DE ROODE STREEP
burg; 2. Les Saltimbanques, L. Ganne. 3.
War ia, F. Andrieu. 4. Ouverture clans le style
Italians, F. Schubert. 5. Madchen von der
Spull, F. Suppé. 6. Orpheus aux Enfers, Jacq.
Offenbach. 7. Heinzelmannchen wachtparaüe
K. Noach, 8. Vieux Camei*ades, Teike.
WIJK AAN ZEE
ONGEVAL BIJ HET BADEN.
Tijdens het baden, werd door een groepje
dames een heeren wat gestoeid. Eén der da
mes, die er blijkbaar niet op verdacht was,
kreeg een duwtje kwam daardoor te vallen,
met het noodlottig gevolg, dat zij haar pols
brak. De W.R.B verleende hulp, doch een
bezoek bij den dokter was onvermijdelijk.
Met uitzondering van bovengenoemd ge
val, had deze Zondag, waarop WüX aan Zee
een zeer druk bezoek ten deel viel, een zeer
gunstig verloop.
Gekwetste Majesteit.
Zooals iedereen weet is de autonomie der
gemeenten in de laatste jaren in ons vader
land aanzienlijk verminderd door verschil
lende maatregelen „van bovenaf". En wel in
de eerste plaats is het financiëele toezicht, dat
Gedeputeerden der provincies volgens de wet
op de gemeentelijke gestie uitoefenen, zeer
veel scherper geworden. Onvermijdelijk heeft
deze veranderde situatie ook de gemeente
Amsterdam niet onberoerd gelaten. Geenszins
onberoerd, aangezien haar financieel beheer
gedurende vele jaren een dergelijke fantasti
sche royaliteit toonde, dat het meer dan noo-
dig bleek in te grijpen. Ondanks bezuinigingen,
waartoe besloten is, wekt nu nog de onmid
dellijke financiëele toekomst van Amsterdam
bezorgdheid.
Maar dat het zich niet al te plezierig voelt,
als hoofdstad des lands, met een traditie en
een historischen onafhankelijkheidszin, onder
de controle van het college van Gedeputeerde
Staten van Noordholland, blijkt wel heel
sprekend uit een artikel van Amsterdam s
wethouder van Financiën, Mr. G. C. J. D.
Kropman, in de pas verschenen Groene Am
sterdammer.
Mr. Kropman noemt zijn artikel „Amster
dam en Haarlem", en hij zegt er o.a. het vol
gende in:
„In de wet van 22 December 1933 (S. 715) is
bepaald in art. 5, dat „indien de begrooting
naar het oordeel van Onze met de uitvoering
van deze wet belaste ministers gegronde aan
leiding geeft tot de verwachting, dat het even
wicht tusschen inkomsten en uitgaven niet
zal zijn te handhaven, Onze voornoemde mi
nisters, teneinde de toepassing van de arti
kelen 1 en 4 dezer wet zooveel mogelijk te
voorkomen, na het betrokken College van Ge
deputeerde Staten te hebben gehoord, aan het
gemeentebestuur vóór de vaststelling der be
grooting zullen meedeelen, aan welke eischen
naar hunne meening die begrooting behoort
te voldoen". Over deze wetsbepaling zou een
en ander te zeggen zijn wij zullen het na
laten. Wij willen alleen opmerken, dat in deze
bepaling sprake is van het hoor en van Gede
puteerde Staten, Daartegen kan uiteraard
geen bezwaar bestaan, daar dit College een
con troleer end orgaan is; wij willen alleen
uiting geven aan onze benieuwdheid, of, nadat
(misschien ook wel: vóórdat) Gedeputeerde
Staten zijn gehoord de Heeren van Haarlem
per perscommuniqué dan wel per radiogram
hun bedenkingen zullen publiek maken.
Men begrijpe ons wél: wij hebben geenerlei
bezwaar tegen publiciteit. Oppenheim reeds
noemde terecht openbaarheid der hande
lingen van het gemeentebestuur een der vier
beginselen, „die ons volk in staat hebben ge
steld te toonen, dat zijn kracht nog, gelijk
voor eeuwen, schuilt in de plaatselijke ge
meenten". En men kan ook niet zeggen, dat
In Amsterdam de zaken der gemeente binnen
vier muren worden bedisseld en afgedaan.
Men kan dit zeker niet zeggen van de behan
deling der Amsterdamsche gemeentebegroo-
ting; aan den eisch der openbaarheid wordt
in Amsterdam ten volle voldaan!"
