STATEN-GENERAAL
Onze export moet gehandhaafd.
AMSTERDAM GEHERCLASSI-
FICEERD.
IN DE TWEEDE KLASSE DER FONDS
BELASTING.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
Donderdagmiddag met 32 tegen 8 stemmen
goedgekeurd de voordracht om het stadsge
deelte der gemeente in de tweede klasse en het
landelijk'gedeelte in de derde klasse der gi
meentelpndsbelas'ing in te deelen.
DOOR ELECTRISCHEN STROOM GEDOOD.
Vermoedelijk ten gevolge van verkeerd con
tact kreeg de 17-jarige U., werkzaam in een
machinefabriek te Maassluis, den stroom van
een elec.trischen boor door het lichaam. De
jongeman was onmiddellijk dood.
AUTOBUS TEGEN BOOMEN
GEBOTST.
Verscheidene personen
gewond.
HET STUUR WAARSCHIJNLIJK
VASTGELOOPEN.
Donderdagmiddag kwam. waarschijnlijk ten
gevolge van vastloopen van het stuur, een
autobus waarin een Volendamsch gezelschap
was gezeten, in botsing met eenige boomen
aan den Hoomschen Jaagweg onder Edam.
De wagen werd aan de voorzijde geheel ver
nield.
Eenige der inzittenden werden op den weg
geslingerd. Zeven personen kregen ernstige
snijwonden door glasscherven. Door twee dok
toren werden een voorlioopig verband gelegd,
waarna het gezelschap met een andere bus
naar Volendam werd vervoerd.
JHR. MR. DR. A. RöELL
TREEDT AF.
ALS VOORZITTER VAN HET CONCERT
GEBOUW.
Het bestuur van het Amsterdamseh Con
certgebouw deelt ons mede. dat jhr. mr. dr.
A. Röell, na bijkans veertien jaar de functie
van voorzitter te hebben bekleed heeft beslo
ten met het einde van het winterseizoen als
zoodanig af te treden.
Het bestuur betreurt ten zeerste de zoo ge
waardeerde en aangename leiding die jhr.
Röell's voorzitterschap kenmerkte, te moeten
missen, doch erkent als juist en respecteert
ten volle de motieven van ambtelijken aard,
die hem* thans "tot het nemen van dit besluit
hebben geleid.
In afwachting van de benoeming van een
opvolger^ zal het voorzitterschap door den
on der-voorzit ter, den heer G. H. de Marez
Oyens, worden waargenomen.
ZIJN VRIENDJE VERMOORD.
„MATUSCHKA II" STAAT TERECHT.
Voor de Bossche rechtbank stond Donderdag
terecht de 18-jarige J. H. M. L. te Uden, ver
dacht op 8 November 1933 aldaar opzettelijk
en met voorbedachten rade den 14-jarigen J.
Lammers van het leven te hebben beroofd
door hem den hals dicht ite knijpen en met
een touw dicht te snoeren.
Gebleken is, dat deze jongeman identiek is
aan den zoogenaamden „Matuschba ET", die
enkele malen gedreigd heeft treinen te zuilen
laten ontsporen. De brieven, waarin dit gemeld
werd. postte hij te 's Gravenhage, waarheen
hij zich van Uden per fiets had begeven.
De zaak werd met gesloten deuren behan
deld.
Na het verhoor van zeven getuigen en
psychiaters werd de behandeling uitgestald
tot nader te bepalen dag.
WELKOM BERICHT VOOR
NED.-INDIë.
Onderhandelingen met
Duitschland hebben een
gunstig resultaat.
NIEUWE EXPORTMOGELIJKHEDEN VOOR
PALMOLIE, COPRA EN KOFFIE.
De eenigen tijd geleden tusschen een Neder -
landsche delegatie, onder leiding van onzen
gezant te Berlijn mr. J. P. Graaf van Lim
burg Stirum eenerzijds, en een Duitsche
delegatie, onder leiding van dr. Hans Flach,
Ministerialrat im Reichswirtschaftsministe-
rium anderzijds te Berlijn geopende onder
handelingen met betrekking tot een regeling
van het handelsverkeer tusschen Neder-
landsch-Indiê en Duitschland, welke dezer
dagen te 's-Gravenhage werden voortgezet
hebben tot overeenstemming geleid. De beide
Regeeringen zijn o.m. overeengekomen den
omvang van het wederzijdsche goederenver
keer zooveel mogelijk te bevorderen, c.q. te
ontzien.
