STATEN-GENERAAL Onze export moet gehandhaafd. AMSTERDAM GEHERCLASSI- FICEERD. IN DE TWEEDE KLASSE DER FONDS BELASTING. De gemeenteraad van Amsterdam heeft Donderdagmiddag met 32 tegen 8 stemmen goedgekeurd de voordracht om het stadsge deelte der gemeente in de tweede klasse en het landelijk'gedeelte in de derde klasse der gi meentelpndsbelas'ing in te deelen. DOOR ELECTRISCHEN STROOM GEDOOD. Vermoedelijk ten gevolge van verkeerd con tact kreeg de 17-jarige U., werkzaam in een machinefabriek te Maassluis, den stroom van een elec.trischen boor door het lichaam. De jongeman was onmiddellijk dood. AUTOBUS TEGEN BOOMEN GEBOTST. Verscheidene personen gewond. HET STUUR WAARSCHIJNLIJK VASTGELOOPEN. Donderdagmiddag kwam. waarschijnlijk ten gevolge van vastloopen van het stuur, een autobus waarin een Volendamsch gezelschap was gezeten, in botsing met eenige boomen aan den Hoomschen Jaagweg onder Edam. De wagen werd aan de voorzijde geheel ver nield. Eenige der inzittenden werden op den weg geslingerd. Zeven personen kregen ernstige snijwonden door glasscherven. Door twee dok toren werden een voorlioopig verband gelegd, waarna het gezelschap met een andere bus naar Volendam werd vervoerd. JHR. MR. DR. A. RöELL TREEDT AF. ALS VOORZITTER VAN HET CONCERT GEBOUW. Het bestuur van het Amsterdamseh Con certgebouw deelt ons mede. dat jhr. mr. dr. A. Röell, na bijkans veertien jaar de functie van voorzitter te hebben bekleed heeft beslo ten met het einde van het winterseizoen als zoodanig af te treden. Het bestuur betreurt ten zeerste de zoo ge waardeerde en aangename leiding die jhr. Röell's voorzitterschap kenmerkte, te moeten missen, doch erkent als juist en respecteert ten volle de motieven van ambtelijken aard, die hem* thans "tot het nemen van dit besluit hebben geleid. In afwachting van de benoeming van een opvolger^ zal het voorzitterschap door den on der-voorzit ter, den heer G. H. de Marez Oyens, worden waargenomen. ZIJN VRIENDJE VERMOORD. „MATUSCHKA II" STAAT TERECHT. Voor de Bossche rechtbank stond Donderdag terecht de 18-jarige J. H. M. L. te Uden, ver dacht op 8 November 1933 aldaar opzettelijk en met voorbedachten rade den 14-jarigen J. Lammers van het leven te hebben beroofd door hem den hals dicht ite knijpen en met een touw dicht te snoeren. Gebleken is, dat deze jongeman identiek is aan den zoogenaamden „Matuschba ET", die enkele malen gedreigd heeft treinen te zuilen laten ontsporen. De brieven, waarin dit gemeld werd. postte hij te 's Gravenhage, waarheen hij zich van Uden per fiets had begeven. De zaak werd met gesloten deuren behan deld. Na het verhoor van zeven getuigen en psychiaters werd de behandeling uitgestald tot nader te bepalen dag. WELKOM BERICHT VOOR NED.-INDIë. Onderhandelingen met Duitschland hebben een gunstig resultaat. NIEUWE EXPORTMOGELIJKHEDEN VOOR PALMOLIE, COPRA EN KOFFIE. De eenigen tijd geleden tusschen een Neder - landsche delegatie, onder leiding van onzen gezant te Berlijn mr. J. P. Graaf van Lim burg Stirum eenerzijds, en een Duitsche delegatie, onder leiding van dr. Hans Flach, Ministerialrat im Reichswirtschaftsministe- rium anderzijds te Berlijn geopende onder handelingen met betrekking tot een regeling van het handelsverkeer tusschen Neder- landsch-Indiê en Duitschland, welke dezer dagen te 's-Gravenhage werden voortgezet hebben tot overeenstemming geleid. De beide Regeeringen zijn o.m. overeengekomen den omvang van het wederzijdsche goederenver keer zooveel mogelijk te bevorderen, c.q. te ontzien. Voor enkele gewichtige Indische producten, als palmolie, copra en koffie zijn nieuwe ex portmogelijkheden geopend. Voor eenige speciale Duitsche artikelen, die voor Ned.