HET BOEK IN ZWEDEN.
EEN KLEINDOCHTER OVER HAAR
GROOTMOEDER.
Mevrouw De Boer-Van Rijk in den familiekring. Tooneel
speelsfer, zorgzame grootmoeder, populaire vrouw.
„Ze houden me zoo vaak voor haar
Om voor de buitenwereld een „groot man"
of „groote vrouw" te schijnen, is zoo moeilijk
niet, maar het te zijn, ook in den familie
kring, voor iedereen die met de betrokkene in
aanraking komt, daarin ligt de groote kunst.
Ik geloof, dat ik me gelukkig mag prijzen
de kleindochter te zijn van een vrouw, die niet
alleen in de oogen van het Nederlandsche pu
bliek een begenadigde kunstenares is, maar
ook in de harten van allen, die ooit met haar
in aanraking zijn geweest, een heel groal
warme plaats inneemt.
Mevrouw Esther de Boer van Rijk.
„Mevrouw Esther de Boer van Rijk", hoe
vaak wordt het niet gefluisterd als we op
straat loopen, in een schouwburg of bioscoop
zitten. Er ligt altijd iets van ontzag, van be
wondering in zoo'n gefluister. Ontzag en be
wondering voor haar kunst en haar
taliteit van tachtigjarige, die er uitziet als een
-éér krasse vrouw van zestig. En als wij zoo'n
gefluister opvangen, zwelt ons hart van trots.
Als kleindochter wil ik hier niet gaan uit
weiden over het tooneelspel van mijn groot
moeder. Misschien heeft u haar z-ien spelen
en dan zijn mijn woorden overbodig; mis
schien ook niet, maar dan heeft u wellicht
van haar gelezen, of haar stem onlangs ge
hoord, toen zij per radio (ook voor den Indië-
zender, den Phohi^ een en ander vertelde ever
haar debuut op schrijf ster sgebied; over het
boek waarin ze uit haar rijken sch.at van
tooneelherinneringen heeft geschreven, dat
ze .Ik kijk terug" genoemd heeft. Ik voel me
ook daarom niet bevoegd over haar tooneel-
talenten te schrijven, omdat wij, haar klein
kinderen, ons nooit kunnen losmaken van het
gevoel, dat dit nu onze grootmoeder is, die
daar speelt, die ontroeringen uitbeeldt op een
wijze, dat een heele zaal kan ziften snikken
of schateren. Onze grootmoeder, die we altijd
„Oma" noemen, met welk woord zoo juist
weergegeven wordt, hoe innig de verhouding
thuis is.
Het doorsnee-publiek stelt zich meestal
voor, dat de menschen die een „artistiek" oe-
roep uitoefenen, meestal ook „artistiek" leven.
Mogelijk is dat in vele gevallen ook wel zoo.
Maar er zijn toch ook anderen, waar het niet
zoo is. Tot die laatsten mogen we „Oma" re
kenen. Iemand, die haar komt opzoeken,
hoeft niet te denken dat hij haar in een
languissante houding op een divan zal vinden
(hoogstens hierop uitgestrekt onder een plaid.,
een dutje doend) maar in negen van de tien
keer vindt hij een klein, kittig dametje in een
grooten leunstoel, met de kat op de leaning en
de hond aan haar voeten, een rol of een boek
voor zich en een breiwerk in de hand. Of wel
met een regenjas van haar eenigen kleinzoon
onderhanden, waarin hij een scheur heeft ge
haald of een blouse voor de kleindochter,
waarop een nieuwe kraag gezet moet worden.
Komit het bezoek vroeg, bij voorbeeld tegen
tien uur 's morgens, dan wascht zij in de bad
kamer wat fijn ondergoed, omdat zij meent,
dat ze dat tóch beter kan dan de huishoudster.
