BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
Er liggen een massa briefjes, waarop ik
moet antwoorden, 'k Zal daarom maar geen
groote brief vooraf schrijven, maar direct het
eerste briefje dat uit de portefeuille komt in
■behandeling nemen.
ZONNETJE. Je bent van harte welkom.
Ja ik ben altijd heel blij wanneer er een
nieuw vriendinnetje of vriendje bij komt. Ik
wil wel eens een handwerkje in de rubriek
plaatsen, maar wanneer je heel graag met een
handwerkje geholpen wilt worden, dan ben
ik tot helpen gaarne bereid, 's Woensdagsmid
dags 3 uur mag je dan met je werk bij me
thuis komen, 'k Woon Roggeveenstraat 27. Het
is echter het beste wanneer je me van te vo
ren laat weten dat je komt. 'k Kan dan op
ie komst rekenen en mocht ik onverwachts
verhinderd zijn je te ontvangen, je bericht
zenden. Het geeft niet wat je wilt maken of
welk soort handwerk. We houden later een
tentoonstelling van al de gemaakte werkjes,
'k Hoop dat je met een volgenden wedstrijd
mede doet. Er komt zeker nog een opstellen'
wedstrijd, een schrijfwedstrijd, enz. De wam
delingen worden voorloopig alleen in de
groote vacantie ondernomen. Van de blij
vende belangstelling zal het afhangen wat
we verder doen. Dag Zonnetje.
Goeden middag VERKENNER. 'k Kan
begrijpen, dat het gezellig b ij jullie thuis was
toen de tantes op visite waren. Zeg, studeer
eenige vroolijke wijsjes op je mondorgel, dan
kan je onze wandeltochten met muziek op
luisteren. 'k Hoop dat er nog meer mondor-
gelspelgrs zijn die medegaan. 't Was zeker
niet erg prettig a an h et strand, 'k Denk koud
en eenzaam. Dag Verkenner.
Beste JENNY. Ja meisjelief, 'k heb je ge
mist. J e bent zoon trouw vriendinnetje dat
het opvalt wanneer je een keer overslaat. Ja,
zeker laat je vriend gerust mede doen, ten
minste, wanneer z'n ouders op de krant ge
abonneerd zijn. Het jongetje waarmede je
altijd moet rijden is toch geen broertje van
je, wel? 'k Hoop dat je me weer trouw schrijft.
Dag.
Beste VERGEETMENIETJE. Aardig van
je, dat je aan Aafjes verjaardag gedacht hebt.
't Is altijd leuk met zoon dag post te ontvan
gen. Vindt je grootmoeder het prettig dat je
een kleedje voor haar maakt? A.s. Woensdag
middag verwacht ik je weer. Werk maar flink
zoodat je op onze tentoonstelling heel veel
mooie werkjes kan inzenden. Dag, kleed jes-
maakstertje.
Goeden middag DEUGNIET. Dus je bent
naar Ruïne van Brederode geweest. Heb je
gewandeld of gefietst? Wat een eigenaardige
plaats voor een vogelnestje. Het is te hopen
dat het nestje niet wordt verstoord en men
het moeder-vogeltje rustig laat broeden. Ik
denk dat we met de wandelclub ook eens een
bezoek brengen aan de „Ruine" en onderweg
in de theeschenkerij „de Kinkhoorn"' onze bo
terhammen zullen nuttigen. Dag Deugniet.
TOM MIX. Gezellig zoo'n wandeling met
den klasseonderwijzer en de klassegenootjes.
Jullie hebt een flink eind afgelegd en dan nog
gevoetbald op den terugreis. Voor zoo'n uit
houdingsvermogen heb ik respect. De plaatjes
onder aan je briefje vind ik geestig. Ben jij
het huiswerk makende jongetje? Medelijden
krijg ik toch n iet met je hoor. Dag Tom Mix.
ZONNESTRAALTJE. Verleden week heb
ik je gemist en ben verheugd te zien, dat je
me niet heelemaal vergeten hebt. Het raad
seltje zal ik heden plaatsen. Ik denk dat Tom
Mix het wel tot een goede oplossing zal bren
gen. Hij heeft een jaar lang Fransche les ge
had, dusDe poppen jurk vind ik snoezig
en heel flink d at je zelf je poppenjurken
maakt. Dag Zonnestraaltje, naai prettig.