- Indië van veel belang zijn, zijn tariefafspra ken gemaakt. T 2 desbetreffende overeenkomst zal dezer dagen te Berlijn worden onderteekend en zoo spoedig mogelijk aan de Staten-Generaal ter goedkeuring worden voorgelegd. Ook met Frankrijk geslaagde onderhandelingen. Dr. Colijn heeft Donderdagmiddag in de Tweede Kamer verklaard, dat belangrijke voordeelen voor Indië zijn verkregen in een overeenkomst met Frankrijk. DE BOM OP „DE ZEVEN PROVINCIËN". In overeenstemming met de gegeven opdracht gehandeld. GERICHT WAS VOOR OEN BOEG VAN HET SCHIP. De minister van Defensie heeft reeds Don derdag geantwoord op de Woensdag door het Tweede Kamerlid Albarda ingediende schrif telijke vragen aangaande het werpen van de bom op ..De Zeven Provinciën". Minister Deckers verklaart de desbetref fende m'ededëeiing in de Indische pers, waar van hij ook kennis heeft genomen, niet juist. Genoemde pers beweerde dat de bom op ..De Zeven Provinciën" niet bedoeld was als waar- schuwingsbom, die vóór den boeg van het schip had moeten neerkomen, en dat ook de vliegers niet de opdracht hadden eerst een waarschuwingsbom vóór het schip te werpen, maar dat de vlieger van de ,.D 11" welbewust de eerst bom op het schip wierp. De minister wijst hiertegenover op de vol gende zinsnede, welke o.m. in de orders van de deelnemende vliegtuigen op Vrijdag 10 Februari 1933 voorkomt: ,Is aan de sommatie totaal geen gevolg gegeven, ook niet gedeeltelijk, dan wordt door D 35 een bom van 50 K.G. kort voor den boeg geworpen". Iets verder staat in deze orders: „D 35 keert het eerst terug boven „De Zeven Provinciën" in een aanvalsrun en werpt zijn bommen af, indien duidelijk blijkt, dat op de waarschuwingsbom geen machines zijn ge stopt of witte vlag is geheschen of uitgelegd". Het verslag van den commandant D li (D 35 was door bijzondere omstandigheden uit gevallen) over de verrichtingen in verband met de actie tegen de ZPN, vermeldt voorts: ,.Ten 0918 wordt een bom van 50 K.G. ge worpen, richtpunt ongeveer 10 M. vóór boeg ZPn, koers Z.W.". Uit een en ander blijkt, dat de handeling van den vliegers van de D 11 in overeenstem ming is geweest met de hem verstrekte op' dracht. BANIER UITDRUKKING VAN STAATKUNDIG STREVEN. VOLGENS DEN AMSTERDAMSCHEN KANTONRECHTER. Bij een demonstratie van de Communisti sche Partij op 22 October j.l. te Amsterdam, werden twee communisten bekeurd wegens het dragen van een rood doek, waarop met witte letters stond „C.P.H. afd. Amster dam". De politie achtte dit doek in strijd met de uniformwet. Woensdag stonden zij voor den kanton rechter mr. Stibbe terecht. De dagvaarding vermeldde, dat het doek „uitdrukking was van het staatkundig streven. De verdachten droegen dit doek zoodanig optplooid boven zich uit, dat doek en opschrift op grooten afstand voor een ieder zichtbaar en lees baar waren". De verdachten ontkenden, dat de vlag zou zijn uitdrukking van bepaald staatkundig streven. De ambtenaar van het O.M., Mr. Aber- son zeide, dat het hier een grensgeval be treft