Ook vindt men haar bezig haar planten te
verzorgen, die in haar op het Zuiden gelegen
kamer de beide groote ramen geheel in beslag
nemen. En is zelfs wel eens een bezoeker voor
een van de overige huisgenooten (mevrouw de
Boer woont met dochter, schoonzoon' en beide
kleinkinderen samen), die niet precies van de
familierelaties op de hoogte is en schuchter
vraagt: „die oude dame, die daar zit te
breien, wat lijkt die op mevrouw de Boer van
Rijk! Is ze soms familie?" Ja, het komt zelfs
wel eens voor, dat Oma op straat wordt aan
gesproken door iemand, die zich blijkbaar
niet goed kan voorspellen, dat een tachtig
jarige vrouw, die een zoo vermoeiend leven
van reizen en trekken achter den rug heeft, er
nog zoo fit en jeugdig-flink kan uitzien en die
dan vraagt: „Mevrouw, neemt u mij niet
kwalijk, maar bent u misschien mevrouw de
Boer van Rijk, Kniertje? U lijkt zoo op haar".
Soms heeft Oma dan het kwajongensachtige
plezier om te zeggen- Maar meneer, hoe
komt u erbij? Het is zóó vervelend, ze houden
me zóó vaak voor haar.En wij kunnen
dan nauwelijks ons lachen bedwingen.
Maar over het algemeen geniet ze wèl van
haar populariteit, al komt ze er niet altijd
rond voor uit. Het mooie van die populariteit
is. dat ze dte geniet bij hoog en laag. Heeft
niet een paar maanden geleden onze gezant te
Brussel, jbr. Tjarda van Starkenborgh Sta-
chouwer haar, toen zij een galavoorstelling
te Brussel gaf met haar gezelschap ter gele
genheid van haar tachtigsten verjaardag en
zestigjarige tooneelloopbaan, op een lunch ge-
noodigd? Was het niet de oud-minister Weiter,
die verleden jaar met haar tot de passagiers
van de „Johan van Oldenbarnevelt" behoor
de, op de trip naar Noorwegen en die haar
1 .ter een zoo hartelijk briefje stuurde met de
foto's, die hij van haar gemaakt had op de
boot? (Dat Oma met die „Van Oldenbarne
velt'" geen reis naar Indië heeft kunnen ma
ken, heeft haar altijd buitengewoon gespeten;
jarenlang is het een van haar vurigste wen-
schen geweest, om naar den Archipel te
kunnen gaan en de Eilanden te kunnen be
reizen. Maar hoewel de dokter haar lichame
lijk volkomen gezond verklaarde en ze vol
maakte „zee been en" heeft, zijn er helaas altijd
financieele bezwaren geweest).
Dat zijn er twee, maar er zijn nog zooveel
meer. Veel grooter nog is echter het aantal
van degenen uit het nu bliek, de ..kleine luv-
den", die haar op de handen dragen. Conduc
teurs van trams en treinen, winkeliers, too-
neelknechts. ontelbaar zijn de bewijzen van
genegenheid, die zij haar toedragen. Bi.i de
laatste jubileumvoorstelling in Amsterdam
was er een bloemenmand van de Vereeniging
van Tramconducteurs; in IJmuiden kreeg zij
bloemen: „Aan Knier, van het volk van de
Wat haar zoo populair gemaakt heeft: ik
weet het niet precies. Misschien is het. be
halve door den grooten natuurlijken eenvoud
van haar spel, omdat de menschen voelen, wat
Oma als mensoh beteekent, niet alleen voor
collegas en de menschen, wien het slecht gaat
(zij heeft een hart van goud en helpt waar ze
helpen kan, maar er mag nóóit over gesproken
worden) doch bovenal voor haar kinderen en
kleinkinderen. Haar eenige dochter verafgood
zij en als er ooit grapjes van schoonmoeder
en schoonzoon niet opgaan, dat is 't hier. En
baar beide kleinkinderen, die kunnen zich het
huis zonder Oma niet voorstellen. Oma, die
overal raad op weet, die het verrukkelijk vindt
met haar kleinzoon een autotocht te doen, als
hij zelf chauffeert; als zij een avond vrij
heeft, niets liever doet dan naar den schouw
burg gaan en er een voorstelling zien van
collega's, of een goede film, met dochter of
kleindochter. Juist omdat ze zélf nog zoo ge
weldig vitaal is, in de zomermaanden zwemt,
omdat haar levendige en heldere geest zich
nog interesseert voor politiek, voor kunst,
daarom kunnen wij ons nooit realiseeren, dat
het een vrouw van bijna 81 jaar is, Oma, die
ongetwijfeld een van de populairste en be
min dste vrouwen van Nederland is. We durven
daarom ook nooit denken aan den tijd, dat we
dat lieve witte hoofd met de levendige blauwe
oogen niet meer bij ons zullen hebben
Én daarom is ons iedere dag mèt haar een
dag van geluk.