Voor enkele gewichtige Indische producten,
als palmolie, copra en koffie zijn nieuwe ex
portmogelijkheden geopend. Voor eenige
speciale Duitsche artikelen, die voor Ned.-
Indië van veel belang zijn, zijn tariefafspra
ken gemaakt.
T 2 desbetreffende overeenkomst zal dezer
dagen te Berlijn worden onderteekend en zoo
spoedig mogelijk aan de Staten-Generaal ter
goedkeuring worden voorgelegd.
Ook met Frankrijk geslaagde
onderhandelingen.
Dr. Colijn heeft Donderdagmiddag in de
Tweede Kamer verklaard, dat belangrijke
voordeelen voor Indië zijn verkregen in een
overeenkomst met Frankrijk.
DE BOM OP „DE ZEVEN
PROVINCIËN".
In overeenstemming met de
gegeven opdracht gehandeld.
GERICHT WAS VOOR OEN BOEG VAN
HET SCHIP.
De minister van Defensie heeft reeds Don
derdag geantwoord op de Woensdag door het
Tweede Kamerlid Albarda ingediende schrif
telijke vragen aangaande het werpen van de
bom op ..De Zeven Provinciën".
Minister Deckers verklaart de desbetref
fende m'ededëeiing in de Indische pers, waar
van hij ook kennis heeft genomen, niet juist.
Genoemde pers beweerde dat de bom op ..De
Zeven Provinciën" niet bedoeld was als waar-
schuwingsbom, die vóór den boeg van het
schip had moeten neerkomen, en dat ook de
vliegers niet de opdracht hadden eerst een
waarschuwingsbom vóór het schip te werpen,
maar dat de vlieger van de ,.D 11" welbewust
de eerst bom op het schip wierp.
De minister wijst hiertegenover op de vol
gende zinsnede, welke o.m. in de orders van
de deelnemende vliegtuigen op Vrijdag 10
Februari 1933 voorkomt:
,Is aan de sommatie totaal geen gevolg
gegeven, ook niet gedeeltelijk, dan wordt
door D 35 een bom van 50 K.G. kort voor den
boeg geworpen".
Iets verder staat in deze orders:
„D 35 keert het eerst terug boven „De Zeven
Provinciën" in een aanvalsrun en werpt zijn
bommen af, indien duidelijk blijkt, dat op de
waarschuwingsbom geen machines zijn ge
stopt of witte vlag is geheschen of uitgelegd".
Het verslag van den commandant D li (D
35 was door bijzondere omstandigheden uit
gevallen) over de verrichtingen in verband
met de actie tegen de ZPN, vermeldt voorts:
,.Ten 0918 wordt een bom van 50 K.G. ge
worpen, richtpunt ongeveer 10 M. vóór boeg
ZPn, koers Z.W.".
Uit een en ander blijkt, dat de handeling
van den vliegers van de D 11 in overeenstem
ming is geweest met de hem verstrekte op'
dracht.
BANIER UITDRUKKING VAN
STAATKUNDIG STREVEN.
VOLGENS DEN AMSTERDAMSCHEN
KANTONRECHTER.
Bij een demonstratie van de Communisti
sche Partij op 22 October j.l. te Amsterdam,
werden twee communisten bekeurd wegens
het dragen van een rood doek, waarop met
witte letters stond „C.P.H. afd. Amster
dam".
De politie achtte dit doek in strijd met de
uniformwet.
Woensdag stonden zij voor den kanton
rechter mr. Stibbe terecht. De dagvaarding
vermeldde, dat het doek „uitdrukking was
van het staatkundig streven. De verdachten
droegen dit doek zoodanig optplooid boven
zich uit, dat doek en opschrift op grooten
afstand voor een ieder zichtbaar en lees
baar waren".