DUINROOSJE. Je vriendinnetje mag niet
aan de rubriek meedoen, wanneer haar va
der geen abonné is. Stel je voor, dan zou heel
Velsen wel kunnen üeelnemèn. Ze mag wel
eens een keertje met de „Wandelclub" mede
Om te gaan zwemmen zal het toch zeker eerst
wat warmer moeten worden, het lokt nu niets
aan Brrr. Dag duinbewoonstertje.
KEEPERTJE. Het blad dat je bij je
briefje hebt ingesloten, is afkomstig van de
in het wild groeiende peen. Je schreef me
„Vindt U niet dat het op wortelloof lijkt?" Het
blad heeft ook veel gelijkenis met het blad
van de eetbare wortel of peen. De bladeren
van de eetbare peen zijn donkergroen en glad.
Het blad van de wilde peen is meer grijsach
tig vooral aan de onderzijde en bovendien be
haard- De peen behoort tot- de fam. Scherrn-
bloemigen. Blikoortjes geboortenaam luidt:
Reindert Arjan Visser. Ken je hem nu? Veel
groeten ook aan Marie.
Welkom POESENMOEDERTJE. Nu heb ik
dus ook een vriendinnetje te Beverwijk. Ik
vind het heel prettig dat je ook rubriekertje
wilt zijn en hoop dat je trouw schrijft en met
de wedstrijden m ede doet. Dag Poesenmoe
dertje.
GOUDMUILTJE. Je begint reeds jong met
het bijwonen van vergaderingen. Hoe luidt de
volledige naam van de tooneelclub? Uit de
letters H. K. E. is het niet mogelijk hem te
vinden. Het verhaaltje getiteld „De Nieuwe"'
vond ik heel mooi- Zoo ziet men dat men
iemand maar niet op het eerste gezicht moet-
beoordeelen. Het teekeningetje onder je brief
je vind ik alleraardigst. Zeker Willie H. en jij?
Veel plezier op de tooneelclub. Dag.
FILMSTERRETJE. Natuurlijk neem ik
je als lid van de „Wandelclub" aan. Het wordt
een bonte mengeling, 'n Filmsterretje, 'n
Doornroosje, 'n Blikoortje, enz. enz. We kun
nen dus binnenkort op het Kennemerplein
naar het „Kikkerkoor" gaan luisteren. Niet
onaardig en beslist een aanwinst voor de
plaats, 'k Denk dat de vereeniging „Vreemde
lingenverkeer" het koor zeer op prijs zal stel
len en er in haar propagandageschriften:
mededeeling van zal doen. Dag Filmsterretje.
WANDELAAR. Je vriend Deugniet heeft
me van den tocht naar de Ruine van Brede
rode geschreven. Jullie hebt wel genoten. Al
je raadsels kan ik onmogelijk plaatsen. Ik zal
er één uitzoeken. Dag Wandelaar.
Goeden middag KOMIEK. Dus de g-e-
luktoffees hebben het veld moeten ruimen
voor een puntzakje met een cadeautje. Het
stokje met het blazertje is grappig. Het was
j.l. Zondag geen weer voor een flinke wan
deling. Echt somber en koud. We zullen maar
geen moed verliezen. Het weer kan gauw ge
noeg veranderen en wie weet hoeveel mooie
dagen er nog komen. Dag Komiek.
Beste RIETJE. Je bent van harte wel
kom en ik hoop d at je een trouw vriendinne
tje van me wordt. Wil je tegen Kootje zeggen,
dat hij, wanneer hij niet flink eet, iederen
avond met bloote been-en naar bed moet?
Wat heb je een keurig postpapier. Echte kin-
derpost. Is je vader weer naar zee of is het
scnip nog in reparatie? Vindt j e de schuil
naam „Sneeuwklokje" of Ranonkeltje" niet
aardig? Dag Rietje.
KEUKENPRINSESJE. Is Kaboutertje nog
ziek of is hij weer beter? 'k Mis hem echt.
want hij is een trouw vriendje van me. Ik
hoop tijdig z'n verjaardag in de rubriek te
vernielden. Je hebt dus flink gewerkt, twee
lessen geheel zonder fouten. Goed zoo. Schrijf
je me een volgend keer meer? Dag Keuken
prinsesje.
Beste JULIAANTJE. Je bent dus weel
beter. 'k Denk dat jij tot de kleinste wandel
clubleden behoort. „Jong maar dapper". Je
teekening heb ik ontvangen. Dag Juliaantje.