U moge vergeven, dat een kleindochter op
déze wijze over haar grootmoeder schreef. Het
bovenstaande is niet meer dan een indruk van
haar leven, een schets in vogelvlucht van het
persoonlijke leven van een vrouw, over wie
zoo dikwijls in krant en tijdschrift geschre
ven is door anderen, die haar niet zoo van
nabij kunnen meemaken, doch die meer dan
eens verklaarden, het een voorrecht te achten,
met baar in kennis te zijn gekomen.
Kniertje thuis, in den huiselijken familie
kring, moge u het bewijs gegeven hebben, dat
ik in het begin van dit artikel niet overdreven
heb door te zeggen, „dat ik mij gelukkig mag
prijzen, deze vrouw mijn grootmoeder te kun
nen noemen."
HS. DE VR.
MANDSJOEKWO-SCHIP DOOR
RUSSEN BESCHOTEN.
TOKIO, 14 Mei. (Reuter). Op de samen
vloeiing van de Sungari en de Amour is een
Madsjoekwo-stoomschip, de Mandsjoekwo"
door een Sovjet-Russische batterij onder
vuur genomen.
Het schip vervoerde veel passagiers, o.a.
een Japansch kolonel. De Japansche minister
van oorlog heeft bericht ontvangen, dat een
lid van de bemanning is gedood en een ge
wond.
BRAND OP EEN ENGELSCH
SCHIP.
D E„CRYNSSEN" VERLEENT ASSISTENTIE.
LONDEN, 14 Mei (Reuter). Lloyds deelt
mede dat de Nederlandsche. stoomer „Crijns-
sen" op 29 gr. 20' Noorderbreedte en 42 gra
den 40' Westerlengte hulp verleent aan den
Britschen stoomer „Mabriton" aan boord
waarvan brand is uitgebroken. Onmiddellijk
gevaar is niet aanwezig.
ONTPLOFFINGSRAMP TE
HONGKONG.
Gashouder in de lucht gevlogen
20 DOODEN, 100 GEWONDEN.
HONGKONG, 14 Mei (V.D.) Op een der
Westelijke eilanden van de stad Hongkong is
een der beide daar staande gashouders, de
grootste van Zuid-China, in de lucht ge
vlogen. De huizen in de omgeving werden
geheel vernield en op tal van plaatsen brak
brand uit. Tot nog toe heeft men een 20-tal
dooden geborgen, terwijl 100 gewonden in de
ziekenhuizen zijn opgenomen
Omtrent de oorzaak van de ramp verluidt,
dat klaarblijkelijk de gasdruk te sterk is ge
weest, waardoor het bovendek van den gas
houder werd weggeslingerd.
Een reusachtige gasstroom ging over
stad en ontbrandde op alle plaatsen, waar
open vuren brandden, o.a. ook in vele woon
huizen. Dientengevolge sprong kort daarna
de gashouder in de lucht.
Vele bewoners, in wier huis brand ontstond
sprongen uit de ramen van hun woningen en
anderen renden in paniek met verbrande ge
zichten en verschroeide haren de straat op.
Onder de dooden, die grootendeels door
brandwonden onherkenbaar zijn verminkt,
bevinden zich vele vrouwen en kinderen. De
brandweren uit de geheele omgeving ver-
leenen assistentie op de plaats van de ramp
AMSTERDAMSCHE POLITIE
KRIJGT GELIJK.
IN EEN CONFLICT MET HET HOOFD
BESTUUR VAN DEN BOND.
AMSTERDAM, 14 Mei. Heden heeft de
president der rechtbank mr. J. W. Huysinga,
uitspraak gedaan in het kort geding tusschen
den algemeenen politiebond in Nederland en
de afdeeling Amsterdam, waarbij de eerst
genoemde de eigendommen van de afeeling
heeft opgeëischt.
