MIDDERNACHT
Aankomst van den burgemeester van Hull
De „Dietse Spelersnaar West-Indië.
Het Provinciaal Ziekenhuis „Duin en Bosch" te Bakkum bestaat 25 jaar. Bij die gelegenheid Een reiswagen, op weg van Madrid naar Parijs, is nabij Lipostey In Zuid Frantcrijk door bet springen van een band I
Werd VOOr de patiënten en het verplegend personeel een kermis gehouden een telegraafpaal gereden, omgeslagen en in brand geraakt, Dertien inzittenden kwamen om het leven
Journalisten bezichtigden Dinsdag de ring-
spoorbaan aan den Zuidelijken Wandelweg
te Amsterdam, een der onderdeelen van
het werk, uitgaande van het Amsterdamsch
Centraal Comité voor jongere werkloozen
De Dietse Spelers onder leiding van Willem van der Veer zijn Dinsdag onder «wpiorën van het Algemeen Nederlandsch
Verbond met het s.s. „Oranje Nassau" van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij naar West-Indië vertrokken
Het tweede gedeefte van de Vijzelgracht te Amsterdam worA
thans ook gedempt
De burgemeester van Hull arriveerde Dinsdag op Schiphol in verband met
de opening van de luchtlijn Amsterdam Hull Liverpool. De magistraat
werd door het gemeentebestuur van Amsterdam verwelkomd
Prof dr. J. A. Cramer neemt afscheid van
De zomer nadert. Vooral in Engeland verwacht men in de komende maanden een belangrijk groote stroohoeden-afname,
de Universiteit te Utrecht
daar dit artikel voor het aanstaand seizoen favoriet schijnt te zijn
FEUILLETON
Detective Roman uit Donker Amsterdam
door
PIET KLOPPERS.
20)
De oude kellner die de wijk bediende, kende
den detective en had er geen bezwaar.in dezen
op een desbetreffende vraag mede te deelen,
dat de bankierszoon aan zijn tiende glas was.
Middernacht liep naar den jongen man, die
hem dadelijk herkende, en op verontwaardig
den toon zei:
„Zoohikdetective! Wat is dat nou
om Idahikte arresteeren? Het is een
prachtvrouw, zeg. Ik dacht.hik.dat jij
een vriend van me was, zeg!"
Middernacht gaf geen antwoord.
Hij nam een stoel en ging bedaard tegen
over Heeringa zitten aan de kleine tafel.
„Bezig je zorgen weg te spoelen, Heeringa?"
vroeg hij en wees op het «las.
„Allemaal jouw schuldhik.. 't Is een
beroerde boel, Ray. Een heele beroerde hik
..beroerde boel."
„Als ik jou was, zou ik mijn zinnen maar niet
op die manier verzetten. En in ieder geval
moet ik met je praten, juist omdat het zoo'n
beroerde boel is!"
„Zeg jij me nou.hik.éérst 's waarom
je Ida hebt meegenomen, hè?"
„Daar zullen we het later wel eens over heb
ben," antwoordde de detective, die inwendig
Heeringa's dronkenschap voor ditmaal een
meevallertje achtte: een dronken man praat
zijn mond eerder voorbij dan iemand die
nuchter is en kan nadenken, en aan niets had
Middernacht zoo langzamerhand meer behoef
te dan aan iemand die zijn mond eens flink
beliefde voorbij te praten!
Hij keek den jongen man strak aan, en zei:
„Vertel me nu eens zonder omwegen, hee
ringa, waarom je met Willem Snoeck afsprak
je vader's brandkast leeg te halen"'
Jan Heeringa's kleur werd zoo mogelijk nog
rooder dan ze al was. Zijn oogen schoten
vlammen, de portee van deze onverwachte be
schuldiging scheen hij echter in zijn dronken
schap niet te begrijpen.
„Dus datdat heeft de lafaard verteld!"
riep hij uit.
„Het is dus waar?"
„Jawel, het ishikheelemaal waar.
Ik was net zoo dronken als nou, zie jehik
en zonder geld begin je met Ida niks, zeg.
