niets zoo moeilijk is als
het beheerschen van de productie van het
visscherijbedrijf. De steenkolenproductie kar
men regelen door het indienst nemen van
een zeker aantal arbeiders meer of minder,
de tarweproductie kan men regelen door een
regeling van den uitzaai enz. Maar zoo gaat
het niet bij de visscherij. Zeker, men kan,
wanneer men de productie wil verminderen,
een aantal trawlers uit de vaart nemen; maar
dan is men er nog lang niet zeker van, dat
het gewensehte resultaat bereikt wordt. Het
is bij de visscherij niet uitgesloten, dat in
een bepaalde maand door 40 trawlers meer
visch wordt aangebracht, dan door zestig
trawlers in een maand daarvoor.
Onmacht ten aanzien van den afzet? He
laas, maar al te waar. Wijs ons, oh commis
sie den weg, die leidt naar een middel, om
hierin verandering aan te brengen. Indien gij
hiertoe bij machte waart, wij zouden u gaarne
al het kwaads dat u over het visscherijfoedrijf
hebt gezegd, willen vergeven.
Even moeilijk het is, de productie te be
heerschen. is het, den afzet te bevorderen.
Van verschillende zijden zijn reeds middelen
daartoe aangegeven, als het bevorderen van
het vischgebruik in de kazernes, in de ge
vangenissen, de ziekenhuizen enz. D.it kan
alleen geschieden, wanneer het gebruik van
visch in dergelijke inrichtingen verplichtend
wordt gesteld. Men zou ook het vischgebruik
kunnen bevorderen door de kippen het eieren
leggen te verbieden, door het blikvleesch uit
de consumptie te nemen. Dit gebeurt wei-
licht- spoedig, maar daarvoor komen de 350000
biggen, die mceten worden „opgeruimd" waar
schijnlijk in de plaats.
Wij achten de uitlating, aan het begin van
dit artikel afgedrukt verre van gelukkig.
Maar het is niet de eenige slak, waarop we
zout willen leggen.
„De te IJmuiden gebruikte trawlers bevinden
zich voor het overgroote deel in allerdroevig-
sten staat. Bij aankoop waren deze tweede-
handsch booten reeds tien a twaalf jaar oud;
sommigen zijn reeds meer dan dertig jaar in
de vaart.
Er is nagenoeg geen ontwikkelingsgang naar
moderner bedrijfsmethode merkbaar. Bijna
geen trawler heeft radio aan boord; vele ree-
ders zijn niet zaakkundig, zoodat in 1931 tot
1932 niet minder dan 40 reederijen failliet
gingen."
Ook deze uitlating, ontleend aan het rapport,
is voor een groot gedeelte juist. Het is een feit,
dat de vloot van IJmuiden grootendeels be
staat uit tweedehandsch booten. Dat de trawlers
zich voor het overgroote deel in allerdroevig-
sten staat bevinden is wat al te pessimistisch.
Er zijn gelukkig nog reederijen, die haar boo
ten behoorlijk onderhouden: Vem, Marezaten,
Mij. Petten, fa. Erenst en Weisman, zijn alle
reederijen, die steeds goed voor hun schepen
hebben gezorgd. Het spreekt vanzelf, dat die
trawlers, die in twee jaar niet naar zee zijn
geweest en al dien tijd in de Haringhaven
werkeloos hebben gelegen, zich in een aller-
droevigsten staat bevinden, maar dit kan na
tuurlijk niet anders. De booten, welke in de
vaart zijn, zijn behoorlijk zeewaardig. Natuur
lijk worden dure reparaties in verband met de
slechte resultaten, die het bedrijf oplevert, zoo
veel mogelijk vermeden.
Het is de fout van de commissie, dat zij te
veel generaliseert. Maar dat de beschuliging
inzake het slechte onderhoud allen grond mist,
zouden we niet durven zeggen. De wijze waar
op een groot aantal reederijen tot stand zijn
gekomen is de oorzaak geweest, dat schepen,
die bij aankoop al vol gebreken waren, binnen
eenige jaren slechts met kunst en vliegwerk
naar zee konden 'worden gebracht. Het her
haaldelijk voorkomen yan machine- en ketel
defecten, kapotte winches enz. is natuurlijk
ook de commissie niet onbekend gebleven.