ZUS. Neen kindije ik ben in het minst niet
boos op je, maar verheug me met je en vind
het heel prettig voor je dat je een nieuwen
mantel gekregen hebt. Of je moeder met de
wandelclub mee mag? Ik kan je op deze vraag
nog geen antwoord geven. Zusjelief nu krijg iik
zeker wel weer geregeld een briefje van je?
Beste PIETJE PELLE. Nu merk ik dat je
ook kunt dichten door middel van behoorlijke
woorden, 'k Zal de aanhef van je briefje aan
het slot van de rubriek schrijven misschien
vindt je dichtkunst navolging. J-e mag me ge
rust weer een teekenin-g zenden. Hoe meer
hoe liever. Dag Piet Pelle.
BLIKOORTJE. Natuurlijk neem ik een
bal mede als we gaan wandelen. Je hebt an
ders geen groote verwachtingen van m'n
eigendommen, 'k Heb wel meer dan één bal
hoor. 'n Leeren knikker die bezit ik niet. Maar
„men kan toch wel dansen, als is het niet met
de bruid" m.a.w. Men kan toch wel voetballen
al is het niet met een heusche voetbal, We
zullen op onze tochten veel kunnen genieten.
De eisch: stipte gehoorzaamheid wordt door
mij vóór alles gesteld. Dag Blikoortje.
ALGEN
M'n vriendje Blikoortje verzoekt me hem
mede te deel-en op welke manier hij z'n aqua
rium zooveel mogelijk algenvrij kan maken.
Daar waarschijnlijk meerdere rubriekertjes
een aquarium bezitten en ook met algen te
kampen hebben, plaats ik het stukje in de
rubriek.
Heelemaal algen vrij is niet mooi, een eenigs-,
zins groenachtige tint geeft schildering aan
het geheel. Het moet echter groenachtig en
niet bruin worden. Het kan evenwel gebeuren,
dat de algen te hard groeien en draden en
vlokken vormen. Om dit te voorkomen moet
men het aquarium niet onbeschermd in het
fel-lle zonlicht plaatsen. Door middel van car
ton of andere maskeering moe't m-en de
lichtzijde van het aquarium tegen -de zonne
stralen beschermen. Is het aquarium reeds
te overvloedig met algen getooid, dan moeten
ze verwijdend worden. Heel voorzichtig moet
ieder plantje, blaadje voor blaadje met duim
en wijsvinger worden afgestreken. De ruiten
worden met een sturk kurk of reep gummi
schoongeveegd. Met een heveltje worden de
op den bodem liggende algen opgeheveld. Men
mag bij deze schoonmaakpartij het water niet
ververschen, wel, indien voor het schoon
maken gemakkelijk, de plantjes er uit nemen,
maar dan slechts plantje voor pantje. De al
gen vormen zuurstof en ontnemen koolzuur
aan het water. Zij maken dus h et water ge
schikt voor de visschen. Sommige slaksoorten
houden opruiming onder de algen, toch heb
ik ondervonden, dat de roep grooter is dan
de werkelijkheid. Kikkerl-arven, z.g.-n. dikkop-
jes doen ook aan algenopruiming.
RAADSELTJES
Ingez. door Zonnestraaltje.
Wie is langer een Hollandsohe bakker of een
Fransche bakker?
Ingez. door Wandelaar.
Ik moet bulderen en rezen.
■En door de schoorsteen blazen,
Pas kom ik aan of 'k ben gegaan
Wie zegt m'n naam?
DICHTKUNST
Pietje Pelle begint z'n briefje aldus:
„Een briefje van Pietje Pellen
Ik zal U wat vertellen
Ik vind het leuk U te schrijven
En hoop dat dit zoo mag blijven."
Wie volgt z'n voorbeeld na?
UITSLAG TEEKENWEDSTRIJD.
Groep 7-jarigen.
lste prijs Henny Stolk, schuilnaam „IBe-
pijntje".
2e prijs Aris Jan Tellier.
Groep 8-jarigen.
lste prijs: Gerrit Oudakker, schuilnaam
„Verkenner".
Troostprijs Willemiena Visser, schuilnaam
„Juliaantje". Aafje Kolle.
Prijswinstertjes en prijswinnertjes van harte
gefeliciteerd en ik hoop dat jullie steeds aan
de wedstrijden zullen deelnemen.
De prijzen kunnen a.s. Woensdagmiddag 3
uur aan h et bureau van de courent, Kenne-
merlaan worden afgehaald.
