HET BOEK IN ZWEDEN. EEN KLEINDOCHTER OVER HAAR GROOTMOEDER. Mevrouw De Boer-Van Rijk in den familiekring. Tooneel speelsfer, zorgzame grootmoeder, populaire vrouw. „Ze houden me zoo vaak voor haar Om voor de buitenwereld een „groot man" of „groote vrouw" te schijnen, is zoo moeilijk niet, maar het te zijn, ook in den familie kring, voor iedereen die met de betrokkene in aanraking komt, daarin ligt de groote kunst. Ik geloof, dat ik me gelukkig mag prijzen de kleindochter te zijn van een vrouw, die niet alleen in de oogen van het Nederlandsche pu bliek een begenadigde kunstenares is, maar ook in de harten van allen, die ooit met haar in aanraking zijn geweest, een heel groal warme plaats inneemt. Mevrouw Esther de Boer van Rijk. „Mevrouw Esther de Boer van Rijk", hoe vaak wordt het niet gefluisterd als we op straat loopen, in een schouwburg of bioscoop zitten. Er ligt altijd iets van ontzag, van be wondering in zoo'n gefluister. Ontzag en be wondering voor haar kunst en haar taliteit van tachtigjarige, die er uitziet als een -éér krasse vrouw van zestig. En als wij zoo'n gefluister opvangen, zwelt ons hart van trots. Als kleindochter wil ik hier niet gaan uit weiden over het tooneelspel van mijn groot moeder. Misschien heeft u haar z-ien spelen en dan zijn mijn woorden overbodig; mis schien ook niet, maar dan heeft u wellicht van haar gelezen, of haar stem onlangs ge hoord, toen zij per radio (ook voor den Indië- zender, den Phohi^ een en ander vertelde ever haar debuut op schrijf ster sgebied; over het boek waarin ze uit haar rijken sch.at van tooneelherinneringen heeft geschreven, dat ze .Ik kijk terug" genoemd heeft. Ik voel me ook daarom niet bevoegd over haar tooneel- talenten te schrijven, omdat wij, haar klein kinderen, ons nooit kunnen losmaken van het gevoel, dat dit nu onze grootmoeder is, die daar speelt, die ontroeringen uitbeeldt op een wijze, dat een heele zaal kan ziften snikken of schateren. Onze grootmoeder, die we altijd „Oma" noemen, met welk woord zoo juist weergegeven wordt, hoe innig de verhouding thuis is. Het doorsnee-publiek stelt zich meestal voor, dat de menschen die een „artistiek" oe- roep uitoefenen, meestal ook „artistiek" leven. Mogelijk is dat in vele gevallen ook wel zoo. Maar er zijn toch ook anderen, waar het niet zoo is. Tot die laatsten mogen we „Oma" re kenen. Iemand, die haar komt opzoeken, hoeft niet te denken dat hij haar in een languissante houding op een divan zal vinden (hoogstens hierop uitgestrekt onder een plaid., een dutje doend) maar in negen van de tien keer vindt hij een klein, kittig dametje in een grooten leunstoel, met de kat op de leaning en de hond aan haar voeten, een rol of een boek voor zich en een breiwerk in de hand. Of wel met een regenjas van haar eenigen kleinzoon onderhanden, waarin hij een scheur heeft ge haald of een blouse voor de kleindochter, waarop een nieuwe kraag gezet moet worden. Komit het bezoek vroeg, bij voorbeeld tegen tien uur 's morgens, dan wascht zij in de bad kamer wat fijn ondergoed, omdat zij meent, dat ze dat tóch beter kan dan de huishoudster. Ook vindt men haar bezig haar planten te verzorgen, die in haar op het Zuiden gelegen kamer de beide groote ramen geheel in beslag nemen. En is zelfs wel eens een bezoeker voor een van de overige huisgenooten (mevrouw de Boer woont met dochter, schoonzoon' en beide kleinkinderen samen), die niet precies van de familierelaties op de hoogte is en schuchter vraagt: „die oude dame, die daar zit te breien, wat lijkt die op mevrouw