De verdachten ontkenden, dat de vlag zou
zijn uitdrukking van bepaald staatkundig
streven.
De ambtenaar van het O.M., Mr. Aber-
son zeide, dat het hier een grensgeval be
treft waarin de appreciatie van den rechter
de doorslag moet geven. Spr. is overtuigd,
dat het doek uiting van een bepaald staat
kundig streven is en een veroordeeling
moet vólgen.
Eisch f 20 boete subs. 10 dagen tegen
elk der verdachten.
De Kantonrechter veroordeelde hen ieder
tot vijf gulden boete.
De verdachten deelden mee onmiddellijk
in hooger beroep te zullen gaan.
AFDEELING NEDERLAND DER KANT-
GESELLSCHAFT
Dezer dagen had in het Gebouw der Inter
nationale School voor Wijsbegeerte te Amers
foort de eerste vergadering plaats der nieuw
opgerichte Nederlandsche af deeling der Kant-
Gesellschaft.
Het bestuur werd samengesteld uit Dr. J.
D. Bierens de Haan, voorzitter: mevr. dr. J.
van den Bergh van Eysinga-Elias, secr.-penn.;
prof. dr. H. J. Pos, M. Holstein, dr. R. J. Kort-
mulder en dr. T. Goedewaagen.
VERTREK UITGAANDE PASSAGIERS
SCHEPEN LATER GESTELD.
De N.V. Stoomvaart Maatschappij Neder
land deelt mede. dat te beginnen met het mo
torschip Christiaan Huygens, dat 23 Mei van
Amsterdam vertrekt, de uitgaande passagiers
schepen des Woensdags om 3.30 uur 's mid
dags inplaats van om 12 uur 's middags van
Amsterdam zullen vertrekken.
NIEUW LICHT IN DE KWESTIE-
ZWERTBROEK.
HET VREDESPALEIS VERLICHT
In verband met het feit dat het 35 jaar ge
leden is, dat in Den Haag de eerste vredes
conferentie werd gehouden, wordt heden
avond het Vredespaleis verlicht.
GEEN UITREIKING DER
GROTIUS-MEDAILLE.
IN VERBAND MET DE OMSTANDIGHEDEN
DER INTERNATIONALE SAMENLEVING.
Telkenjare op den 18en Mei, Volkenbonds
dag, wordt door het hoofdbestuur van de ver
eeniging voor Volkenbond en Vrede de Gro-
tiusmedaille toegekend aan een of meer per
sonen. die zich bijzonder verdienstelijk heb
ben gemaakt' op het gebied van den Volken
bond, het volkenrecht of de vredesbeweging
of ter bevordering van de studie van de wer
ken van Hugo Grotius. Deze medaille is inge
steld in 1925, toen herdacht werd, dat 300 jaar
tevoren Grotius' werk over het recht van den
oorlog en den vrede werd uitgegeven. Het
hoofdbestuur van de vereeniging heeft in zijn
laatstgehouden vergadering besloten in ver
band met de omstandigheden waarin de in
ternationale samenleving verkeert, voor 1934
niet over te gaan tot het uitreiken van de
Grotiusmedaille.
DE OUD-SECRETARIS DER V. A. R. A.
VERTELT NADERE BIJZONDERHEDEN.
De oud-secretaris van de V. A, R. A. de lieer
G J. Zwertbroek heeft een brochure het licht,
doen zien: „S. O. S. Vara", inhoudende de
door hem in de vergadering vaar den vereen i-
gingsraad op 28 April j.l. uitgesproken verde
digingsrede tegen zijn royement, als V.A.R.A.-
lid, welk royement echter, naar men weet.
door den vereenigingsraad is gehandhaafd.
Hierin worden tal van reeds bekende feiten
naar voren gebracht, maar als nieuw punt is.
opgenomen waarom de heer Zwertbroek naar
zijn meening uit de V. A. R. A. is weggewerkt.