waarin de appreciatie van den rechter de doorslag moet geven. Spr. is overtuigd, dat het doek uiting van een bepaald staat kundig streven is en een veroordeeling moet vólgen. Eisch f 20 boete subs. 10 dagen tegen elk der verdachten. De Kantonrechter veroordeelde hen ieder tot vijf gulden boete. De verdachten deelden mee onmiddellijk in hooger beroep te zullen gaan. AFDEELING NEDERLAND DER KANT- GESELLSCHAFT Dezer dagen had in het Gebouw der Inter nationale School voor Wijsbegeerte te Amers foort de eerste vergadering plaats der nieuw opgerichte Nederlandsche af deeling der Kant- Gesellschaft. Het bestuur werd samengesteld uit Dr. J. D. Bierens de Haan, voorzitter: mevr. dr. J. van den Bergh van Eysinga-Elias, secr.-penn.; prof. dr. H. J. Pos, M. Holstein, dr. R. J. Kort- mulder en dr. T. Goedewaagen. VERTREK UITGAANDE PASSAGIERS SCHEPEN LATER GESTELD. De N.V. Stoomvaart Maatschappij Neder land deelt mede. dat te beginnen met het mo torschip Christiaan Huygens, dat 23 Mei van Amsterdam vertrekt, de uitgaande passagiers schepen des Woensdags om 3.30 uur 's mid dags inplaats van om 12 uur 's middags van Amsterdam zullen vertrekken. NIEUW LICHT IN DE KWESTIE- ZWERTBROEK. HET VREDESPALEIS VERLICHT In verband met het feit dat het 35 jaar ge leden is, dat in Den Haag de eerste vredes conferentie werd gehouden, wordt heden avond het Vredespaleis verlicht. GEEN UITREIKING DER GROTIUS-MEDAILLE. IN VERBAND MET DE OMSTANDIGHEDEN DER INTERNATIONALE SAMENLEVING. Telkenjare op den 18en Mei, Volkenbonds dag, wordt door het hoofdbestuur van de ver eeniging voor Volkenbond en Vrede de Gro- tiusmedaille toegekend aan een of meer per sonen. die zich bijzonder verdienstelijk heb ben gemaakt' op het gebied van den Volken bond, het volkenrecht of de vredesbeweging of ter bevordering van de studie van de wer ken van Hugo Grotius. Deze medaille is inge steld in 1925, toen herdacht werd, dat 300 jaar tevoren Grotius' werk over het recht van den oorlog en den vrede werd uitgegeven. Het hoofdbestuur van de vereeniging heeft in zijn laatstgehouden vergadering besloten in ver band met de omstandigheden waarin de in ternationale samenleving verkeert, voor 1934 niet over te gaan tot het uitreiken van de Grotiusmedaille. DE OUD-SECRETARIS DER V. A. R. A. VERTELT NADERE BIJZONDERHEDEN. De oud-secretaris van de V. A, R. A. de lieer G J. Zwertbroek heeft een brochure het licht, doen zien: „S. O. S. Vara", inhoudende de door hem in de vergadering vaar den vereen i- gingsraad op 28 April j.l. uitgesproken verde digingsrede tegen zijn royement, als V.A.R.A.- lid, welk royement echter, naar men weet. door den vereenigingsraad is gehandhaafd. Hierin worden tal van reeds bekende feiten naar voren gebracht, maar als nieuw punt is. opgenomen waarom de heer Zwertbroek naar zijn meening uit de V. A. R. A. is weggewerkt. Hij wijst erop, dat hij met den V. A. R. A- voorzitter overleg heeft gepleegd om bij mi nister de Wilde te protesteeren «gen de aan de vereeniging opgelegde straf voor de vijf minuten pauze na de mededeeling der te rechtstelling van Van der Lubbe. De heer Zwertbroek schrijft dan: „We hebben den minister onze bezwaren •tegen de straf kenbaar gemaakt, en onze op vattingen verdedigd, We dat zijn De Vries en ik. Lebon heeft geen mond opengedaan. De minister antwoordde hierop, dat hij van mee ning was