RECEERING EN LOONPEIL
Winst Nederlandsche Bank gestegen.
BINNENLAND
Verbetering in den
wereldhandel.
Coudblok in stand gehouden.
Jaarverslag over 1933-1934
Het verslag van de Nederlandsche Bank
over 19331934 vangt aan met de mede deeling
dat van een verbetering en -uitbreiding van
internationale betrekkingen, waardoor werke
lijk een blijvend wereldherstel slechts verkre
gen kan worden, nog in geen enkel opzicht
sprake is, doch dat in tegendeel nationalisme
en egoisme hoogtij vieren. Na een verdere
kleine uitweiding over de politieke tegenstel
lingen en de ontwikkeling van den wereld
toestand, wordt gewag gemaakt van de in
krimping van den wereldhandel en. »van de
ontwrichting op monetair gebied. Hierbij wordt
opgemerkt, dat het vooral de monetaire poli
tiek van de Vereenigde Staten was, die de
wereld in onrust hield en het vertrouwen ver
der ondermijnde. Deze politiek gevolgd door
het land met den groots-ten goudvoorraad en
met een actieve handels- en betalingsbalans
was uitsluitend gericht op den binnenlana-
schen toestand.
Vervolgens wordt gewag gemaakt van het
mislukken van de Londensche wereldconfe
rentie en de consequenties daarvan. Hier
door waren alle landen genoodzaakt uit eigen
kracht te trachten een nieuwen evenwichts
toestand te bereiken. Dat het zoover moest
komen valt natuurlijk in hooge mate te be
treuren.
Desniettemin zijn er volgens het verslag,
toch ook lichtpunten te ontdekken en in de
eerste plaats wordt er dan op gewezen, dat
waar op hulp van buiten niet langer kon
worden gerekend, in verschillende landen
krachtige maatregelen werden genomen welke
leidden tot een versterking van de positie dei-
centrale overheid.
In de tweede plaats kan worden gecon
stateerd, dat als de teekenen niet be
driegen, de omvang van het wereld-
goederenverkeer ondanks alle directe
belemmeringen, in den laatsten tijd
niet verder daalt, doch zelfs een neiging
tot stijgen vertoont. Hieruit mag wellicht
worden afgeleid, dat het laagste punt
van den wereldhandel bereikt werd en
dat, naar gelang de interne positie van
een toenemend aantal landen aan sta"
biliteit wint, een langzame uitbreiding
van het internationale verkeer kan
worden tegemoet gezien.
Mocht deze slotsom juist blijken, dan zou
zij opnieuw bevestigen, dat zelfs de verst
doorgevoerde afsluitingspolitiek niet tot zelf
genoegzaamheid kan leiden. In deze richting
wijst ook de in Amerika ingeluide bevordering
van de handelsbetrekkingen met het buiten
land. Als een onmisbare voorwaarde voor de
uitbreiding van het wereldverkeer staat voor
op, het voorkomen van een verdere ontwrich
ting van den wisselkoers.
Nadien wordt een beschouwing gewijd aan
het goudblok. De verdtre instandhouding
daarvan vormt, de opvatting van de Bank,
onder de huidige omstandigheden, de belang
rijkste voorwaarde voor een geleidelijke ver
betering. Bij gebrek daarvan moet verwacht
worden een nieuwe en hoogst ernstige ver
storing van het vertrouwen. De monetaiïe
chaos zou algemeen worden en een verdere
'benedenwaartsche beweging van valuta's zou
inzetten.
Het aantal en de omvang der rechtstreek-
sche handelsbelemmeringen zouden onvermij
delijk nog meer toenemen en de internationa
le goederenmarkten zouden een n-ieuwen druk
ondervinden.
Het verslag wijdt vervolgens een beschou
wing aan de positie van Nederland, dat in zoo
sterke mate op het internationale verkeer is
aangewezen en op het Nederlandsche aanpas
singsproces, waarbij de meening wordt uitge
sproken, dat het welbegrepen belang van het
Nederlandsche bedrijfsleven het vasthouden
aan de tot dusverre gevolgde gedragslijn
eischt.
Ten aanzien van de werkzaamheden van de
Nederlandsche Bank wordt verklaard, dat deze
in het afgeloopen jaar haar taak als centrale
emissie- en credietstelling overeenkomstig de
Nederlandsche bank en muntwetgeving zon
der overwegende moeilijkheden heeft kunnen
vervullen. Deze taak vond haar zwaartepunt
in de handhaving van de goudwaarde van het
nationale ruilmiddel.