Daarna gaat de Amsterdamsche wethouder
uitpakken over de openbaarheid-per-perscom
muniqué, die Gedeputeerde Staten zijn gaan
toepassen ten aanzien van de bezwaren, wel
ke zij tegen de Amsterdamsche begrooting
hebben. Die openbaarheid ligt hem niet en
blijkbaar voelt hij het geval persé als „Haar
lem (125.0000 inwoners, provinciestad) dat toe
zicht houdt op Amsterdam (750.000 inwoners,
hoofdstad)" en dit niet stiekum, maar Open
baar doet.
Het is lichtelijk komiek,
i Mr. Kropman drukt zich aldus uit!
„Doch geheel iets anders is, wat Gede
puteerde Staten van Holland in den laar
sten tijd hebben geïntroduceerd: open
baarheid per perscommuniqué van be
zwaren welke dit hooge College heeft te
gen de Amsterdamsche begrooting en
waaraan het Amsterdamsche gemeente
bestuur moet trachten tegemoet te ko
men. Tot dusver was het verkeer tusschen
Amsterdam en Haarlem van een min of
meer vertrouwelijk karakter en de behan
deling van zaken heeft er niet door gele
den: men confereerde of correspondeerde
met elkaar en de moeilijkheden werden
overwonnen. Thans zijn de moeilijkheden
zeer veel ernstiger dan vroeger, de uiterste
zorg en inspanning wordt in dezen crisis
tijd van een gemeentebestuur gevergd
en.... Haarlem acht het beter nota's te
zenden en te publiceeren, zoodanig, dat
de leden van het Amsterdamsche gemeen
tebestuur voor het eerst de zienswijze van
Gedeputeerde Staten vernemen uit het
ochtendblad, tijdens het ontbijt. En daar
na ten Stadhuize.
Dat is geen stijl meer. Misschien heeft
men in Haarlem de verhoudingen een
weinig uit het oog verloren en meent
men, dat de methode der internationale
diplomatie moet worden gevolgd: de
Haarlemsche Wilhelmstrasse en de Am
sterdamsche Quai d'Orsay wisselen nota's.
Doch daaraan zal Amsterdam niet mee
doen! Onze traditie eischt behoud van
den stijl.
^Amsterdam heeft in dezen tijd maar
één zorg zijn zaken in orde te houden.
De begrooting voor 1934 is sluitend, het
werk aan de begrooting van 1935 is be
gonnen. Zoolang het Rijk de onrecht
vaardigheid laat bestaan, dat de groote
gemeenten zelf zoo goed als alle kosten
der werkloosheid betalen, voor Am
sterdam ruim twintig millioen zal het
sluitend maken der begrooting een uiter
mate moeilijk werk zijn. Dit uitermate
moeilijk werk zal Amsterdam tot stand
brengen, daaraan behoeft niemand te
twijfelen. En het zal dit publiekelijk doen,
met volledige verantwoording. Ook het
opmaken van begrootingen is menschen-
werk en de begrooting voor 1935 zal niet
FEUILLETON
PETIAN.
5)
De meeste van zijn patiënten waren erg op
hem gesteld. Ik geloof, dat het kwam door zijn
eerlijkheid. Hij had gewoonte om op een
kinderlijke manier, die maar weinigen kwetste,
voor zijn opinie uit te komen. Zijn optreden
was zóó, dat dingen die misschien uit den
mond van een ander onaangenaam zouden
klinken, hem bij voorbaat werden vergeven.
Ik heb mij wel eens afgevraagd of het werke
lijk wel alles kinderlijkheid was bij hem. Hij
zei, dat hij zelf niet wist, waar zijn eigen ik
begon, en waar de pose ophield. Zelfs zijn
'vrouw, die hem zoo door en door kende, wist
soms niet, wat zij aan hem had. Maar het leek
wel of dit voor haar een reden te meer was,
om van hem t,e houden. Hij waardeerde haar
erg, en prees haar in gezelschap, zoo, dat zij
er zich voor schaamde. Hij had trouwens in
het algemeen een hoogen dunk van vrouwen.
Zijn opvattingen gingen, zooals gewoonlijk,
lijnrecht tegen die van de meeste menschen in.
Zoo beweerde hij, dat de man gevoelig, en im
pulsief en onberekenbaar was, de vrouw daar
entegen koel, verstandelijk en intelligent.