Hij wijst erop, dat hij met den V. A. R. A-
voorzitter overleg heeft gepleegd om bij mi
nister de Wilde te protesteeren «gen de aan
de vereeniging opgelegde straf voor de vijf
minuten pauze na de mededeeling der te
rechtstelling van Van der Lubbe.
De heer Zwertbroek schrijft dan:
„We hebben den minister onze bezwaren
•tegen de straf kenbaar gemaakt, en onze op
vattingen verdedigd, We dat zijn De Vries en
ik. Lebon heeft geen mond opengedaan. De
minister antwoordde hierop, dat hij van mee
ning was geweest dat we onze verontschuldi
ging zouden hebben gemaakt. Im dat geval,
zèide hij, zou hij die hebben aanvaard Maar
nu bleek dat we meenden geen fout te hebben
gemaakt stond hij er anders voor. Hij had r.og
wel geen vast besluit genomen, maar hij neig
de ertoe, nu toch maar aan de Tweede Kamer
voor te stellen de politiek uit den omroep
verwijderen. Dat beteekende, zeide hij, tevens
de verdwijning van de Vara, want die staat
niet gelijk met de andere omroepen, wat begin
sel betreft. De Vara is louter een Politieke en
gen cultureele omroep.
Daarop heeft zich een gedachtenwisseling
ontsponnen over deze meening van den mi
nister, waarin het lied „De Zakkensmijters'
en mijn mededeeling over mijn toespraak over
„Klassenstrijd" slechts momenten waren. Aan
het einde was echter de conclusie van den mi-
nisiter, dat hij toch, im ieder geval een verkla
ring van de Vara verlangde, waaruit zou blij
ken, dat de Vara haar ongelijk inzag, zoodat
de door den minister opgelegde straf ook door
haar als billijk werd aanvaard. Naar onzen in
druk verlangde de minister dit in het bijzon
der, omdat vrijwel de geheele Nederlandsche
oers de opgelegde straf, en daar mede zijn
beleid in dezen, had afgekeurd. Zag de Vara
dus de billijkheid ervan niet in en gaf zij daar
van niet openlijk blijk, dat zou hij ernstig
overwegen, door een voorstel in de Kamer, de
politiek in den Omroep en daardoor de Vara
zelf, verder onmogelijk te maken. Dit zouden
we dan maar eens in het Hoofdbestuur moeten
bespreken.
Dat was op Zaterdagmorgen 24 Februari.
Op Woensdag 28 Februari was er Hoofdbe
stuursvergadering. Verslag van het onderhoud
bij den minister is daar niet uitgebracht en
zijn eisch is niet besproken. Het was die ver
gadering. waar de Vries-Lebon zijn gekomen
tot hun met de anderen vooruit beraamde ma
noeuvre om mij te wippen! Een verklaring
heeft de minister niet gekregen. Wat hij ge
kregen hééft, is mijn ontslag. De samenhang
zal hem wel duidelijk gemaakt zijn! Vandaar,
dat óndanks het uitblijven van de ge wen scute
verklaring van het Var al:stuur er in de Ka
mer tóch geen voorstel van den minister is
gekomen 'tot wering van de politiek in den
Omroep! Den..minister schijnt mijn ontslag
met de daarop gevolgd zijnde gelijkschakeling-
der Vara voorloopig voldoende te zijn geweest."
BEZWAREN AAN RUBBER
UITVOERRECHT VERBONDEN.
NAAR EEN BETER SYSTEEM WORDT
GESTREEFD.
Uit Batavia:
In de Memorie van Antwoord op het afdee-
lingsverslag van den Volksraad inzake de
rubber restrictie wordt nog het volgende op
gemerkt:
Aangezien gegevens omtrent de bevolkings
rubber in de Buitengewesten, grootendeels
ontbreken, werden voor de ondernemingen en
de bevolking verschillende stelsels voorge
steld weshalve na rijp overleg met de hoof
den van Gewestelijk Bestuur de heffing van
het uitvoerrecht ten slotte werd gekozen.
De regeering ontveinst zich niet, dat daar
aan ernstige bezwaren kleven, doch een min
der bezwaarlijk systeem is nog niet gevon
den. Met voortvarendheid wordt getracht een
beter restrictiestelsel voor de bevolkingsrub
ber te vinden.