de Boer van Rijk! Is ze soms familie?" Ja, het komt zelfs wel eens voor, dat Oma op straat wordt aan gesproken door iemand, die zich blijkbaar niet goed kan voorspellen, dat een tachtig jarige vrouw, die een zoo vermoeiend leven van reizen en trekken achter den rug heeft, er nog zoo fit en jeugdig-flink kan uitzien en die dan vraagt: „Mevrouw, neemt u mij niet kwalijk, maar bent u misschien mevrouw de Boer van Rijk, Kniertje? U lijkt zoo op haar". Soms heeft Oma dan het kwajongensachtige plezier om te zeggen- Maar meneer, hoe komt u erbij? Het is zóó vervelend, ze houden me zóó vaak voor haar.En wij kunnen dan nauwelijks ons lachen bedwingen. Maar over het algemeen geniet ze wèl van haar populariteit, al komt ze er niet altijd rond voor uit. Het mooie van die populariteit is. dat ze dte geniet bij hoog en laag. Heeft niet een paar maanden geleden onze gezant te Brussel, jbr. Tjarda van Starkenborgh Sta- chouwer haar, toen zij een galavoorstelling te Brussel gaf met haar gezelschap ter gele genheid van haar tachtigsten verjaardag en zestigjarige tooneelloopbaan, op een lunch ge- noodigd? Was het niet de oud-minister Weiter, die verleden jaar met haar tot de passagiers van de „Johan van Oldenbarnevelt" behoor de, op de trip naar Noorwegen en die haar 1 .ter een zoo hartelijk briefje stuurde met de foto's, die hij van haar gemaakt had op de boot? (Dat Oma met die „Van Oldenbarne velt'" geen reis naar Indië heeft kunnen ma ken, heeft haar altijd buitengewoon gespeten; jarenlang is het een van haar vurigste wen- schen geweest, om naar den Archipel te kunnen gaan en de Eilanden te kunnen be reizen. Maar hoewel de dokter haar lichame lijk volkomen gezond verklaarde en ze vol maakte „zee been en" heeft, zijn er helaas altijd financieele bezwaren geweest). Dat zijn er twee, maar er zijn nog zooveel meer. Veel grooter nog is echter het aantal van degenen uit het nu bliek, de ..kleine luv- den", die haar op de handen dragen. Conduc teurs van trams en treinen, winkeliers, too- neelknechts. ontelbaar zijn de bewijzen van genegenheid, die zij haar toedragen. Bi.i de laatste jubileumvoorstelling in Amsterdam was er een bloemenmand van de Vereeniging van Tramconducteurs; in IJmuiden kreeg zij bloemen: „Aan Knier, van het volk van de Wat haar zoo populair gemaakt heeft: ik weet het niet precies. Misschien is het. be halve door den grooten natuurlijken eenvoud van haar spel, omdat de menschen voelen, wat Oma als mensoh beteekent, niet alleen voor collegas en de menschen, wien het slecht gaat (zij heeft een hart van goud en helpt waar ze helpen kan, maar er mag nóóit over gesproken worden) doch bovenal voor haar kinderen en kleinkinderen. Haar eenige dochter verafgood zij en als er ooit grapjes van schoonmoeder en schoonzoon niet opgaan, dat is 't hier. En baar beide kleinkinderen, die kunnen zich het huis zonder Oma niet voorstellen. Oma, die overal raad op weet, die het verrukkelijk vindt met haar kleinzoon een autotocht te doen, als hij zelf chauffeert; als zij een avond vrij heeft, niets liever doet dan naar den schouw burg gaan en er een voorstelling zien van collega's, of een goede film, met dochter of kleindochter. Juist omdat ze zélf nog zoo ge weldig vitaal is, in de zomermaanden zwemt, omdat haar levendige en heldere geest zich nog interesseert voor politiek, voor kunst, daarom kunnen wij ons nooit realiseeren, dat het een vrouw van bijna 81 jaar is, Oma, die ongetwijfeld een van de populairste en be min dste vrouwen van Nederland is. We durven daarom ook