In het bijzonder is er naar gestreefd, de ver
mindering der direct opeischbare verplichtin
gen van de Nederlandsche Bank gelijk es tred
te doen houden met het verlies aan goud, dat
in tijden van onrust en wantrouwen of laat
stelijk door de verlaging van den goudin-
houd van den Amerikaanschen dollar moest
worden geboekt. In dezelfde richting werkten
de disconto-verhoogingen, die werden toege
past wanneer de geldmarkt daartoe aan
leiding gaf. Dit alles maakte het moge
lijk de gouddekking der direct opeischbare
middelen nagenoeg op hetzelfde hooge peil te
houden. De goudvoorraad van de Bank be
droeg bij den aanvang van het afgeloopen
boekjaar 949.069.000. Als gevolg van de on
rust tijdens de Londensche conferentie trad
een daling in tot f 732.52-0.000 op 29 Juni 1933.
Toen de rust was teruggekeerd vloeide goud
naar Nederland terug, zoodat de goudvoorraad
op 9 Januari 1934 f 923.461.000 beliep. Bij het
einde van het boekjaar op 31 Maart 1934 was
de goudvoorraad echter terug geloopen tot
f 787.604.000, doordat een belangrijk bedrag
aan goud werd verloren in verband met de
plotselinge stabilisatie op een laag niveau van
den Amerikaanschen dollar. Neemt men nu in
aanmerking, dat op de hierboven bedoelde
tijdstippen de gouddekking van alle direct
opeischbare verplichtingen onderscheidenlijk
was 80.12 pet., 71.46 pet., 81.21 pet. en 77.52
pet. dan springt het groote belang in het oog
van de liquiditeit welke zoowel de positie van
de Nederlandsche Bank als die van het par
ticuliere bankwezen vertoont.
In het Jaarverslag der Nederlandsche
Bank over 193311934 zuordt gewag ge
maakt van tal van tot pessimisme stem
mende feiten, toch schijnt naar het oor
deel der samenstellers de wereldhandel
bezig zich te herstellen.
Het verslag houdt zich verder bezig met de
Nederlandsche betalingsbalans en met het
Duitsche transferprobleem, terwijl nadien in
korte trekken een afschildering wordt gegeven
van den verloop van de geldmarkt hier te
lande.
Opgemerkt wordt nog, dat het verloop der
wisselkoersen onder invloed van de ontwikke
ling der internationale situatie uiterst onregel
matig was.
Wat de bedrijfsuitkomsten van de Ne
derlandsche Bank gedurende het afge
loopen jaar betreft, zoo wijzen die, in
vergelijking met het jaar 19321933 een
verbetering aan. De netto-winst steeg
van f 1.004.202 tot f 2.669.408.
De verbetering was hoofdzakelijk te danken
aan de meerdere baten, welke voortvloeiden uit
de belangrijke goudverkoopen en uit de nadere
regeling van de levering en de betaling der
door de Nederlandsche Bank aan Indië ver
kochte Ponden Sterling.
Voorts een hooger bedrag aan ontvangen
provisie. Hiertegenover stond echter een be
langrijke vermindering van de baten uit bui-
tenlandsche wissels en saldi, in verband met
de liquidatie van het bezit van deze waar
den.
Wat de uitgaven aangaat kon een verdere
verlaging van onkosten met f 357.393 worden
bereikt. Hiermede werd sedert 19301931 een
vermindering van f 1.664.607 of bijna 31 pet.
verkregen.
CHAUFFEUR SLUIT ZICH IN
BRANDENDE GARAGE OP.
EXPLOSIE EN BRAND TE ROTTERDAM.
Maandagmorgen is een felle brand uitge
broken in de garage van J. Spierdijk in de
St. Laurensstraat te Rotterdam. In de garage
stonden twee personenauto's en een bestel
auto.
De 40-jarige J. Spierdijk wilde de bestel
auto naar buiten rijden, waarop bij het aan
slaan van den motor deze in brand vloog.
Spierdijk verliet overhaast de garage, maar
voordat hij buiten kwam volgde een explosie,
vermoedelijk door het springen van een bus
benzine waardoor de geheele garage dadelijk
in lichte laaie stond. In zijn zenuwachtig
heid wierp Spierdijk de garagedeur dicht, nog
voordat hij buiten was.