De hoofden van Gewestelijk Bestuur zullen
daartoe over enkele maanden te Batavia
worden bijeengeroepen.
Het uitvoerrecht zal experimenteel worden
geheven, zoodat geen sliding-scale wordt toe-
SCHEEPVAART JULIANA-
KANAAL NIET GESTAGNEERD.
POMPINSTALLATIE ZAL ZATERDAG
WEER WERKEN.
Door den Rijkswaterstaat zijn in samenwer
king met ds Provinciale Limburgsche Elec-
triciteits Mij. maatregelen genomen, dat de
brand in het transformatorhuisje aan het
Julianakanaal te Maasbracht geen stagnatie
zal veroorzaken in het scheepvaartverkeer. Alle
bedieningswerktuigen zijn Donderdag weer in
werking gesteld. De pompinstallatie zal Zater
dagmorgen weer werken.
RADIOUITZENDINGEN VOOR DE JEUGD
De V. A. R. A.-uitzendingen zullen, te be
ginnen met Zondag 27 Mei, gedurende een
week in het teeken van de jeugd staan. Diver
se speciale uitzendingen zullen worden geor
ganiseerd. niet slechts voor, doch ook van,
over en door de jeugd.
STERKER BEWIJZEN TEGEN
OYENSCHE VERDACHTEN.
GELD BIJ EEN VAN HEN GEVONDEN.
Omtrent de roofmoord te Oyen, vernemen
wij nog, dat in de kleeren van verd. Van O.
een portemonnaie is gevonden, waarin f 37
is gevonden. In een zakdoek had hij nog f 32
geknoopt. De herkomst van het geld kon hij
niet opgeven. Het bedrag komt, ook wat den
aard van het geld betreft, overeen met het
bedrag, dat bij de overvallenen is vermist.
Ook is in verband met den overval nog een
16-jarige jongen gearresteerd. Alle drie verd.
blijven hardnekkig zwijgen, hoewel de be
wijzen steeds sterker tegen hem worden.
TWEEDE KAMER
Dr. Colijn over de steunmaatregelen aan den land- en
tuinbouw. Een pachtwet in voorbereiding. Perspectie
ven. Winkelsluitingswet aangesneden.
renten, is ook een middel om er af te komen.
Maar wat komt er zoo van ons credietwezeii
terecht? Onze Staat heeft nog eenige honderde
millioenen schuld.
Wie zou nog hypotheek aan de boeren geven,
als er zoo meer omgesprongen werd? Juist een
hypotheek brengt extra zekerheid en juist
daarom nemen vele kleine beleggers ze. Der
gelijke ruwe aantasting van het hypotheek
recht is van de regeering niet te wachten.
De Minister gaf toe, dat uitzieken onmogelijk
hard kan zijn voor vele kleinen, doch de
overheid heeft niet tot roeping bepaalde per
sonen te helpen, maar wel onze economische
positie. Het is in 's volks belang geen valsche
hoop te wekken, al erkent en kent hij den
nood, die hier geleden wordt.
Hij heeft den indruk, dat niet geheel onge
grond zijn de klachten, dat handel en in
dustrie niet voldoende zijn ingeschakeld. Hij
zal dat onderzoeken. Een hartewensch van
hem is ook een Dir.-Generaal van den Land
bouw, doch hij weet thans niet den geschikten
persoon. Hij heeft beslist, dat het aantal regee-
ringscommissarissen tot 5 terug gebracht
wordt en dat college kan dan eenheid in het
beleid geven.
Na deze rede werd er niet gerepliceerd. Wel
werden bij enkele Afdeelingen nog wat op
merkingen gemaakt en toen werd de Begroo
ting van het Landbouw-Crisisfonds goedge
keurd met de stemmen van d.e heeren Wijn
koop (comm.) en Sneevliet (rev. soc.) tegen.
17 Mei.
In een rustige rede van twee' uur heeft Dr.
