DE ROODE STREEP burg; 2. Les Saltimbanques, L. Ganne. 3. War ia, F. Andrieu. 4. Ouverture clans le style Italians, F. Schubert. 5. Madchen von der Spull, F. Suppé. 6. Orpheus aux Enfers, Jacq. Offenbach. 7. Heinzelmannchen wachtparaüe K. Noach, 8. Vieux Camei*ades, Teike. WIJK AAN ZEE ONGEVAL BIJ HET BADEN. Tijdens het baden, werd door een groepje dames een heeren wat gestoeid. Eén der da mes, die er blijkbaar niet op verdacht was, kreeg een duwtje kwam daardoor te vallen, met het noodlottig gevolg, dat zij haar pols brak. De W.R.B verleende hulp, doch een bezoek bij den dokter was onvermijdelijk. Met uitzondering van bovengenoemd ge val, had deze Zondag, waarop WüX aan Zee een zeer druk bezoek ten deel viel, een zeer gunstig verloop. Gekwetste Majesteit. Zooals iedereen weet is de autonomie der gemeenten in de laatste jaren in ons vader land aanzienlijk verminderd door verschil lende maatregelen „van bovenaf". En wel in de eerste plaats is het financiëele toezicht, dat Gedeputeerden der provincies volgens de wet op de gemeentelijke gestie uitoefenen, zeer veel scherper geworden. Onvermijdelijk heeft deze veranderde situatie ook de gemeente Amsterdam niet onberoerd gelaten. Geenszins onberoerd, aangezien haar financieel beheer gedurende vele jaren een dergelijke fantasti sche royaliteit toonde, dat het meer dan noo- dig bleek in te grijpen. Ondanks bezuinigingen, waartoe besloten is, wekt nu nog de onmid dellijke financiëele toekomst van Amsterdam bezorgdheid. Maar dat het zich niet al te plezierig voelt, als hoofdstad des lands, met een traditie en een historischen onafhankelijkheidszin, onder de controle van het college van Gedeputeerde Staten van Noordholland, blijkt wel heel sprekend uit een artikel van Amsterdam s wethouder van Financiën, Mr. G. C. J. D. Kropman, in de pas verschenen Groene Am sterdammer. Mr. Kropman noemt zijn artikel „Amster dam en Haarlem", en hij zegt er o.a. het vol gende in: „In de wet van 22 December 1933 (S. 715) is bepaald in art. 5, dat „indien de begrooting naar het oordeel van Onze met de uitvoering van deze wet belaste ministers gegronde aan leiding geeft tot de verwachting, dat het even wicht tusschen inkomsten en uitgaven niet zal zijn te handhaven, Onze voornoemde mi nisters, teneinde de toepassing van de arti kelen 1 en 4 dezer wet zooveel mogelijk te voorkomen, na het betrokken College van Ge deputeerde Staten te hebben gehoord, aan het gemeentebestuur vóór de vaststelling der be grooting zullen meedeelen, aan welke eischen naar hunne meening die begrooting behoort te voldoen". Over deze wetsbepaling zou een en ander te zeggen zijn wij zullen het na laten. Wij willen alleen opmerken, dat in deze bepaling sprake is van het hoor en van Gede puteerde Staten, Daartegen kan uiteraard geen bezwaar bestaan, daar dit College een con troleer end orgaan is; wij willen alleen uiting geven aan onze benieuwdheid, of, nadat (misschien ook wel: vóórdat) Gedeputeerde Staten zijn gehoord de Heeren van Haarlem per perscommuniqué dan wel per radiogram hun bedenkingen zullen publiek maken. Men begrijpe ons wél: wij hebben geenerlei bezwaar tegen publiciteit. Oppenheim reeds noemde terecht openbaarheid der hande lingen van het gemeentebestuur een der vier beginselen, „die ons volk in staat hebben ge steld te toonen, dat zijn kracht nog, gelijk voor eeuwen, schuilt in de plaatselijke ge meenten". En men kan ook niet zeggen, dat In Amsterdam de zaken der gemeente binnen vier muren worden bedisseld en afgedaan. Men kan dit zeker niet zeggen van de behan deling der Amsterdamsche gemeentebegroo- ting; aan den eisch der openbaarheid wordt in Amsterdam ten volle