geweest dat we onze verontschuldi ging zouden hebben gemaakt. Im dat geval, zèide hij, zou hij die hebben aanvaard Maar nu bleek dat we meenden geen fout te hebben gemaakt stond hij er anders voor. Hij had r.og wel geen vast besluit genomen, maar hij neig de ertoe, nu toch maar aan de Tweede Kamer voor te stellen de politiek uit den omroep verwijderen. Dat beteekende, zeide hij, tevens de verdwijning van de Vara, want die staat niet gelijk met de andere omroepen, wat begin sel betreft. De Vara is louter een Politieke en gen cultureele omroep. Daarop heeft zich een gedachtenwisseling ontsponnen over deze meening van den mi nister, waarin het lied „De Zakkensmijters' en mijn mededeeling over mijn toespraak over „Klassenstrijd" slechts momenten waren. Aan het einde was echter de conclusie van den mi- nisiter, dat hij toch, im ieder geval een verkla ring van de Vara verlangde, waaruit zou blij ken, dat de Vara haar ongelijk inzag, zoodat de door den minister opgelegde straf ook door haar als billijk werd aanvaard. Naar onzen in druk verlangde de minister dit in het bijzon der, omdat vrijwel de geheele Nederlandsche oers de opgelegde straf, en daar mede zijn beleid in dezen, had afgekeurd. Zag de Vara dus de billijkheid ervan niet in en gaf zij daar van niet openlijk blijk, dat zou hij ernstig overwegen, door een voorstel in de Kamer, de politiek in den Omroep en daardoor de Vara zelf, verder onmogelijk te maken. Dit zouden we dan maar eens in het Hoofdbestuur moeten bespreken. Dat was op Zaterdagmorgen 24 Februari. Op Woensdag 28 Februari was er Hoofdbe stuursvergadering. Verslag van het onderhoud bij den minister is daar niet uitgebracht en zijn eisch is niet besproken. Het was die ver gadering. waar de Vries-Lebon zijn gekomen tot hun met de anderen vooruit beraamde ma noeuvre om mij te wippen! Een verklaring heeft de minister niet gekregen. Wat hij ge kregen hééft, is mijn ontslag. De samenhang zal hem wel duidelijk gemaakt zijn! Vandaar, dat óndanks het uitblijven van de ge wen scute verklaring van het Var al:stuur er in de Ka mer tóch geen voorstel van den minister is gekomen 'tot wering van de politiek in den Omroep! Den..minister schijnt mijn ontslag met de daarop gevolgd zijnde gelijkschakeling- der Vara voorloopig voldoende te zijn geweest." BEZWAREN AAN RUBBER UITVOERRECHT VERBONDEN. NAAR EEN BETER SYSTEEM WORDT GESTREEFD. Uit Batavia: In de Memorie van Antwoord op het afdee- lingsverslag van den Volksraad inzake de rubber restrictie wordt nog het volgende op gemerkt: Aangezien gegevens omtrent de bevolkings rubber in de Buitengewesten, grootendeels ontbreken, werden voor de ondernemingen en de bevolking verschillende stelsels voorge steld weshalve na rijp overleg met de hoof den van Gewestelijk Bestuur de heffing van het uitvoerrecht ten slotte werd gekozen. De regeering ontveinst zich niet, dat daar aan ernstige bezwaren kleven, doch een min der bezwaarlijk systeem is nog niet gevon den. Met voortvarendheid wordt getracht een beter restrictiestelsel voor de bevolkingsrub ber te vinden. De hoofden van Gewestelijk Bestuur zullen daartoe over enkele maanden te Batavia worden bijeengeroepen. Het uitvoerrecht zal experimenteel worden geheven, zoodat geen sliding-scale wordt toe- SCHEEPVAART JULIANA- KANAAL NIET GESTAGNEERD. POMPINSTALLATIE ZAL ZATERDAG WEER WERKEN. Door den Rijkswaterstaat zijn in samenwer king met ds Provinciale Limburgsche Elec- triciteits Mij. maatregelen genomen, dat de brand in het transformatorhuisje aan het Julianakanaal te Maasbracht geen stagnatie zal veroorzaken in het scheepvaartverkeer. Alle bedieningswerktuigen zijn Donderdag weer in werking gesteld. De pompinstallatie zal Zater dagmorgen weer werken. RADIOUITZENDINGEN VOOR DE JEUGD De V. A. R. A.