Colijn, als Minister van Economische Zaken
ad interim, de 23 sprekers over de Begrooting
van het Landbouw-Crisisfonds van antwoord
gediend. Het grootste deel van dit bescheid
was gewijd aan de algemeene steun-politiek
en wat daarmede in verband staat, doch ook
de detailpunten werden niet vergeten.
Terecht kon de Minister 75 pet. instemming
der Kamer met het crisisbeleid der regeering
constateeren. Tegenover de critiek van den
heer Zandt (S.G.P.) wees hij dezen er op, dat
bij steun controle hoort en geen vrijheid, ook
wijl de boeren geen engelen zijn. Hij deelde
mede alle hoop te hebben, dat de nieuwe
Pachtwet nog dit jaar de Kamer zal bereiken.
Voor een verbod van het houden van pluim
vee voor hen, die daarvan geen bedrijf ma
ken, bleek hij absoluut niets te voelen. Dat
zou een al te groote vrijheidsbeperking be-
teekenen en het zou ook een veel te uitge
breid toezicht eischen.
De rede van Dr. Colijn leverde verder no^
verschillende niet onbelangrijke punten,
waarvan we er hier nog enkele willen aan
stippen.
Wat de tuinbouw betreft, de inwerking was
in 1933 vrijwillig 1000 H.A.. in 1934 is ze ge
dwongen 8000 H.A., of 20 pet, van het areaal.
Tot distributie van het z.g. „kaaspotje" kon
de Minister nog niet overgaan, het moet ge
reserveerd worden met het oog op verrassin
gen in de ongewisse zuivelindustrie Hij kan
geen aardappelmeel in het brood doen men
gen, ook omdat hier allerlei belangen tegen
over elkander staan.
Wat de loonen der landarbeiders betreft,
merkte hij op. dat er een serie klachten is
binnen gekomen, die aan de betrokken orga
nisaties zijn toegezonden, die nog niet heb
ben geantwoord.
Wat de margarine-industrie betreft, zegt
de Minister dat de gevoelens verscheiden zijn
en dat bewijst, dat het vraagstuk moeilijk is.
Vroeger was de margarineproductie 120.000
ton. wat in 1932—33 is teruggebracht tot de
helft. Voor een verbod, of andere maatrege
len ziet de regeering geen reden.
De varkenscentrale zit in het met zorg on
gebouwde stelsel, dat zich gezet heeft. Men
wil nu alles loslaten, doch hij meent als Mi
nister ad interim zeker zulk een beslissing
niet te moeten nemen.
Men moet geen onjuiste tegenstellingen
ccheppen. ook niet die van biet en riet. Er is
ook een bietenkwestie op zichzelf en men
moet beide belangen in het oog houden.
De Minister kwam daarna tot de algemeene
crisispolitiek.
De regeering pretendeert niet. dat ze alle
wijsheid in pacht heeft, doch in Sept. 1921
betoogde hij reeds, dat er ingriiuende strue-
tureele veranderingen zouden komen en het
uitgangspunt van Mr. West-erman was voor
de regeering niet nieuw. Doch zij is iets be
scheidener (gelach!ijgl- .het oordeel wat op
een moment gedaan moét worden" en uit
voerbaar is. Ons volk moet en gaat naar eoo
soberder bestaan, doch dit komt niet altiid.
od het moment, dat de regeering het wensebt.
Het volksbesef moet hier meewerken, niet
ieder ziet de noodzakelijkheid van ingrijpen
de maatregelen in.
Met verstand moet gestuurd worden in de
richting van bedrijfsreorganisatie, dat proces
moet geleidelijk plaats hebben en zonder
groote schokken. De bedrijven moeten zich
aanpassen. We moeten zoo lang mogelijk blij
ven uitvoeren, doch onze uitvoer wordt aan
alle kanten zeer gehandicapt. We moeten ons
onzen verminderden uitvoer realiseeren en
daarom moet onze productie worden aange
past. Wanneer en op welke wijze? Nu reeds
zeggen, hoe groot onze productie zal blijven,
kan niet. De groote onbekende is onze afzet
naar het buitenland. Het ziet er naar uit, of
in *34 en '35 onze boterexport naar Engeland
ongestoord kan doorgaan.