voldaan!" Daarna gaat de Amsterdamsche wethouder uitpakken over de openbaarheid-per-perscom muniqué, die Gedeputeerde Staten zijn gaan toepassen ten aanzien van de bezwaren, wel ke zij tegen de Amsterdamsche begrooting hebben. Die openbaarheid ligt hem niet en blijkbaar voelt hij het geval persé als „Haar lem (125.0000 inwoners, provinciestad) dat toe zicht houdt op Amsterdam (750.000 inwoners, hoofdstad)" en dit niet stiekum, maar Open baar doet. Het is lichtelijk komiek, i Mr. Kropman drukt zich aldus uit! „Doch geheel iets anders is, wat Gede puteerde Staten van Holland in den laar sten tijd hebben geïntroduceerd: open baarheid per perscommuniqué van be zwaren welke dit hooge College heeft te gen de Amsterdamsche begrooting en waaraan het Amsterdamsche gemeente bestuur moet trachten tegemoet te ko men. Tot dusver was het verkeer tusschen Amsterdam en Haarlem van een min of meer vertrouwelijk karakter en de behan deling van zaken heeft er niet door gele den: men confereerde of correspondeerde met elkaar en de moeilijkheden werden overwonnen. Thans zijn de moeilijkheden zeer veel ernstiger dan vroeger, de uiterste zorg en inspanning wordt in dezen crisis tijd van een gemeentebestuur gevergd en.... Haarlem acht het beter nota's te zenden en te publiceeren, zoodanig, dat de leden van het Amsterdamsche gemeen tebestuur voor het eerst de zienswijze van Gedeputeerde Staten vernemen uit het ochtendblad, tijdens het ontbijt. En daar na ten Stadhuize. Dat is geen stijl meer. Misschien heeft men in Haarlem de verhoudingen een weinig uit het oog verloren en meent men, dat de methode der internationale diplomatie moet worden gevolgd: de Haarlemsche Wilhelmstrasse en de Am sterdamsche Quai d'Orsay wisselen nota's. Doch daaraan zal Amsterdam niet mee doen! Onze traditie eischt behoud van den stijl. ^Amsterdam heeft in dezen tijd maar één zorg zijn zaken in orde te houden. De begrooting voor 1934 is sluitend, het werk aan de begrooting van 1935 is be gonnen. Zoolang het Rijk de onrecht vaardigheid laat bestaan, dat de groote gemeenten zelf zoo goed als alle kosten der werkloosheid betalen, voor Am sterdam ruim twintig millioen zal het sluitend maken der begrooting een uiter mate moeilijk werk zijn. Dit uitermate moeilijk werk zal Amsterdam tot stand brengen, daaraan behoeft niemand te twijfelen. En het zal dit publiekelijk doen, met volledige verantwoording. Ook het opmaken van begrootingen is menschen- werk en de begrooting voor 1935 zal niet FEUILLETON PETIAN. 5) De meeste van zijn patiënten waren erg op hem gesteld. Ik geloof, dat het kwam door zijn eerlijkheid. Hij had gewoonte om op een kinderlijke manier, die maar weinigen kwetste, voor zijn opinie uit te komen. Zijn optreden was zóó, dat dingen die misschien uit den mond van een ander onaangenaam zouden klinken, hem bij voorbaat werden vergeven. Ik heb mij wel eens afgevraagd of het werke lijk wel alles kinderlijkheid was bij hem. Hij zei, dat hij zelf niet wist, waar zijn eigen ik begon, en waar de pose ophield. Zelfs zijn 'vrouw, die hem zoo door en door kende, wist soms niet, wat zij aan hem had. Maar het leek wel of dit voor haar een reden te meer was, om van hem t,e houden. Hij waardeerde haar erg, en prees haar in gezelschap, zoo, dat zij er zich voor schaamde. Hij had trouwens in het algemeen een hoogen dunk van vrouwen. Zijn opvattingen gingen, zooals gewoonlijk, lijnrecht tegen die van de meeste menschen in. Zoo beweerde hij, dat de man gevoelig, en im pulsief en onberekenbaar was, de vrouw daar entegen koel, verstandelijk en intelligent. Een merkwaardige eigenschap was nog zijn een volmaakt stuk werk zijn. Kritiek mo