MUZIKANTENLEVEN.
VIJFTIG JAAR A. N. W. B.-
VOORZITTER.
Een speelvergunning met beperkende bepalingén
Fortuna schenkt ons een impresario. Benau
wende toestanden in CadizPa exit.
In Jerez de la Frontera deden wij een im- stijgend succes voortzettend, nog geen uur ge-
presario op. 's Morgens waren wij aangekomen
In het stille, zongeblakerde stadje onder welks
bodem zich een tweede stad bevindt: de be
roemde, uitgestrekte wijnkelder gevuld met
Sherry en Oranzanilia.
's Middags hadden wij heerlijk zitten slapen
in het stadhuis, wachtende op onze speelver
gunning die door den burgemeester eigen
handig moest worden opgesteld 'en ondertee
kend, maar de burgemeester was er niet. Wij
sliepen rustig door tot hij tegen den avond
kwam opdagen en ons gratis een vergunning
uitreikte waarin o.a. stond dat wij overal
mochten spelen mits wij daardoor geen ver
keersopstopping veroorzaakten. Een wijze en
onontbeerlijke clausule voorwaar; in Jerez is
het verkeer minstens zoo intens en gecompli
ceerd als 's nachts om 2 uur in Haarlemmer-
liede en bovendien was het zo warm dat ik er
behalve Jeno en mezelf nooit iemand op
straat gezien heb. Ja toch, Pa. Pa was een
speling van het noodlot en heeft ons vele
diensten bewezen van welke ik nog steeds als
de belangrijkste beschouw dat hij tenslotte
mijn portefeuille bevrijd heeft van een lastig
pakje waardelooze Escudo's,*) die ik curiositeits
halve uit Portugal had meegesleept. Doch daar
over later.
•Hoort hoe hij in ons leven kwam, en ei
Weer uit verdween.
Het was 's avonds iets frisscher geworden,
de ondergaande zon vierde koele schaduwen
op het plein naast de kerk. Wij waren juist
bezig een en ander stilzwijgend te bewonderen
toen er plotseling een man naast ons stond,
mager en haveloos als een uitgehongerde rat.
Goeden avond heeren. U bent musici zie
ik. Behoort u tot het kwartet dat hier vanavond
speelt?
Integendeel.
Waar treedt u dan op?
Dat weten wij nog niet. Misschien in een
café als'het lukt.
Wat speelt u?
Viool, trompet, piano en saxophoon.
Wat is dat?
De "vreugde van Andalucia op het oogen
blik
Kent u de cafés hier?
Neen.
Ik wel, in de heele streek tot Cadiz
toe. Ik ben n.l. ook musicus, ziet u, ik speel
piano.
Aangenaam.
Ja en ik kan u veel geld laten verdienen
fels
Als?
Als u bereid bent mij daarvan ook iets
te geven, het hoeft niet zoo veel te zijn, ik
heb honger, en kan zelf geen werk vinden.
Is 2-0 pet. voldoende?
Meer dan dat.
Hij vergezelde ons naar de fonda waar wij
onze instrumenten gingen halen en viel daar
direct op een onhebbelijke manier een oude
piano aan om te bewijzen dat hij ook musicus
was. Het wettig en overtuigend bewijs werd
niet geleverd.
Jeno merkte op: Paderewski speelt mooier
en verzocht hem toen liever op te houden. Ter
stond voldeed hij aan dat verzoek en herhaal
de dat hij honger had. Wij lieten hem eten,
Jeno keek er naar en zei: Paderewski speelt
niet alleen mboier, hij eet ook beschaafder dan
deze man.
Wij doopten hem Paderewski, bij afkorting
Pa.
Nadat dan Pa zich eindelijk verzadigd ver
klaard had, lieten wij hem eerst plechtig be
loven, dat hij gedurende het tijdsverloop onzer
geïmproviseerde samenwerking onder geen
enkele voorwaarde ooit ergens zelf zou optre
den en togen toen op weg. Onder auspiciën
van hét concertbureau Pa speelden wij dien
avond in 4 cafés en vertrokken den volgen
den morgen hoop vol naar San Fernado. Pa
bleek een uitkomst te zijn, wij hoefden geen
vinger meer uit te steken en schreden trotsch
als pacha's achter hem aan, toeziend hoe hij
als een koelie met onze bagage naar het station
sjouwde en verder alles deed wat er' maar te
doen viel.