Een merkwaardige eigenschap was nog zijn
een volmaakt stuk werk zijn. Kritiek mo
ge volgen, gegronde kritiek zal aan
vaard worden. Maar bij alle moeilijkhe
den, welke wij zullen moeten overwin
nen, zouden wij gaarne willen behouden
datgene wat eeuwenlang in de Amster
damsche traditie bewaard is gebleven:
den bestuurlijken stijl, het gezonde amb
telijk verkeer, tusschen Amsterdam
en Haarlem.
Dat wij niet wenschen te ruilen voor,.,,
perscommunique's".
De Gekwetste Majesteit van Amsterdam
spreekt ten duidelijkste uit deze beschouwing.
Maar is de majesteit niet een beetje klein?
Het is volstrekt niet Haarlem dat toezicht op
Amsterdam houdt het is het college van
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, dat
in Haarlem zetelt omdat het provinciale be
stuur nu eenmaal en bij grijs geworden
traditie hier gevestigd is. Als het in Alk
maar zetelde, zou mr. Kropman dan zeggen:
Alkmaar houdt toezicht op Amsterdam? Ik
vermoed van wel.
Komaan nu, Amsterdam! Is dit een groot-
sehe hoofdstedelijke houding? Hebben wij,.
Haarlemmers, onzen bekwamen wethouder van
financiën niet moeten afstaan aan Gedepu
teerde Staten, waar hij nu als financieel Ge
deputeerde de opper-toezichthouder is op uw
stadsfinanciënmaar ook op de onze. en
op die van alle gemeenten in Noordholland?
Wij zijn met dat al onzen wethouder kwijt
gij hebt den uwe behouden!
En die openbaarheid! Het ontroert mij, als
Haarlemsch journalist, mr. Slingenberg te zien
bestreden, als kampioen der openbaarheid-
per-perscommunique. Dat is hem in Haarlem
maar bij één gelegenheid verweten, en het
was zooiets als een historisch moment. Het
blijkt hem geïnspireerd te hebben.
Gij, mr. Kropman, beroept u op Amster
dam's eigen openhartigheid, en terecht. Vindt
gij het nu zoo vreemd dat Gedeputeerde
Staten daartegenover de hunne stellen? Is het
eigenlijk niet erg begrijpelijk? Als iemand iets
luidkeels verkondigt, bij herhaling, gaat men
dan per vertrouwelijk briefje Zeer Geheim
met hem correspondeeren? Het ware te
eenzijdig!
Maar wij, Haarlemmers, vermeten ons
heusch niet toezicht op Amsterdam te gaan
houden. Nee hoor! Wij lezen slechts met be
langstelling, en waardeering voor de open
baarheid, de communiqués
En hopen het beste voor Amsterdam.
R. P.
BEVERWIJK
DE ACCOUSTIEK DER ST. AGATHA-KERK
De groote R.K. koepelkerk aan de Bree-
straat heeft reeds van den aanvang af merk
waardige accoustische moeilijkheden opge
leverd. Daar het sterke resoneeren vooral
ging van het gesproken woord veel verloren
en op sommige plaatsen in het ruime kerk
gebouw waren de predikaties bepaald onver
staanbaar. De oplossing van deze accousti
sche moeilijkheden vormde tenslotte een pro
bleem/ waaraan personen van erkende be
kwaamheid op phonetisch gebied hun krach
ten gaven.
Toen onlangs de tijdelijk aangebrachte
kansel werd vervangen door den kunstig be
werkten spreekstoel, die zich bij den stijl van
de kerk aanpast werd het zeer gecompli
ceerde klankbord behouden. Daarna bleef
nog de moeilijkheid bestaan hoe het geluid bij
de weetkaatsing tegen de wanden kon wor
den gedempt. Tenslotte hebben deskundigen
na jarenlange studie een oplossing gevonden,
een oplossing, die merkwaardig genoeg is, om
daarop de aandacht te vestigen. In veertien
vakken van de muren werden houten betim
meringen aangebracht, gemaakt uit ver
schillende houtsoorten.
De architect van het interieur der kerk, de
heer Lambert Lourijsen te Heemstede, heeft
deze vakken beschilderd met de staties van
den Kruisweg. Deze wandbekleeding verricht
hier dus een dubbele taak, namelijk als ge
luidsleidster en als Kruisweg.
Zondagmorgen konden de parochianen dus
in de eerste plaats de verfraaiing van het
kerk-interieur bewonderen en tevens eonsta-
teeren in hoeverre de accoustiek er op was
vooruit gegaan.
Over het algemeen bleek het practische
effect van de gevonden oplossing wel aan de
verwachtingen te hebben voldaan.