De te-ekenmgen worden nog niet terugge
geven. maar blijven bewaard tot na de eerste
groote tentoonstelling.
De volgende wedstrijd zal een „schrijfwed
strijd" zijn.
DENKT AAN DE VERJAARDAGENRUBRIEK!
Veel groeten v-an
MEJ. E. VIJLBRIEF.
BARON VON MUNCHHAUSEN AAN HET WOORD.
HET AVONTUUR MET DE EENDEN
Ik was eens met een groot gezelschap aan
het jagen in een waterrijke streek. Bij het
achtervolgen van een hert was ik de and-eren
echter kwijt geraakt. Plotseling stond ik aan
den oever van een meertje, waar een aantal
wilde eenden zwom. Helaas bemerkte ik. dat
ik geen kogels meer in mijn geweer had. Maai
de eenden waren een verleidelijke buit
Opeens bedacht ik, dat ik nog een stuk
spek in mijn proviandtasch had; dit bevestig
de ik aan een lang dun touw. Toen verborg ik
mij in het struikgewas langs den oever, wierp
mijn lijn met spek uit en had weldra het ge
noegen te zien, dat de eerste eend haastig
naderbij zwom en het spek inslikte. De andere
eenden waren ook naderbij gekomen en daar
het spek erg glad was, gleed het door het
lichaam van de eerste eend weer onverteerd
naar buiten, waar de tweede eend het inslikte.
En toen het weer naar buiten kwam, de derde
zoo door tot alle eenden aan den draad waren.
Om zoo te zeggen als parels aan een snoer.
Ik trok ze uit het water aan land, sloeg het
touw een keer of zes om mijn middel en wan
delde naar huis.
Ik moest nog een goed eind loopen en de
eenden waren flink zwaar. Bijna had ik er
spijt van, ze allemaal gevangen gevangen te
hebben. Maar toen kwam me een voorval te
hulp dat mij eerst erg in ongelegenheid bracht
De eenden waren n.l. nog alle levend, en be
gonnen, toen ze van hun eersten schrik beko
men- waren, met de vleugels te slaan en ver
hieven zich in de lucht, terwijl ze mij in hun
vlucht meenamen. Vele anderen zouden zich
geen raad geweten hebben; maar ik benutte
deze omstandigheid zoo goed mogelijk en
roeide met de panden van mijn jas d-e rich
ting van mijn kasteel uit.
Toen ik er vlak boven gekomen was, vond
ik het tijd om te dalen. De eene eend na de
andere haalde ik aan het touw omlaag en
sloeg ze bewusteloos. Heel kalmpjes daalde ik
toen, precies door den schoorsteen van mijn
huis op het keukenfornuis.
Gelukkig was er nog geen vuur aangemaakt.
Mijn kok schrok zoo verschrikkelijk, dat hij
schreeuwend de keuken uitliep en terugkwam
met een stok om „het spook" weg te "jagen.
Maar to en-hij mij zag, veranderde zijn verba
zing weldra in bewondering voor het knappe
stukje, dat ik hem vertelde.
De eenden hebben we dienzelfden middag
allemaal opgegeten. Het jachtgezelschap was
stom van verwondering, toen ik hun mijn
avontuur had meegedeeld.
JUFFERTJE JA EN
JUFFERTJE NEE.
„En Jeanne, wanneer komen je groote doch
ters nu thuis? Ik verlang er naar ze weer eens
te ontmoeten aia de tien jaren, dat ik jullie
niet meer gezien heb!'
„Dadelijk komen ze, tante Eliza, Corries
naaicursus is om vijf uur afgeloopen en Marian
komt om half zes van haar lessen thuis."
„Ik merk, dat je je dochters nuttige dingen
laat leeren; daar ben ik blij om!"
„Ja tante; mijn man liet me slechts een
klein pensioen achter. Mijn meisjes moeten
dus zoo vlug mogelijk hun brood verdienen.
Het zijn lieve kinderen, maar
„Wat is dat: „maar
„Tante, ik wil niets zeggen over de meisjes:
oordeel zelf over hen!"
„Dat is goed en als ik ze een beetje ken, zal
ik één van hen een voorstel doen, dat ze zeker
wel prettig zal vinden."
Nog voor Mevrouw van de Reine kon ant
woorden hoorden ze de deur opensluiten en
weer dichtmaken, een jonge stem zong een
vroolijk wijsje. Dadelijk trippelde de kleine
Joosje, ventje van 5 jaar, de gang in.
