MIDDERNACHT De struisvogels in de Rotterdamsche dier gaarde hebben eieren. Links het mannetje Het quartet. - Vier kostbare pekingeesjes, die het kampioenschap der internationale peklngeezen-tentoonstelling te Ranelagh (Eng.) behaalden Wie gaat mee, gaat meeOp de Meent te Rotterdam stellen de respec tievelijke garagehouders uit de Maasstad hun touringcars voor het reislustige publiek ten toon, om passagiers te trekken voor de duizend en een reizen, die georganiseerd worden Ze zijn prachtig rijp Alle hens nu in Kennemerland aan dek, om bij de aardbeienpluk behulpzaam te zijn De groote Derby-race te Epsom is Woensdag in tegenwoordigheid van leden der Engelsche koninklijke familie gehouden. De paarden in actie Een geweldige brand heeft Woens dag de houtfabriek van de fa. de Vries te Helmond vernield, terwijl tevens een tiental huizen gedeeltelijk ver woest werd De actrice Coba Kinsbergen is Woensdag te den Haag in het huwelijk getreden met den heer Jo Kila, onder-directeur van het Passage Theater Te Wageningen is Woensdag een groot concours hippique gehouden, waarvan hierboven een aardig snapshot FEUILLETON Detective Roman uit Donker Amsterdam door PIET KLOPPERS. 27) „Heb je de twee arrestanten laten op bergen?" „Ja, ze schenen in het perceel minder goed op de hoogte van vluchtgangen dan de ande ren. Alles was binnen twintig minuten afgeloo- pen, de mannen grepen onmiddellijk in toen ze je om hulp hoorden fluiten, later belden ze me op. Maar vertel eens, hoe alles zich heeft toegedragen?" De detective vertelde zooveel als hij kwijt wou zijn, en nam, op den Dam gekomen, een taxi. „Ik moet wat slaap hebben, Emonts," zuchtte hij, „maareals je de moeite wilt doen overmorgenavond om, laat ons zeggen negen uur bij mij te komen, met twee van je sterk ste mannen, kan je den dader op mijn kamer arresteeren." En voor de inspecteur van zijn verbazing bekomen was, reed de taxi met den detective weg. Norman Ray's krachtig gestel liet hem nooit in den steek, een gezonde slaap, en hij was de vermoeienissen van den vorigen dag altijd weer te boven. Een paar bulten op zijn hoofd en een paar pleisters op zijn gezicht, maakten hem niet mooier, maar de detective was geen ijdeltuit en wreef zich vergenoegd de handen. Zijn moeite was beloond, de oplossing van het mysterie was dichterbij dan ooit, en toen zich tegen tien uur een bezoeker liet aandienen, niemand anders dan de bankier Heeringa, was deze visite den detective welkom, want hij kon zijn opdrachtgever eindelijk resultaten toezeggen. De rijzige gestalte van den bankier zonk in een fauteuil die de detective zijn bezoeker aan bood „Een sigaar? Een sigaret?" „Dank u, meneer Ray. Om u de waarheid te zeggen, begin ik wat ongeduldig te worden. Hoe staat u er nu mee? Ik heb gehoord van uw verschillende arrestaties maar u laat mij over al buiten." „Ik spreek liever niet voordat ik zekerheid heb, meneer Heeringa." „Jawel, maar u begrijpt toch, dat ik nieuws gierig ben, en ook dat ik het paarlencollier graag terug heb. Bent u dit niet op het spoor kunnen komen?" „Ik heb een spoor gevonden, en ik meen u de toezegging te mogen doen u overmorgen om negen uur 's avonds het gestolen sieraad voor te leggen." Het gelaat van den bankier verhelderde. „Dat is prachtig. Maar bent u zeker van uw zaak?" „Absoluut." „En de dader?" „Ook die is bekend. Maar wat den moord betreft, ben ik nog niet geheel zeker, ofschoon ik vermoedens heb waarover ik mij op het oogenblik niet kan uitlaten." Met deze woorden nam de detective afscheid van den bankier, dien hij uitgeleide deed tot de deur. Een half uur later belde Norman Ray aan bij het artistenpension op de Prinsengracht. Dezelfde gepoederde en opgemaakte dienstbode deed hem open en herkende hem dadelijk. „Wel Nellie, hoe gaat het?" „Hoe het mij gaat, zijn uw zaken niet," ant woordde de meid snibbig. „Gelukkig niet, mijn kind, gelukkig niet, Juffrouw Basquette's kamerh'mis die nog vrij?" „Natuurlijk. Ze zullen haar moeten loslaten, ze heeft niets gedaan en ze woont al jaren hier. Als u het mij vraagt „Maar ik vraag het je niet, Nellie. Zeg tegen juffrouw Bruisma dat ik wel even naar die kamer wou, hè." De meid gehoorzaamde, en even later kwam de dikke pensionhoudster aanschommelen. Zij was een en al poeslieve vriendelijkheid, en ge leidde den detective bereidwillig naar de kamer van Ida Basquette, waar zij zich in een stoel neervleide als om haar bezoeker gezelschap te houden. „Werkelijk heel vriendelijk van u, juffrouw, maar ik moet u verzoeken mij alleen te laten." Teleurgesteld ging de pensionhoudster, die graag eens wat meer had gehoord, en hoe meer hoe liever, de kamer uit, en Middernacht draaide de sleutel achter haar om. Toen begon hij het vertrek te onderwerpen aan een nauwkeurig onderzoek, hij kroop als een kat over den vloer, hij beklopte alle mu ren, hij onderzocht alle laden en kasten, maar hij vond niet. „En toch," mompelde de detective, „en toch bewaren zulke vrouwen altijd brieven, en ver trouwen ze aan niemand ter wereld toe Hij keek de kamer rond, maar iederen