San Fernando, een klein Cubaansch-aan-
Üoend plaatsje, ligt aan de uitloopers van het
Andalusische gebergt- en biedt een heerlijk
uitzicht over de wijde laagvlakte van Cadiz
waarin hooge witte zoutbergen als pyramiden
van kristal in de zon schitteren.
Pa's bemoeiingen in San Fernando leidden
tot niets hetgeen ons mishaagde. Ergens niet
slagen konden wij alleen ook nog wel en reeds
mompelde Jeno boosaardiglijk iets van ontslag.
Wij hadden echter medelijden met hem en
waren bovendien toch te nieuwsgierig naar de
verdere ontwikkeling van het zonderlinge
avontuur, zoodat hij voorloopig in zijn functie
gehandhaafd bleef. Denzelfden middag reisden
wij per tram door de merkwaardige vlakte vol
glinsterende zoutbekkens verder naar Cadiz.
Daar aangekomen sleurde Pa ons linea recta
naar het huis van een „amigo" (vriend), bij
wien wij volgens hem goed en billijk konden
wonen. De amingo echter was blijkbaar op
het heele geval niet zoo bijster gebrand, hij
liet ons althans pas na langdurige en vinnige
onderhandelingen met Pa in zijn onaanlokke
lijke woning toe en stopte ons daar, met on
verholen misnoegen, in een twijfelachtig slaap
kamertje. Pa kwam even kijken, vond dat het
■allemaal prachtig ging en rende toen weer
weg, na ons uitdrukkelijk verzocht te hebben
vooral niet weg te loopen omdat hij ons elk
oogenblik noodig kon hebben. Desondanks ging
ik even uit om eten en tabak te koopen en bij
mijn terugkomst trok ik Jeno half uitgekleed
in zittende houding op zijn bed aan, met een
groote kom water naast zich, waarin hij, op
gewekt neuriënd, rustig en methodisch, versch
gevangen punaises verdronk.
Ik begon op staande voet mijn boeltje weer
bij elkaar te pakken en wilde juist de vlucht
nemen toen Pa opgewonden binnen kwam
stormen.
Kom gauw mee allebei, ik heb wat.
Wij snelden achter hem aan door een wir
war van straatjes naar een soort garage, be
klommen daar binnen met levensgevaar een
houten trapje, struikelden een donkere vliering
over en voelden eensklaps hoe iemand ons de
instrumenten ontrukte. Juist toen wij moord!
wilden roepen en terug begonnen te slaan,
ging er een deur open waardoor we in een
spaarzaam verlicht, met tapijten en gordijnen
behangen vertrek geduwd werden. Een keurige
meneer trad ons buigend tegemoet en zei:
U bent nog maar net op tijd heeren, de
pauze is bijna om. Wilt u maar uitpakken?
Maar.
Haast u, wat ik u bidden mag.
Daarop wendde hij zich tot een metalen
doosje en sprak langzaam en duidelijk:
Hier Radio Cadiz. Wij zijn er zoo juist
met groote moeite in geslaagd nog voor dezen
avond de medewerking te verkrijgen van de
beroemde Nederlandsche virtuozen Jeno
eden in onze stad zijn aangekomen. Wij
gaan nu over tot de beursberichten en ver
volgen daarna onze uitzending met het op
treden der beide Nederlandsche virtuozen die
wij hierbij hartelijk welkom heeten in onze
studio.
Je moet maar durven! En Pa had al die
grandioze nonsens op. zijn geweten. Ik keek
naar hem rond om hem iets te doen, afranse
len of aan mijn hart drukken het kwam er niet
op aan wat. Maar Pa was al weer verdwenen,
op zoek naar nieuwe aardigheden zeker. Toen
kwam onze beurt.
Wij maakten een raar programma, eerlijk
jezegd. Hoe het precies in elkaar zat weet ik
niet meer; het eenige wat ik mij herinner, is
dat wij na elk nummer afspraken wat het
volgende zou zijn en zoo vulden wij tot ieders
tevredenheid drie kwartier.
Juist toen wij klaar waren kwam Pa weer
binnen dwarrelen,
Ga vlug mee, maak voort, over 10 mi
nuten optreden in een schouwburg!