ge volgen, gegronde kritiek zal aan vaard worden. Maar bij alle moeilijkhe den, welke wij zullen moeten overwin nen, zouden wij gaarne willen behouden datgene wat eeuwenlang in de Amster damsche traditie bewaard is gebleven: den bestuurlijken stijl, het gezonde amb telijk verkeer, tusschen Amsterdam en Haarlem. Dat wij niet wenschen te ruilen voor,.,, perscommunique's". De Gekwetste Majesteit van Amsterdam spreekt ten duidelijkste uit deze beschouwing. Maar is de majesteit niet een beetje klein? Het is volstrekt niet Haarlem dat toezicht op Amsterdam houdt het is het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, dat in Haarlem zetelt omdat het provinciale be stuur nu eenmaal en bij grijs geworden traditie hier gevestigd is. Als het in Alk maar zetelde, zou mr. Kropman dan zeggen: Alkmaar houdt toezicht op Amsterdam? Ik vermoed van wel. Komaan nu, Amsterdam! Is dit een groot- sehe hoofdstedelijke houding? Hebben wij,. Haarlemmers, onzen bekwamen wethouder van financiën niet moeten afstaan aan Gedepu teerde Staten, waar hij nu als financieel Ge deputeerde de opper-toezichthouder is op uw stadsfinanciënmaar ook op de onze. en op die van alle gemeenten in Noordholland? Wij zijn met dat al onzen wethouder kwijt gij hebt den uwe behouden! En die openbaarheid! Het ontroert mij, als Haarlemsch journalist, mr. Slingenberg te zien bestreden, als kampioen der openbaarheid- per-perscommunique. Dat is hem in Haarlem maar bij één gelegenheid verweten, en het was zooiets als een historisch moment. Het blijkt hem geïnspireerd te hebben. Gij, mr. Kropman, beroept u op Amster dam's eigen openhartigheid, en terecht. Vindt gij het nu zoo vreemd dat Gedeputeerde Staten daartegenover de hunne stellen? Is het eigenlijk niet erg begrijpelijk? Als iemand iets luidkeels verkondigt, bij herhaling, gaat men dan per vertrouwelijk briefje Zeer Geheim met hem correspondeeren? Het ware te eenzijdig! Maar wij, Haarlemmers, vermeten ons heusch niet toezicht op Amsterdam te gaan houden. Nee hoor! Wij lezen slechts met be langstelling, en waardeering voor de open baarheid, de communiqués En hopen het beste voor Amsterdam. R. P. BEVERWIJK DE ACCOUSTIEK DER ST. AGATHA-KERK De groote R.K. koepelkerk aan de Bree- straat heeft reeds van den aanvang af merk waardige accoustische moeilijkheden opge leverd. Daar het sterke resoneeren vooral ging van het gesproken woord veel verloren en op sommige plaatsen in het ruime kerk gebouw waren de predikaties bepaald onver staanbaar. De oplossing van deze accousti sche moeilijkheden vormde tenslotte een pro bleem/ waaraan personen van erkende be kwaamheid op phonetisch gebied hun krach ten gaven. Toen onlangs de tijdelijk aangebrachte kansel werd vervangen door den kunstig be werkten spreekstoel, die zich bij den stijl van de kerk aanpast werd het zeer gecompli ceerde klankbord behouden. Daarna bleef nog de moeilijkheid bestaan hoe het geluid bij de weetkaatsing tegen de wanden kon wor den gedempt. Tenslotte hebben deskundigen na jarenlange studie een oplossing gevonden, een oplossing, die merkwaardig genoeg is, om daarop de aandacht te vestigen. In veertien vakken van de muren werden houten betim meringen aangebracht, gemaakt uit ver schillende houtsoorten. De architect van het interieur der kerk, de heer Lambert Lourijsen te Heemstede, heeft deze vakken beschilderd met de staties van den Kruisweg. Deze wandbekleeding verricht hier dus een dubbele taak, namelijk als ge luidsleidster en als Kruisweg. Zondagmorgen konden de parochianen dus in de eerste plaats de verfraaiing van het kerk-interieur bewonderen en tevens eonsta- teeren in hoeverre de accoustiek er op was