NIEUWE INVOERTARIEVEN. Teruggave van teveel betaalde rechten. BIJZONDER INVOERRECHT OP BENZINE VERLANGD. De Staatscourant van 18 Juli bevat een Kon, Besluit, waarbij het bij Kon. Boodschap van 15 Juni aan de Tweede Kamer ter overweging aangeboden ontwerp van wet tot vaststelling van een nieuw tarief van invoerrechten met inachtneming van eenige bijzondere in dit besluit opgenomen bepalingen, met ingang van 1 Juli 1934 wordt toegepast als ware het ontwerp reeds tot wet verheven. "Voorts bevat de Staatscourant een beschik king van den minister van Finaciën ter uit voering van artikel 6 van bovengenoemd K.B. in welk artikel is bepaald, dat de minister van Financiën ten aanzien van na het inwerking treden van het K.B. ingevoerde goederen, waarvan de invoerrechten door die in wer- kingtreding zijn verhoogd, geheel of gedeelte lijk teruggaaf kan doen verkenen van die verhooging. De minister heeft bepaald, dat voor goederen, waarvoor het invoerrecht met meer dan 5% is verhoogd het boven die 5% betaalde kan worden teruggeven, onder voor waarde, dat het verschil, ingevolge een reeds vóór 15 Juni 1934 besloten koopovereenkomst, niet of niet ten volle op den kooper dier goederen kan worden verhaald, en dat de in voer plaats heeft vóór 1 September 1934. Verder is bepaald, dat ten aanzien van thee, welke vóór 1 Juli 1934 is ingevoerd en op dien datum nog in het vrije verkeer voorradig is, voor hoeveelheden van ten min ste 200 K.G. netto teruggaaf kan geschieden van het invoerrecht, dat -na dien datum van die thee minder geheven zou zijn. De technische herziening van het tarief kon, volgens de regeering niet beperkt blij ven tot het enkel wegnemen van gebreken, doch moest tevens een hoogere opbrengst uit de invoerrechten medebrengen, ter vervan ging van de tot en met 30 Juni 1934 geheven opcenten, n.l. 30 opcenten op de invoerrech ten voor goederen, welke hier te lande niet worden voortgebracht, en 15 opcenten op het specifieke invoerrecht voor bier, 20 opcenten op den accijns op bier. Het wet-sontverp zal dus wel leiden tot een verhoogde hefimg van invoerrechten, doch dit beteekent niet een verzwaring van den totalen belastingdruk. De regeering is van meening, dat de moeilijkheden, waarmede het bedrijfsleven ten gevolge van tijdelijk en abnormaal te achten verschijnselen heeft te kampen, met tijdelijk werkende afweermiddelen moeten worden bestreden. Wil de opbrengst van het tarief van invoer rechten het bedrag bereiken, dat in verband met den toestand van 's Rijks schatkist ver- eischt is, dan is het opvoeren van het invoer recht voor afgewerkte producten tot 12% on vermijdelijk, In art. 41 wordt o.m. voorgesteld om het bijzonder invoerrecht op benzine te verhoo- gen van 6 tot 8 gulden. Het het oog op den toestand der schatkist is het niet mogelijk, de bate, voortvloeiende uit de heffing van 30 opcenten op het invoerrecht en het bijzonder invoerrecht op benzine, geheven krachtens de wet van 24 December 1932, thans prijs te geven. Daar laatstgenoemde heffing op 1 Juli 1934 vervalt, is het noodig, het bijzonder in voerrecht op benzine, geheven krachtens de wet van 19 Deceber 1932, te verhoogen. Daar deze wet per 1 Januari 1935 zou vervallen, en haar bate ook daarna noodig zal zijn, wordt voorgesteld, haar werkingsduur te verlengen tot 1 Januari 1939. Zoo wordt overeenstemming verkregen met de eveneens tot dat tijdstip geheven opcenten op den accijns op gedistilleerd, sommige soorten suiker en wijn. Kamer van beroep. Het is gewenscht om de beslissingen op bij de tariefscommissie ingestelde beroepen te doen nemen door een uit dit college gevormde „Kamer". Dan zullen de geschillen sneller worden afgedaan. Elke kamer zal uit zes leden bestaan, o.w. de voorzitter of een onder voorzitter. De tariefcommissie zal gaan be staan uit 21 gewone leden (dan zijn er leden genoeg voor zittingen van drie kamers tege lijk) en