Er zijn enkele aanwijzingen over den ver-
moedelijken gang van zaken. In den tuin
bouw komt men waarschijnlijk in een paar
jaar weer tot evenwicht door de productie
beperking en dan zullen de prijzen ook weer,
zonder storende invloeden, behoorlijk zijn.
De Grond, die van den tuinbouw vrij komt.
wordt bestemd voor akkerbouw. De veehou
derij zal belangrijk ingekrompen moeten wor
den. Allereerst door de export, daarbij door
teeltbeperking en door de geleidelijke omzet
ting van weiland in akkerbouw, wanneer
daar de prijzen weer loonen d zijn. Helpen
deze middelen niet, dan zou men weer tot af
slachting moeten overgean.
De Minister mist thans den moed om toe
zeggingen te doen over de zekerheid van
steun aan den akkerbouw voor eenige jaren,
om daardoor de omzetting van gras- en
bouwland te bevorderen. Doch deze zaak is
geen oogenblik uit zijn gedachten, ook niet,
als hij Econ. Zaken niet meer beheert.
Dr. Colijn meent, dat altijd zorgvuldig de
belangen moeten worden afgewogen en wijst
ook op de belangen van de scheepvaart. Hoe
zal men het bestaande bedrijf handhaven?
Wat achterlijk is, moet niet door steun in het
leven worden gehouden; steun en saneering
hooren feitelijk bijeen.
In 1913 was de productwaarde van onzen
akkerbouw 157 millioen, in 1933 was het 74
millioen, waarbij 72 12 millioen steun komt.
Voor de veeteeltproductie was het in 1913 nog
650 millioen tegen 371 millioen in 1933, waarbij
120 1/2 millioen steun komt. Neemt men de bij
producten er bij, dan komt de akkerbouw nu
ongeveer tot 1913 en de veeteelt blijft ver daar
beneden. Doch door de loonen komt ook de
akkerbouw beneden 1913. Met inbegrip van den
steun ligt het rendement dus beneden dat van
1913. Om daartoe weer te komen, zou de steun
moeten worden verhoogd en daar is geen den
ken aan. óf de vaste lasten moeten omlaag.
Spr. roept de boeren toe, dat de pachtprijzen
niet omhoog, maar omlaag moeten. De geza
menlijke organisatorische kracht van den
boerenstand moest feitelijk die verhoogingen
der pacht tegengaan. Men kan op drie wijzen
de vaste lasten verminderen. De eene is dé-
valuatie van onze munt als opzettelijke maat
regel. Dc« heeft alleen beteekenis als de goe
der enprij zen evenveel stijgen, dat men er
werkelijk voordeel van heeft. Dat is in Amerika
en in Denemarken niet zoo geweest. Ook zou
den de prijzen der grondstoffen en de loonen
stijgen. Als de heer v. d. Weyden nu f 10.000
leent en hij kan daarvoor over 10 jaar twee
maal zooveel koopen als nu, betaalt hij dan
ook tweemaal zooveel rente (gelach). Onuit
voerbaar in de praktijk is het afwegen eener
schuld naar de goederenprijzen.
Een schrap, geheel of gedeeltelijk door de
De Winkelsluitingswet
De Kamer is daarna begonnen aan de be
handeling der technische herziening van de
Winkelsluitingswet.
De eerste spreekster, Mevr. BakkerNort
(v.d.) heeft er haar leedwezen over uitgespro
ken, dat er geen voorstel was van dezen Mi
nister pm den Zondagsverkoop uit te breiden.
Morgen komen hier nog meerdere sprekers
aan het woord. Over een en ander dus nader.
OBSERVATOR.
UITWEG UIT TUINBOUW-
MOEILIJKHEDEN.
De heer Valstar ziet die in
teeltbeperking.
BETERE VOORUITZICHTEN VOOR 1931?