vooruit gegaan. Over het algemeen bleek het practische effect van de gevonden oplossing wel aan de verwachtingen te hebben voldaan. NAAR DEN K. R. O. De R.K. werkloozen zullen op Donderdag 21 Juni een bezoek brengen aan de studio's van de K.R.O. te Hilversum. De reis wordt ge maakt per touringcar. BESPREKING VAN HET FUSIEVRAAGSTUK. Op Woensdag 20 Juni a.s. zullen de R.K. raadsfracties van Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin een gezamenlijke bespreking voeren óver het fusievraagstuk. EXAMENS L. O. Aan de Bisschoppelijke Kweekschool slaag den voor akte L.O. van de tweede groep can- didaten de heeren P. Grummels, Nijmegen, L. Habraken, Haarlem, K. Ham, Nieuwkoop, H. Heetkamp. Rotterdam, A. Hillekamp, Hillegom en L. Jansen Den Helder. MISSIE-WEDSTRIJD. De ten bate van de Braziliaansche missie gespeelde wedstrijd SantpoortD.E.M. (Be- verwijk) werd door Santpoort met 43 ge wonnen. liefhebberij in het bovennatuurlijke. Ook hier over had hij de wonderlijkste theorieën. Zoo beweerde hij, dat hij een zesde zintuig had, waarmee hij belangrijke gebeurtenissen van te voren kon waarnemen." „Daarin had hij gelijk," zei Beitel, „tenmin ste de laatste maal. Of vindt u het niet merk waardig, dat iemand, die jong en in het bezit van zijn volle gezondheid sterft, op den dag van zijn dood een vers maakt: de vroege dood?" „Hij heeft het dikwijls gehad," vervolgde Annie peinzend, „met Hilda bijvoorbeeld Toen aarzelde zij. „Gaat u door, gaat U door," drong de inspec teur aan. Moet ik u alles vertellen?" vroeg Annie. „U behoeft voor mij niets te verbergen," ant woordde hij, „ik ben gewend de onwaarschijn lijkste dingen te hooren". „Wel", ging de verpleegster voort, „de laatste maanden was John Gars veranderd. Vroeger keek hij nooit naar een andere vrouw, maar ging geheel op in Willy. Maar sinds een paar maanden, was hij onafscheidelijk van Hilda, mevrouw de Boom. Hij stak zijn verliefdheid op zijn gewone kwajongensachtige manier volstrekt niet onder stoelen of banken, maar maakte haar openlijk het hof: Hij kuste haar zelfs wel, waar iedereen bij was. Willy was zie dend jaloersch en maakte haar man de ver schrikkelijkste verwijten. Hij probeerde haar te troosten, door te zeggen, dat het een voor bijgaande verliefdheid was, en dat hij haar altijd trouw zou blijven.... enfin U kunt U DE V.V. „BEVERWIJK" VIERT HAAR DERDE LUSTRUM. FEESTAVOND IN HET „CENTRUM". De voetbalvereeniging „Beverwijk" heeft Zaterdagavond haar derde lustrum gevierd met een zeer geslaagden feestavond, welke gehouden werd in het veilingsgebouw „Cen trum" aan de Koningstraat. Na een seizoen, vol inspanning en niet zonder emoties, werd deze av.ond benut om de echte clubgeest eens uit te vieren. Leden en supporters hebben elkander voor' -de toekomst, na het teleur stellende resultaat van de promotie-compe titie, weergevonden en met hernieuwde ener gie zullen zij gezamenlijk een nieuwe poging wagen een stapje nader tot den voetbal- Olympus te geraken. De wijze waarop en de opgewekte stemming waarmede het 15-jarig bestaan werd gevierd, lieten aan duidelijk heid niets te wenschen over. Het vertrouwen in het eerste elftal vooral is geenszins ge schokt, integendeel, de teleurstelling heeft de krachten gestaald, om met nog meer moed. met nog meer energie en met nog grooter enthousiasme den strijd in de nieuwe compe titie straks te aanvaarden. De ijverige feestcommissie had zich, krach tig gesteund door den heer A. v. d. Wei be ijverd, om het veilingsgebouw „Centrum" te metamophorseeren in een gezellig en Intiem interieur, waarin de „Beverwijk"-kleu- ren rood en wit natuurlijk domineerden. Van den H.V.B. waren aanwezig de