uit 20 buitengewone leden. Er wor den geen plaatsvervangende leden meer be noemd. HANDELSVERDRAG MET PORTUGAL. Te Lissabon is een handels- scheepvaart- verdrag geparafeerd van Nederlandsche zijde door den heer A. Th. Lamping, directeur van den Economischen Voorlichtingsdienst en van Portugeesche zijde door den heer Fernandez, chef van de Handelsafdeeling van het Depar tement van Buitenlandsche Zaken. ENTHOUSIASME IN PRETORIA. Bij de stapelloop van de Bloem-' fontein. In de Nederlandsche legatie te Pretoria was Zaterdag een illuster gezelschap bijeengeko men om de draadlooze tewaterlating van de „Bloemfontein" te volgen Het was, volgens een Reuterbericht, een groote sensatie voor de aanwezigen, toen de premier Hertzog, door den druk op "dén knop het motorschip te water liet. Er weerklonk een luid applaus toen het schip, van de helling gleed. Den premier Hert-zog werd een mooie afbeelding van de „Bloemfontein" geschonken, mede een lijst van de radio-stations in de Unie, welke de spee ches naar België en Nederland gerelayeerd hebben. ALLEEN KANOVAREN MET EEN VERGUNNING? MAATREGELEN TEGEN VERDRINKINGS GEVAAR GEVRAAGD. Het bestuur van de Nederlandsche Centrale Reddingsbrigade te Den Haag heeft een adres gericht aan den Haagschen gemeenteraad, waarin wordt gewezen op de groote vlucht welke de roei- en zeilsport, maar voorname lijk de kano-sport de laatste jaren hebben ge nomen, alsmede op het feit, dat aan deze sport het geenszins denkbeeldige gevaar van verdrinken vast zit, door het omslaan van de meestal zeer ranke vaartuigen en dat in de laatste vijf jaren 11928—1932) drieduizend een honderd eenenvijftig menschen door een on vrij willigen val in het water het leven verloren, waaronder vele tengevolge van het omslaan van bootjes en kano's. Li het adres wordt daarom verzocht daartegen maatregelen te treffen, zooals het bezitten van een vergunnin; van de overheid tot het gebruiken van een roeiboot, zeilboot of kano, hetzij voor genoe gen of voor beroep en dat deze vergunning slechts dan worde verstrekt, wanneer de ge gadigden in het bezit- zijn van een vaardig heids- of zwemdiploma van de N. C. R. B. of een daarmede gelijk te stellen certificaat. ONVOORWAARDELIJK TEGEN EEN GRENSWACHT. Te Zutfen is de jaarvergadering gehouden van Kerk en Vrede, onder leiding van Ds. J. J. Buskes. Deze sprak in zijn openingswoord er zijn leedwezen over uit, dat Prof. Heering we gens ziekte verhinderd was aanwezig te zijn; spr. -wees op de groote beteekenis van prof. Hearing's arbeid en persoon voor de zaak van „Kerk en Vrede", nationaal zoowel als inter nationaal. Tegenover de nationalistische strooming van onzen tijd heeft „Kerk en Vrede" haar stand punt onverzwakt te handhaven. De vereeni ging denkt er niet aan haar anti-militaristisch beginsel en haar beginsel van nationale ont wapening te laten vallen. Uitdrukkelijk ver klaarde spr. dat „Kerk en Vrede" een grens wacht, zooals prof. Eerdmans zou wenschen onvoorwaardelijk afwijst. Wij zijn en blijven Christen anti militairisten,wij wijzen eiken oor log af en willen onder geen enkele vlag het militairisme in onze vereeniging binnen voeren. De jaarverslagen werden goedgekeurd. De aftredende hoofdbestuursleden ds. Hugen- holtz en de heer Elffers werden herbenoemd, als nieuw lid werd gekozen mr. De Kanter te Den Haag. 1 Bij de statutenwijziging werd uitdrukkelij'k verklaard, dat de vereeniging streeft naar nationale ontwapening op godsdienstige en ze delijke gronden. De begrooting sluit met een saldo van f 17.000. Bij de rondvraag verzocht de afd Leeuwar den het hoofdbestuur of de mogelijkheid zou kunnen bestaan daar de volgende vergadering te houden. De voorzitter deelt mede, dat de keuze vermoedelijk zal gaan tusschen Leeu warden en Haarlem. JAPANSCHE CRITIEK WEERLEGD. Quotasysteem de oplossing JONGEN BIJ HET BADEN VERDRONKEN SLIEDRECHT, 18 Juni. Gisteravond is het 13-jarig zoontje van dein metselaar K. bij het baden in de Merwede verdronken. Het lijkje is later opgehaald INDIë MOET INVOEREN UIT LANDEN, WAARHEEN EXPORT MOGELIJK IS. Wij hebben gisteren melding gemaakt van een telegram uit Tokio, volgens hetwelk de Japansche bladen vrij scherpe critiek hebben uitgeoefend op de rede van den Gouv.