Jeno kreunde als een stier die den dood
steek krijgt, maar Pa pakte hem beet
duwde hem het hachelijke trapje weer af. Ik
viel er achteraan en 5 minuten later stonden
wij hijgend achter het doek op het tooneel
van een groot bioscooptheater. Een zenuw
achtige manager gaf snel eenige aanwijzingen
Als het doek opging allebei tegelijk opkomen,
Jeno van links, ik van rechts, buigen, Jeno, de
violist op het tooneel blijven en ik naar be
neden de bak in, waar de piano stond.
Daar ging het doek. Als slaapwandelaars
kwamen wij ieder uit onzen hoek, bogen bij
vergissing voor elkaar in plaats van voor het
publiek en toen ging Jeno de bak in.
Jeno, stommeling, ik moet beneden we
zen! Maar het was al te laat. Daar stond ik
in vreeselijke eenzaamheid voor een zwart
gapenden afgrond en moest een trompetsolo
blazen!
Ik ben er doorheen gekomen, dat is al wat ik
er nog van weet. Toen het uit was begon het
publiek te fluiten. Ik schrok me dood en nam
ijlings de wijk naar de coulissen, maar daar
stond Pa te brullen:
Doorgaan, doorgaan, ze vinden het mooi,
hou de ander!
Half bewusteloos van angst strompelde ik
weer naar voren, boog en schreeuwde onder
wijl naar Jeno, dat hij boven moest komen om
viool te spelen en dat ik hem daarna vermoor
den zou
Jeno kwam en ik daalde het trapje af naar
de bak.
De volle zaal was weer stil geworden en
wachtte gespannen op het vervolg.
Hoog boven me stond Jeno afwezig aan zijn
snaren te plukken.
Jeno, rampzalige, wordt eens wakker! Wat
ga je spelen?, schreeuwde ik, nog steeds woe
dend, naar boven.
Weet ik het? Ga mee naar huis, ik word
gek van.
Dat ben je al. Zeg op wat speel je.
Geef me eerst eens een a.
Tambourin chinois van Kreisler?
Vooruitcdan maar.
Wij speelden, het een na het ander even
als in het studio, en het publiek floot als een.
fabriek.
Achteraf hoorden wij dat fluiten in Spanje
een teeken van enthousiasme is, maar als je
dat niet weet, werkt het vreeselijk op je zenu
wen.
Eindelijk stonden wij weer op straat en
wandelden huiswaarts. Pa juichte. 70 peseta
verdiend dien avond. In het huis van den
amigo aangekomen tuimelde Jeno dadelijk
in bed, maar ik bleef, gedachtig aan de want
sen, op een stoel zitten tot alles stil gewor
den was; sloop toen voorzichtig het huis uit
en sliep dien nacht op een bank aan de haven
Een beetje frisch, maar tenminste zonder
huisdieren.
Den volgenden morgen vroeg maakte ik
eerst een wandeling en ontmoette Jeno in
het park waar hij geslapen had. De overbe
volking in het huis van den amigo was zelfs
hem te machtig geworden. Wij besloten onzen
intrek te nemen in een echt hotel, wel wat
duur voor ons doen, maar dat hinderde niet.
want met Pa aan het hoofd marcheerden wij
regelrecht de fortuin tegemoet.»Ik informeerde
naar dat wonderwezen. Jeno had met hem af
gesproken, dat wij elkaar 's middags in een
café zouden treffen. Magische Pa! Als dat
met hem zoo doorging! Maar het ging zoo niet
door. 's Middags kwam hij niet en 's avonds
ook niet, wij hebben hem nooit meer terug
gezien.
Toen ik den volgenden dag mijn portefeuille
toevallig nakeek was het pakje Escudo's
verdwenen. Dat moest Pa op zijn geweten
hebben, in het huis van den amigo had ik
mijn portefeuille 's middags en 's avonds
laten liggen.
Aldus verdween Pa uit ons bestaan zooals hij
er 3 dagen Je voren ingekomen was, gelijk een
komeet. Hij wist niet dat dat papieren geld
maar een paar dubbeltjes waard was en dacht
zeker een flinken slag geslagen te hebben.
Van die heele episode met Pa heb ik nooit
veel begrepen. Arme Pa. Hij ruste in vrede.
MUSICUS.
Escudo: Portugeesche munteenheid. In
dien tijd zeer gedeprecieerd papieren geld.