Dat er geen ontwikkelingsgang naar moder
ner bedrijfsmethoden merkbaar is en bijna
geen trawler radio aan boord heeft mag tot
\*oor eenigen tijd juist geweest zijn; maar als
de commissie, voordat zij haar rapport uit
bracht, nog even in Ij muiden poolshoogte was
komen nemen, zou zij dit zeker niet hebben
neergeschreven. Als men onder „radio" ver
staat een radio-ontvangtoestel, is het heele-
maal onjuist. Zulke toestellen zijn op de meeste
trawlers aanwezig, niet sedert vandaag of gis
teren Radio-zendtoestellen (een kostbare ge
schiedenis) zijn er men heeft het in de
IJmuider Courant van j.l. Zaterdag kunnen
Groote gebieden var Noorwegen hebben te lijden van overstroomingen,
veroorzaakt door het zeer snelle smelten van de sneeuw. Op tal van plaatsen is
groote schade aangericht.
lezen, thans op nagenoeg alle schelvischbooten,
die er van de vloot van IJmuiden in de vaart
zijn. Binnenkort zijn er ongeveer 20 trawlers
met een radiozender aan boord.
De groote fout van de commissie is, dat zij
den noodtoestand in het bedrijf toeschrijft
aan de gemaakte fouten en de wantoestanden,
immers: „vele reeders zijn niet zaakkundig,
zoodat in 1931 en 1932 niet minder dan 40
reederijen failliet gingen".
Dit is een onjuist standpunt. Een kind kan
begrijpen dat ook wanneer de vloot van IJmui
den voor 100% uit de modernste trawlers had
bestaan, beheerd door de zaakkundigste reede
rijen, het mis zou zijn geloopen. als gevolg van
den gedecimeerden export.
„De gedwongen leverings- en afnamencon-
tracten met ijs- en kolenleveranciers veroor
zaken abnormaal hooge prijzen. De schepen
zijn slecht onderhouden, het technisch- en dek
personeel is veelal van middelmatige be
kwaamheid en een der gevolgen hiervan is,
dat de assurantie-premies vaak tien a 20 pet.
bedragen. Ook het „wegbrengen" van schepen
beïnvloedt dit percentage. De commissie ver
gelijkt hiermede de coöperatieve verzekering
in Vlaaröingen, die slechts drie pet. premie
heft."
Hier komen we aan een teer punt, de kwes
tie van het aan handen en voeten gebonden
zijn van reederijen aan kolenleveranciers, ijs
fabrieken. Jammer, dat ook hier de commissie
geen uitweg schijnt te weten,.althans zij raakt
deze kwestie in haar conclusies niet aan. En
er is niets, dat zoozeer naar een oplossing
vraagt als deze kwestie. Van een saneering
van het bedrijf kan geen sprake zijn, wanneer
niet een volkomen onafhankelijkheid der ree
ders van hunne leveranciers is tot stand ge
komen. Zoo ergens, dan is hier de interventie
van de regeering op haar plaats, bijvoorbeeld
door het verstrekken van credieten aan die
reederijen waarvan verwacht mag worden, dat
zij voor het overige alle mogelijkheden bézit
om het bedrijf met kans van succes uit te
oefenen, welke credieten dan zouden moeten
dienen om hunne oude schulden te regelen.
Hierbij zou natuurlijk een scherpe selectie
moeten worden toegepast, opdat men de zeker
heid heeft, dat het verstrekken van zulke
credieten het in de vaart brengen of blijven
van de betrokken trawlers tengevolge heeft.
Een andere teere kwestie is die der „middel
matige bekwaamheid" van het .technisch- en
dekpersoneel".
Ook hier begaat de commissie de fout, dat
zij teveel generaliseert. Wij zouden niet dur
ven ontkennen, dat er op de vloot menschen
varen, die niet voor hun taak berekend zijn.
Het is nog niet zoo lang geleden, dat een boot,
die naar de Westkust moest, den Theemsmond
voor het Engelsch Kanaal hield! En meer van
die dingen zijn er gebeurd. Maar het gros van
onze schippers, machinisten, stuurlui enz. be
staat uit ervaren zeelui, die dikwijls onder de
moeilijkste omstandigheden hebben getoond,
voor hun taak berekend te zijn, die meermalen
hebben bewezen, niet alleen goede visschers,
maar ook goede navigators te zijn. En dan
mogen we zeker nog wel even herinneren aan
de goede resultaten die er den laatsten tijd op
de Visscherijschool behaald worden. Bovendien
is hier maar één schuldige, n.l. de regeering,
die nog steeds niet de verplichte examens
heeft ingevoerd.