NAAR DEN K. R. O.
De R.K. werkloozen zullen op Donderdag 21
Juni een bezoek brengen aan de studio's van
de K.R.O. te Hilversum. De reis wordt ge
maakt per touringcar.
BESPREKING VAN HET FUSIEVRAAGSTUK.
Op Woensdag 20 Juni a.s. zullen de R.K.
raadsfracties van Beverwijk en Wijk aan Zee
en Duin een gezamenlijke bespreking voeren
óver het fusievraagstuk.
EXAMENS L. O.
Aan de Bisschoppelijke Kweekschool slaag
den voor akte L.O. van de tweede groep can-
didaten de heeren P. Grummels, Nijmegen, L.
Habraken, Haarlem, K. Ham, Nieuwkoop, H.
Heetkamp. Rotterdam, A. Hillekamp, Hillegom
en L. Jansen Den Helder.
MISSIE-WEDSTRIJD.
De ten bate van de Braziliaansche missie
gespeelde wedstrijd SantpoortD.E.M. (Be-
verwijk) werd door Santpoort met 43 ge
wonnen.
liefhebberij in het bovennatuurlijke. Ook hier
over had hij de wonderlijkste theorieën. Zoo
beweerde hij, dat hij een zesde zintuig had,
waarmee hij belangrijke gebeurtenissen van
te voren kon waarnemen."
„Daarin had hij gelijk," zei Beitel, „tenmin
ste de laatste maal. Of vindt u het niet merk
waardig, dat iemand, die jong en in het bezit
van zijn volle gezondheid sterft, op den dag
van zijn dood een vers maakt: de vroege
dood?"
„Hij heeft het dikwijls gehad," vervolgde
Annie peinzend, „met Hilda bijvoorbeeld
Toen aarzelde zij.
„Gaat u door, gaat U door," drong de inspec
teur aan.
Moet ik u alles vertellen?" vroeg Annie.
„U behoeft voor mij niets te verbergen," ant
woordde hij, „ik ben gewend de onwaarschijn
lijkste dingen te hooren".
„Wel", ging de verpleegster voort, „de laatste
maanden was John Gars veranderd. Vroeger
keek hij nooit naar een andere vrouw, maar
ging geheel op in Willy. Maar sinds een paar
maanden, was hij onafscheidelijk van Hilda,
mevrouw de Boom. Hij stak zijn verliefdheid
op zijn gewone kwajongensachtige manier
volstrekt niet onder stoelen of banken, maar
maakte haar openlijk het hof: Hij kuste haar
zelfs wel, waar iedereen bij was. Willy was zie
dend jaloersch en maakte haar man de ver
schrikkelijkste verwijten. Hij probeerde haar
te troosten, door te zeggen, dat het een voor
bijgaande verliefdheid was, en dat hij haar
altijd trouw zou blijven.... enfin U kunt U
DE V.V. „BEVERWIJK" VIERT
HAAR DERDE LUSTRUM.
FEESTAVOND IN HET „CENTRUM".
De voetbalvereeniging „Beverwijk" heeft
Zaterdagavond haar derde lustrum gevierd
met een zeer geslaagden feestavond, welke
gehouden werd in het veilingsgebouw „Cen
trum" aan de Koningstraat. Na een seizoen,
vol inspanning en niet zonder emoties, werd
deze av.ond benut om de echte clubgeest eens
uit te vieren. Leden en supporters hebben
elkander voor' -de toekomst, na het teleur
stellende resultaat van de promotie-compe
titie, weergevonden en met hernieuwde ener
gie zullen zij gezamenlijk een nieuwe poging
wagen een stapje nader tot den voetbal-
Olympus te geraken. De wijze waarop en de
opgewekte stemming waarmede het 15-jarig
bestaan werd gevierd, lieten aan duidelijk
heid niets te wenschen over. Het vertrouwen
in het eerste elftal vooral is geenszins ge
schokt, integendeel, de teleurstelling heeft de
krachten gestaald, om met nog meer moed.
met nog meer energie en met nog grooter
enthousiasme den strijd in de nieuwe compe
titie straks te aanvaarden.
De ijverige feestcommissie had zich, krach
tig gesteund door den heer A. v. d. Wei be
ijverd, om het veilingsgebouw „Centrum"
te metamophorseeren in een gezellig en
Intiem interieur, waarin de „Beverwijk"-kleu-
ren rood en wit natuurlijk domineerden.