Als we nou.hikals we nou dat collier te
pakken hadden gekregen
„Snoeck zei dat hij het collier niet in de
brandkast had gevonden, nietwaar"
„Dat zei-d-ieja, dat wel. Maar ik ge
lóóf hemhikik geloof hem heelemaal
niet. Kan iemand ons hier hooren, Ray"
Het was tamelijk leeg in het lokaal; de oude
kellner stond op eerbiedigen afstand, en de
detective schudde het hoofd.
„Niemand," stelde hij den ander gerust.
„Dan zal ik jehikwat zéggen.
Snoeck heeft het collier!"
„Wéét je dat, of dénk je Jut maar?"
„Ik denk het."
„O!
,«*ïij vertelde me dat hij hethikniet
onder zijn oogen had gekregen, maar hij
liègt
„Dus je kreeg niets uit zijn handen?"
„Geen cent."
„Zóó! Vertel me dan eens Heeringa," zei de
detective, en keek den bankierszoon weer aan
met die doordringende blikken die deze zoo
vreesde, „vertel me dan eens waar je het geld
vandaan haalde om Ida Basquette een duren
armband te koopen!"
„Dat weet je dus ook al? Vertelde Ida je
dat? Ze laten me allemaal in den steek."
„Waar haalde je dat geld vandaan?" her
haalde de detective.
„Ze laten me alleméal in den steek," klaag
de Heeringa opnieuw.
„Geef antwoord!!"
„Daarhikdaar moet je hou zélf
'g achter zien te komen, Rayj,"
„Hoor eens hier, Heeringa, wil je dat ik me
tot je vader wend?"
„Wat ik wil? Ik? Dat je jehikwat
meer met je eigen zaken bemoeit. Wat heb je
methikmet Ida en mij te maken?"
„Niets, wat jullie privé-aangelegenheden be
treft. Maar alles, wanneer het er om gaat den
moordenaar van den ouden knecht te vinden,
Heeringa. Toen ik Ida Basquette arresteerde,
maakte ze een opmerking die te denken gaf.
Ze gaf toe, dat iemand dien ze kende, een be
dreiging tegen den ouden man had geuit. Wie
anders kan die iemand geweest zijndan
jij!"
Jan Heeringa sprong half uit zijn stoel op,
en liet zich, bleek nu, en rillend over al zijn
leden, weer neerzinken.
„Dus die óók al. Allemaal.... allemaal. Als
rattendie van het schip wegloopen."
„Zou je me de waarheid niet willen zeggen?"
„Ik hèb niets te zeggen," zei de jonge man
plotseling met die resolute koppigheid die
dronken mensehen, als ze wat nuchterder wor
den door een schrik, dikwijls kenmerkt.
„Ik heb totaal niéts te zeggen. En je moet
maar doen wat je niet laten kunt. Versta je
dat? Het kan me allemaal geen steek meer
schelen, maar mijn beurt komt ook nog."
„Je beurtvan wat, Heeringa?"
„Dat is mijn zaak. Allemaal laten ze mij in
den steek, nietwaar? Tot mijn eigen zuster
toe. En van Dorsten, haar verloofde, ook. Alle
maal. Ratten, zeg ik je, Ray."
„Je zuster en haar verloofde staan toch over
al buiten, Heeringa!"
„Zou je denken? Nou, dan zal ik je wat an
ders vertellen. Je arresteert zoo graag men-
schen, arresteer dan van Dorsten ook maar.
Die is niks beter dan de rest. Hij was dien
nacht ook in ons huis. Hoe eerder je hem in
zijn kraag neemt, hoe liever het mij is!
Kellner!"-....
NEGENDE HOOFDSTUK.
Een bezoek bij Mr. van Dorsten.
Middernacht keek van deze nieuwe onthul-
JggyrssSKl ep4 Hoe yexdei gijn onderzoek vqe-
derde, hoe meer hij scheen af te dwalen, en
hoe vruchteloozer zijn nasporingen werden.