„Dag Cor!" zong hij. „Joosje wil koekjes.
Bak je koekjes voor Joosje?"
„Natuurlijk schat. Ik zal ze voor je bakken!"
antwoordde de oudste.
De twee dames, die in de kamer zaten te
luisteren, glimlachten. Mevrouw van der Reine
zei: „Dit is Corrie, die den bijnaam heeft van
Juffertje Ja. Dan zal Marian ook wel niet ver
meer zijn."
En werkelijk, terwijl tante Eliza met Corrie
zat te praten, ging- de deur voor de tweede maal
open; dadelijk holde Joosje naar de gang. Men
hoorde een kus en toen zijn stemmetje.
„Marian, wil je koekjes bakken voor Joosje.
Joosje lust ze zoo graag...."
„Nee kleintje; daar heb ik geen tijd voor. Er
zijn nog zooveel dingen te doen.
En Corrie zette haar broertje op den grond.
Tante Eliza, die alles gehoord had, ontving
haar tweede nicht- niet zoo vriendelijk als Cor
rie. En toch had Marians gezichtje iets aar
digs. Om heel eerlijk te zijn, moet er bekend
worden dat ze weieens ongeduldig haar wenk
brauwen fronste en een ontevreden trekje om
haar mond speelde. Maar dat waren slechts
korte momenten.
Corrie daarentegen was de rust zelve; haar
bewegingen waren kalm en afgemeten. Ook
nu weerzonder haast legde ze haar werk
op tafel; weldra was het knippen van haar
schaar en het tikken van Marians schrijf
machine het eenige geluid dat men hoorde.
De bei-de dames waren in hun eigen gedachten
verdiept; Joosje speelde stil met zijn legdoos.
Na een uur ijverig werken, ruimden de meisjes
hun zaakjes in.
Bij het avondeten was men allemaal weel
bij elkaar en Joosje klapte in zijn handen van
plezier, toen hij een schaal met goudbruine
koekjes als „toetje" zag verschijnen. Tante
Eliza dacht:
„Wat een lief, vriendelijk schepseltje is die
Corrie..,." Geen wonder, dat ze Juffertje Ja
genoemd wordt."
Maar toch was het Marian, bij wie Joosje
op schoot klom en bij wie hij bedelde dat zij
hem naar bed bracht.
Mevrouw van de Reine voelde zich 's avonds
niet erg prettig en ging vroeg naar haar ka
mer. Corrie volgde haar en alleen tante Eliza
en Marian bleven in de huiskamer achter. De
laatste was ijverig op haar machine aan het
werken. Plotseling zei de oude dame:
„Marian, doe me een plezier en ga naar bed.
Het is niet goed voor meisjes zooals jij, om
nog zoo laat te werken."
„Oh tante, ik ben dadelijk klaar. Ik ben een
beetje laat omdat ik die koekjes voor Joosje
heb gebakken. Dat duurt lang; maar hij had
er zoo'n tr.ek in!"
Tante Eliza liet niets merken; maar heime
lijk dacht ze: „Hé, heb jij die gebakken?"
Den volgenden ochtend toen de meisjes naar
hun lessen gingen, vroeg hun moeder: „Als
een van jullie langs de modiste gaat, wil je
dan de hoed meebrengen, die vandaag klaar
zou zijn?"
„Ja, moeder," zei Juffertje Ja dadelijk.
„Nee mam, ik heb er geen tijd voor," zei
Marian.
Toch was het juffertje Nee, die moeders
hoed meebracht. Het was ook Juffertje Nee,
die boeken, die tante Eliza graag had willen
hebben, naar huis bracht, ofschoon Corrie ge
zegd had, dat zij het zou doen.
Zoo ging het gedurende de weken, dat tante
Eliza er logeerde aldoor: Juffertje Ja beloofde
alles en Juffertje Nee deed het.
Het was zooals Joosje zei:
„Als Oor ja zegt, bedoelt ze nee en als Ma
rian nee zegt, bedoelt ze ja."
Eindelijk kwam de dag, dat tante Eliza weg
zou gaan.
„Ik wilde graag even met jullie spreken, Cor
en Marian!"
Nieuwsgierig keken de meisjes haar aan.