-uitzendingen zullen, te be ginnen met Zondag 27 Mei, gedurende een week in het teeken van de jeugd staan. Diver se speciale uitzendingen zullen worden geor ganiseerd. niet slechts voor, doch ook van, over en door de jeugd. STERKER BEWIJZEN TEGEN OYENSCHE VERDACHTEN. GELD BIJ EEN VAN HEN GEVONDEN. Omtrent de roofmoord te Oyen, vernemen wij nog, dat in de kleeren van verd. Van O. een portemonnaie is gevonden, waarin f 37 is gevonden. In een zakdoek had hij nog f 32 geknoopt. De herkomst van het geld kon hij niet opgeven. Het bedrag komt, ook wat den aard van het geld betreft, overeen met het bedrag, dat bij de overvallenen is vermist. Ook is in verband met den overval nog een 16-jarige jongen gearresteerd. Alle drie verd. blijven hardnekkig zwijgen, hoewel de be wijzen steeds sterker tegen hem worden. TWEEDE KAMER Dr. Colijn over de steunmaatregelen aan den land- en tuinbouw. Een pachtwet in voorbereiding. Perspectie ven. Winkelsluitingswet aangesneden. renten, is ook een middel om er af te komen. Maar wat komt er zoo van ons credietwezeii terecht? Onze Staat heeft nog eenige honderde millioenen schuld. Wie zou nog hypotheek aan de boeren geven, als er zoo meer omgesprongen werd? Juist een hypotheek brengt extra zekerheid en juist daarom nemen vele kleine beleggers ze. Der gelijke ruwe aantasting van het hypotheek recht is van de regeering niet te wachten. De Minister gaf toe, dat uitzieken onmogelijk hard kan zijn voor vele kleinen, doch de overheid heeft niet tot roeping bepaalde per sonen te helpen, maar wel onze economische positie. Het is in 's volks belang geen valsche hoop te wekken, al erkent en kent hij den nood, die hier geleden wordt. Hij heeft den indruk, dat niet geheel onge grond zijn de klachten, dat handel en in dustrie niet voldoende zijn ingeschakeld. Hij zal dat onderzoeken. Een hartewensch van hem is ook een Dir.-Generaal van den Land bouw, doch hij weet thans niet den geschikten persoon. Hij heeft beslist, dat het aantal regee- ringscommissarissen tot 5 terug gebracht wordt en dat college kan dan eenheid in het beleid geven. Na deze rede werd er niet gerepliceerd. Wel werden bij enkele Afdeelingen nog wat op merkingen gemaakt en toen werd de Begroo ting van het Landbouw-Crisisfonds goedge keurd met de stemmen van d.e heeren Wijn koop (comm.) en Sneevliet (rev. soc.) tegen. 17 Mei. In een rustige rede van twee' uur heeft Dr. Colijn, als Minister van Economische Zaken ad interim, de 23 sprekers over de Begrooting van het Landbouw-Crisisfonds van antwoord gediend. Het grootste deel van dit bescheid was gewijd aan de algemeene steun-politiek en wat daarmede in verband staat, doch ook de detailpunten werden niet vergeten. Terecht kon de Minister 75 pet. instemming der Kamer met het crisisbeleid der regeering constateeren. Tegenover de critiek van den heer Zandt (S.G.P.) wees hij dezen er op, dat bij steun controle hoort en geen vrijheid, ook