Door de explosie was een groote ruit boven
de deur kapot gesprongen en door deze ruit
wist Spierdijk zich tenslotte in veilighsid te
stellen. De garage brandde geheel uit. De
drie auto's werden totaal vernield. De wa
gens waren niet verzekerd.
Boven de garage bevinden zich drie etages,
welke als meubelopslagplaats worden ge
bruikt. Daar de parage brandvrij was afge
sloten en tevens'door het krachtig optreden
van de brandweer, werd voorkomen, dat deze
etages mede verbrandden.
AUTO TEGEN EEN BOOM
GEREDEN.
NOTARIS EN ECHTGENOOTE GEWOND.
Maandagmiddag <te ongeveer vier uur is op
den Rijksweg tusschen Harderwijk en Num-
speet, in de nabijheid van laatstgenoemde
plaats een personenauto, waarin gezeten wa
ren notaris L. A. Buurrna uit Houten bij
Utrecht en diens echtgenoote, door tot nu toe
onopgehelderde oorzaak, tegen een boom ge
reden. De auto werd geheel vernield. Met
groote moeite heeft men de beide inzittenden
uit de wrakstukken van den wagen bevrijd.
Het erest was mevrouw B. eraan toe, die be
wusteloos was en een ernstige hersenschud
ding bleek te hebben bekomen. Bij den heer
B. werd geconstateerd, dat deze eemige rib
ben had gekneusd. De beide slachtoffers zijn
per ziekenauto naar het Ziekenhuis Salem te
©rmelo overgebracht en daar ter verpleging
opgenomen. Dokter van Loon uit Nunspeet
heeft de eerste geneeskundige hulp verleend.
Het echtpaar was onderweg naar Veemdam.
„OEHOE"
WORDT MINDER
HARD.
KOOTWIJK EN BANDOENG UITSTEKEND
TE HOOREN.
Omtrent de uitzendingen van de „Oehoe"
deelt de K. L. M. het volgende mede:
In den nacht van Zaterdag op Zondag wa
ren de heeren Hegener en Suttorp weer op de
luisterpost der Phohi te Huizen. Eerst om 6-20
uur (Amsterdamschen tijd) hoorden zij den
algemeenen oproep van de Oehoe: "Ontvang
op sleepdraad dertien golven".
Na bovengenoemd bericht, dat op luidspre
ker opgenomen werd, is niets meer gehoord.
De ontvang&tsterkte werd steeds zwakker.
Om 14 uur vernam men door bemiddeling
van het personeel van den Indischen telefoon
dienst, dat Bandoeng om 19.03 Midden Java-
tijd, de „Oehoe" zwak ontving, om 9.34 uur
goed en om 9-45 uur nog steeds goed. Maan
dagmorgen 1.40 uur seinde de „Oehoe": „Ver
laten om 23.20 G. M. T. Jodpoer op weg naar
Allahabad, vliegen op 2000 meter hoogte". Om
2.40 uur: „Wij hooren Kootwijk heel goed.
Hebben betrekkelijk weinig geseind." Dit laat
ste seinde de heer Loos waarschijnlijk als ex
cuus, dat hij zoo weinig had laten hooren. Hij
heeft zich echter veel bezig gehouden met
entvangstproeven en berichtte, dat hij Ban
doeng en Kootwijk voortdurend met goede
sterkte ontvangt.
Tot Jodpur werkte de Oehoe op 31 M. golf,
daarna gaat' hij over op de golf van 26-79 M.
DE KEURMEESTERS
VEROORDEELD.
Tot zes maanden met aftrek
FOOIENSTELSEL OOGLUIKEND
TOEGELATEN.
De Rotterdamsche rechtbank heeft thans
uitspraak gedaan in de zaak van de acht
gewezen hulpkeurmeesters bij het gemeen
telijk slachthuis te Rotterdam, die terecht
hebben gestaan wegens het aannemen van
steekpenningen voor het verrichten van
diensten, die buiten hun bevoegdheid lagen.
Zij veroordeelde alle verdachten tot zes
maanden gevangenisstraf met aftrek van de
voorloopige hechtenis, conform den eisch.
Hierbij zij opgemerkt, dat de verdachten J.