Van den H.V.B. waren aanwezig de heeren
Kluit, secretaris, Boeree, penningmeester en
J. A. van Gemerden.
De voorzitter van de feestcommissie, de
heer F, Maenhout, tevens de verdienstelijke
redacteur van het clubblad, dat vanwege het
jubileum in zoo'n keurig verzorgd feestge
waad verschenen was, verwelkomde de groote
„Beverwij k"-familie en wenschte allen een
prettigen feestavond.
De voorzitter van de jubileerende ver-
eeniging, de heer P. A. Kosse dankte de
feestcommissie voor haar voortreffelijken ar
beid, des te meer te waardeeren, omdat zij
moest werken met een heel bescheiden kas.
Aan het onvermoeid arbeiden dezer heeren
is het te danken, dat tenslotte deze feeste
lijke bijeenkomst tot stand kon komen.
Met voldoening kon .spr. voorts gewag
maken van den goeden clubgeest. Het feit,
dat het eerste elftal in het gezicht van de
haven strandde heeft den groei der vereeni-
ging niet kunnen weerhouden. Een extra
pluim stak de voorzitter op de hoeden van de
leden der „oude garde". Na eenige oogenblik-
ken in de historie te hebben verwijld, hul
digde spr. in het bijzonder de heeren W.
Rooymans en C. Niesten, die hij ten voor
beeld stelde aan de jongere generatie. Onder
daverende toejuichingen ontvingen deze hee
ren, die zoovele jaren als zorgzame leiders
over „Beverwijk" waakten en die ware steun
pilaren voor de vereeniging zijn geweest, een
bloemenhulde.
Namens den H.V.B. overhandigde de heer
Boeree met een vriendelijke woord „Bever
wij k"s praeses een voorzittershamer, alleen
te gebruiken, naar spr. wenschte, om daar
mede de kampioenschappen te bekrachtigen.
De aanvoerder van het eerste elftal, de
heer J. Maenhout, wilde de proef op de som
nemen, of de supporters ook in het komende
seizoen bereid zouden zijn hun financieelen
en moreelen steun aan „Beverwijk" te blij-
venven geven. Hij kreeg volledig zijn zin,
want de muren kraakten van de daverende
bevestiging op deze vraag.
Met gerechtvaardigden trots wees de
heer W. van Vlissingen op den groei zijner
supportersvereniging ,;Rood-Wit", een loot
aan den stam, die zeker het best gedijde. Zij
werd opgericht met 29 leden, telde bij den
aanvang van de jongste promotie-competitie
203 aanhangers, welke elftal, o wonder, na
het falen van de elf roodbroeken bij hun zoo
veelsten poging om een plaats in de derde
klasse te veroveren tot 250 steeg. En hiermede
had dan de aanvoerder van het eerste elftal
ditmaal ongevraagd, een tweede proef op de
som, die aan duidelijkheid nog veel minder
<,e wenschen overliet. „Het volgend jaar moe-
voorstellen, wat hij allemaal zei. En ondertus-
schen ging hij rustig door met Hilda, die hem
dan ook wel aanmoedigde. Willy trok zich dat
natuurlijk erg aan, en stortte tegen mij haar
hart uit. Maar hoe kon ik haar helpen? Ilc
probeerde niet John verwijten te maken over
zijn gedrag. Hij zou vriendelijk tegen me heb
ben gelachen, en één van de duizend onmoge
lijke verzén hebben geciteerd, die hij in zijn
hoofd had. Hij bezat een phenomenaal geheu
gen."
„Wat mij interesseert," vroeg Beitel, „is: hoe
reageerde mijnheer de Boom hierop."
„Wel," antwoordde Annie, „daarover hebben
wij ons allemaal verbaasd. Het leek wel of hij
verblind was, en er niets van merkte, dat zijn
vrouw uitsluitend aan dien ander dacht. Of hij
vertrouwde haar zóó, dat hij haar maar liet
begaan, in de overtuiging, dat zij de grenzen
zou weten te trekken en wel weer gauw bij
hem zou terugkomen. In elk geval, hij deed
niets om een eind aan de geschiedenis te ma
ken en was altijd even vriendelijk tegen John
Gars. Het was soms belachelijk om te zien, hoe
die eerlijke John zich schaamde, om Gys de
Boom onder de oogen te komen. Maar hij deed
het moedig en onhandig, voor zijn geliefde
Hilda."
„Nam mevrouw Gars nooit op één of andere
manier revanche?" vroeg de inspecteur, Annie
strak aanziend.