Donderdag is in het Jaarbeursgebouw te
Utrecht de algemeene vergadering van de ver
eeniging „Groep Veilmgsvereenigingen uit den
Ned. Tuinbouw Raad" geopend met een rede
van den voorzitter, den heer F. V. Valstar, die
er aan herinnerde, dat hij vier jaar geleden
had gewezen op de voorteekenen der moeilijk
heden in den tuinbouw, die toen reeds vielen
waar te nemén. Ook thans vermag spr." géén
zweem van een lichtpunt aan den horizont te
ontdekken.
Wat er nog tot verbetering van den handels-
politieken toestand heeft geleid en nog in de
naaste toekomst te bereiken zal zijn, is uitslui
tend een gevolg van de hier te lande genomen
afweermaatregelen. Spr. juicht een actieve
handelspolitiek toe als middel ter verdediging
van de Nederlandsche exportbelangen.
De Nederlandsche regeering verdient nog
iets anders dan critiek, n.l. dank voor wat ze
gedaan heeft voor den Nederlandschen tuin
bouw, vooral ook oud-minister Verschuur.
In de verplichte teeltbeperking ziet spr. een
middel om uit de moeilijkheden te geraken.
Aan een prijsgarantie kan volgens den heer
Valstar, in verband met de moeilijkheden, niet
worden gedacht.
De taak van het Centraal Bureau is in den
crisistijd geheel anders dan in normalen tijd.
De veilingen zijn technische organisaties, die
zich moeten onthouden van sociaal en maat
schappelijk werk, doch hoewel men de vraag
kan opwerpen of de steunmaatregelen voor
den landbouw niet van socialen en maatschap-
pelijken aard zijn, en deze vraag bevestigend
kan beantwoorden, hebben de steunmaatrege
len een zeer groote technische zijde en daar
om heeft het Centraal Bureau geen oogenblik
geaarzeld in het belang van den tuinbouw zich
voor die taak beschikbaar te stellen.
Spr. verwachtte, dat, nu voor 1934 verschil
lende maatregelen werken, die tot doel hebben,
den toestand voor den tuinbouw te regelen,
mag verwacht worden, dat 1934 een niet zoo
ongunstig verloop zal hebben als de beide
vorige jaren.
Door meerdere veilingen werd krachtig aan
gedrongen op een verhooging der minimum
prijzen. De voorzitter zocht echter de oplossing
van het tuinbouwvraagstuk niet in een ver
hooging van de minimumprijzen, doch eer in
teeltbeperking.
In behandeling kwamen voorts de plannen
inzake de uitvoering van het verplicht veilen.
De voorzitter wees op de actie, welke in som
mige streken des lands tegen het van boven
opgelegde verplicht veilen is gevoerd. Van die
actie zal de regeering en ook de regeerings-
commissaris zich niet laten terug schrikken.
Voor enkele bijzondere gevallen, zooals kersen
eten in de boomgaarden, verzending van fruit
per pakket, het bewaren van fruit en het ver
pachten van boomgaarden zullen extra maat
regelen getroffen worden. Met de praktijk zal
tenvolle rekening worden gehouden.
Aan het groepsbestuur werd machtiging ver
leend tot vaststelling van een minimumprijs
voor de eenmalige kist.
DR. MARIA MONTESSORI IN ONS LAND.
Naast den cursus, dien Dr. Maria Montes-
sori van 16 Mei tot 2 Juni in Amsterdam geeft,
zal zij een openbare lezing houden op Vrij
dag 25 Mei a.s. in de groote zaal van het Mu-
zieklyceüm, des avonds om 8 uur.
EERE-PRESIDENTEN STADION-CONCERT
Naar wij vernemen heeft het comité voor
Stadionconcerten den minister voor Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. H. P.
Marchant, bereid gevonden mede op te tre
den als eere-president van het Zaterdagavond
2 Juni onder leiding van dr. Willem Mengel
berg in het stadion te Amsterdam uit te voe
ren concert.
De andere eere-presidenten zijn jhr. mr.
dr. A. Röell, voorzitter van het bestuur van
het Concertgebouw, jhr. Hugo Loudon, voor
zitter van het bestuur van het Residentie
orkest, dr. W. de Vlugt, burgemeester van
Amsterdam en jhr. L .H. N. Bosch Ridder van
Rosenthal, burgemeester van Den Haag.