P. L. en C. v. d. W. geen voorloopige hechte
nis hebben ondergaan.
In het vonnis heeft de rechtbank o.m. over
wogen dat de verdachten weiswaar als ont
wikkelde ambtenaren een zekere verantwoor
delijkheid droegen, maar dat anderszijds
sinds jaar en dag onder de opvolgende di
recties van het slachthuis een fooienstelsel
in strijd met de door B. en W. vastgestelde
instructies niet is tegengegaan, zelfs ooglui
kend is toegelaten. Zij acht alle verdachten
gezamenlijk aansprakelijk voor het ten laste
gelegde, dat zij bewezen acht op grond van
de verklaringen van verdachten, getuigen
en deskundigen.
Mr. D. VAN HOUTEN
OVERLEDEN.
Te Kopenhagen, waar hij den laatsten tijd
woonde, is op 67-jarigen leeftijd overleden mr.
D. van Houten, een zeer bekend advocaat en
procureur, vooral op financieel gebied, die
jarenlang te 's-Gravenhage praktijk heeft uit
geoefend. Met zijn vader, wijlen oud-minister
S. van Houten richtte hij in 1889 de Maat
schappij voor Hypothecair Crediet te 's-Gra-
venhage op.
De thans ontslapene was o.a. voorzitter
van den raad van beheer van de Expl. Mij.
Scheveningen, lid van den raad van bestuur
van het gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen en tot voor kort lid van den raad van be
heer van de H.T.M. terwijl hij voorts zitting
had in het college van commissarissen van on
derscheidene finaneieele instellingen.
Het stoffelijk overschot zal tijdelijk te Ko
penhagen worden ter aarde besteld om daarna
naar Den Haog te worden overgebracht ten
einde in het familiegraf te worden bijgezet.
BEDRIJFSRAAD IN DE
SIGARENINDUSTRIE?
MAAR DAN MET VERORDENENDE
BEVOEGDHEID.
Naar aanleiding van een bericht als zou de
commissie van advies bedoeld in artikel 8 der
bedrijfsradenwet met op één na algemeene
stemmen hebben besloten den minister van
Sociale zaken te adviseeren, alvorens over te
gaan tot instelling van een bedrijfsraad, eerst
verordenende bevoegdheden aan deze organen
toe te kennen, vernemen wij dat dit bericht in
dezen vorm niet juist is. Slechts de speciale
commissie, welke had te adviseeren over de
instelling van een bedrijfsraad in de sigaren-
industrie, heeft zich met groote meerderheid
uitgesproken voor het in de toekomst aan
dezen bedrijfsraad toekennen van verordenen
de bevoegdheid op beperkt gebied.
JONGETJE DOOR TREIN GEDOOD.
Maandagmorgen is het 9-jarig zoontje van
den spoorwegwerker Pietersma, toen hij de
spoorbrug over de Dokkumervaart te Buiten
post overliep, door een trein gegrepen en ge
dood.
VREEMDELINGENLEGIOEN DE
EENIGE OPLOSSING.
OUDERS WAREN ER BLIJ MEE.
De grenspolitie te Nispen. heeft een min
derjarige jongen aangetroffene die bij zijn
ondervraging zeide afkomstig te zijn
uit Den Haag en op weg te zijn naar
Frankrijk, om aldaar dienst te nemen in het
vreemdelingen legioen. Hij beweerde hier
voor de toestemming van zijn ouders te heb
ben gekregen. Daar aan zijn verklaringen
niet veel geloof werd gehecht, stelde de poli
tie een onderzoek in te 's-Gravenhage en
daarbij bleek, dat ouders inderdaad hun
zoon toestemming hadden gegeven voor het
vreemdelingenlegioen te teekenen. In het
betrokken gezin, waarvan de vader werkloos
is en waar nog 14 kinderen thuis zijn,
heerscht nijpend gebrek en de ouders gaven
te kennen zelfs nog blij te zijn, dat een der
kinderen deze „oplossing" had gevonden.
WIELRENNER ONDER DE TRAM.
Maandagavond is een ernstig ongeluk ge
beurd op de Wittenburgergracht te Am
sterdam. Een jongeman van 25 jaar kwam,
gezeten op een racefiets, in volle vaart de
Groote Witterburgerstraat uit en reed, zon
der zich te overtuigen of de weg veilig was, de
gracht op en botste tegen een wagen van lijn
19. Hij verdween tot groote schrik van de
omstanders onder de baanschuiver. De tram
moest worden opgevijzelde om hem onder den
wagen vandaan te halen. In zeer ernstigen
toestand is de man, die gehuwd is, naar het
O.L.V.-gasthuis overgebracht.