„Neen," antwoordde deze beslist, „daarvoor,
hield zij teveel van John. Zij had anders maar
een vinger hoeven uit te steken naar Wim
ten er 500 zijn", zei de voorzitter van Rood
wit. Mede namens de 250 nog ontbrekenden
bood spr. een bloemenhulde aan.
Nadat de voorzitter der jubileerende ver
eeniging alle spreker afzonderlijk had be
dankt werd nog medegedeeld, dat bloemstuk
ken waren ontvangen van de zustervereni
gingen „Kennemers" en „Kinheim", van
Drukkerij De Goede en van den heer C.
Schuit.
Het feestelijke gedeelte nam daarna een
aanvang, om niet voor het krieken van den
ochtend te eindigen.
Het duo Else en George du Bree oogstte
veel succes met zijn liedjes en transforma
ties. Deze beide artisten wisten er de stem
ming danig in te houden. Dat deed ook de
balleider Red Brinski, een meneer met een
vreemden naam, maar met 'n bekend gezicht.
Hij werd in zijn lang niet gemakkelijke taak
op voortreffelijke wijze bijgestaan door
Fred's Old Fellows Band, die zeer zeker even
eens een groot aandeel had in het welslagen
van dezen feestavond.
Voor de feestcommissie was het een vol
doening. dat dit alles geschiedde in de beste
verstandhouding.
En. nu kan „Beverwijk" met frisschen moed
het nieuwe seizoen tegemoet gaan. Aan den
waren clubgeest zal het niet mankeeren, dat
is Zaterdagavond wel zeer duidelijk tot uiting
gekomen.
DE WERKLOOSHEID.
.Bij de gemeentelijke Arbeidsbeurs stonden
j 1. Zaterdag 487 werkzoekenden ingeschreven.
De werkloosheid komt thans nog voor in on
derstaande vakgroepen;
Beverwijk: Drukkers 3, behangers 1. be-
tonviechters 2, betonwerkers 3, marmerbewer
kers 2, marmer polijsters 1, grondwerkers 24.
'metselaars 3, opperlieden 7, schilders 1 steen
houwers 1, stucadoors 3, timmerlieden 9, hout
bewerkers 1, kuipers 1. stoffeerders 1, kappers
1. schoenmakers 2, bankwerkers 3, handlangers
3, koper- en blikslagers 3, lasschers 2. loodgie
ters 1. machinisten 4, machinedrijvers 1, me
taalbewerkers 2, monteurs 2, smeden 2, soldeer-
ders 1, stokers 5. voorslaanders 1, bakkers 4,
sigarenmakers 13, soldeerders 2, slagers 1,
landarbeiders 16, teekenaars 1, chauffeurs 5,
expediteurs 1, winkelbedienden 1, schippers 1,
voerlieden 2, kantoorbedienden 4, losse arbei
ders 12, dienstboden 2, werksters 3, koks 1, to
taal 225 (vorige week 250).
Wijk aan Duin: Betonvlechters 1, grond
werkers 38, metselaars 1, opperlieden 9, stuca
doors 2, timmerlieden 9, stoffeerders 1, kappers
1, schoenmakers 1, bankwerkers 9, electriciens
1, handlangers 3, klinkers 2, koper- en blik
slagers 3, lasschers 2, loodgieters 1. machinis
ten 5, machinedrijvers 2, metaalbewerkers 3,
monteurs 2. plaatwerkers 1, stokers 3, bakkers
2, sigarenmakers 3, landarbeiders 11, reizigers
1, chauffeurs 5, lijnwerkers 1, winkelbedienden
2, schippers 1, incasseerders 1, kantoorbedien
den 3, losse arbeiders 50, dienstboden 1, werk
sters 1, uitvoerders 1, totaal 183 (189).
Heemskerk: Betonvlechters 2, betonwer
kers 2, grondwerkers 10, metselaars 1, opper
lieden 2, timmerlieden 1, landarbeiders 26,
kantoorbedienden 1, losse arbeiders 34, totaal
79 (87).
DRIEHUIS
CONCERT.
Het programma van het concert, dat de
Vereeniging van buurtbewoners alhier
Woensdagavond aanbiedt en dat de harmo
nie „Soli Deo Gloria" op het plein bij de
R.K. kerk zal geven, luidt als volgt:
1. The Gladiators Farewell, H. L. Blanken-
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 15 Juni 1934.
