NIEUWE INVOERTARIEVEN.
Teruggave van teveel betaalde
rechten.
BIJZONDER INVOERRECHT OP BENZINE
VERLANGD.
De Staatscourant van 18 Juli bevat een Kon,
Besluit, waarbij het bij Kon. Boodschap van
15 Juni aan de Tweede Kamer ter overweging
aangeboden ontwerp van wet tot vaststelling
van een nieuw tarief van invoerrechten met
inachtneming van eenige bijzondere in dit
besluit opgenomen bepalingen, met ingang
van 1 Juli 1934 wordt toegepast als ware
het ontwerp reeds tot wet verheven.
"Voorts bevat de Staatscourant een beschik
king van den minister van Finaciën ter uit
voering van artikel 6 van bovengenoemd K.B.
in welk artikel is bepaald, dat de minister van
Financiën ten aanzien van na het inwerking
treden van het K.B. ingevoerde goederen,
waarvan de invoerrechten door die in wer-
kingtreding zijn verhoogd, geheel of gedeelte
lijk teruggaaf kan doen verkenen van die
verhooging. De minister heeft bepaald, dat
voor goederen, waarvoor het invoerrecht met
meer dan 5% is verhoogd het boven die 5%
betaalde kan worden teruggeven, onder voor
waarde, dat het verschil, ingevolge een reeds
vóór 15 Juni 1934 besloten koopovereenkomst,
niet of niet ten volle op den kooper dier
goederen kan worden verhaald, en dat de in
voer plaats heeft vóór 1 September 1934.
Verder is bepaald, dat ten aanzien van
thee, welke vóór 1 Juli 1934 is ingevoerd en
op dien datum nog in het vrije verkeer
voorradig is, voor hoeveelheden van ten min
ste 200 K.G. netto teruggaaf kan geschieden
van het invoerrecht, dat -na dien datum van
die thee minder geheven zou zijn.
De technische herziening van het tarief
kon, volgens de regeering niet beperkt blij
ven tot het enkel wegnemen van gebreken,
doch moest tevens een hoogere opbrengst uit
de invoerrechten medebrengen, ter vervan
ging van de tot en met 30 Juni 1934 geheven
opcenten, n.l. 30 opcenten op de invoerrech
ten voor goederen, welke hier te lande niet
worden voortgebracht, en 15 opcenten op het
specifieke invoerrecht voor bier, 20 opcenten
op den accijns op bier. Het wet-sontverp zal
dus wel leiden tot een verhoogde hefimg van
invoerrechten, doch dit beteekent niet een
verzwaring van den totalen belastingdruk.
De regeering is van meening, dat de
moeilijkheden, waarmede het bedrijfsleven
ten gevolge van tijdelijk en abnormaal te
achten verschijnselen heeft te kampen, met
tijdelijk werkende afweermiddelen moeten
worden bestreden.
Wil de opbrengst van het tarief van invoer
rechten het bedrag bereiken, dat in verband
met den toestand van 's Rijks schatkist ver-
eischt is, dan is het opvoeren van het invoer
recht voor afgewerkte producten tot 12% on
vermijdelijk,
In art. 41 wordt o.m. voorgesteld om het
bijzonder invoerrecht op benzine te verhoo-
gen van 6 tot 8 gulden. Het het oog op den
toestand der schatkist is het niet mogelijk, de
bate, voortvloeiende uit de heffing van 30
opcenten op het invoerrecht en het bijzonder
invoerrecht op benzine, geheven krachtens de
wet van 24 December 1932, thans prijs te
geven.
Daar laatstgenoemde heffing op 1 Juli
1934 vervalt, is het noodig, het bijzonder in
voerrecht op benzine, geheven krachtens de
wet van 19 Deceber 1932, te verhoogen. Daar
deze wet per 1 Januari 1935 zou vervallen, en
haar bate ook daarna noodig zal zijn, wordt
voorgesteld, haar werkingsduur te verlengen
tot 1 Januari 1939.