VOORLOOPIG 7JAAR
OPGEBORGEN.
BERUCHT INBREKER UIT EINDHOVEN
GEVONNIST.
De Brusselsche rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen zekeren de K. uit
Eindhoven, die met de chauffeur F. H., even
eens uit Eindhoven, in den nacht van 22 op
23 December 1933 een inbraak had gepleegd
in het kantoor van de N.V. De Rietvink langs
den Kanaaldijk te Eindhoven en daar uit een
oude brandkast f 1800 heeft weggenomen.
De K. is reeds veroordeeld tot drie jaar en
zes maanden gevangenisstraf wegens een in
braak in een afgelegen woning te Eindhoven.
Tevens loopt nog een eisch van twee jaar
gevangenisstraf tegen hem wegens verschil
lende inbraken en verduisteringen. Hij werd
wegens inbraak tot vier jaar gevangenis
straf en H. tot drie jaar met aftrek van het
voorarrest, veroordeeld.
NUMMER 22.
Bij de familie B. te Ubachsberg (L.) is de-
Michael die, hun triomftocht door Spanje met zer dagen het 22ste kind geboren.
JUBILEUM VAN DEN HEER EDO BERGSMA.
Naar wij vernemen zal de oud-burgemees
ter van Enschedé, de heer Edo Bergsma, op 21
September a.s, niet minder dan vijftig jaren
aan het hoofd staan van den A. N. W. B., Toe
ristenbond voor Nederland.
In de eerste bestuursvergadering van den
Bond toen nog Nederlandsche Velocipedis-
ten Bond geheeten gehouden op 20 Januari
1884 te Rotterdam, is het bestuur definitief
samengesteld; in welk college de heer Bergsma
toen zijn intrede deed als hoofdafgevaardigde
voor Friesland en Groningen. In deze vergade
ring werd tot president gekozen de heer C. P.
Bingham; -tot vicepresident de heer D. Web
ster en tot penningmeester en secretaris resp.
de heeren E. Kol en E Brauer. De Bond telde
op dit tijdstip 93 werkende en 103 niet-wer-
kende, of tezamen 196 leden!
Van 21 September 1834 af trad de heer
Bergsma als eerste voorzitter op en won hij
de bewondering en waardeering van velen
door zijn noesten arbeid. De eerste jaren ver
richtte hij vrijwel alle bestuurswerkzaamhe
den tegelijk en ofschoon, naarmate de Bond
groeide, velen hem terzijde stonden, bleef hij
de ziel van en de stuwende kracht in deze or
ganisatie.
De A. N. W. B. is uitgegroeid tot een mach
tig lichaam, in welks dienst velen een bestaan
vinden en waarbij thans meer dan honderd
duizend leden zijn aangesloten. Dit feit zal on
getwijfeld den man, die 't groot maken van
den Bond zijn levenswerk gevonden heeft, bij
het bereiken van den verren mijlpaal op zijn
levensweg tot blijdschap en dankbaarheid
stemmen.
LICHTE VERBETERING IN KLEINE VAART.
In de vergadering van het Centraal Bureau
voor de Rijn- en Binnenvaart heeft de voor
zitter, de heer J. J. C. Schmetz meegedeeld,
dat de verkeers- en vrachtcijfers zich in 1933
eenigszins boven het wel uiterst lage peil van
1932 wisten te verheffen. Echter was 1933 voor
de Rijnvaart nog steeds een zeer zorgwekkend
jaar. Het totale Rijnverkeer bedroeg in 1928
niet minder dan 71 millioen ton, daarentegen
in 1933 slechts 50 millioen ton. Daarbij moet
nog bedacht worden, dat de totale Rijnvloot
sinds dien met 1 millioen ton nog is toege
nomen.
DADER VAN BANKOVERVAL
VEROORDEELD.
TOT TWEE JAAR.
Zooals men zich zal herinneren kwam op 12
Mei jl. in het correspondentschap van de Ne
derlandsche Bank te Eindhoven, toen er slechts
één beambte op het kantoor was, plotseling
een jongeman binnen, die later de kantoorbe
diende A. H. C. uit Eindhoven bleek te zijn. Hij
kwam met een stuk ijzeren buis in de handen
dreigend op den beambte toegeloopen en
bracht hem daarmede een slag toe, zonder hem
echter bewusteloos te slaan. De beambte had
nog de tegenwoordigheid van geest om alarm
te maken, zoodat de jongeman de vlucht moest
nemen zonder het vele geld, dat in de onmid
dellijke nabijheid lag, mede te kunnen nemen.