nooit denken aan den tijd, dat we dat lieve witte hoofd met de levendige blauwe oogen niet meer bij ons zullen hebben Én daarom is ons iedere dag mèt haar een dag van geluk. U moge vergeven, dat een kleindochter op déze wijze over haar grootmoeder schreef. Het bovenstaande is niet meer dan een indruk van haar leven, een schets in vogelvlucht van het persoonlijke leven van een vrouw, over wie zoo dikwijls in krant en tijdschrift geschre ven is door anderen, die haar niet zoo van nabij kunnen meemaken, doch die meer dan eens verklaarden, het een voorrecht te achten, met baar in kennis te zijn gekomen. Kniertje thuis, in den huiselijken familie kring, moge u het bewijs gegeven hebben, dat ik in het begin van dit artikel niet overdreven heb door te zeggen, „dat ik mij gelukkig mag prijzen, deze vrouw mijn grootmoeder te kun nen noemen." HS. DE VR. MANDSJOEKWO-SCHIP DOOR RUSSEN BESCHOTEN. TOKIO, 14 Mei. (Reuter). Op de samen vloeiing van de Sungari en de Amour is een Madsjoekwo-stoomschip, de Mandsjoekwo" door een Sovjet-Russische batterij onder vuur genomen. Het schip vervoerde veel passagiers, o.a. een Japansch kolonel. De Japansche minister van oorlog heeft bericht ontvangen, dat een lid van de bemanning is gedood en een ge wond. BRAND OP EEN ENGELSCH SCHIP. D E„CRYNSSEN" VERLEENT ASSISTENTIE. LONDEN, 14 Mei (Reuter). Lloyds deelt mede dat de Nederlandsche. stoomer „Crijns- sen" op 29 gr. 20' Noorderbreedte en 42 gra den 40' Westerlengte hulp verleent aan den Britschen stoomer „Mabriton" aan boord waarvan brand is uitgebroken. Onmiddellijk gevaar is niet aanwezig. ONTPLOFFINGSRAMP TE HONGKONG. Gashouder in de lucht gevlogen 20 DOODEN, 100 GEWONDEN. HONGKONG, 14 Mei (V.D.) Op een der Westelijke eilanden van de stad Hongkong is een der beide daar staande gashouders, de grootste van Zuid-China, in de lucht ge vlogen. De huizen in de omgeving werden geheel vernield en op tal van plaatsen brak brand uit. Tot nog toe heeft men een 20-tal dooden geborgen, terwijl 100 gewonden in de ziekenhuizen zijn opgenomen Omtrent de oorzaak van de ramp verluidt, dat klaarblijkelijk de gasdruk te sterk is ge weest, waardoor het bovendek van den gas houder werd weggeslingerd. Een reusachtige gasstroom ging over stad en ontbrandde op alle plaatsen, waar open vuren brandden, o.a. ook in vele woon huizen. Dientengevolge sprong kort daarna de gashouder in de lucht. Vele bewoners, in wier huis brand ontstond sprongen uit de ramen van hun woningen en anderen renden in paniek met verbrande ge zichten en verschroeide haren de straat op. Onder de dooden, die grootendeels door brandwonden onherkenbaar zijn verminkt, bevinden zich vele vrouwen en kinderen. De brandweren uit de geheele omgeving ver- leenen assistentie op de plaats van de ramp AMSTERDAMSCHE POLITIE KRIJGT GELIJK. IN EEN CONFLICT MET HET HOOFD BESTUUR VAN DEN BOND. AMSTERDAM, 14 Mei. Heden heeft de president der rechtbank mr. J. W. Huysinga, uitspraak gedaan in het kort geding tusschen den algemeenen politiebond in Nederland en de afdeeling Amsterdam, waarbij de eerst genoemde de eigendommen van de afeeling heeft opgeëischt. De president was van meening, dat het hoofdbestuur niet den julsten weg had inge slagen om het conflict mét de afdeeling te eindigen. Door het hoofdbestuur zijn over ijlde maatregelen getroffen, terwijl ook de af deeling overijld heeft besloten om uit den bond te treden. Het royement vindt naar de meening van den president bovendien geen voldoende steun in de statuten. De wettigheid van dit royement wordt