De president was van meening, dat het
hoofdbestuur niet den julsten weg had inge
slagen om het conflict mét de afdeeling te
eindigen. Door het hoofdbestuur zijn over
ijlde maatregelen getroffen, terwijl ook de af
deeling overijld heeft besloten om uit den
bond te treden. Het royement vindt naar de
meening van den president bovendien geen
voldoende steun in de statuten. De wettigheid
van dit royement wordt ernstig betwijfeld,
evenals de bijeenroeping van de vergadeirng,
waarin het nieuwe bestuur is gekozen. Ten
aanzien van de eigendommen is gebleken, dat
de afdeeling deze voor haar toetreden heeft
bijeengebracht en er ook nadien met zelf
standigheid over is blijven beschikken
De president wees tenslotte het verzoek van
den politiebond af, weigerde de gevraagde
voorziening en verodrdeelde eischer in de
kosten van het geding
BURCERLIJKE STAND
HAARLEM, 12 Mei,
Bevallen 8 Mei: A. Balm—Ruijgvoorn, z.;
Mei: A. C. Kuijper—Jongkind, z.; 10 Mei: P.
JoostenHoekstra, z.; 11 Mei: W. Valen-
teijnKoster, z.; C. M. RomijnDuineveld,
M. B. VergersGefken, d.; A. Visser
Homburg, d.; A. CoertRoelfsema, 2 z.; 12
Mei: J. M. HeesemansPrinsen, d.; J. M.
HuijsmansNoordhuizen, d.
Overleden 9 Mei: P. A. van Amstel—Sarlet,
I j., Leidschestraat; 10 Mei: J. de Wilde, 47
j., Wagenweg; J. C. M. van Borssum Buis
manSleeswijk, 53 j.. Damstraat; 11 Mei: H.
van WaverenMeijer, 82 j,, Kleine Hout
weg.
HET BLIJFT BRANDEN IN
POLEN.
IN EEN DISTRICT 20 DORPEN IN DE ASCH
GELEGD.
WARSCHAU. 14 Mei (V.D.) Volgens een
bericht in de Poolsche bladen is door de tal-
looze branden, welke in den laatsten tijd in
Polen hebben gewoed, in het geheele land reus
achtige schade aangericht. Alleen reeds in het
district Kielce zijn tot nog toe twintig dorpen
bijna geheel in de asch gelegd. Aangezien de
hittegolf nog steeds voortduurt, ontstaan nog
voortdurend nieuwe branden in vele bosschen
en dorpen.
VECHTPARTIJ TIJDENS EEN ENGELSCHE
FASCISTEN VERGADERING.
LONDEN, 14 Mei (V. D.) Tijdens den gis
teren te New Castle-on-Tyne gehouden fas
cistische vergadering kwam het tot ernstige
onlusten toen he't voormalige socialistische
Lagerhuislid Joe Beckett probeerde een rede
te houden. Met uitroepen als „verrader" belet
te men hem te spreken, en de politie begeleid
de, na de vergadering gesloten te hebben,
Beckett en andere zwarthemden naar het fas
cistische hoofdkwartier. Hier vex-zamelde zich
een menigte van duizenden menschen, die
met steenen alle ruiten inwierpen. Een der
groote ramen van het gebouw der fascisten
werd met stokken kapot geslagen. Een fascist
werd aan het hoofd gewond. De politie arres
teerde twee personen.
BRANDSTICHTER OF NIET?
AMSTERDAM, 14 Mei. Op den Zondag voor
Kerstmis van het vorige jaar brak onder zeer
verdachte omstandigheden brand uit in de
woning van een melkhandelaar te Amstel-
veén. De brand werd tamelijk snel gebluscht,
zoodat het vuur beperkt bleef tot één kamer.
Het bleek, dat op de kachel een fluitketel
met benzine gevuld had gestaan. De eigenaar
was dien Zondag afwezig geweest en had per
schaats een tochtje gemaakt. De knecht eeh
ter was des middags thuis geweest om zich
te verkleeden. Kort na zijn vertrek uit de
woning was de brand uitgebroken. Verschil
lende personen, waaronder een politïe-agent.
hadden hem het huis zien verlaten. Ook had
hij aan een buurjongen nog melk geleverd.
Deze had aan de achterdeur geklopt en lang
moeten wachten voor er open werd gedaan.