De rechtbank te 's-Hertogenbosch veroordeelde
hem tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek
van het voorarrest.
BURGEMEESTER BELEEDIGD.
Tegen raadslid een maand geëischt.
Tijdens een vergadering van den gemeente
raad van Opsterland voegde het raadslid G. R.
den burgemeester de woorden „lafaard" en
„provocateur" toe. De burgemeester gevoelde
zich beleedigd en diende een aanklacht in. Het
raadslid werd door de rechtbank tot één
maand gevangenisstraf veroordeeld. In hooger
beroep vroeg de procureur-generaal bevesti
ging van het vonnis.
POLITIEKE TEGENSTANDERS
SLAAGS.
EEN N. S. B.-er BEWUSTELOOS GESLAGEN.
lil December j.l. werden een aantal N.S.B.-
ers, die te Enschede hun politiek blad verkoch
ten, door O.S.P.-ers aangevallen. Een der
N.S.B.'ers werd zoodanig gewond, dat hij be
wusteloos op straat bleef liggen. In verband
hiermede werd een slagersknecht uit Lonneker
met een tweetal andere personen gearresteerd.
Zij werden door de rechtbank te Almelo ver
oordeeld tot drie maanden gevangenisstraf
met aftrek van de preventieve hechtenis. De
slagersknecht kwam van dit vonnis in hooger
beroep. Vrijdag diende zijn zaak voor het
Arnhemsche Hof. Gehoord werden 11 getuigen.
Volgens den mishandelde was verd. niet bij
degenen, die hem geslagen hadden.
De procureur generaal vroeg bevestiging van
het vonnis, ook met het oog op generale pre
ventie. De verdediging vroeg een straf gelijk
aan de preventieve hechtenis.
ECHTELIJKE TWIST.
Een slagersvrouw te Groningen onderhield
sinds eenigen tijd liefdesbetrekkingen met
een koopman. Als gevolg daarvan leefden man
en vrouw eenigen tijd gescheiden. Met belofte
van beterschap was de huiselijke vrede her
steld, doch de vrouw hield dien niet. Toen zij
Vrijdag uitging, werd zij door haar man ge
volgd. Hij haalde haar in op het oogenblik, dat
zij met den koopman in diens auto stapte. De
bedrogen echtgenoot stak in woede met een
slagersmes in het wilde om zich heen. Hij
trof de vrouw in de hand en den koopman aan
het hoofd. Een juist voorbijkomende groen
teboer ontnam den man het mes, zoodat erger
werd voorkomen. De slager is gearresteerd.
LOTING LICHTING 1936.
Dinsdag a.s. 12 Juni 1934 om 2 uur namid
dags, zal in een den grafelijke zalen te
's Gravenhage en wel in de z.g. Rolzaal (Bin
nenhof 8) de loting voor den dienstplicht
plaats hebben voor de lichting 1936. Tot deze
lichting komen in het algemeen te behooren zij
die in 1936 20 jaar oud worden m.a.w. die in
1916 geboren zijn. Deze jongelieden moeten
zich in Januari 1935 voor den dienstplicht
laten inschrijven. Dat nu al geloot wordt houdt
voornamelijk verband met de aanmelding voor
de vooroefeningen.
De aanwijzing van degenen, die gewoon
lenstplichtigen moeten worden, geschiedt eerst
later in alphabetische volgorde. De loting dient
om te bepalen, bij welken naam in het alpha-
betisch register deze aanwijzing zal beginnen.
KON. HOLL'. LLOYD.
T ekort bedrijf srekening
7 2.095.983.
MEER VERVOER IN 1933.
Het jaai*verslag van de Kon. Hollandsche
Lloyd over 1933 is verschenen. Volgens dit ver
slag bracht 1933 allerminst opleving en wij
stonden wederom voor het vraagstuk, hoe ons
lijnbedrijf met zoo weinig mogelijk verlies zijn
plaats en aandeel in de Zuid-Amerika-vaart
kon handhaven.