heeren Kluit, secretaris, Boeree, penningmeester en J. A. van Gemerden. De voorzitter van de feestcommissie, de heer F, Maenhout, tevens de verdienstelijke redacteur van het clubblad, dat vanwege het jubileum in zoo'n keurig verzorgd feestge waad verschenen was, verwelkomde de groote „Beverwij k"-familie en wenschte allen een prettigen feestavond. De voorzitter van de jubileerende ver- eeniging, de heer P. A. Kosse dankte de feestcommissie voor haar voortreffelijken ar beid, des te meer te waardeeren, omdat zij moest werken met een heel bescheiden kas. Aan het onvermoeid arbeiden dezer heeren is het te danken, dat tenslotte deze feeste lijke bijeenkomst tot stand kon komen. Met voldoening kon .spr. voorts gewag maken van den goeden clubgeest. Het feit, dat het eerste elftal in het gezicht van de haven strandde heeft den groei der vereeni- ging niet kunnen weerhouden. Een extra pluim stak de voorzitter op de hoeden van de leden der „oude garde". Na eenige oogenblik- ken in de historie te hebben verwijld, hul digde spr. in het bijzonder de heeren W. Rooymans en C. Niesten, die hij ten voor beeld stelde aan de jongere generatie. Onder daverende toejuichingen ontvingen deze hee ren, die zoovele jaren als zorgzame leiders over „Beverwijk" waakten en die ware steun pilaren voor de vereeniging zijn geweest, een bloemenhulde. Namens den H.V.B. overhandigde de heer Boeree met een vriendelijke woord „Bever wij k"s praeses een voorzittershamer, alleen te gebruiken, naar spr. wenschte, om daar mede de kampioenschappen te bekrachtigen. De aanvoerder van het eerste elftal, de heer J. Maenhout, wilde de proef op de som nemen, of de supporters ook in het komende seizoen bereid zouden zijn hun financieelen en moreelen steun aan „Beverwijk" te blij- venven geven. Hij kreeg volledig zijn zin, want de muren kraakten van de daverende bevestiging op deze vraag. Met gerechtvaardigden trots wees de heer W. van Vlissingen op den groei zijner supportersvereniging ,;Rood-Wit", een loot aan den stam, die zeker het best gedijde. Zij werd opgericht met 29 leden, telde bij den aanvang van de jongste promotie-competitie 203 aanhangers, welke elftal, o wonder, na het falen van de elf roodbroeken bij hun zoo veelsten poging om een plaats in de derde klasse te veroveren tot 250 steeg. En hiermede had dan de aanvoerder van het eerste elftal ditmaal ongevraagd, een tweede proef op de som, die aan duidelijkheid nog veel minder <,e wenschen overliet. „Het volgend jaar moe- voorstellen, wat hij allemaal zei. En ondertus- schen ging hij rustig door met Hilda, die hem dan ook wel aanmoedigde. Willy trok zich dat natuurlijk erg aan, en stortte tegen mij haar hart uit. Maar hoe kon ik haar helpen? Ilc probeerde niet John verwijten te maken over zijn gedrag. Hij zou vriendelijk tegen me heb ben gelachen, en één van de duizend onmoge lijke verzén hebben geciteerd, die hij in zijn hoofd had. Hij bezat een phenomenaal geheu gen." „Wat mij interesseert," vroeg Beitel, „is: hoe reageerde mijnheer de Boom hierop." „Wel," antwoordde Annie, „daarover hebben wij ons allemaal verbaasd. Het leek wel of hij verblind was, en er niets van merkte, dat zijn vrouw uitsluitend aan dien ander dacht. Of hij vertrouwde haar zóó, dat hij haar maar liet begaan, in de overtuiging, dat zij de grenzen zou weten te trekken en wel weer gauw bij hem zou terugkomen. In elk geval, hij deed niets om een eind aan de geschiedenis te ma ken en was altijd even vriendelijk tegen John Gars. Het was soms belachelijk om te zien, hoe die eerlijke John zich schaamde, om Gys de Boom onder de oogen te komen. Maar hij deed het moedig en onhandig, voor zijn geliefde