Den nacht volgende op den brand was de
knecht niet in de woning komen slapen. Hij
had gelogeerd bij een vriend in het dorp.
Onder verdenking dezen brand te hebben
gesticht om zich ongestraft in het bezit van
het trommeltje met geld te kunnen stelen,
werd de melkknecht gearresteerd.
Eenige maanden geleden stond hij voor de
rechtbank te Amsterdam terecht, verdacht
van brandstichting en diefstal. Conform den
eisch van het O.M. werd hij veroordeeld tot
twee jaar gevangenisstraf.
Naar wij thans vernemen heeft de melk
knecht, die onmiddellijk van het vonnis in
hooger beroep is gegaan, een brief aan den
procureur-generaal geschreven, waarin hij
mededeelt, dat de brand is gesticht op aan
drang van zijn baas. Het misdrijf zou zijn ge
pleegd door een derde persoon, die zich dien
Zondagmiddag tegelijk met den melkknecht
in de woning bevond. Deze zou even na hem
de woning hebben, verlaten, na het vuur te
hebben aangestoken.
Hiermede is dus de verdachte terug geko
men op zijn houding ter terechtzitting. Hier
immers weigerde hij steeds den naam van
den werkelijken dader te noemen, terwijl hij
volhield zelf volkomen onschuldig te zijn aan
brandstichting en diefstal. Met klem doch
vergeefs hebben toen de verdediger en de
president bij verdachte aangedrongen de
waarheid te openbaren. De behandeling in
hooger beroep voor het Hof is vastgesteld op
7 Juni a.s. te 10 uur.
MINISTER DE WILDE BETUIGT
ZIJN SPIJT.
OVER ZIJN UITLATINGEN JEGENS DE
LIBERALEN.
Men koopt bij voorkeur pas-verschenen werken,
zoodat boeken zeer snel verouderen en onver
koopbaar worden
(Van. onzen correspondent).
STOCKHOLM Mei.
Eenigen tijd na de autodafé in de hoofd
stad van het Duitsche rijk hebben enkele
Zweedsche uitgevers ernstig overwogen of
zij het voorbeeld niet na zouden volgen
teneinde van hun onverkoopbare werken af
te komen. Weliswaar zou de zaak natuur
lijk in 't geheel geen politiek tintje heb
ben en zou het verbranden van de boeken
niet in 't openbaar geschieden, maar be
paald sympathiek vond men het plan toch
niet en het schijnt, dat -de uitgevers er nu
ook van hebben afgezien. Zoodat zij naar
andere middelen speuren moeten om ruim-
in hun volle magazijnen te maken. Want
ruimte moét er. komen, ruimte voor de
standaardwerken en de detectiveromans, de
zware memoires en de niet-gewaardeerde
vertalingen, voor al die tallooze werken, die
om de een of andere red-en niet door het
immers zoo onberekenbare publiek gekocht-
zijn toen zij regelrecht van de binderij in de
étalages der boekwinkels kwamen, die er op
de planken werden gezet, een enkelen keer
afgestoft, aan een klant werden getoond,
eens, vluchtig met een haal van de mouw
hun plaats tusschen de soortgenooten her
kregen, er stoffig en smoezelig raakten en,
na verloop van jaren tegen sterk geredu-
ceerden prijs in de opruiming gebracht, nog
geen kooper vermochten te vinden. Overbo
dig, onbelangrijk of slecht zijn die boeken
vaak in het geheel niet. Wie, om eigen
boekenkast te vullen, om lectuur voor stille
avonden of lange reizen te verwerven, de
krantenpagina's beslaande lijsten van de
uitverkoopen doorleest, in de winkels tus
schen de op den vloer, op planken op schra
gen, op toonbanken opgehoopte boeken snuf
felt, kan aardige koopjes halen, werken van
bekende schrijvers krijgen voor een tiende
van den oorspronkelijken prijs, plaatwerken
vaklitteratuur, kostelijk .uitgevoerde pracht
uitgaven, -die eens voor een gewoon sterve
ling onbetaalbaar waren, bemachtigen voor
een kroon of wat. Al blijven na die uitver
koopen nog vele boeken over. die eens in te
groote oplage gedrukt zijn, die eens alleen
door hun actualiteit waarde hadden.