ernstig betwijfeld, evenals de bijeenroeping van de vergadeirng, waarin het nieuwe bestuur is gekozen. Ten aanzien van de eigendommen is gebleken, dat de afdeeling deze voor haar toetreden heeft bijeengebracht en er ook nadien met zelf standigheid over is blijven beschikken De president wees tenslotte het verzoek van den politiebond af, weigerde de gevraagde voorziening en verodrdeelde eischer in de kosten van het geding BURCERLIJKE STAND HAARLEM, 12 Mei, Bevallen 8 Mei: A. Balm—Ruijgvoorn, z.; Mei: A. C. Kuijper—Jongkind, z.; 10 Mei: P. JoostenHoekstra, z.; 11 Mei: W. Valen- teijnKoster, z.; C. M. RomijnDuineveld, M. B. VergersGefken, d.; A. Visser Homburg, d.; A. CoertRoelfsema, 2 z.; 12 Mei: J. M. HeesemansPrinsen, d.; J. M. HuijsmansNoordhuizen, d. Overleden 9 Mei: P. A. van Amstel—Sarlet, I j., Leidschestraat; 10 Mei: J. de Wilde, 47 j., Wagenweg; J. C. M. van Borssum Buis manSleeswijk, 53 j.. Damstraat; 11 Mei: H. van WaverenMeijer, 82 j,, Kleine Hout weg. HET BLIJFT BRANDEN IN POLEN. IN EEN DISTRICT 20 DORPEN IN DE ASCH GELEGD. WARSCHAU. 14 Mei (V.D.) Volgens een bericht in de Poolsche bladen is door de tal- looze branden, welke in den laatsten tijd in Polen hebben gewoed, in het geheele land reus achtige schade aangericht. Alleen reeds in het district Kielce zijn tot nog toe twintig dorpen bijna geheel in de asch gelegd. Aangezien de hittegolf nog steeds voortduurt, ontstaan nog voortdurend nieuwe branden in vele bosschen en dorpen. VECHTPARTIJ TIJDENS EEN ENGELSCHE FASCISTEN VERGADERING. LONDEN, 14 Mei (V. D.) Tijdens den gis teren te New Castle-on-Tyne gehouden fas cistische vergadering kwam het tot ernstige onlusten toen he't voormalige socialistische Lagerhuislid Joe Beckett probeerde een rede te houden. Met uitroepen als „verrader" belet te men hem te spreken, en de politie begeleid de, na de vergadering gesloten te hebben, Beckett en andere zwarthemden naar het fas cistische hoofdkwartier. Hier vex-zamelde zich een menigte van duizenden menschen, die met steenen alle ruiten inwierpen. Een der groote ramen van het gebouw der fascisten werd met stokken kapot geslagen. Een fascist werd aan het hoofd gewond. De politie arres teerde twee personen. BRANDSTICHTER OF NIET? AMSTERDAM, 14 Mei. Op den Zondag voor Kerstmis van het vorige jaar brak onder zeer verdachte omstandigheden brand uit in de woning van een melkhandelaar te Amstel- veén. De brand werd tamelijk snel gebluscht, zoodat het vuur beperkt bleef tot één kamer. Het bleek, dat op de kachel een fluitketel met benzine gevuld had gestaan. De eigenaar was dien Zondag afwezig geweest en had per schaats een tochtje gemaakt. De knecht eeh ter was des middags thuis geweest om zich te verkleeden. Kort na zijn vertrek uit de woning was de brand uitgebroken. Verschil lende personen, waaronder een politïe-agent. hadden hem het huis zien verlaten. Ook had hij aan een buurjongen nog melk geleverd. Deze had aan de achterdeur geklopt en lang moeten wachten voor er open werd gedaan. Den nacht volgende op den brand was de knecht niet in de woning komen slapen. Hij had gelogeerd bij een vriend in het dorp. Onder verdenking dezen brand te hebben gesticht om zich ongestraft in het bezit van het trommeltje met geld te kunnen stelen, werd de melkknecht gearresteerd. Eenige maanden geleden stond hij voor de rechtbank te Amsterdam terecht, verdacht van brandstichting en diefstal. Conform den eisch van het O.M. werd hij veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Naar wij thans vernemen heeft de