Bevallen: 13 Juni, H. M. E. W. de Vries—
Engels, z.;C. H. v. DansikKedde, z; 15 Juni,
C. Zieltjensv. Zeeland, z.; A. Kort—de Jong,
d; E. M. KuijkenKoeleveld, d.
Overleden; 14 Juni, J. H. Krul, 24 j., Gast-
huisvest; J. M. v. Kuijeren, 17 j., Ged. Schalk-
burgergracht; A. G. HijnsbergenWijnkoop,
87 j., Bakkerstraat; F. J. E. v. Loólj, 70 j.,
Scheepm aker s dij k.
Grond, en zij had kunnen scheiden, en met
Grond trouwen."
„Meneer Grond, dat is de man, die mij op
belde, en mij binnen liet vanavond," merkte
Beitel op.
„Juist, nu, Willy had met hem kunnen trou
wen, als zij had gewild. Hij is eenvoudig smoor
verliefd op haar; en zijn verliefdheid is nog
aangewakkerd, doordat John haar zooveel
verdriet deed, Hij kon zich woedend maken op
John. Dezen avond heeft hij hier op de kamer
nog een scène met hem gemaakt."
De inspecteur maakte een afwerend ge
baar.
„Over vanavond spreken wij later nog wel,"
zei hij, „ik heb nog niets gehoord van den an--
deren heer, die hier beneden zit. Was hij ook
een vriend van mijnheer Gars."
„Och, een vriend, dat weet ik niet. Meer een
oppervlakkige kennis. In elk geval waren zij
collega's. Vanavond hoorde ik juist...."
„Gaat u gerust door", zei Beitel.
„Och, het doet er eigenlijk niet toe," ant
woordde het meisje.
„Alles doet er toe." merkte de inspecteur op,
„ik zou het op prijs stellen, als U het mij ver
telde."
„Goed," zei Annie, „maar zoekt U er niets
achter?"
„Ik zal er niets achter zoeken," beloofde de
rechercheur.
„Goed dan, ik hoorde vanavond, dat Sestri
eigenlijk de betrekking had moeten krijgen,
waarin Gars benoemd is. Hij stond nummer
één op de voordracht voor directeur van het
BUITENLAND
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
Op twee principieele punten van het accoord
tusschen Hitler en Mussolini bestaan er
naar te Venetië van Fransche zijde wordt op
gemerkt interpretatieverschillen tusschen
Italië en Duitschland. Ten eerste aangaande
de erkenning van Oostenrij'ks onafhankelijk
heid en ten tweede wat betreft Duitschlands
terugkeer in den Volkenhond ap voorwaarde
dat Duitschlands volle recht, op bewapenings
pariteit wordt erkend. In beide gevallen is de
Italiaansche interpretatieprecies en categorisch
terwijl de Duitsche meer gereserveerd is.
Duitschland aanvaardt in beginsel Oosten
rijks onafhankelijkheid en het herstel van
normale Duitsch-Oostenrijhscrtie betrekkingen
maar in Duitsche kringen wijst men er op, dat
Duitschland die onafhankelijkheid altijd heeft
erkend en steeds verlangd heeft naar een
herstel der normale betrekkingen, mits be
paalde voorwaarden werden vervuld. Deze
voorwaarden zijn niet omschreven, maar er
zou ook toe behooren de erkenning van de
ationaal-socialistische beweging in Oostenrijk-
Het is twijfelachtig of dergelijke voorwaarden
aanvaardbaar zijn voor de andere betrokken
partijen.
Men heeft thans de oogëri gevestigd op
Frankrijk, ten einde te trachten uit de ont
wapeningsimpasse te gerakèn. Ongetwijfeld zou
Mussolini dan ook gaarne een onderhoud over
deze kwesties hebben met den Franschen mi
nister van Buitenlandsche Zaken, Barthou.
Het „Giornale d'Itadia" schrijft, dat Hitier
bijn zijn conferentie met Mussouni opnieuw de
vredelievendheid van Duitschland heeft on
derstreept en formeel afstand heeft gedaan
van Elzas-Lotharingen en Opper-Selezië.
Duitschland is echter afkeerig van politieke
blokken. Duitschland en Italië. erkennen de
dringende noodzakelijkheid van evenwichts
herstel in Europa, door een definitieve erken
ning van de rechtsgeldigheid aller landen.
Duitschland zal eerst naar Genève terug-
keeren als het onmiddellijke pariteit wordt
toegekend met alle groote mogendheden, wat
defensieve wapens aangaat, waarbij Duitsch
land het recht moet hebben die gelijkheid ter
stónd en onvoorwaardelijk te bewerkstelligen.