De jaren 1931 en 1932 hadden ons bèwezen
dat de grens, waarbinnen de beperking van
het aantal afvaarten moet blijven, feitelijk was
overschreden en wij waren daarom genood
zaakt de frequentie der afvaarten uit te brei
den, wilden wij het met zooveel moeite opge
bouwde aandeel in de Zuid-Amerika-vaart niet
kleiner zien worden. De allerwege verscherpte
concurrentie maakte bovendien het nemen van
bijzondere maatregelen tot een dwingende
noodzakelijkheid.
Intusschen is de handhaving van onze positie
in de Zuid-Amerika-vaart niet te bereiken
zonder financieelen steun van de regeering.
Ons vervoer van passagiers over den Oceaan
nam in alle klassen zeer belangrijk toe en was
in totaal 63 pet. grooter dan in 1932. Ons ver
voer van kustpassagiers werd in 1933 ten op
zichte van 1932 méér dan verdubbeld. Gemid
deld vervoerden onze schepen in 1933 per rond
reis 647 passagiers.
Wat ons uitgaand vrachtvervoer betreft,
dit nam quantitatief, vergeleken met 1932,
met 91 pet. toe. Thuiskomend bleef ons ver
voer quantitatief vrijwel gelijk, doch de samen
stelling was belangrijk beter. Het vervoer van
stukgoed en koffie nam in 1933, vergeleken
met 1932, met meer dan 100 pet. toe.
De uitgaande La Plata-vrachten waren ge
durende het verslagjaar beter ten gevolge van
het herstel van de uitgaande La Plata vrach
tenconference. Dit kan niet worden gezegd
van de passageprijzen van onze overige dien
sten.
Dat de winst- en verliesrekening over 1933
een grooter verliescijfer te zien geeft dan die
over het vorige jaar, is voornamelijk toe te
schrijven aan het lagere niveau der vracht
en passagiersprijzen als onvermijdelijk gevolg
van de depreciatie van den Amerikaanschen
dollar, den Argentijnschen peso enz. De alzoo
ontstane ontwrichting en het samenvallen
van vele ongunstige conjuctuur-verschijselen
in het passagiers- en het vrachtverkeer, maak
ten 1933 dan ook voor ons tot een uiter
mate zorgelijk jaar.
Voorts was er concurrentie tusschen de
maatschappijen.
Bij de beoordeeling van het verliescijfer mag
bovendien niet uit het oog worden verloren,
dat naast den invloed van bovenbedoelde be
heersmaatregelen, ook andere factoren hun
invloed hebben doen gelden. In dat verband
vermelden wij: renteverplichtingen, ontvang
sten of betalingen uit hoofde van pools, koers
verschillen op effecten, betaalde pensioenen
e.d.
Laat men deze buiten beschouwing en ver
gelijkt men het bedrijfsresultaat der jaren
1932 en 1933 in engeren zin, dan is het be
drijfsverlies in engeren zin over 1933, in weer
wil van de veel lagere tarieven en de hierboven
genoemde andere omstandigheden, welke het
bedrijf ongunstig beïnvloeden, een f 130.000
kleiner.
Ten einde de funeste gevolgen der lagere
tarieven in cijfers tot uitdrukking te brengen,
zij vermeld, dat, indien deze tarieven voor
1933 gemiddeld dezelfde waren geweest als in
1932, deze vooruitgang zelfs f 810.000 zou heb
ben bedragen.
De winst- en verliesrekening 1933 staat:
Debet voor interest rekening f 73.946 (445.923),
bedrijfsrekening zonder afschrijvingen op
schepen en vaste goederen f2.095.983 (1.585.138)
en Credit voor vergoeding van het Amerikaan-
sche gouvernement wegens oponthoud s.s.
Zeelandia te New York (rente) f 37.896
(171.977), bedrijfsreserve, overboeking
f 2.132.033 (905.877).
DE LOONSVERLAGING IN DE
MIJNEN.
KATHOLIFKEN EN CHRISTELIJKEN
ZULLEN HUN STANDPUNT NOG BEPALEN.
Zooals wij gisteren reeds hebben meege
deeld, heeft de Algemeene Nederlandsche
Mijnwerkersbond zich op het standpunt ge
steld, dat elke loonsverlaging moet worden
afgewezen. Naar wij thans vernemen, hebben
de Christelijke en de Roomsch Katholieke
Mijnwerkersbond hun standpunt nog niet be
paald.
BELEEDIGING IN DE TRIBUNE.