melk knecht, die onmiddellijk van het vonnis in hooger beroep is gegaan, een brief aan den procureur-generaal geschreven, waarin hij mededeelt, dat de brand is gesticht op aan drang van zijn baas. Het misdrijf zou zijn ge pleegd door een derde persoon, die zich dien Zondagmiddag tegelijk met den melkknecht in de woning bevond. Deze zou even na hem de woning hebben, verlaten, na het vuur te hebben aangestoken. Hiermede is dus de verdachte terug geko men op zijn houding ter terechtzitting. Hier immers weigerde hij steeds den naam van den werkelijken dader te noemen, terwijl hij volhield zelf volkomen onschuldig te zijn aan brandstichting en diefstal. Met klem doch vergeefs hebben toen de verdediger en de president bij verdachte aangedrongen de waarheid te openbaren. De behandeling in hooger beroep voor het Hof is vastgesteld op 7 Juni a.s. te 10 uur. MINISTER DE WILDE BETUIGT ZIJN SPIJT. OVER ZIJN UITLATINGEN JEGENS DE LIBERALEN. Men koopt bij voorkeur pas-verschenen werken, zoodat boeken zeer snel verouderen en onver koopbaar worden (Van. onzen correspondent). STOCKHOLM Mei. Eenigen tijd na de autodafé in de hoofd stad van het Duitsche rijk hebben enkele Zweedsche uitgevers ernstig overwogen of zij het voorbeeld niet na zouden volgen teneinde van hun onverkoopbare werken af te komen. Weliswaar zou de zaak natuur lijk in 't geheel geen politiek tintje heb ben en zou het verbranden van de boeken niet in 't openbaar geschieden, maar be paald sympathiek vond men het plan toch niet en het schijnt, dat -de uitgevers er nu ook van hebben afgezien. Zoodat zij naar andere middelen speuren moeten om ruim- in hun volle magazijnen te maken. Want ruimte moét er. komen, ruimte voor de standaardwerken en de detectiveromans, de zware memoires en de niet-gewaardeerde vertalingen, voor al die tallooze werken, die om de een of andere red-en niet door het immers zoo onberekenbare publiek gekocht- zijn toen zij regelrecht van de binderij in de étalages der boekwinkels kwamen, die er op de planken werden gezet, een enkelen keer afgestoft, aan een klant werden getoond, eens, vluchtig met een haal van de mouw hun plaats tusschen de soortgenooten her kregen, er stoffig en smoezelig raakten en, na verloop van jaren tegen sterk geredu- ceerden prijs in de opruiming gebracht, nog geen kooper vermochten te vinden. Overbo dig, onbelangrijk of slecht zijn die boeken vaak in het geheel niet. Wie, om eigen boekenkast te vullen, om lectuur voor stille avonden of lange reizen te verwerven, de krantenpagina's beslaande lijsten van de uitverkoopen doorleest, in de winkels tus schen de op den vloer, op planken op schra gen, op toonbanken opgehoopte boeken snuf felt, kan aardige koopjes halen, werken van bekende schrijvers krijgen voor een tiende van den oorspronkelijken prijs, plaatwerken vaklitteratuur, kostelijk .uitgevoerde pracht uitgaven, -die eens voor een gewoon sterve ling onbetaalbaar waren, bemachtigen voor een kroon of wat. Al blijven na die uitver koopen nog vele boeken over. die eens in te groote oplage gedrukt zijn, die eens alleen door hun actualiteit waarde hadden. Vermoedelijk heeft negen-tïende deel van de in Zweden uitgegeven boeken voor den uitgever en den boekhandelaar slechts be- teekenis zoolang zij pas verschenen zijn. Later bezorgen zij hun maar moeilijkheden. Blijkbaar heeft de vrij algemeene angst om niet bij te zijn, om niet met den tijd mee te gaan, er toe geleid, dat men bij voor keur boeken koopt, die ten hoogste enkele maanden tevoren verschenen zijn, boeken, die