De kwestie der verzekeringspremies, waar
over we vroeger reeds het een en ander heb
ben geschreven, is een der weinige zaken,
waarvan het rapport een aannemelijke oplos
sing geeft: het sluiten van een casco-verzeke
ring bij de centrale wetgevers-risicobank onder
garantie van den staat.
Inderdaad, de veel te hooge premies zijn een
zware handicap voor het reederijbedrijf en al
zal men vooralsnog geen verzekeringen voor
3% kunnen afsluiten zooals bij de „onderlinge"
in Vlaardingen (met vergete niet, dat hierbij
geen trawlers verzekerd zijn, doch minder
risico opleverende haringschepen), het behoeft
bij een behoorlijken gang van zaken toch niet
noodig te zijn. dat premies van 10% en meer
worden betaald. Ook al zou een wijziging in de
wijze van verzekering niet tot stand komen,
dan zou, wanneer de conclusie: het uit de
vaart nemen door aankoop voor sloop van een
aantal der oudste schepen, werd aanvaard en
een zeker aantal oude cavaljes voor altijd be
let worden, het risico van de verzekerings
maatschappijen te vergrooten, de premie wel
automatisch naar beneden gaan. Het zijn
juist deze oude schepen, die het risico en dus
ook de premie omhoog voeren. Dat het per
centage door het wegbrengen wordt beïnvloed
lijkt ons niet erg waarschijnlijk. Na het be
wuste wegbreng-tijdperk onder oorlogspsycho
se, is het aantal bewezen gevallen van weg
brengen tot een enkel beperkt.
In de conclusiën van het rapport komen
nog eenige vaagheden voor. die wellicht in een
toelichting nader zijn omschreven. „Een begin
tot organisatie van de betrokken bedrijfsgroe
pen dient te worden gemaakt". Heel duidelijk
is dit niet evenmin als: Ten. behoeve van den
export van tongen naar Frankrijk dient een
tongencentrale in het leven te worden geroe
pen, waardoor zoowel reeders als expediteurs
(bedoeld wordt waarschijnlijk „exporteurs")
zullen worden gebaat. Hoe deze tongencentrale
zal werken blijft voorloopig onomschreven.
Neen, wij kunnen geen onverdeelde bewon
dering voelen voor het werk dezer commissie,
evenmin als voor haar rapport, waarin nog de
enormiteit gevonden kan worden, dat het vis
scherijbedrijf te IJmuiden, ondanks het voor
deel, gelegen in de afsluiting van de Zuiderzee,
in een kwijnenden toestand verkeert.
S. B.
DE VISCHAANVOER IN OSTENDE.
Gedurende de eerste vier maanden werd
n Osiende aangevoerd een hoeveelheid van
13,409.374 K.G. zeevisch, ter waarde van
25,920.000 fr. Hiervan werd aangevoerd van
de kust 159.765 K.G., waarde 142,505 fr., van i
de Noordzee-Zuid 8,863,659 K.G., waarde
11.362.916 fr.. van de Noordzee-Oost 477,835
K.G., waarde 2.634.000 fr., van de Noordzee-
Noord 368,309 K.G. waarde 1,239.008 fr., van
het Kanaal 124.175 K.G., waarde 402,803 fr.
van het Kanaal van Bristol 1,596.479 K.G.
waarde 5.549,391 fr.. van de Moray Firth
219,478 K.G., waarde 800.750 fr., van Ierland.
307,155 K.G.. waarde 962,350 K.G., van West-
Schotland 578.592 K.G. waarde 1,034.129 fr.,
van IJsland 527,495 K.G.. waarde 1,095,509 fr.
en van Spanje 186.432 K.G., waarde 696.754
francs.
RADIOVERBINDING MET SCHEPEN
Ds navolgende schepen zijn Maandag 14 Mei
1934 radiotelegrafisch te bereiken via hefc
kustsüation Scheveningen Radio.
Alchiba, Alcyone, Alphacca. Alpherat. Ba-
loeran, Crijnssen. Dempo, Joh. v. Oldenbar-
nevelt, Kota Agoeng, Kota Nopan. Kota Tjandi,
Mam, v. St. Aldegonde, Orania. Oranje Nas
sau, Poelau Laut. Poelau Roebiah. van Rens
selaer, Sibajak, Veendam, Zeelandia.
Behalve bovengenoemde passagiersschepen
zijn de meeste Nederlandsche vrachtschepen
eveneens via Schevenmgenraidio te bereiken.
PROPAGANDA-AVOND ST. ODILIA.