-Gen, bij de opening van den Volksraad. Invoering' van het quota-systeem zou in strijd zijn met de meestbegunstigïngsclausule. Naar aanleiding van dit telegram wendde Aneta zich tot- het departement van Econo mische Zaken te Batavia. Men gaf daar te kennen, dat men met verbazing kennis had genomen van de uitingen, in de blijkbaar niet voldoende voorgelichte Japansche pers, naar aanleiding van de rustige rede van den Gouv. Gen. Deze Japansche uitingen moeten berus ten, zoo werd gezegd, op een volkomen on juiste voorstelling van de situatie, zoomede van het goede recht van de regeering van Ned.-Indië om haar eigen zaken te regelen en tenslotte van de bedoelingen van deze regee ring ten opzichte van de Japanners. De beteekenis van den import wordt, aldus gaan de mededeelingen voort, in het telegram geheel eenzijdig en geheel onjuist voorge steld. Hoewel natuurlijk de invoer van goed- koope goederen voordeel en biedt zou het be paald onjuist zijn te rneenen, dat daartegen over geen nadeel bestaat. Dit nadeel bestaat uit het duidelijk gevaar van vermeerdering der werkloosheid, vooreerst door het dood drukken van eiken opbloei van een eigen In dische industrie en ook van de inlieemsche industrie. Maar wellicht nog meer daarin, dat de export, welke voor het economisch leven en voor de werkgelegenheid van alle groepen van ingezetenen een levensbelang is, belem merd wordt, omdat de landen waar onze ex port heengaat, natuurlijk eischen, dat wij van hen afnemen. Japan zelf volgt deze poli tiek tegenover elk land, dat ten opzichte van Japan meer invoert dan uitvoert. De eenige mogelijkheid om den handel in goede banen te leiden, wordt geacht te liggen in het quota-systeem. Wanneer geen maatre gelen zouden worden genomen, zou de export zeer belemmerd worden en op den duur de import ook. Tenslotte heeft een te groote be teekenis van het Japansche bedrijfsleven hier te lande een zeer inkrimpende werking op de geheele maatschappelijke structuur. Het afwegen van de directe en indirecte voor- en nadeelen van bepaalde verschuivin gen in het economisch leven geschiedt dooi de Ned.-Indische regeering met de grootste nauwgezetheid, doch men vergete niet, dat het aan haar alleen is om geheel zelfstandig' daarover te beslissen. Overigens is er, zoo wordt verder verklaard, geen sprake van dat het quota-systeem on- vereenigbaar zou zijn met een politiek van leven en laten leven, integendeel, het is de eenige politiek, welke verhinderen kan, dat door een voor het moment om verschillende redenen sterke buitenlandsche industrie het maatschappelijk economische leven van an deren zou worden gedood. Plaats voor den Japanschen handel is er natuurlijk altijd, mits binnen zekere grenzen. Van schending van de meestbegunstigïngs clausule Nederlandsch-Japansche handels overeenkomst is in geen enkel opzicht sprake., NIEUWE MINISTER VAN ECON. ZAKEN. Met ingang van 25 Juni is de minister van Staat, minister van Koloniën, voorzitter van den Raad van ministers, dr. H. Colijn. eervol otheven van het beheer ad interim van het Departement van Economische Zaken, met dankbetuiging voor de door hem in dezen den lande bewezen diensten. Thans is tevens benoemd tot minister van Economische Zaken mr. M. L. P. Steenberghe, voorzitter der Algemeene R.K. Werkgever.' vereeniging. NIJVERHEIDSORGANISATIE HET NOORDEN? IN Plannen voor stichting. BEVORDERING VAN RESEARCH-1VERK. Op initiatief Tan het bestuur van het Depar tement Groningen van de Mij. voor Nijverheid en Handel is een bijeenkomst gehouden in het Provinciehuis te