nog in de étalages liggen, die nog be sproken worden op koffie-visite en cocktail- fuif. Dan moet de eerste druk na de andere op de pers gelegd worden en volgen de op lagen elkaar soms met tusschenpoozen van een dag of veertien op, maar na eenige maanden, als de boekenstroom tegen Kerst mis, tegen de z-omervacantie, of in mindere mate aan het begin van het winterhalfjaar weer aanzwelt, vragen andere werken de aandacht, komen andere werken plotseling in trek en de uitgaven van de voorafgaan de hausseperiode vinden dan vrijwel geen koopers meer, zijn verouderd. Uit den aard der zaak blijft een beperkt aantal van de meesterwerken der Zweedsche letterkunde voortdurend in den handel, al is dit vooral te danken aan de omstandigheid, dat daar van om de zooveel jaar telkens een nieuwe prachtuitgave in nieuw-ontworpen banden verschijnt, doch dit zijn zoogenaamde „pre- sentboeken", dure edities, bestemd om aan kinderen of kennissen bij jubileum, aan nemen, verjaardag geschonken te worden. Maar terwijl in ons land een goed, een mooi boek jaren lang zijn waarde behoudt, jaren lang gevraagd wordt en dus in de boekwin kels voorhanden is, kan men hier voor een soortgelijk Zweedsch werk alle groote en kleine zaken afloopen zonder het te kunnen krijgen, al heeft men dan veelal wel een vertaling ervan in voorraad. De omstandigheid, dat een boek in Zwe den, ook al heeft het een hoog-e, niet aan tijd gebonden innerlijke waarde, is zeer snel veroudert, is ongetwijfeld de voornaamste oorzaak van de enorme productie. Schrijvers, die hun naam en daarmee hun inkomen willen behouden zijn genoodzaakt telken- jare ten minste een werk af te leveren en dan liefst nog op een zoodanig tijdstip, dat het tegen Kerstmis uitgegeven kan worden Zij moeten wat produceeren, omdat de uit gever er op rekent, hun er wellicht reeds een voorschot op gegeven heeft, ook al zijn zij er tijdelijk niet toe gedisponeerd. Van daar dat een niet gering percentage van de jaarlijks uitkomende Zweedsche boeken vrij middermatig is, dat verscheidene auteurs zich uit de moeilijkheid redden door maar een stel in kranten en tijdschriften gepubli ceerde novellen, critieken. essays bij elkaar te zoeken en naar zijn uitgever te zenden, ook al missen die soms vluchtig op be stelling in elkaar gedraaide verhaaltjes, soms haastig ter nachtredactie neerge pende rcensies de hoedanigheden, die het bundelen ervan verantwoord zouden doen zijn. Een enkele maal is ook het feitelijke verschil tusschen krantenartikel en boek vrijwel verdwenen, bij voorbeeyi in een week over de financieele politiek van Roosevelt, dat tot een week voor het verschijnen bij gewerkt was en nauwelijks veertien dagen later reeds door de feiten was achterhaald. Ook kan ik een boek van een tweehonderd pagina's over het concern-Kreuger noemen, dat kort na den dood van den luciferskoning met kunst en vliegwerk in elkaar werd ge zet en een week later niet meer werd ge kocht, omdat toen uit het eerst in voorzich tige bewoordingen vervatte communiqué reeds bleek dat de affaire een ander ver loop zou krijgen dan in dit boek verwacht werd. Boeken zijn onze beste vrienden, heette het in de reclame voor een van de eerste boekenweken in Holland. Voor vele in Zwe den zal dat evenzoo zijn. Voor anderen is een boek echter een noodzakelijk kwaad, dat men zonder veel enthousiasme aanvaardt. Men koopt het laatste boek van een bekend auteur omdat men het doorgewerkt behoort te hebben, men koopt een boek, dat om de een of andere reden opgang maakt, omdat men niet