Vermoedelijk heeft negen-tïende deel van
de in Zweden uitgegeven boeken voor den
uitgever en den boekhandelaar slechts be-
teekenis zoolang zij pas verschenen zijn.
Later bezorgen zij hun maar moeilijkheden.
Blijkbaar heeft de vrij algemeene angst om
niet bij te zijn, om niet met den tijd mee
te gaan, er toe geleid, dat men bij voor
keur boeken koopt, die ten hoogste enkele
maanden tevoren verschenen zijn, boeken,
die nog in de étalages liggen, die nog be
sproken worden op koffie-visite en cocktail-
fuif. Dan moet de eerste druk na de andere
op de pers gelegd worden en volgen de op
lagen elkaar soms met tusschenpoozen van
een dag of veertien op, maar na eenige
maanden, als de boekenstroom tegen Kerst
mis, tegen de z-omervacantie, of in mindere
mate aan het begin van het winterhalfjaar
weer aanzwelt, vragen andere werken de
aandacht, komen andere werken plotseling
in trek en de uitgaven van de voorafgaan
de hausseperiode vinden dan vrijwel geen
koopers meer, zijn verouderd. Uit den aard
der zaak blijft een beperkt aantal van de
meesterwerken der Zweedsche letterkunde
voortdurend in den handel, al is dit vooral
te danken aan de omstandigheid, dat daar
van om de zooveel jaar telkens een nieuwe
prachtuitgave in nieuw-ontworpen banden
verschijnt, doch dit zijn zoogenaamde „pre-
sentboeken", dure edities, bestemd om aan
kinderen of kennissen bij jubileum, aan
nemen, verjaardag geschonken te worden.
Maar terwijl in ons land een goed, een mooi
boek jaren lang zijn waarde behoudt, jaren
lang gevraagd wordt en dus in de boekwin
kels voorhanden is, kan men hier voor een
soortgelijk Zweedsch werk alle groote en
kleine zaken afloopen zonder het te kunnen
krijgen, al heeft men dan veelal wel een
vertaling ervan in voorraad.
De omstandigheid, dat een boek in Zwe
den, ook al heeft het een hoog-e, niet aan
tijd gebonden innerlijke waarde, is zeer snel
veroudert, is ongetwijfeld de voornaamste
oorzaak van de enorme productie. Schrijvers,
die hun naam en daarmee hun inkomen
willen behouden zijn genoodzaakt telken-
jare ten minste een werk af te leveren en
dan liefst nog op een zoodanig tijdstip, dat
het tegen Kerstmis uitgegeven kan worden
Zij moeten wat produceeren, omdat de uit
gever er op rekent, hun er wellicht reeds
een voorschot op gegeven heeft, ook al zijn
zij er tijdelijk niet toe gedisponeerd. Van
daar dat een niet gering percentage van de
jaarlijks uitkomende Zweedsche boeken vrij
middermatig is, dat verscheidene auteurs
zich uit de moeilijkheid redden door maar
een stel in kranten en tijdschriften gepubli
ceerde novellen, critieken. essays bij elkaar
te zoeken en naar zijn uitgever te zenden,
ook al missen die soms vluchtig op be
stelling in elkaar gedraaide verhaaltjes,
soms haastig ter nachtredactie neerge
pende rcensies de hoedanigheden, die het
bundelen ervan verantwoord zouden doen
zijn. Een enkele maal is ook het feitelijke
verschil tusschen krantenartikel en boek
vrijwel verdwenen, bij voorbeeyi in een week
over de financieele politiek van Roosevelt,
dat tot een week voor het verschijnen bij
gewerkt was en nauwelijks veertien dagen
later reeds door de feiten was achterhaald.
Ook kan ik een boek van een tweehonderd
pagina's over het concern-Kreuger noemen,
dat kort na den dood van den luciferskoning
met kunst en vliegwerk in elkaar werd ge
zet en een week later niet meer werd ge
kocht, omdat toen uit het eerst in voorzich
tige bewoordingen vervatte communiqué
reeds bleek dat de affaire een ander ver
loop zou krijgen dan in dit boek verwacht
werd.