BIOSCOOPBRAND TE ROTTERDAM.
Cabine uitgebrand.
Maandagavond omstreeks negen uur ont
stond door het vlam vatten van de film brand
in de cabine van de „Corso"-bioscoop aan den
Coolsingel te Rotterdam. De brandweer was
spoedig ter plaatse aanwezig. Zij kon even
wel niet verhinderen dat de cabine geheel
uitbrandde. Ook de film „Ein Lied, ein Kuss,
ein Madel" werd vernield. Het publiek verliet
rustig de zaal. Persoonlijke ongelukken had
den niet plaats.
PRINSES JULIANA 14 JUNI NAAR
ENGELAND.
Prinses Juliana zal 14 dezer naar Engeland
vertrekken.
Het crediet
voor de werkverruiming.
Geleidelijke weg naar lagere loonen.
Gemeenten met meer dan redelijke
bezoldiging uitgesloten.
Volgens de Memorie van Antwoord in zake
het ontwerp van wet tot wijziging en verhoo
ging van het zevende hoofdstuk B der Rijks-
begrooting 1934 (Crediet voor werkverruiming)
is ook de regeering van oordeel, dat het aantal
werkloozen, dat door het aangevraagde cre
diet kan worden geholpen in verhouding tot
het totaal niet bijzonder groot is. maar ook.
dat de waarde van den maatregel voor een be
langrijk gedeelte van moreele beteekenis is.
Dat de Regeering zou tegenspreken,
dat van liooger hand loonsverlaging zal
worden bevorderd, acht zij niet juist.
Zij heeft tegengesproken, dat zij be
paalde loonen dwingend wil opleggen.
Zij heeft echter daarnaast te kennen
gegeven, dat zij bij de uitvoering van
onder dit crediet vallende werken met
de belangstellenden hoopt tot overeen
stemming te komen omtrent zoodanige
loonnormen als wensehelijk en noodig
zijn om een zoo groot mogelijk aantal
arbeiders te behoeden voor de ellende
der werkeloosheid. Zij vertrouwt, dat
hier overeenstemming zal kunnen wor
den bereikt. Zou dit onverhoopt niet het
geval zijn, dan zou daarvan het gevolg
moeten zijn, dat de werken niet worden
ondernomen.
De regeering moet dit standpunt innemen,
omdiat met het kunstmatig scheppen van
werkgelegenheid alléén, de werkloosheid niet
daadwerkelijk kan worden bestreden. Ten
einde van dit crediet een werkelijk nuttig ren
dement te verkrijgen, is het noodig dat het
mede wordt aangewend om zooveel mogelijk
belemmeringen weg te nemen, die de natuur
lijke verruiming van de werkgelegenheid te
genhouden.
De regeering kan echter niet genoeg her
halen, dat het onjuist is haar de bedoeling
toe te schrijven van dwingend te willen in
grijpen in het tegenwoordige loonpeil. Zij be
schouwt het collectief looncontract als elke
andere privaatrechtelijke overeenkomst. Zij
is er zich ten volle van bewust, dat met in
grijpen in privaatrechtelijke overeenkomsten
de uiterste voorzichtigheid moet worden be
tracht.
Een andere vraag is natuurlijk of de loonen
reeds thans voldoende verlaagd zijn, zoodat de
regeering op verdere verlaging geen invloed
zou behoeven uit te oefenen. Het komt den
ministers voor, dat hierop in het algemeen
geen antwoord valt te geven, doch het lijdt
geen twijfel, dat bij elke onderhandeling er
volop gelegenheid zal zijn alle argumenten
pro en contra ten volle tot hun recht te doen
komen.
Zij zijn van meening, dat men, wat men het
ethisch minimum pleegt te noemen, dit niet
los van het economisch mogelijke mag bezien,
zulks in het belang van de arbeidende bevol
king in haar geheel.