Groningen, teneinde in een bespreking van belangstellenden de vraag te overwegen, of een Noord-Nederlandsche Nij verheids-Organisatie nuttig zou kunnen wer ken in deze moeilijke crisistijden en zoo ja, wat dan haar taak zou zijn en op welke wijze zij gesticht zou kunnen worden. Prof. dr. D. van Os, gaf een inleiding over dit onderwerp. Spreker heeft den nadruk op meer researehwerk in de bedrijven, maar merkte op dat in ruimen kring belangstelling voor de stichting van een Noord-Nederlandsche Nij verheids-Organisatie bestond, ook voor de op lossing van vele economische en technische problemen. De vraag kan gesteld worden, of zulk een Nijverheids-Organisatie een symp toom is van dezen tijd. Spreker bepleitte het nut van een Noordelijke Nijverheids-Organi satie, o,a. voor het contact met de Centrale Organisatie, ingesteld bij de Wet tot regeling van het Natuurwetenschappelijk Onderzoek en met de Industriëele Commissie voor het Werkfonds 1934. De taak der organisatie zou kunnen bestaan in het bevorderen van researehwerk voor den scheepsbouw, de turf-, zuivel-, steen-, aard appelmeel-, carton- en overige industrieën; zij kan zich 'bezig houden met vraagstukken op het gebied van verkeer en transport (spoor wegen, autowegen, vliegwezen, viegterreinen, vraagstukken (kanalen, N.O. polder, vestiging waterwegen, havenaanleg)van economische van industrieën, werkverschaffing, objecten voor werkverruiming, Harlingen-visschers- haven) en van streekplannen (uitbreiding, bescherming van natuurschoon. Teneinde een beeld te geven van de werkwijze, den finan ciëelen opzet en het bestuur van zulk een or ganisatie, werden aan de vergadering een tweetal schema's voorgelegd, die nader wer den toegelicht. De inleider verzocht de vergadering haar meening uit te spreken, over een tweetal vragen: 1. Kan een Noord-Nederlandsche Nijver heids-Organisatie in deze tijden van nut zijn? 2. Zoo ja, op welke wijze kan zij gesticht worden en wat zal haar taak zijn? Als resultaat van de discussie werd met al gemeene instemming' 'besloten, dat een Com missie het vraagstuk nader zou onderzoeken en ih 'overleg met de Provinciale Besturen een plan voor de stichting zou uitwerken. BURGEMEESTER DE MONCHY NEEMT AFSCHEID. In de Maandagmiddag gehouden vergade ring van den gemeenteraad van Arnhem heeft de burgemeester, Mr. S. J. R. de Monchy, die met ingang van 1 Juli a.s. benoemd is tot burgemeester van Den Haag, afscheid geno men. Hij heeft den gemeenteraad dank ge zegd voor de samenwerking die hij van hen mocht ondervinden, benevens een woord van dank gesproken tot de wethouders, ambtena ren en alle Arnhemmers, die hem in den loop der'jaren blijken van genegenheid en vriend schap gaven of hem bereidwillig ter zijde stonden. De burgemeester is vervolgens m hartelijke bewoordingen toegesproken door den oudst- aanwezigen wethouder den heer H. G. J. v. d. Sand, namens de wethouders en door het oudste raadslid, den heer J. W. A. Zoestber- gen. OP ZOEK NAAR COCAÏNE SMOKKELAARS. ARNHEMSCHE POLITIE HEEFT NOG GEEN SUCCES. Omtrent de arrestatie te Amsterdam van een Arnhemmer, die in het bezit was bevon den van een hoeveelheid cocaine, vernemen wij nader, dat de Arnhemsche politie in ver band met deze arrestatie een uitgebreid on derzoek is aangevangen naar eventueele mede-smokkelaars. Tot nog toe is echter te Arnhem nog niets gebleken van de aanwezigheid van een bende, die zich speciaal met het smokkelen van co caine zou bezig houden. Arrestaties zijn te Arnhem dan ook niet verricht. Intusschen zet de politie haar bemoeiingen in deze voort. REGEERINGSCOMMISSARISSEN BENOEMD. VOOR DE UITVOERING DER LANDBOUW CRISISMAATREGELEN. PROF. COHEN NAAR RUSLAND? Naar wij vernemen is Professor Ernst Co- hen hoogleeraar in de Anorganische en Al gemeene Scheikunde aan de Rijksuniversi teit te Utrecht, door de Academie van Weten schappen te Leningrad uitgenoodigd in