De Amsterdamsehe rechtbank heeft den 34-
jarigen stoffeerder W. wegens het schrijven
van een beleedigend artikel in „De Tribune"
veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes
weken. In dit artikel schreef W. doelende op
wethouder Marinus van Landsmeer: „Hij kon
van de centen van arbeiders niet afblijven".
Tijdens de terechtzitting heeft verdachte be
kend. Het speet hem. Later is hem de onjuist
heid van zijn artikel gebleken. De eisch was
twee maanden gevangenisstraf.
PROF. DR. C. U. ARIëNS
GEHULDIGD.
KAPPERS
Een kwart eeuw directeur van
het Centraal Instituut v
Hersenonderzoek.
In de collegezaal van het Ontleedkundig La
boratorium aan de Mauritskade te Amsterdam
is Vrijdagmiddag het feit herdacht, dat 25
jaar geleden het Centraal Instituut voor Her
senonderzoek in Nederland werd geopend. Aan
deze herdenking is het karakter gegeven van
'n huldiging van prof. dr. C. U. Aaïëns Kappers
die in tegenwoordigheid van curatoren der
gemeente- en Vrije Universiteit, van familie,
vakgenooten, vrienden en bewonderaars mocht
herdenken, dat hij een kwart eeuw als direc
teur aan deze wetenschappelijke instelling ver
bonden is.
Tal van sprekers hebben het woord gevoerd.
Prof. dr. K. H. Bouman bood namens de Ver-
eeniging voor Psychiatrie en Neurologie den
jubilaris een feestbundel met een 50-tal bij
dragen uit alle werelddeelen en geschreven in
verschillende talen aan .waaruit volgens spr. wel
bleek hoe zeer prof. Ariëns Kappers de gan-
sche wereld toebehoort.
BEDELEN èF BEEDELEN
oF BEDEELEN.
Hoogleeraren over de e en ee
in de nieuwe spelling.
ADRES AAN MINISTER MARCHANT.
Een comité van vooraanstaande personen
uit onderwijskringen onder wie vele hoog-
leeraren heeft aan minister Marchant een
adres gericht in zake de spellingkwestie. Dit
adres beperkt zich uitsluitend tot het gebruik
van de enkele en dubbele e in het compro
misvoorstel. Het is o.m. geteekend door de
professoren Bezemer, Van Blom, Boeke, Burr
ger, Clay, Droste. Gerretson, Gonggrijp, Hu-
dig, Kernakmp, Snellen, Steinmetz, Stibbe,
Thai Larsen, Varkade, Verrijn Stuart, De
Vries en Te Wechel, verschillende journalis
ten en letterkundigen, inspecteurs van het
onderwijs, hier te lande zoowel als in Indië
enz.
In het adres wordt betoogd, dat het vraag
stuk voor de e anders dan voor de andere
'klinkers. Het zou zoo meent men de
duidelijkheid van onze spelling zeer ten
goede komen, indien men, behalve in de
vreemde woorden, de toonlooze en doffe e
consequent door de enkele e en de lange hel-
derkinkende door ee aangaf.
Zoo is het wenschelijk te schrijven: kan-
teelen naast kantelen, maar ook beoordee
ling en niet beoordeling naast mondeling.
Ongewenscht is ook b.v. verdeling naast
handeling: dit moet worden verdeeling. Zoo
is ook af te keuren; kastelen naast nestelen.
Zoo zal in dit systeem ook geschreven moe
ten worden: deegelijk en beedelen en bee-
ving naast beving, het reegent naast regent
Het ziet er wel vreemd uit, maar dat zou
zeer spoedig wennen, zoo merken de onder
teekenaars op.
WIELRIJDER TEGEN AUTO GEBOTST.
Zijn toestand levensgevaarlij Ir
Vrijdag is een 30-jarige wielrijder uit Hoon
horst, gemeente Dalfsen, op den hoek Rhynvis-
Feithlaan hoek Bagijnesingel te Zwolle toen hij
plotseling achter een auto vandaan kwam door
een van tegenovergestelde richting komende
veeauto aangereden. Met een gapende hoofd
wonde en veel bloedverlies is het slachtoffer in
hoogst ernstigen toestand per brancard naar
het Sophia-ziekenhuis overgebracht. Men
vreest voor zijn leven.
EEN ONTMOETING HITLER—
MUSSOLINI?