meetelt wanneer men er niet over mee zou kunnen praten. En men koopt boe ken in dit geval eigenlijk banden om dat een boekenkast, waarvan de planken vol staan met goudbedrukte leeren ruggen, als kenmerk van algemeene ontwikkeling be schouwd pleegt te worden en dus een nood zakelijk onderdeel uitmaakt van het ameu blement van ieder die voor algemeen ont wikkeld wenschtdoor te gaan. De popula riteit van Nordisk Familjebok en andere kostbare encyclopaedieën is zeker voor een niet gering deel te danken aan het feit, dat de deelen dik en van een fraaien band voor zien zijn. Verscheidene uitgevers brengen telkens weer series romans in den handel, waarvan het omhulsel op een hooger artistiek peil staat dan de inhoud, series, waarvan men elke maand een deel onder rembourse- ment krijgt toegezonden en waarop men in- teekenen moet terwijl men alleen de namen der auteurs, de titels en het uiterlijk der boeken nog maar kent. Het is zeer de vraag of al deze werken ooit gelezen worden, even zoo of men ze bestellen zou, wanneer ze in minder quasi-luxeuse banden gebonden waren. Ik heb eens uit de boekenkast van een Zweed een fraaien „half-Franschen" band gehaald, die een stel thema- en som menboekjes bleek te bevatten. En een groep Hollandsche jongens en meisjes, die enkele jaren geleden moderne arbeiderswoningen hier ter stede bekeken, waren zeer verwon derd toen ze, ietwat onbescheiden, de deur tjes van een boekenkast openden en daar geen romans of populair-wetenschappelijke werken vonden, zooals op de open planken ernaast, maar beddelakens en stofdoeken. C. G. B. Naar aanleiding van de beschouwingen in een deel der pers, gewijd aan de rede die de minister van Binnenlandsche Zaken te Zwolle heetf gehouden heeft minister De Wilde in een interview o.m. het volgende gezegd: „Ik moet onomwonden verklaren, dat ik geprikkeld door enkele uitlatingen van den laatsten tijd en met name door vermelding van motieven in een deel der liberale pers aan minister Colijn toegeschreven terzake van aanhouding van de crisiswinkelsluitings wet, mij heb laten verleiden tot uitlatingen jegens de liberalen, die ik in mijn kwaliteit als minister zeker niet had beboeren te bezigen. Zelf heb ik daarmee allerminst be doeld er politieke bteeekenis aan toe te kennen. Daartoe bestond trouwens geen enkele aanleiding want de harmonie in het kabinet is en was steeds voortreffelijk. Na tuurlijk spijt het gebeurde mij meer dan ik zeggen kan, vooral met het oog op minister Kalf, die door ieder onzer op hoogen prijs wordt gesteld en dien ik zelf reken tot de genen met wie ik hartelijk kan samenwerken. Ik vertrouw dan ook, dat na deze verklaring de politieke verhoudingen, die goed waren, voortaan goed zullen blijven". Ten aanzien van het radiovraagstuk merkt de minister op, dat de toewijzing van den dienst van de radio niet afzonderlijk bij de kabinetsformatie ter sprake Ls gekomen. De overgang van het staatsbedrijf der P.T.T. van het departement van Waterstaat naar dat van Binnenlandsche Zaken heeft in geen enkel opzicht verband gehouden met het radiovraagstuk. Die overgang is uitsluitend geschied om het al te omvangrijke departe ment van Waterstaat te ontlasten. HET ADRES VAN „BLOEM BOLLENCULTUUR". PROTEST VAN HOLL. BLOEIVIBOLLEN- KWEEKERSGENOOTSCHAP. Naar „Kweekersblad" meldt heeft het Hol- landsch Bloembollenkweekersgenootschap een adres gezonden aan den Minister van Eco nomische Zaken, waarin adressant protesteert tegen een alinea in het door ons vermelde adres, 24 April j.l. door de Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur aan denzelfden bewinds man gezonden en waarin bezwaren werden ontwikkeld tegen de handelsbeschikking van diens ambtsvoorganger, genomen op grond van het Kon. Besl. betreffende den handel in en aflevering van voor export bestemde bloembollen. Bedoelde alinea luidt: „Volgens de door uwen ambtsvoorganger op 8 Augustus 1933 bekend gemaakte garantie voor voorschriften buiten het raam, zouden deze worden opgekocht tegen den binnen- landschen minimumprijs, waarmede een be drag van rond f 800.000 gemoeid was. Bij de toepassing van dit voorschrift zijn tegen de bedoeling er van, maar zonder dat het opzet telijk verboden was, vrijwel alle overgescho ten bollen binnen de bepalingen van het raam gebracht, terwijl bovendièn bij dezen inkoop van Regeeringswege niet voldoende aandacht is geschonken aan de kwaliteit, die bij de eischen voor de inlevering was vastgesteld". Adressant zegt o.m.: „Het is niet juist, dat alle overgeschoten bollen binnen de bepalingen van het raam zijn gebracht, terwijl aan de kwaliteit de noodige eischen worden gesteld. Tal van controleurs zouden kunnen getui gen van afgekeurde regeeringsbollen. terwijl de bezitters van deze afgekeurde bollen vele klachten daarover bij de Nederlandsche Bloem bollenkweekers Centrale hebben ingediend. Sommigen omdat hun bollen in maat werden gedisqualificeerd. anderen omdat hun bollen geheel werden afgekeurd. Hiermede is te be wijzen, dat de beweringen in het adres van de Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur slechts op algemeheden en op geen bepaal de feiten berusten". aan het woord. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken ge-plaatst of niet geplaatst wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. TWEEëRLEI WEG! „De vischhandelaren schijnen spoedig zich te gaan bezig houden met den grooteren aan voer van visch door het stichten van een 'eigen reederij. Dit is reeds een resultaat van de belangrijke vergrooting der havens, welke over eenige maanden in gebruik zal worden genomen. Veel handelaren hebben zulk ver trouwen in de toekomst van den vischhandel, dat een kapitaal reeds is toegezegd voor de oprichting' van een maatschappij, welke ge vormd zal worden door kooplieden, zouters en rookers, teneinde een eigen vloot van traw lers te verkrijgen. Zij beseffen de noodzake lijkheid van een buitengewone uitbreiding van den aanvoer, opdat de positie van de haven in 's werelds visscherij wordt behouden en voorgesteld is een programma op te stel len voor den aanbouw van trawlers en dit programma zoolang uit te voeren totdat de oneconomische schepen óf zijn verdwenen of onnoodig zijn geworden. In vakkringen wordt verklaard, dat door de uitbreiding der havens er plaats is voor een 100-tal schepen. Met be trekking tot deze plannen is deze week reeds een belangrijke vergadering gehouden." „In aansluiting aan het bericht in ons blad van gisteren inzake het oprichten van een nieuwe vischhandel vereeniging vernemen wij, dat Vrijdagmiddag door een 30-tal firma's in principe hiertoe is besloten." Het eerste bericht is afkomstig uit Grims by, het tweede uitIJmuiden. Datum: 12 Mei van het crisisjaar 1934. Grimsby vraagt geen regeeringssteun, men pakt eendrachtig aan en slaagt. IJmuiden roert de groote trom voor ver strekking van rijksgelden, welke men in on- eenigheid en verdeeldheid wil gaan ver-ex- ploiteeren. Arm IJmuiden! Arm in geld, arm in groote mannen. OUTSIDER. IJmuiden, 13 Mei 1934.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 8