Sep tember a.s. haar gast te zijn ter bijwoning van de herdenking van den honderdsten ge boortedag van Mendelejew en ter deelneming aan een reis van tien dagen door de belang- ■ijkste industriegebieden van Rusland. DUITSCHE TRANSFER. REGELINGEN. Van officieele zijde wordt medegedeeld: In April 1934 heeft de Reichsstelle für De visenbewirtschaftung bekend gemaakt, dat vóór 1 Juli 1933 vervallen, maar nog niet be taalde renten, andere vermogensopbrengsten en aflossingen niet meer vrij getransfereerd worden, doch op „Kreditsperrkonto" worden geboekt of, indien de schuldeischer zulks wenscht, bij de Konversionskasse für Deut sche Auslandsschulden worden gestort. Er is thans overeengekomen, dat deze ren ten en andere vermogensopbrengsten (niet echter aflossingsbedragen), in dit laatste ge val storting bij de Konversionskasse, behan deld worden volgens de geldende regeling, getroffen tusschen de Nederlandsche en de Duitsche regeering, zoodat ten behoeve van „Nederlandsche" schuldeïsehers in den zin van het Protocol van 10 Februari 1934 natio naliseering van de rente van effecten op de gewone wijze met medewerking van de Ver eeniging voor den Effectenhandel mogelijk is, terwijl de rente van andere schuldvorderin gen volgens de bestaande regeling via den Postchèque- en Girodienst kan worden over gemaakt. De minister van Economische Zaken heeft thans ingesteld het college van regeerings- commissarissen voor de uitvoering der land- bouw-crisismaatregelen. Benoemd is tot lid, tevens voorzitter mr. dr. A. A. van Rhijn, se cretaris-generaal van het departement van Economische Zaken, voorzitter van de cen trale commissie, bedoeld in art. 27 van de Landbouwcrisiswet 1933, te Den Haag; tot le den: L. Bückmann, Den Haag, ir. S. L. Lou- wes, Zwolle, F. V. Valstar te Naaldwijk; tot lid, tevens commercieel adviseur S. van Zwa nenberg, te Den Haag. EEN SOLO-SCHUTTER. In het woonwagenkamp te Rotterdam meen de een dronken zigeuner een man te zien, met wien hij nog een oude veete had te vereffenen. Hij trok zijn revolver en begon in het wilde weg te schieten, doch raakte niemandbe halve zichzelf. Hij trof zich n.l. in de knie. Bij onderzoek bleek zijn vermoede vijand nergens in de buurt te zijn. v v y' v AUTOBUSSEN IN BESLAG GENOMEN. Op den afsluitdijk. Op den afsluitdijk zijn in tegenwoordigheid van den ambtenaar bij het O. M. bij het kantongerecht te Leeuwarden en den districts commandant der Koninklijke marechaussée eenige autobussen in beslag genomen, die zonder vergunning het verkeer onderhielden tusschen Friesland en Holland. Een 200 tal personen moest midden op den afsluitdijk uitstappen. Zij zijn later allen door andere auto's meegenomen. In verband met dit feit, is te Amsterdam een vergadering gehouden van de betrokken gedupeerde en andere autobusondernemers. Na bespreking werd besloten een schrijven aan den minister van Justitie te richten met het verzoek eenige richtlijnen te willen aan geven. DERTIEN-JARIGE JONGEN VERDRONKEN. Maandagmiddag is de 13-jarige H. Bloemen uit Wychen, die een bad wilde nemen in den z.g. Kolk te Weurt, verdronken. Het lijk is later opgehaald, AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN. Dame ernstig gewond. In de beruchte bocht van den Overijselschen straatweg nabij Roordahuizum, de z.g. .doodenbocht", is een met groote snelheid rijdende personenauto, thuisbehooren-d te Castrieum noordat de chauffeur de macht over het stuur kwijtraakte, tegen een boom gereden. Door den schok werd een inzittende dame, mej. Admiraal uit den auto geslingerd. Nadat de wagen nog een tweeden boom had geramd, kwam hij tot stilstand. De rechter zijwand w-as geheel vernield. Alle inzittenden bleken door de rondvliegende glasscherven vleesch- en schaafwonden te hebben opge- loopen. Mej. Admiraal werd in bewusteloozen toestand per ziekenauto naar het Bonifacius- ziekenhuis te Leeuwarden vervoerd. DOODSLAG TE SOMEREN. In hooger beroep zes jaar geëischt. Voor het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch stond Maandag terecht de dakdekker L. Z. te Someren, die door de Roermondsche Recht bank is vrijgesproken van de aanklacht, dat hij op 7 Jan. te Someren opzettelijk P. H. Bollen met een revolver heeft doodgeschoten. Nadat een paar getuigen waren gehoord over familietwisten, betoogde de adv.