Hilda." „Nam mevrouw Gars nooit op één of andere manier revanche?" vroeg de inspecteur, Annie strak aanziend. „Neen," antwoordde deze beslist, „daarvoor, hield zij teveel van John. Zij had anders maar een vinger hoeven uit te steken naar Wim ten er 500 zijn", zei de voorzitter van Rood wit. Mede namens de 250 nog ontbrekenden bood spr. een bloemenhulde aan. Nadat de voorzitter der jubileerende ver eeniging alle spreker afzonderlijk had be dankt werd nog medegedeeld, dat bloemstuk ken waren ontvangen van de zustervereni gingen „Kennemers" en „Kinheim", van Drukkerij De Goede en van den heer C. Schuit. Het feestelijke gedeelte nam daarna een aanvang, om niet voor het krieken van den ochtend te eindigen. Het duo Else en George du Bree oogstte veel succes met zijn liedjes en transforma ties. Deze beide artisten wisten er de stem ming danig in te houden. Dat deed ook de balleider Red Brinski, een meneer met een vreemden naam, maar met 'n bekend gezicht. Hij werd in zijn lang niet gemakkelijke taak op voortreffelijke wijze bijgestaan door Fred's Old Fellows Band, die zeer zeker even eens een groot aandeel had in het welslagen van dezen feestavond. Voor de feestcommissie was het een vol doening. dat dit alles geschiedde in de beste verstandhouding. En. nu kan „Beverwijk" met frisschen moed het nieuwe seizoen tegemoet gaan. Aan den waren clubgeest zal het niet mankeeren, dat is Zaterdagavond wel zeer duidelijk tot uiting gekomen. DE WERKLOOSHEID. .Bij de gemeentelijke Arbeidsbeurs stonden j 1. Zaterdag 487 werkzoekenden ingeschreven. De werkloosheid komt thans nog voor in on derstaande vakgroepen; Beverwijk: Drukkers 3, behangers 1. be- tonviechters 2, betonwerkers 3, marmerbewer kers 2, marmer polijsters 1, grondwerkers 24. 'metselaars 3, opperlieden 7, schilders 1 steen houwers 1, stucadoors 3, timmerlieden 9, hout bewerkers 1, kuipers 1. stoffeerders 1, kappers 1. schoenmakers 2, bankwerkers 3, handlangers 3, koper- en blikslagers 3, lasschers 2. loodgie ters 1. machinisten 4, machinedrijvers 1, me taalbewerkers 2, monteurs 2, smeden 2, soldeer- ders 1, stokers 5. voorslaanders 1, bakkers 4, sigarenmakers 13, soldeerders 2, slagers 1, landarbeiders 16, teekenaars 1, chauffeurs 5, expediteurs 1, winkelbedienden 1, schippers 1, voerlieden 2, kantoorbedienden 4, losse arbei ders 12, dienstboden 2, werksters 3, koks 1, to taal 225 (vorige week 250). Wijk aan Duin: Betonvlechters 1, grond werkers 38, metselaars 1, opperlieden 9, stuca doors 2, timmerlieden 9, stoffeerders 1, kappers 1, schoenmakers 1, bankwerkers 9, electriciens 1, handlangers 3, klinkers 2, koper- en blik slagers 3, lasschers 2, loodgieters 1. machinis ten 5, machinedrijvers 2, metaalbewerkers 3, monteurs 2. plaatwerkers 1, stokers 3, bakkers 2, sigarenmakers 3, landarbeiders 11, reizigers 1, chauffeurs 5, lijnwerkers 1, winkelbedienden 2, schippers 1, incasseerders 1, kantoorbedien den 3, losse arbeiders 50, dienstboden 1, werk sters 1, uitvoerders 1, totaal 183 (189). Heemskerk: Betonvlechters 2, betonwer kers 2, grondwerkers 10, metselaars 1, opper lieden 2, timmerlieden 1, landarbeiders 26, kantoorbedienden 1, losse arbeiders 34, totaal 79 (87). DRIEHUIS CONCERT. Het programma van het concert, dat de Vereeniging van buurtbewoners alhier Woensdagavond aanbiedt en dat de harmo nie „Soli Deo Gloria" op het plein bij de R.K. kerk zal geven, luidt als volgt: 1. The Gladiators Farewell, H. L. Blanken- BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 15 Juni 1934. Bevallen: 13 Juni, H. M. E. W. de Vries— Engels, z.;C. H. v. DansikKedde, z; 15 Juni, C. Zieltjensv. Zeeland, z.; A. Kort—de