wijl de boeren geen engelen zijn. Hij deelde mede alle hoop te hebben, dat de nieuwe Pachtwet nog dit jaar de Kamer zal bereiken. Voor een verbod van het houden van pluim vee voor hen, die daarvan geen bedrijf ma ken, bleek hij absoluut niets te voelen. Dat zou een al te groote vrijheidsbeperking be- teekenen en het zou ook een veel te uitge breid toezicht eischen. De rede van Dr. Colijn leverde verder no^ verschillende niet onbelangrijke punten, waarvan we er hier nog enkele willen aan stippen. Wat de tuinbouw betreft, de inwerking was in 1933 vrijwillig 1000 H.A.. in 1934 is ze ge dwongen 8000 H.A., of 20 pet, van het areaal. Tot distributie van het z.g. „kaaspotje" kon de Minister nog niet overgaan, het moet ge reserveerd worden met het oog op verrassin gen in de ongewisse zuivelindustrie Hij kan geen aardappelmeel in het brood doen men gen, ook omdat hier allerlei belangen tegen over elkander staan. Wat de loonen der landarbeiders betreft, merkte hij op. dat er een serie klachten is binnen gekomen, die aan de betrokken orga nisaties zijn toegezonden, die nog niet heb ben geantwoord. Wat de margarine-industrie betreft, zegt de Minister dat de gevoelens verscheiden zijn en dat bewijst, dat het vraagstuk moeilijk is. Vroeger was de margarineproductie 120.000 ton. wat in 1932—33 is teruggebracht tot de helft. Voor een verbod, of andere maatrege len ziet de regeering geen reden. De varkenscentrale zit in het met zorg on gebouwde stelsel, dat zich gezet heeft. Men wil nu alles loslaten, doch hij meent als Mi nister ad interim zeker zulk een beslissing niet te moeten nemen. Men moet geen onjuiste tegenstellingen ccheppen. ook niet die van biet en riet. Er is ook een bietenkwestie op zichzelf en men moet beide belangen in het oog houden. De Minister kwam daarna tot de algemeene crisispolitiek. De regeering pretendeert niet. dat ze alle wijsheid in pacht heeft, doch in Sept. 1921 betoogde hij reeds, dat er ingriiuende strue- tureele veranderingen zouden komen en het uitgangspunt van Mr. West-erman was voor de regeering niet nieuw. Doch zij is iets be scheidener (gelach!ijgl- .het oordeel wat op een moment gedaan moét worden" en uit voerbaar is. Ons volk moet en gaat naar eoo soberder bestaan, doch dit komt niet altiid. od het moment, dat de regeering het wensebt. Het volksbesef moet hier meewerken, niet ieder ziet de noodzakelijkheid van ingrijpen de maatregelen in. Met verstand moet gestuurd worden in de richting van bedrijfsreorganisatie, dat proces moet geleidelijk plaats hebben en zonder groote schokken. De bedrijven moeten zich aanpassen. We moeten zoo lang mogelijk blij ven uitvoeren, doch onze uitvoer wordt aan alle kanten zeer gehandicapt. We moeten ons onzen verminderden uitvoer realiseeren en daarom moet onze productie worden aange past. Wanneer en op welke wijze? Nu reeds zeggen, hoe groot onze productie zal blijven, kan niet. De groote onbekende is onze afzet naar het buitenland. Het ziet er naar uit, of in *34 en '35 onze boterexport naar Engeland ongestoord kan doorgaan. Er zijn enkele aanwijzingen over den ver- moedelijken gang van zaken. In den tuin bouw komt men waarschijnlijk in een paar jaar weer tot evenwicht door de productie beperking en dan zullen de prijzen ook weer, zonder storende invloeden, behoorlijk zijn. De Grond, die van den tuinbouw vrij