vier kanten centimeter had hij onderzocht zonder iets te vinden, en reeds dacht hij erover, de dienstbode nog eens aan een scherp verhoor te onderwerpen, toen zijn blik viel op een groote toiletdoos, die op een spiegelkast stond. Hij opende de toiletdoos en vond wat schmink, een kam, wat garen, en naalden, een paar koperen veiligheidsspelden, een lippenstift. „Niet diep, die doos," mompelde hij, en draaide haar om en om. Aan den achterkant zag hij aan den onderkant een kleine ver hevenheid in het lak; hij drukte eropen een laadje sprong open. „Ha, ha!" riep de detective, en trok het ge- heele laadje uit. Verschillende pakjes brieven met een paar lintjes stevig saamgebonden, kwamen te voor schijn; de detective liep ze vluchtig door minnebrieven, waarvan de schrijvers later ver moedelijk allemaal spijt hadden gekregen. Middernacht interesseerde zich voor dit alles weinig, en eerst toen hij op den bodem een paar paperassen zag liggen, en een enveloppe waarop het adres van de actrice met beverige hand geschreven stond, klaarde zijn gezicht op. Een geboortebewijs en een bewijs van Ne derlanderschap bestudeerde hij zorgvuldig, toen las hij den brief en bleef geruimen tijd in gedachten verzonken zitten. Het was de middag van den volgenden dag en de climax naderde nu met rassche schre den. In de eerste plaats was Ida Basquette in vrijheid gesteld op voorwaarde dat zij zich nog dienzelfden dag regelrecht na haar invrijheids- stelling om drie uur 's middags, zou melden aan de woning van den detective. En hoewel zij Middernacht haatte, en hem, naar zij ronduit verklaarde, nooit meer wilde zien, had zij te kiezen of te deelen. Om drie uur prompt, hield een taxi voor het huis Singel 453 A stil, en de actrice, vergezeld van een rechercheur kwam zich melden. „En?" vroeg zij uitdagend „Ga zitten," noodigde Middernacht min zaam, „en wacht een oogenblik, ik heb nog iemand verzocht hier te komen. U kunt wel gaan, rechercheur." De man groette en verdween. Een minuut later ging de bel, en aangediend werd de heer Jan Heeringa Jr. De jongen zag er slecht uit, maar toen hij de actrice ontwaarde, werd zijn gezicht vuurrood en hij snelde op haar toe. Voor hij haar echter bereiken kon, had de detective zijn arm uitgestrekt en hem in een stoel geplant. „Hier geen dwaasheden," zei hij kortaf, „het spel is uit voor haar, en voor jou." „Wélk spel, Ray?" „Wel, laten we het Amor's spel noemen," grinnikte de detective, „ofschoon het dat zeker nooit geweest is wat haar betreft!" Jan Heeringa wilde opvliegen, maar iets in de houding van de actrice, meer nog dan de woorden van Norman Ray, hield hem terug. „Kijk eens hier, jonge vriend," ging deze voort, „je hebt je voortdurend gedragen als iemand, die last heeft van zijn geweten. Hèb je last van je geweten?" „Watwat bedoelt u?" „Speel je niet een gewaagd spelletjeeen h'meen hóóg spelletje? Laten we eens even veronderstellen dat je dien avond, toen je in je huis terugging omje golfballen te halen, die je vergeten was, het collier meenam terwyl juffrouw Basquette op je wachtte. En dat je later [Willem Snoe_ck stymrle. onu als. puntje bij paaltje kwam, hem voor het heele geval te laten opdraaien, wanneer dat eens noodig mocht zijn. De parels kon je wel niet tegelijk, maar gemakkelijk stuk voor stuk van de hand doen, nietwaar, als je weer in geld verlegenheid zat?" Jan Heeringa keek den detective met uit puilende oogen aan, zijn armen hingen slap langs zijn zijde, en hij riep wanhopig uit: „Meneer Ray, u méént toch niet, wat u zegt?" „Nog altijd hoog spel, jongeman? En hoe stierf de oude huisknecht, die je van schoot kind af heeft gekend? Je bent opvliegend van aard, Jan Heeringa, dat' weet iedereen. Je hoorde Hendrik Bosman tegen je liefde op spelen, je zag hoe hij haar ruw bij haar arm greep, je zei hem in den gang te komenen niemand heeft hem daarna levend terugge zien." „Ikik verzeker u „Houd je mond. Ik ben nog niet uitgespro- j ken. en het wordt tijd dat je inziet hoe dwaas je hebt gehandelden hoe gemakkelijk je: gegronde verdenking op je hebt kunnen laden, i Je liet je in met Willem Snoeck, omdat hij zoo'n gezellige kerel was, je maakt door deze dame hier kennis met Jetje Karspels, die dank zij jouw onnoozelheid, de combinatie van het letterslot te weten kwam. Prachtvrienden had je. Jetje Karspels hield zoo van Willem Snoeck, nietwaar, maar hij moest niet veel van haar hebben! Jij blind uilskuiken: door jou maak ten ze kennissen en slachtoffersJetje en Snoeck werken al jaren samen, en zetten een handige komedie op touw. Juffrouwh'm.. juffrouw Basquette, zooals ik haar nog maar even zal noemen, wist niet dat deze twee ge raffineerde oplichters zijn, dat moet ik toe geven. Maar om jou maalt ze zooveel als om de kat, of nog een beetje minder. Zij heeft je eenvoudig afgezet wat ze kon, ze heeft je ca deautjes en geld afgeperst, ze heeft je voor diners en cocktails laten betalen, en als je zelf een fortuin had bezeten, was je er nu allang doorheen." .(Wordt vervolgd,), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5