Lette- men op het economisch mogelijke niet,
dan zouden verhoudingen kunnen ontstaan,
die tot toeneming van werkloosheid zouden
leiden. De regeering, die dit gevaar nimmer
uit het oog mag verliezen, is zich intusschen
ook bewust van de gevaren welke in te groote
en te plotselinge loondaling gelegen kunnen
zijn. Zij is dan ook niet voornemens verder te
gaan dan door de noodzakelijke aanpassing
wordt gevorderd en ze is er van overtuigd, dat
de geleidelijke weg naar lager loonpeil de
meest verkiezelijke is.
Productiekosten en werkloosheid.
Nog op een ander punt moet de regeering
een blijkbaar nog bestaand misverstand
trachten weg te nemen. Zij heeft betoogd, dat
verlaging van productiekosten noodzakelijk
is ter verruiming van de werkgelegenheid,
maar niet dat de opheffing van de werkloos
heid afhankelijk zou zijn uitsluitend van het
peil tot hetwelk de productiekosten zouden
zijn verlaagd.
Evenzeer beantwoordt de Regeering ont
kennend te vraag of niet de door loondaling
bereikte concurrentiemogelijklieid door ge
lijke maatregelen van het buitenland illusoir
zal worden gemaakt.
De Regeering wil niet direct ingrijpen in
de loonen, in dien zin, dat zij dwingend zou
willen optreden met betrekking tot de collec
tieve looncontracten. Zij hoopt langs den weg
van onderhandelingen te komen tot het ge-
wenschte resultaat.
De Regeering verwacht, dat de door
overleg tot stand gekomen loonen bij
de uitvoering van het f 60 millioen-plan
mede van invloed zullen zijn op het al-
gemeen loonpeil, omdat niet verwacht
kan worden, dat, wanneer eenmaal
over het loonpeil bij een bepaald werk
overeenstemming is verkregen, de
loonen buiten dit werk op den duur op
een ander peil gehandhaafd zullen
kunnen worden.
Zij erkent, dat verlaging van de kosten van
het levensonderhoud zooveel mogelijk met
loondaling moet samengaan. Zij is dan ook,
waar mogelijk, in die richting werkzaam, ge
lijk o.a. moge blijken uit het onlangs geno
men besluit om in verband met de rentever
laging, als gevolg van de conversie der Ned.
Staatsschuld te komen tot huurverlaging.
Op het punt van de handelspolitiek is de
regeering voortdurend waakzaam. Het vraag
stuk van de ordening van het bedrijfsleven
heeft haar volle aandacht.
Vestiging van nieuwe industrieën hier te
lande zal, waar mogelijk en wensehelijk,
worden bevorderd.
De Regeering is zich terdege bewust
dat het wetsontwerp mede van belang
is voor de gemeenten, met name voor
die, waar de werkloosheid het grootst
is. Zij is inderdaad voornemens om
deze gemeenten zooveel mogelijk te
gemoet te komen, door, voor zoover
het de uitvoering van gemeentewer
ken betreft, de daarvoor benoodigde
kapitaalsuitgaven renteloos aan de
gemeente voor te schieten.
Anderzijds echter zal de Regeering
daarbij de voorwaarde moeten stellen,
dat ook de gemeente aan het doel,
dat met het crediet wordt beoogd,
zooveel als noodig is, medewerkt. Met
name geldt dit voor die gemeenten,
welke met betrekking tot de noodza
kelijke versobering barer huishouding
nog ten achter zijn gebleven. Daarbij
zal met name de vraag onder het oog
zijn te zien, of zij voor de bezoldiging
van haar personeel nog regelingen
handhaven, die boven redelijke nor
men uitsteken.
De uit te voeren werken.
In het algemeen is het de bedoeling die
werken te laten uitvoeren die kunnen bijdra
gen tot verhooging van de economische weer
baarheid van het land en tot vermindering
der werkloosheid.
Omtrent de vraag of het mogelijk zal zijn,
het kapitaal aan te wenden voor het verkrij
gen van werkverruiming in bestaande in
dustrieën moet de regeering zich voorshands
haar oordeel voorbehouden. Het gevaar ligt
hier voor de hand, dat op deze wijze juist de
aanpassing van de industrie aan de inter
nationale concurrentie-eischen zou worden
belemmerd.
Het bestuur van het Werkfonds zal bij
zijn werkzaamheid telkens met de vakcen-
tralen in aanraking komen. Met het oog hier
op wordt 't niet noodig geacht vertegenwoor
digers van die centralen in het bestuur op te
nemen.