komt. wordt bestemd voor akkerbouw. De veehou derij zal belangrijk ingekrompen moeten wor den. Allereerst door de export, daarbij door teeltbeperking en door de geleidelijke omzet ting van weiland in akkerbouw, wanneer daar de prijzen weer loonen d zijn. Helpen deze middelen niet, dan zou men weer tot af slachting moeten overgean. De Minister mist thans den moed om toe zeggingen te doen over de zekerheid van steun aan den akkerbouw voor eenige jaren, om daardoor de omzetting van gras- en bouwland te bevorderen. Doch deze zaak is geen oogenblik uit zijn gedachten, ook niet, als hij Econ. Zaken niet meer beheert. Dr. Colijn meent, dat altijd zorgvuldig de belangen moeten worden afgewogen en wijst ook op de belangen van de scheepvaart. Hoe zal men het bestaande bedrijf handhaven? Wat achterlijk is, moet niet door steun in het leven worden gehouden; steun en saneering hooren feitelijk bijeen. In 1913 was de productwaarde van onzen akkerbouw 157 millioen, in 1933 was het 74 millioen, waarbij 72 12 millioen steun komt. Voor de veeteeltproductie was het in 1913 nog 650 millioen tegen 371 millioen in 1933, waarbij 120 1/2 millioen steun komt. Neemt men de bij producten er bij, dan komt de akkerbouw nu ongeveer tot 1913 en de veeteelt blijft ver daar beneden. Doch door de loonen komt ook de akkerbouw beneden 1913. Met inbegrip van den steun ligt het rendement dus beneden dat van 1913. Om daartoe weer te komen, zou de steun moeten worden verhoogd en daar is geen den ken aan. óf de vaste lasten moeten omlaag. Spr. roept de boeren toe, dat de pachtprijzen niet omhoog, maar omlaag moeten. De geza menlijke organisatorische kracht van den boerenstand moest feitelijk die verhoogingen der pacht tegengaan. Men kan op drie wijzen de vaste lasten verminderen. De eene is dé- valuatie van onze munt als opzettelijke maat regel. Dc« heeft alleen beteekenis als de goe der enprij zen evenveel stijgen, dat men er werkelijk voordeel van heeft. Dat is in Amerika en in Denemarken niet zoo geweest. Ook zou den de prijzen der grondstoffen en de loonen stijgen. Als de heer v. d. Weyden nu f 10.000 leent en hij kan daarvoor over 10 jaar twee maal zooveel koopen als nu, betaalt hij dan ook tweemaal zooveel rente (gelach). Onuit voerbaar in de praktijk is het afwegen eener schuld naar de goederenprijzen. Een schrap, geheel of gedeeltelijk door de De Winkelsluitingswet De Kamer is daarna begonnen aan de be handeling der technische herziening van de Winkelsluitingswet. De eerste spreekster, Mevr. BakkerNort (v.d.) heeft er haar leedwezen over uitgespro ken, dat er geen voorstel was van dezen Mi nister pm den Zondagsverkoop uit te breiden. Morgen komen hier nog meerdere sprekers aan het woord. Over een en ander dus nader. OBSERVATOR. UITWEG UIT TUINBOUW- MOEILIJKHEDEN. De heer Valstar ziet die in teeltbeperking. BETERE VOORUITZICHTEN VOOR 1931? Donderdag is in het Jaarbeursgebouw te Utrecht de algemeene vergadering van de ver eeniging „Groep Veilmgsvereenigingen uit den Ned. Tuinbouw Raad" geopend met een rede van den voorzitter, den heer F. V. Valstar, die er aan herinnerde, dat hij vier jaar geleden had gewezen op de voorteekenen der moeilijk heden in den tuinbouw, die toen reeds vielen waar te nemén. Ook thans vermag spr." géén zweem van een lichtpunt aan den horizont te ontdekken. Wat er nog tot verbetering