Boeken zijn onze beste vrienden, heette
het in de reclame voor een van de eerste
boekenweken in Holland. Voor vele in Zwe
den zal dat evenzoo zijn. Voor anderen is
een boek echter een noodzakelijk kwaad, dat
men zonder veel enthousiasme aanvaardt.
Men koopt het laatste boek van een bekend
auteur omdat men het doorgewerkt behoort
te hebben, men koopt een boek, dat om de
een of andere reden opgang maakt, omdat
men niet meetelt wanneer men er niet over
mee zou kunnen praten. En men koopt boe
ken in dit geval eigenlijk banden om
dat een boekenkast, waarvan de planken
vol staan met goudbedrukte leeren ruggen,
als kenmerk van algemeene ontwikkeling be
schouwd pleegt te worden en dus een nood
zakelijk onderdeel uitmaakt van het ameu
blement van ieder die voor algemeen ont
wikkeld wenschtdoor te gaan. De popula
riteit van Nordisk Familjebok en andere
kostbare encyclopaedieën is zeker voor een
niet gering deel te danken aan het feit, dat
de deelen dik en van een fraaien band voor
zien zijn. Verscheidene uitgevers brengen
telkens weer series romans in den handel,
waarvan het omhulsel op een hooger artistiek
peil staat dan de inhoud, series, waarvan
men elke maand een deel onder rembourse-
ment krijgt toegezonden en waarop men in-
teekenen moet terwijl men alleen de namen
der auteurs, de titels en het uiterlijk der
boeken nog maar kent. Het is zeer de vraag
of al deze werken ooit gelezen worden, even
zoo of men ze bestellen zou, wanneer ze in
minder quasi-luxeuse banden gebonden
waren. Ik heb eens uit de boekenkast van
een Zweed een fraaien „half-Franschen"
band gehaald, die een stel thema- en som
menboekjes bleek te bevatten. En een groep
Hollandsche jongens en meisjes, die enkele
jaren geleden moderne arbeiderswoningen
hier ter stede bekeken, waren zeer verwon
derd toen ze, ietwat onbescheiden, de deur
tjes van een boekenkast openden en daar
geen romans of populair-wetenschappelijke
werken vonden, zooals op de open planken
ernaast, maar beddelakens en stofdoeken.
C. G. B.
Naar aanleiding van de beschouwingen in
een deel der pers, gewijd aan de rede die de
minister van Binnenlandsche Zaken te
Zwolle heetf gehouden
heeft minister De Wilde in een interview o.m.
het volgende gezegd:
„Ik moet onomwonden verklaren, dat ik
geprikkeld door enkele uitlatingen van den
laatsten tijd en met name door vermelding
van motieven in een deel der liberale pers
aan minister Colijn toegeschreven terzake
van aanhouding van de crisiswinkelsluitings
wet, mij heb laten verleiden tot uitlatingen
jegens de liberalen, die ik in mijn kwaliteit
als minister zeker niet had beboeren te
bezigen. Zelf heb ik daarmee allerminst be
doeld er politieke bteeekenis aan toe te
kennen. Daartoe bestond trouwens geen
enkele aanleiding want de harmonie in het
kabinet is en was steeds voortreffelijk. Na
tuurlijk spijt het gebeurde mij meer dan ik
zeggen kan, vooral met het oog op minister
Kalf, die door ieder onzer op hoogen prijs
wordt gesteld en dien ik zelf reken tot de
genen met wie ik hartelijk kan samenwerken.
Ik vertrouw dan ook, dat na deze verklaring
de politieke verhoudingen, die goed waren,
voortaan goed zullen blijven".
Ten aanzien van het radiovraagstuk merkt
de minister op, dat de toewijzing van den
dienst van de radio niet afzonderlijk bij de
kabinetsformatie ter sprake Ls gekomen.
De overgang van het staatsbedrijf der P.T.T.
van het departement van Waterstaat naar
dat van Binnenlandsche Zaken heeft in geen
enkel opzicht verband gehouden met het
radiovraagstuk. Die overgang is uitsluitend
geschied om het al te omvangrijke departe
ment van Waterstaat te ontlasten.
HET ADRES VAN „BLOEM
BOLLENCULTUUR".
PROTEST VAN HOLL. BLOEIVIBOLLEN-
KWEEKERSGENOOTSCHAP.