„Meisjes, toen ik hier kwam, had ik -het plan
een van jullie mee te nemen op een reis naar
Zwitserland, die ik wil gaan maken. Er kan
maar één meegaan, omdat de ander bij jullie
moeder moet blijven. Degene, die ik meeneem,
moet verschillende werkjes voor me doen, en
fin, moet iemand zijn, op wie ik vertrouwen
kan. En daarom ben ik tot de conclusie ge
komen, dat hettante keek naar de opge
heven gezichtjes, die haar met spanning aan
zagen.... „Marian zal zijn, die mee .gaat."
De tranen sprongen in Corrie's oogen en de
oude da-me die de les niet te hard wilde laten
zijn. voegde er aan toe:
„Als Cor haar daden in overeenstemming
brengt met haar woerden, zal haar beurt ook
komen. Ik hoop, dat het gauw gebeurt, kind!"
DINA VAN Z.
DOMME KINDEREN.
„Wat is wind?" vroeg de onderwijzer.
„Lucht die haast heeft!" zei een stem van
de achterste bank.
Peter houdt niet van tuinboontjes.
Vader zegt:
„Toen ik zoo oud was als jij, was ik dol
op tuinboontjes".
„Wat zult U dan blij zijn, dat U nu bij ons
mag eten, hè Paps?" zegt Petertje.
Moeder wil uitgaan.
„Gaat u weg, Mam?" vraagt kleine Hernia.
„Ja, kind."
„Mammie, vertrouw je me?"
„Ja kind."
„Echt?"
„Natuurlijk Herma'tje".
„Vertel me dan waar U den pudding voor
morgen bewaard hebt."
HIJ HAD GELIJK!
„Hoe lang is het nog loopen, tot het vol
gende dorpje?" vroeg een wandelaar aan
een ouden man, die aan den kant va,n den
weg bezig was het gras te maaien'.
Maar de oude gaf geen antwoord, zoodat
de wandelaar dacht, dat hij doof was en
doorliep.
Toen hij een pas of tien verder was, riep
de oude man: „Het is nog twintig minuten
tot het volgende dorpje!"
„Waarom zei U dat niet eerder?" schreeuw
de de wandelaar verbaasd terug.
„Ik wist toch niet, hoe vlug U liep!" was
het antwoord.
WAAR IS DE MARKT?
Oplossing.
De wandelaar moest de linksche straat in
slaan, om op de markt 'te komen. Dat zag hij
aan de o-nderbréking der schaduw. Waar de
markt was, kan men een groote open plek
zien.
Duurde het lang voor jullie wisten welke de
bedoelde straat was?
TANTE TINE.
Voor Meisjes.
DE POPPENUITZET.
Als we naar buiten gaan, nemen we natuur
lijk de pop mee. Maar heeft ze wel een goede
zomerigarderobe? Nee? Dan gaan we er een
maken! Onze poppekinideren moeten toch ook
behoorlijk voor den dug kunnen komen. Wat
zeggen jullie van een strandpyjama? Dat is
leuk, hè?
Nee, heusch; het is niet moeilijk te maken
en trouwens Moeder zal je wel helpen, als je
heelmaal geen raad meer weet.
De pyjama bestaat uit een donkerblauwe
broek en een witte blouse. De broek is versierd
met drie rijen witte kettingsteken en de blouse
met drie rijen blauwe.
Op een vel wit papier teeken je nu eerst
het patroon, zooals dat op de teekening is af
gebeeld. Je moet eerst de maat van de pop ne
men natuurlijk; dan kun je het patroontje
precies op maat teekenen. De deelen zijn: voor
en achterkant van de bies op de broek; de
broek zelf, het lijfje, de kraag en het mouwtje.
D-e broek, het lijfje, de kraag en het mouwtje
moeten twee maal (op elkaar) geknipt worden-.
De stippellijnen beteekenen, dat daar de stof
dubbelgelegd is. De lange broek heeft opzij
twee splitten, die netjes omgezoomd moeten
worden. Heb je alles in elkaar genaaid, dan
zet je aan iederen kant van de broek een
knoop en maakt er een knoopsgat bij. In het
blousje komt een split van voren, dat ook net
jes afgewerkt meet worden. Dan maak je de
rijen kettingsteken. Het spreekt vanzelf, dat
de naadjes van binnen ook netjes afgewerkt
worden.
Is dit allemaal gebeurd, dan vraag je. of
Moeder de pyjama voor je strijken wil. En je
zult eens zien, hoe lief pop er ln naar nieuwe
pyjama uit zal zien! Als een echte dame,...
1
MARIAN B. -J