-gen. dat er zeker opzet is geweest óf om een dood slag' te plegen óf om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Na zijn daad is verd. de heide opgegaan en heeft zijn revolver weggewor pen. De eisch wegens doodslag luidde 6 jaar. GROOTE HITTE EN DROOGTE. LAGE WATERSTANDEN EN WATERGEBREK De gevolgen van de langdurge droogte en de groote warmte beginnen zich op verschillende plaatsen op onaangename wijze te manfes- teeren. Niet alleen dat voor groenten en fruit teelt, voor bouw- en weiland, regen dringend noodig is, ook krijgt men in meerdere streken groot gebrek aan drinkwater. Daar rijden al weer tankkarren rond, die water verkoopen tegen een paar cent per emmer. De waterstanden in 'rivieren en vaarten zijn soms ook abnormaal laag. Zoo ondervindt het verkeer via het pontveer Lent Nijmegen groote vertraging. Men heeft de groote pont uit de vaart moeten nemen, maar ook de overtocht met de kleine boot duurt soms bij zonder lang uit hoofde van het feit, dat de boot telkens aan den grond zit. Maandag is het zelfs voorgekomen, dat een enkele overtocht twee uur duurde. Lange files auto's stonden aan beide zijde opgesteld. In bosch en heide is alles kurkdroog en het kleinste vonkje kan hier al zeer fatale branden veroorzaken. Op verschillende plaatsen heeft 't bosch reeds gebrand. Tengevolge van de groote warmte is te Anloo (Dr) .een landbouwer in het land be wusteloos geraakt en overleden. Intusschen zijn er voorteekenen, dat het koeler zal worden en dat er regen zal komen. Dat zij niet bedriegen. Meerdere branden. Onder Helmond is ongeveer 40 H.A. dicht bosch een prooi der vlammen geworden. Een heidebrand op het landgoed Warnsborn kon nog juist op den rand van het bosch worden gestuit. Dank zij krachtig ingrijpen heeft men een boschbrand onder Gassel weten te bedwingen, voordat er vor een aantal in de nabijheid ge legen woonhuizen gevaar kon ontstaan, SPAARNESTROOM-PERSONEEU VEROORDEELD. SCHIPPER EN MACHINIST TOT DRIE MAANDEN. Overeenkomstig den eisch van den officier van Justitie veroordeelde de politierechter te Amsterdam den schipper-mede-eigenaar H. D. en den machinist J. K., van de „Spaarne- stroom", wegens meineed ieder tot een ge vangenisstraf van drie maanden. Zooals men zich zal herinneren is op 12 Juni van het vorige jaar de „Spaarnestroom" in de Noordzee onder de Deensche kust ge zonken. De Raad voor de Scheepvaart stelde hier een onderzoek naar in en de twee ver dachten legden bij die gelegenheid onjuiste verklaringen af. De verdediger, mr. Kokosky, had aange voerd, dat bij de behandeling van een zaak voor den Raad van de Scheepvaart geen wet telijk voorschrift het afleggen van den eed vordert. Volgens art. 207 W. van Strafrecht is z.i. slechts meineed mogelijk, wanneer een onjuiste verklaring wordt afgelegd in ge vallen, waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder eede vordert. De politierechter verwierp dit verweer, daar de Schepenwet z.i. een eed vordert, indien de Raad voor de Scheepvaart dit eischt. GROOTE BOSCHBRAND IN BRABANT. Vuur tenslotte door een weg tegengehouden. TWEE BOERDERIJEN IN DE ASCH GELEGD. Maandagmiddag omstreeks 1 uur is in een schuur bij het gehucht Giersbergen (gemeen te Drunen) brand uitgebroken^ welke nood lottige gevolgen gehad heeft. Het vuur sloeg spoedig over op twee boerderijen van de fa milies Van der Meyden en Brekelmans, welke binnen zeer korten tijd in lichter laaie ston den. Een aangrenzend bosch werd tevens aangetast