ZOU TE VENETIë PLAATS VINDEN.
PARIJS, 8 Juni (Reuter). De „Excelsior"
verneemt uit Berlijn, dat Rijkskanselier Adolf
Hitler de volgende week te Venetië een ont
moeting zal hebben met Mussolini.
Voor Haarlem's Politierechter.
VOORZITTER VAN DE O. S. P. TOT 3
MAANDEN VEROORDEELD.
Heden stond de voorzitter van de O. S. P.
terecht, omdat hij zich op 16 Maart 11. in een
openbare vergadering schuldig gemaakt zou
hebben aan opruiing.
Hij zou namelijk aan het slot van een po
litieke redevoering gezegd hebben:
„Het proletariaat is momenteel ongewa
pend, maar als er mobilisatie komt is het
niet meer ongewapend. Het staat dan niet
vóór de kanonnen en de machinegeweren,
maar er achter en de kapitalisten er vóór. Be
grijpen jullie mij wel?" De brigadier van
politie die de vergadering had bijgewoond,
had deze uitdrukkingen opgevangen en na
afloop der vergadering opgeschreven.
Verdachte erkende de aangehaalde uit
drukkingen te hebben gebezigd met uit
zondering van den laatsten zin: Begrijpen
jullie mij wel?
Hij beweerde dat hij op die vergadering de
corruptie in Frankrijk en België had bespro
ken en evenzeer de toestanden in Oosten
rijk. Aan dit laatste was het grootste deel zij
ner rede gewijd, aangezien de gebeurtenissen
in Oostenrijk voor de S. D. A. P. aanleiding
waren om te zeggen, dat een gewapende op
stand van het proletariaat échec moest lij
den, omdat de regeering zooveel beter gewa
pend was. Dit zou voor spreker aanleiding
zijn geweest om te zeggen, dat het proleta
riaat ook wel eens de best bewapende partij
was. Als opruiïng was dit door hem niet be
doeld.
De officier van Justitie, mr. Paardekooper
Overman wees er op dat er direct en indirect
opruiïng is, en de regeering heeft bij cir
culaire het O.M. opgedragen streng op te
treden tegen hen, die in woord en geschrift
opruiende taal gebruiken. Het O.M. achtte
hier de bedoeling op te ruien aanwezig, al
was dit eenigszins gecamoufleerd. Het is
volgens den Officier voldoende, dat ieder
hoorder het opruiende voelt en begrijpt; het
is niet noodig, dat er met ronde woorden tot
een strafbaar feit wordt aangezet. Verdachte
is verleden jaar te Dordrecht veroordeeld
voor opruiïng; hij zou toen gezegd hebben,
dat de soldaten op de officieren moesten
schieten; thans is hij wat voorzichtiger ge
worden, maar de bedoeling is dezelfde. Spr.
achtte het feit zeer ernstig en vroeg veroor
deeling tot een gevangenisstraf van 4 maan
den.
De verdedigster mevr. Mr. De Ruyter—
de Zeeuw betoogde dat verdachte niet de be
doeling had gehad op de ruien; hij gesprak
politieke toestanden en gebeurtenissen en
hetgeen hem ten laste is gelegd sloeg op ae
gebeurtenissen in Oostenrijk.
Verdedigster was van oordeel, dat bij ver
oordeeling van verdachte elke gedachten-
uiting ten opzichte van het oorlogsvraagstuk
onmogelijk zou worden, waarom zij vrij
spraak vroeg.
Verdachte het laatst het woord voerend,
ontkende de bedoeling te hebben gehad op
te ruien en begon zijn politieke denkbeelden
te ontwikkelen, waarop de politierechter ver
zocht bij d^zaak te blijven.
De politierechter, uitspraak doende, ver
klaarde, dat hij zich bij zijn uitspraak niet
gebonden achtte door ministerieele circulai
res, maar hij was het daarom wel eens met
den inhoud der circulaires, waarvan de offi
cier gewag heeft gemaakt. Hij achtte bewezen
dat de hem ten laste gelegde woorden be-
bezigd waren met uitzondlering van den
laatsten zin en was met den officier van oor
deel, dat zij een opruiend karakter droegen.
In aanmerking nemende, dat verdachte kort
geleden is veroordeeld en het feit ernstig is,
veroordeelde hij verdachte tot 3 maanden
gevangenisstraf.