Naar „Kweekersblad" meldt heeft het Hol-
landsch Bloembollenkweekersgenootschap een
adres gezonden aan den Minister van Eco
nomische Zaken, waarin adressant protesteert
tegen een alinea in het door ons vermelde
adres, 24 April j.l. door de Alg. Vereen, voor
Bloembollencultuur aan denzelfden bewinds
man gezonden en waarin bezwaren werden
ontwikkeld tegen de handelsbeschikking van
diens ambtsvoorganger, genomen op grond
van het Kon. Besl. betreffende den handel in
en aflevering van voor export bestemde
bloembollen.
Bedoelde alinea luidt:
„Volgens de door uwen ambtsvoorganger
op 8 Augustus 1933 bekend gemaakte garantie
voor voorschriften buiten het raam, zouden
deze worden opgekocht tegen den binnen-
landschen minimumprijs, waarmede een be
drag van rond f 800.000 gemoeid was. Bij de
toepassing van dit voorschrift zijn tegen de
bedoeling er van, maar zonder dat het opzet
telijk verboden was, vrijwel alle overgescho
ten bollen binnen de bepalingen van het raam
gebracht, terwijl bovendièn bij dezen inkoop
van Regeeringswege niet voldoende aandacht
is geschonken aan de kwaliteit, die bij de
eischen voor de inlevering was vastgesteld".
Adressant zegt o.m.:
„Het is niet juist, dat alle overgeschoten
bollen binnen de bepalingen van het raam
zijn gebracht, terwijl aan de kwaliteit de
noodige eischen worden gesteld.
Tal van controleurs zouden kunnen getui
gen van afgekeurde regeeringsbollen. terwijl
de bezitters van deze afgekeurde bollen vele
klachten daarover bij de Nederlandsche Bloem
bollenkweekers Centrale hebben ingediend.
Sommigen omdat hun bollen in maat werden
gedisqualificeerd. anderen omdat hun bollen
geheel werden afgekeurd. Hiermede is te be
wijzen, dat de beweringen in het adres van
de Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur
slechts op algemeheden en op geen bepaal
de feiten berusten".
aan het woord.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken ge-plaatst of niet
geplaatst wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
TWEEëRLEI WEG!
„De vischhandelaren schijnen spoedig zich
te gaan bezig houden met den grooteren aan
voer van visch door het stichten van een
'eigen reederij. Dit is reeds een resultaat van
de belangrijke vergrooting der havens, welke
over eenige maanden in gebruik zal worden
genomen. Veel handelaren hebben zulk ver
trouwen in de toekomst van den vischhandel,
dat een kapitaal reeds is toegezegd voor de
oprichting' van een maatschappij, welke ge
vormd zal worden door kooplieden, zouters en
rookers, teneinde een eigen vloot van traw
lers te verkrijgen. Zij beseffen de noodzake
lijkheid van een buitengewone uitbreiding
van den aanvoer, opdat de positie van de
haven in 's werelds visscherij wordt behouden
en voorgesteld is een programma op te stel
len voor den aanbouw van trawlers en dit
programma zoolang uit te voeren totdat de
oneconomische schepen óf zijn verdwenen of
onnoodig zijn geworden. In vakkringen wordt
verklaard, dat door de uitbreiding der havens
er plaats is voor een 100-tal schepen. Met be
trekking tot deze plannen is deze week reeds
een belangrijke vergadering gehouden."
„In aansluiting aan het bericht in ons blad
van gisteren inzake het oprichten van een
nieuwe vischhandel vereeniging vernemen wij,
dat Vrijdagmiddag door een 30-tal firma's in
principe hiertoe is besloten."
Het eerste bericht is afkomstig uit Grims
by, het tweede uitIJmuiden. Datum: 12
Mei van het crisisjaar 1934.
Grimsby vraagt geen regeeringssteun, men
pakt eendrachtig aan en slaagt.
IJmuiden roert de groote trom voor ver
strekking van rijksgelden, welke men in on-
eenigheid en verdeeldheid wil gaan ver-ex-
ploiteeren.
Arm IJmuiden! Arm in geld, arm in groote
mannen.
OUTSIDER.
IJmuiden, 13 Mei 1934.