Aan verdachten geen gebrek; daar waren
Dolle Bult, de inbreker; Jetje Karspels, de
jeugdige avonturierster; haar vriendin, of ge
wezen vriendin, Ida Basquette, de actrice;
Willem Snoeck, de voortvluchtige; Jan Hee
ringa, de slappelingzij allen vielen in de
termen om den moord te hebben gepleegd, en
alsof vijf verdachten nog niet genoeg was,
vertelde de bankierszoon hem nu met een
effen gezicht dat ook George van Dorsten dien
noodlottigen nacht in het huis was geweest,
en even goed voor arrestatie in aanmerking
kwam als de anderen!
Het nieuws dat mr. van Dorsten zich in het
huis had opgehouden, bracht den detective
van zijn stuk. Hij kende dezen jongen knappen
advocaat persoonlijk, hij had in verschillende
zaken met hem te maken gehad, hij wist dat
de rechtsgeleerde een zeer solide leven leidde,
een toonbeeld was van soberheid en ingetogen
heid.
Dat zei nu nog wel niets, van Dorsten zou
de eerste niet zijn die ze ondanks een goede
reputatie achter zijn mouw bleek te hebben,
maar toch
„Hoe weet je eigenlijk, Heering», dat je toe
komstige zwager dien nacht in het huis was?"
„Van mijn zuster. Ze vertelde het me. Om
twee uur 's nachts was hij er."
„Met welk doel?"
De jonge Heeringa keek den detective met
suffe oogen aan. „Moet je maar zien uit te
vinden. Ik vertel je niets meer."
„Ook niet hoe je aan het geld bent gekomen
om je vriendin een armband te koopen?"
„Neen, dat ook niet. Jij bent ook een vijand
van me, net als de rest. Laat Ida vrij, ze zal.
hikverwelkenin een nauwe, kille cel,
Ray."
„Je schijnt den ernst van de zaak nog altijd
niet te beseffen, Heeringa. De moordenaar
of de moordenares van den huisknecht zal ik
vinden, al moet ik er jaren over doen. En ik
zal niemand ontzien voor geld noch goede
woorden. Niémand, versta je? Wat zou je er
van denken als ik je eens een poosje over je
halsstarrige houding na. liet denken, in precies
zulk een nauwe, kille cel als die waarin je;
vriendin zit?"
Heeringa kwam overeind uit zijn stoel, maar,
de detective duwde hem bedaard terug
„Blijf nog wat zitten," zei hij kortaf.
„Geen handtastelijkheden, Ray, of ik zal....
hik.... maatregelen nemen."
„Zou je niet liever verstandig worden, je
hoofd helder houden, en den drank laten
staan, Heeringa? Ik zal je voorloopig op vrije
voeten laten en het je niet lastig maken. Maar
neem een goeden raad aan: als je mij niet in
vertrouwen wilt nemen, doe het dan ook
niemand anders. Deze affaire moet zonder
sensatieberichten in de pers worden afgewik
keld, en ik heb met de politie een afspraak
dat de arrestatie van de beide dames niet zal
worden gepubliceerd. Wat Snoeck betreft,
staat de zaak een beetje anders."
„Natuurlijk. Snoeck kan voor mij naar den
duivel loopen. Dat je Ida's reputatie hebt ge
spaard, Ray, valt me waarachtig van je mee."
„Dwaas," dacht de detective. „Niets of nie
mand in zijn hoofd dan die vrouw. Voor die
vrouw zou hij alles doencherchez la
femmeen toch geloof ik niet, dat de knaap
moed genoeg heeft om bloed te vergieten...."
Hardop zei hij:
„Ik moet nu gaan, Heeringa. Onthoud wat ik
je gezegd heb, geen dwaze streken, en niets
rondbazuinen, waar de buitenwereld niets mee
noodig heeft!"
Zonder antwoord af te wachten stond Mid
dernacht van zijn stoel op en verliet met
groote passen de bodega.
Buiten gekomen, was zijn eerste gang naar
het politiebureau-Singel, waar hij den dienst-
doenden rechercheur geheel op de hoogte
bracht van Willem Snoeck's vlucht. Hij refe
reerde zich verder aan inspecteur Emonts, dia
voor de politie de zaak in handen had, en ver
liet het bureau in de overtuiging dat alles zou
worden gedaan om den voortvluchtigen
Snoeck te achterhalen.
(Wgk2* vervolgt»;.