Jong, d; E. M. KuijkenKoeleveld, d. Overleden; 14 Juni, J. H. Krul, 24 j., Gast- huisvest; J. M. v. Kuijeren, 17 j., Ged. Schalk- burgergracht; A. G. HijnsbergenWijnkoop, 87 j., Bakkerstraat; F. J. E. v. Loólj, 70 j., Scheepm aker s dij k. Grond, en zij had kunnen scheiden, en met Grond trouwen." „Meneer Grond, dat is de man, die mij op belde, en mij binnen liet vanavond," merkte Beitel op. „Juist, nu, Willy had met hem kunnen trou wen, als zij had gewild. Hij is eenvoudig smoor verliefd op haar; en zijn verliefdheid is nog aangewakkerd, doordat John haar zooveel verdriet deed, Hij kon zich woedend maken op John. Dezen avond heeft hij hier op de kamer nog een scène met hem gemaakt." De inspecteur maakte een afwerend ge baar. „Over vanavond spreken wij later nog wel," zei hij, „ik heb nog niets gehoord van den an-- deren heer, die hier beneden zit. Was hij ook een vriend van mijnheer Gars." „Och, een vriend, dat weet ik niet. Meer een oppervlakkige kennis. In elk geval waren zij collega's. Vanavond hoorde ik juist...." „Gaat u gerust door", zei Beitel. „Och, het doet er eigenlijk niet toe," ant woordde het meisje. „Alles doet er toe." merkte de inspecteur op, „ik zou het op prijs stellen, als U het mij ver telde." „Goed," zei Annie, „maar zoekt U er niets achter?" „Ik zal er niets achter zoeken," beloofde de rechercheur. „Goed dan, ik hoorde vanavond, dat Sestri eigenlijk de betrekking had moeten krijgen, waarin Gars benoemd is. Hij stond nummer één op de voordracht voor directeur van het BUITENLAND HET BELANGRIJKSTE NIEUWS Op twee principieele punten van het accoord tusschen Hitler en Mussolini bestaan er naar te Venetië van Fransche zijde wordt op gemerkt interpretatieverschillen tusschen Italië en Duitschland. Ten eerste aangaande de erkenning van Oostenrij'ks onafhankelijk heid en ten tweede wat betreft Duitschlands terugkeer in den Volkenhond ap voorwaarde dat Duitschlands volle recht, op bewapenings pariteit wordt erkend. In beide gevallen is de Italiaansche interpretatieprecies en categorisch terwijl de Duitsche meer gereserveerd is. Duitschland aanvaardt in beginsel Oosten rijks onafhankelijkheid en het herstel van normale Duitsch-Oostenrijhscrtie betrekkingen maar in Duitsche kringen wijst men er op, dat Duitschland die onafhankelijkheid altijd heeft erkend en steeds verlangd heeft naar een herstel der normale betrekkingen, mits be paalde voorwaarden werden vervuld. Deze voorwaarden zijn niet omschreven, maar er zou ook toe behooren de erkenning van de ationaal-socialistische beweging in Oostenrijk- Het is twijfelachtig of dergelijke voorwaarden aanvaardbaar zijn voor de andere betrokken partijen. Men heeft thans de oogëri gevestigd op Frankrijk, ten einde te trachten uit de ont wapeningsimpasse te gerakèn. Ongetwijfeld zou Mussolini dan ook gaarne een onderhoud over deze kwesties hebben met den Franschen mi nister van Buitenlandsche Zaken, Barthou. Het „Giornale d'Itadia" schrijft, dat Hitier bijn zijn conferentie met Mussouni opnieuw de vredelievendheid van Duitschland heeft on derstreept en formeel afstand heeft gedaan van Elzas-Lotharingen en Opper-Selezië. Duitschland is echter afkeerig van politieke blokken. Duitschland en Italië. erkennen de dringende noodzakelijkheid van evenwichts herstel in Europa, door een definitieve erken ning van de rechtsgeldigheid aller landen. Duitschland zal eerst naar Genève terug- keeren als het onmiddellijke pariteit wordt toegekend met alle groote mogendheden, wat defensieve wapens aangaat, waarbij Duitsch land het recht moet hebben die gelijkheid ter stónd en onvoorwaardelijk te bewerkstelligen. De andere landen moeten zich verplichten den dan bereikten gelijken stand niet te overschrij den, maar op gelijken voet te blijven met Duitschland. Het accoord inzake Oostenrijk omvat /ol- gens genoemd blad de volgende drie punten: 1. Oostenrijks onafhankelijkheid kan niet worden aangetast. 