CENTRALE VAN PERSONEEL IN 's RIJKS
DIENST.
De heer Perdok als voorzitter
herkozen.
De centrale van vereenigingen van personeel
in rijksdienst heeft te Arnhem haar algemeene
bestuursvergadering gehouden onder leiding
van den voorzitter der centrale, den heer F.
Perdok Hzn. uit 's-Gravenhage. Na afhande
ling van de huishoudelijke zaken werd het be
stuur bij acclamatie herkozen, waarna de ver
gadering zich bezig hield met de behandelmg
van de algemeene actiepunten. Besloten werd
nog deel te nemen aan een opleidingsinstituut
voor ambtenaren.
NIEUWE DIRECTEUR BUREAU VAN
RIJVAARDIGHEID.
Tot directeur van het Centraal Bureau tot
Afgifte van Bewijzen van Rijvaardigheid is
benoemd de heer J. A. Gorter te 's-Graven
hage.
ZIJN OOM DOODGESCHOTEN.
17-JARIGE JONGEN STAAT TERECHT.
Voor het Bossche Gerechtshof heeft een 17-
jarige jongen uit Weert terecht gestaan, die
op 17 Januari j.l. op zijn oom, den 35-jarigen
ongehuwden los werkman L. Kampers, die
bij zijn ouders inwoonde, opzettelijk, met het
oogmerk hem te dooden, .twee revolverschoten
heeft gelost, die den dood van den man heb
ben veroorzaakt. Voor dit feit had de recht
bank beslist dat verdachte ter beschikking
van de regeering zou worden gesteld.
De advocaat-generaal eischte een jaar tucht
school-straf en verzocht verdachte ter be
schikking te stellen van de regeering.
VERJAARDAG VAN DE
KONINGIN.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aan de commissarissen der Koningin
medegedeeld, dat het de wensch van H.M. is,
dat haar geboortedag door hen, die zulks ook
dit jaar wenschen zal kunnen worden herdacht
In verband met het leed, dat het Koninklijk
Huis heeft getroffen door het 'overlijden van
de Koningin-Moeder, is het mede de wensch
van de Koningin, dat het feestelijk karakter
dit jaar niet op den voorgrond treedt. De mi
nister verzoekt, van dit standpunt mededeeling
te doen aan de besturen van de gemeenten,
welke weder op hun beurt de daarvoor in aan
merking komende corporaties en vereenigin
gen van vorenstaande in kennis kunnen stel
len.
REGELEN VOOR UITWIJZING.
BIJ KANS OP LEVENSGEVAAR VOOR-
LOOPIG VERLOF HIER TE BLIJVEN.
Naar de Tel. verneemt, heeft de minister
van Justitie dezer dagen een nieuwe circulaire
tot v de politie-autoriteiten gericht, in verband
met nieuwe voorschriften voor de behandeling
van vluchtelingen en vreemdelingen, die hier
de grens zijn overgekomen.
De minister heeft een aantal afzonderlijke
regelingen vastgesteld. Zoo is er in die rege
ling een rubriek vluchtelingen uit Duitsch-
land en niet-vluchtelingen uit Duitschland 'en
voorts niet-Duitschers, die hier over de grens
komen.
Voor de vluchtelingen, die rechtstreeks uit
Duitschland naar Nederland komen, is vast
gesteld, dat zij niet meer naar andere landen
kunnen worden uitgeleid. In gevallen, waarin
aannemelijk kan worden gemaakt, dat de
terugkeer der voor uitwijzing in aanmerking
komende vluchtelingen onmiddellijk levensge
vaar ten gevolge kan hebben, wordt bepaald,
dat zij voorloopig op Nederlandsch gebied mo
gen blijven.
De vluchtelingen geen Duitschers en ook
geen staatsloozen moeten zooveel mogelijk
vrijwillig genoodzaakt worden naar het eigen
land terug te gaan. Geschiedt zulks niet vrij
willig, dan moet uitlevering aan het eigen
land geschieden. Van het uitgeleiden naar
andere landen van deze categorie moet voor
taan worden afgezien.
Het gevolg van deze circulaire zal o.m. zijn,
dat uit te wijzen vreemdelingen niet meer
naar België worden gebracht, van waar zij zoo
dikwijls reeds dadelijk weer naar Nederland
werden teruggevoerd. _j