In het Patconaatsgebcuw hield de afdee-
ling Velsen van den R.K. Blindenbond St.
Odilia een propaganda-avond. Rector Timp
sprak een openings- tevens opwekkingswoord,
teneinde de belangstelling voor het mensch-
lievend werk, dat St. Odilia nastreeft, leven
dig te houden en financieel 'te steunen.
Het muzikale gedeelte van het programma
was in handen van den musicus H. J. Arisz,
wiens beide ensembles, n.l. Santnoort-'s Ge
mengd Dubbel Kwartet en het Dubbelmannen-
kwartet Caecilia uit IJmuiden-Oost- de aan
wezigen vergast hebben op sraaltjes van hun-
kunnen o-p vocaal gebied, die groote bewon
dering afdwongen.
De Haarlemsche humorist de heer G. dei
Vos zorgde voor de n-ote gale van den avond.
In de pauze werd evenals vorige jaren, een
fiets verloot, die door den blinden rijwielre
parateur. de heer du Pau. tijdens deze propa-
gandabijeenkomst gemonteerd was.
DE AFSLUITING VAN DE
CORVERSLAAN.
MOEILIJKHEDEN VOOR DE PAPIER
FABRIEK DOOR KANAALVERBREEDING.
In ons blad van Zaterdag hebben wij reeds
gemeld, dat B. en W. voornemens zijn, den
gemeenteraad voor te stellen, het gedeelte
van de Corverslaan van de Eendrachtstraat
af tot den spoorweg VelsenUitgeest af te
sluiten.
Naar wij vernemen is dit voorstel een uit
vloeisel van een verzoek van de directie van
de papierfabriek, gericht aan het gemeente
bestuur, om dit gedeelte van de Corverslaan
aan haar af te staan. In verband met de
plannen van den Rijkswaterstaat tot verbete
ring van het Noordzeekanaal zal de papier
fabriek aan den kanaaloever opslagterrein
moeten afstaan ten behoeve van de kanaal-
verbreeding. De directie zal daarvoor haar
fabriek aan de Noordzijde moeten uitbreiden,
waardoor het bezit van de Corverslaan, dat
de fabrieksterreinen in tweeën snijdt, voor
haar van veel belang is, terwijl de Corvers
laan haar beteekenis als verbindingsweg zal
verliezen door het graven van een nieuwe
haven.
B. en W. hebben zich bereid verklaard, den
weg voor f 12.500 in eigendom aan de papier
fabriek over te dragen, onder voorwaarde,
dat de Eendrachtstraat in verbinding wordt
gebracht met de Walravenstraat.
„BLOEMOORO" IN VEILING.
Woensdag 30 Mei a.s. zal in Hotel De Prins
het bekende Café Bloemoord met bioscoop,
speeltuin enz, publiek door notaris Boerlage
worden verkocht.
NOORSCHE EN DF.ENSCHE
VISCHINVOER IN BELGIë.
CONTINGENTEN IN IIET EERSTE
KWARTAAL WEER RUIM OVERSCHREDEN.
Naar het Visscherij-blad meldt, bedroeg de
invoer van visch uit Denemarken in het
eerste kwartaal 1934: 596.300 K.G. en uit
Noorwegen in dezelfde periode 568,300 K.G.
Aan genoemde landen was voor deze periode
toegewezen een contingent van resp. 140.800
K.G. en 442.000 K.G. zoodat het contingent is
overschreden door Denemarken met 455.500
K.G. en door Noorwegen met 126.300 K G.
Wat deze overschrijding beteekent wordt ge
demonstreerd door het feit, dat Denens v,"en
mag invoeren gedurende het 2e kwartaal
265.700 en gedurende Juli en Augustus totaal
241,000 K.G.. zoodat dit land zijn contin
gent feitelijk reeds tot bijna ultimo Augustus
heeft opgebruikt. Met Noorwegen is dit het
geval tot einde September.
In verband met deze aanzienlijke over
schrijdingen heeft de Belgische regeering den
5en Mei den invoer uit deze landen stopgezet.
De invoer uit Zweden is echter nog vrij.
SANTPOORT
„SANTPOORTS BLOEI"
Het ligt in de bedoeling van deze verceni-
:ing ook dit zomerseizoen weer een excursie
voor haar leden te organiseren. Men h°eft
het p'an opgemaakt. d° imvenwr-kT -m
Rotterdam te gaan bezichtigen en een be
zoek aan „Waalhaven" te gaan brengen.
9