2. De beide landen zullen samenwerken opdat een normale binnenla-ndsche politieke toestand in Oostenrijk terugkeert. De twee landen zullen gezamenlijk de studie van het probleem voortzetten. HERSTEL VAN HET DRANK VERBOD IN AMERIKA? Senator Sheppard, aan wiens initiatief het achttiende amendement op de grondwet te danken was, waarbij de handel in alcoholhou dende dranken in de Vereenigde Staten werd verboden, heeft thans opnieuw een voorstel in gediend tot herstel van het nationale drank verbod. Zijn bedoeling is, dat het Congres be voegd zal worden verklaard, het vervoer van alcohol hetzij aan beperkingen te onderwerpen of geheel te verbieden. ROEMEENSCHE BOEREN DOOR HUN VROUWEN VERGIFTIGD. Naar Reuter uit Boekarest meldt, staan voor den strafrechter te Arad zes boerinnen terecht uit het dorp Siria in Zevenburgen, onder de beschuldiging hun mannen door een oplossing van arsenicum te hebben vergiftigd. In de jaren 1931—1933 heeft een werk vrouw, Floria Doema. eveneens uit Siria af komstig, in het ziekenhuis'te Arad aan alle vrouwen die haar mannen wilden vergiftigen arsenieum-oplossingen geleverd. Doema verkreeg deze oplossingen door het arsenicum te onttrekken aan gewoon in den handel verkrijgbaar papier om vliegen te ver giftigen. In den loop van drie jaren zijn op deze wijze vijftien personen vergiftigd. Doema. die in het proces de hoofdaange- klaagde is, verkocht de hoeveelheid die noodig was voor een oplossing tegen 30 lei. Stierf het slachtoffer, met andere woorden was ge bleken, dat het giftmengsel goed had gewerkt, dan kreeg zij nog een extra premie van 200 lei (in het geheel dus een bedrag van omstreeks drie gulden). ziekenhuis, maar hij werd gepasseerd, en John Gars, die nummer twee stond, werd benoemd. Hij bleef echter even vriendelijk als te voren." „Juffrouw Bellay," zei de inspecteur, „ter wijl hij opstond, „U hebt mij veel wetens waardigs verteld vanavond. Ik denk wel, dat wij nu naar beneden kunnen gaan. Gaat U voor." Annie ging de kamer uit. Haar hart klopie angstig, al wist ze zelf niet, waarom. De in specteur sloeg een laatste onderzoekende blik in de kamer, draaide het licht uit, sloot de deur, en stak de sleutel in zijn zak. Samen met Annie Bellay kwam hij de zit kamer binnen. Daar was de stemming blijk baar wanhopig geworden. Willy Gars zat snik kend in een stoel, en Wim Grond; bescher mend over haar gebogen, trachtte tevergeefs haar met troostende woorden te kalmeeren. Hilda de Boom was er niet veel beter aan toe. Met haar doorweekte zakdoek bette zij de roodbehuilde oogen. Arnold Sestri, met een meewarige trek op zijn bleeke gezicht, waarvan de stereotype glimlach nu geheel was verdwe nen, sprak tegen haar, terwijl zijn rechter hand, waarmee hij de eeuwige sigaret vast hield, vage gebaren maakte. Hij was de eenige, die notitie nam van de binnentredenden. „Mijnheer de inspecteur", vroeg hij met een vleugje van zijn gewone sarcasme, „mogen wij naar huis gaan?" „Ik zal U niet lang ophouden", antwoordde de rechercheur, „ik wil u alleen nog twee vragen stellen. De eerste is deze: wie is de eigeeaar yan een zilveren yulpotiood met een Te Boedapest wordt dezer dagen een internationaal congres van landbouw economen gehouden. In het midden de president van Hongarije Horthy; achter hem de Oostenrijksche aartshertogen Albrecht en Jozef en de Oostenrijksche kanselier Dollfuss.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5