De andere landen moeten zich verplichten den
dan bereikten gelijken stand niet te overschrij
den, maar op gelijken voet te blijven met
Duitschland.
Het accoord inzake Oostenrijk omvat /ol-
gens genoemd blad de volgende drie punten:
1. Oostenrijks onafhankelijkheid kan niet
worden aangetast.
2. De beide landen zullen samenwerken
opdat een normale binnenla-ndsche politieke
toestand in Oostenrijk terugkeert.
De twee landen zullen gezamenlijk de studie
van het probleem voortzetten.
HERSTEL VAN HET DRANK
VERBOD IN AMERIKA?
Senator Sheppard, aan wiens initiatief het
achttiende amendement op de grondwet te
danken was, waarbij de handel in alcoholhou
dende dranken in de Vereenigde Staten werd
verboden, heeft thans opnieuw een voorstel in
gediend tot herstel van het nationale drank
verbod. Zijn bedoeling is, dat het Congres be
voegd zal worden verklaard, het vervoer van
alcohol hetzij aan beperkingen te onderwerpen
of geheel te verbieden.
ROEMEENSCHE BOEREN DOOR
HUN VROUWEN VERGIFTIGD.
Naar Reuter uit Boekarest meldt, staan voor
den strafrechter te Arad zes boerinnen terecht
uit het dorp Siria in Zevenburgen, onder de
beschuldiging hun mannen door een oplossing
van arsenicum te hebben vergiftigd.
In de jaren 1931—1933 heeft een werk
vrouw, Floria Doema. eveneens uit Siria af
komstig, in het ziekenhuis'te Arad aan alle
vrouwen die haar mannen wilden vergiftigen
arsenieum-oplossingen geleverd.
Doema verkreeg deze oplossingen door het
arsenicum te onttrekken aan gewoon in den
handel verkrijgbaar papier om vliegen te ver
giftigen. In den loop van drie jaren zijn op
deze wijze vijftien personen vergiftigd.
Doema. die in het proces de hoofdaange-
klaagde is, verkocht de hoeveelheid die noodig
was voor een oplossing tegen 30 lei. Stierf
het slachtoffer, met andere woorden was ge
bleken, dat het giftmengsel goed had gewerkt,
dan kreeg zij nog een extra premie van 200 lei
(in het geheel dus een bedrag van omstreeks
drie gulden).
ziekenhuis, maar hij werd gepasseerd, en John
Gars, die nummer twee stond, werd benoemd.
Hij bleef echter even vriendelijk als te voren."
„Juffrouw Bellay," zei de inspecteur, „ter
wijl hij opstond, „U hebt mij veel wetens
waardigs verteld vanavond. Ik denk wel, dat
wij nu naar beneden kunnen gaan. Gaat U
voor."
Annie ging de kamer uit. Haar hart klopie
angstig, al wist ze zelf niet, waarom. De in
specteur sloeg een laatste onderzoekende blik
in de kamer, draaide het licht uit, sloot de
deur, en stak de sleutel in zijn zak.
Samen met Annie Bellay kwam hij de zit
kamer binnen. Daar was de stemming blijk
baar wanhopig geworden. Willy Gars zat snik
kend in een stoel, en Wim Grond; bescher
mend over haar gebogen, trachtte tevergeefs
haar met troostende woorden te kalmeeren.
Hilda de Boom was er niet veel beter aan toe.
Met haar doorweekte zakdoek bette zij de
roodbehuilde oogen. Arnold Sestri, met een
meewarige trek op zijn bleeke gezicht, waarvan
de stereotype glimlach nu geheel was verdwe
nen, sprak tegen haar, terwijl zijn rechter
hand, waarmee hij de eeuwige sigaret vast
hield, vage gebaren maakte. Hij was de eenige,
die notitie nam van de binnentredenden.
„Mijnheer de inspecteur", vroeg hij met een
vleugje van zijn gewone sarcasme, „mogen wij
naar huis gaan?"
„Ik zal U niet lang ophouden", antwoordde
de rechercheur, „ik wil u alleen nog twee
vragen stellen. De eerste is deze: wie is de
eigeeaar yan een zilveren yulpotiood met een
Te Boedapest wordt dezer dagen een internationaal congres van landbouw
economen gehouden. In het midden de president van Hongarije Horthy; achter
hem de Oostenrijksche aartshertogen Albrecht en Jozef en de
Oostenrijksche kanselier Dollfuss.