van den handels- politieken toestand heeft geleid en nog in de naaste toekomst te bereiken zal zijn, is uitslui tend een gevolg van de hier te lande genomen afweermaatregelen. Spr. juicht een actieve handelspolitiek toe als middel ter verdediging van de Nederlandsche exportbelangen. De Nederlandsche regeering verdient nog iets anders dan critiek, n.l. dank voor wat ze gedaan heeft voor den Nederlandschen tuin bouw, vooral ook oud-minister Verschuur. In de verplichte teeltbeperking ziet spr. een middel om uit de moeilijkheden te geraken. Aan een prijsgarantie kan volgens den heer Valstar, in verband met de moeilijkheden, niet worden gedacht. De taak van het Centraal Bureau is in den crisistijd geheel anders dan in normalen tijd. De veilingen zijn technische organisaties, die zich moeten onthouden van sociaal en maat schappelijk werk, doch hoewel men de vraag kan opwerpen of de steunmaatregelen voor den landbouw niet van socialen en maatschap- pelijken aard zijn, en deze vraag bevestigend kan beantwoorden, hebben de steunmaatrege len een zeer groote technische zijde en daar om heeft het Centraal Bureau geen oogenblik geaarzeld in het belang van den tuinbouw zich voor die taak beschikbaar te stellen. Spr. verwachtte, dat, nu voor 1934 verschil lende maatregelen werken, die tot doel hebben, den toestand voor den tuinbouw te regelen, mag verwacht worden, dat 1934 een niet zoo ongunstig verloop zal hebben als de beide vorige jaren. Door meerdere veilingen werd krachtig aan gedrongen op een verhooging der minimum prijzen. De voorzitter zocht echter de oplossing van het tuinbouwvraagstuk niet in een ver hooging van de minimumprijzen, doch eer in teeltbeperking. In behandeling kwamen voorts de plannen inzake de uitvoering van het verplicht veilen. De voorzitter wees op de actie, welke in som mige streken des lands tegen het van boven opgelegde verplicht veilen is gevoerd. Van die actie zal de regeering en ook de regeerings- commissaris zich niet laten terug schrikken. Voor enkele bijzondere gevallen, zooals kersen eten in de boomgaarden, verzending van fruit per pakket, het bewaren van fruit en het ver pachten van boomgaarden zullen extra maat regelen getroffen worden. Met de praktijk zal tenvolle rekening worden gehouden. Aan het groepsbestuur werd machtiging ver leend tot vaststelling van een minimumprijs voor de eenmalige kist. DR. MARIA MONTESSORI IN ONS LAND. Naast den cursus, dien Dr. Maria Montes- sori van 16 Mei tot 2 Juni in Amsterdam geeft, zal zij een openbare lezing houden op Vrij dag 25 Mei a.s. in de groote zaal van het Mu- zieklyceüm, des avonds om 8 uur. EERE-PRESIDENTEN STADION-CONCERT Naar wij vernemen heeft het comité voor Stadionconcerten den minister voor Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. H. P. Marchant, bereid gevonden mede op te tre den als eere-president van het Zaterdagavond 2 Juni onder leiding van dr. Willem Mengel berg in het stadion te Amsterdam uit te voe ren concert. De andere eere-presidenten zijn jhr. mr. dr. A. Röell, voorzitter van het bestuur van het Concertgebouw, jhr. Hugo Loudon, voor zitter van het bestuur van het Residentie orkest, dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam en jhr. L .H. N. Bosch Ridder van Rosenthal, burgemeester van Den Haag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 2