en zonder dat men het vuur in zijn vernielend werk kon stuiten brandde weldra eenige hectaren dennenbosch. Een gelukkige omstandigheid mag wel genoemd worden het feit, dat de wind van het gehucht af stond, zoodat de andere boerderijen van Giersbergen geen gevaar liepen ,want door de geweldige droogte stond binnen betrekkelijk korten tijd een groote oppervlakte bosch in brand. De politie van Drunen, alsmede de mare chaussée van Waalwijk, hielpen hij het blusschingswerk, dat voornamelijk geschiedde door bewoners uit de omstreken. Een geweldige rookontwikkeling vond plaats, zoodat de brand tot ver in den om trek te zien was. Tenslotte bleek, dat blus- schen ondoenlijk was en men beperkte zich er toe, dat de vernielende vlammen niet over den verkeersweg NieuwkuykHelvoirt kon den komen. Dank zij dezen weg is de brand bedwongen. Omstreeks 25 H.A. bosch en heidegrond is verbrand. Deze grond behoorde aan verschil lende eigenaren toe. Persoonlijke ongevallen hadden niet plaats. De schade is uit den aard der zaak aan zienlijk. Omstreeks vier in den namiddag was het gevaar voor verdere uitbreiding geweken. „EXPLORATORY DIPLOMACY". WASHBURN CHILD IN ONS LAND. Zooals reeds werd gemeld, is de heer R. Washburn Child, de speciale afgezant van President Roosevelt, die een rondreis door Europa heeft gemaakt ter bestudeering van de economische en financieele verhoudingen in Europa, dezer dagen te 's-Gravenhage aan gekomen. Ook aan Amsterdam zal hij een bezoek brengen. Maandag heeft de heer Child een onder houd gehad met Minister Colijn en met Mi nister de Graeff. Heden zou hij in Amsterdam Mr. Trip, president van de Nederlandsche Bank ontmoeten, vervolgens aanzitten aan een lunch, welke de Nederlandsch-Ameri- kaansche Kamer van Koophandel ter zijner eere geeft en besprekingen hebben met ver schillende vooraanstaande personen op finan cieel en industrieel gebied. De heer Child, die vroeger ambassadeur in Rome was, heeft in den laatsten tijd Enge land, Ierland, Frankrijk, Duitschland, Zwit serland, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Tsjecho- Slowakije, Polen en België bezocht op een reis, welke hij aanduidde als van „Explorato ry diplomacy". In een interview met den heer Child, zeide deze, dat hij op zijn reis en bij zijn besprekin gen geen speciale voorstellen gedaan had. Hij was in Europa om te leeren en niet om te on derwijzen. Daarbij legde hij er den nadruk op, dat Amerika bereid is om, naar beste kun nen, mede te werken aan een nieuwen op bloei van den internationalen handel. Maar om te weten, wat wij in Amerika noo dig hebben moeten wij eerst weten de plan nen en meeningen van de beste en verstan digste Europeanen. Ik was echter verplicht verschillende per sonen er aan te herinneren, dat de president in handelsaangelegenheden en in kwesties om handelsbelemmeringen te overwinnen niet de tarief-bevoegdheden verkregen had, alleen maar om als het ware met privileges rond te gaan. De landen, die vasten voet op onze markt met ongeveer 120 millioen koo- pers wenschen te krijgen, moeten er voor werken; zij moeten de markt bestudeeren en nagaan wat wij noodig hebben. Dat is hun taak en niet de onze, niettegenstaande wij zeer verlangend zijn om tot samenwerking te komen in vrijheid van goederenruil. Het Amerikaansche volk heeft een instinctieve voorkeur voor economische samenwerking en waarschijnlijk heeft het ook meer vertrouwen in deze samenwerking als zijnde de weg tot vrede als in de methode van politieke allian ties. Wat de toestand in Europa betreft, is de heer Child optimistisch gestemd. De vrees wordt minder en de noodzakelijkheid zal wel de wegen doen vinden om den handel weder om op te bouwen en de Methode aanwijzen om den levensstandaard in Europa te hand haven. De heer Child zal hedenavond ons land verlaten en zich naar Londen begeven,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 2