Zoo wordt overeenstemming verkregen met
de eveneens tot dat tijdstip geheven opcenten
op den accijns op gedistilleerd, sommige
soorten suiker en wijn.
Kamer van beroep.
Het is gewenscht om de beslissingen op bij
de tariefscommissie ingestelde beroepen te
doen nemen door een uit dit college gevormde
„Kamer". Dan zullen de geschillen sneller
worden afgedaan. Elke kamer zal uit zes leden
bestaan, o.w. de voorzitter of een onder
voorzitter. De tariefcommissie zal gaan be
staan uit 21 gewone leden (dan zijn er leden
genoeg voor zittingen van drie kamers tege
lijk) en uit 20 buitengewone leden. Er wor
den geen plaatsvervangende leden meer be
noemd.
HANDELSVERDRAG MET
PORTUGAL.
Te Lissabon is een handels- scheepvaart-
verdrag geparafeerd van Nederlandsche zijde
door den heer A. Th. Lamping, directeur van
den Economischen Voorlichtingsdienst en van
Portugeesche zijde door den heer Fernandez,
chef van de Handelsafdeeling van het Depar
tement van Buitenlandsche Zaken.
ENTHOUSIASME IN PRETORIA.
Bij de stapelloop van de Bloem-'
fontein.
In de Nederlandsche legatie te Pretoria was
Zaterdag een illuster gezelschap bijeengeko
men om de draadlooze tewaterlating van de
„Bloemfontein" te volgen Het was, volgens
een Reuterbericht, een groote sensatie voor de
aanwezigen, toen de premier Hertzog, door den
druk op "dén knop het motorschip te water
liet. Er weerklonk een luid applaus toen het
schip, van de helling gleed. Den premier
Hert-zog werd een mooie afbeelding van de
„Bloemfontein" geschonken, mede een lijst van
de radio-stations in de Unie, welke de spee
ches naar België en Nederland gerelayeerd
hebben.
ALLEEN KANOVAREN MET EEN
VERGUNNING?
MAATREGELEN TEGEN VERDRINKINGS
GEVAAR GEVRAAGD.
Het bestuur van de Nederlandsche Centrale
Reddingsbrigade te Den Haag heeft een adres
gericht aan den Haagschen gemeenteraad,
waarin wordt gewezen op de groote vlucht
welke de roei- en zeilsport, maar voorname
lijk de kano-sport de laatste jaren hebben ge
nomen, alsmede op het feit, dat aan deze
sport het geenszins denkbeeldige gevaar van
verdrinken vast zit, door het omslaan van de
meestal zeer ranke vaartuigen en dat in de
laatste vijf jaren 11928—1932) drieduizend een
honderd eenenvijftig menschen door een on
vrij willigen val in het water het leven verloren,
waaronder vele tengevolge van het omslaan
van bootjes en kano's. Li het adres wordt
daarom verzocht daartegen maatregelen te
treffen, zooals het bezitten van een vergunnin;
van de overheid tot het gebruiken van een
roeiboot, zeilboot of kano, hetzij voor genoe
gen of voor beroep en dat deze vergunning
slechts dan worde verstrekt, wanneer de ge
gadigden in het bezit- zijn van een vaardig
heids- of zwemdiploma van de N. C. R. B. of
een daarmede gelijk te stellen certificaat.
ONVOORWAARDELIJK TEGEN EEN
GRENSWACHT.
Te Zutfen is de jaarvergadering gehouden
van Kerk en Vrede, onder leiding van Ds. J. J.
Buskes. Deze sprak in zijn openingswoord er
zijn leedwezen over uit, dat Prof. Heering we
gens ziekte verhinderd was aanwezig te zijn;
spr. -wees op de groote beteekenis van prof.
Hearing's arbeid en persoon voor de zaak van
„Kerk en Vrede", nationaal zoowel als inter
nationaal.
Tegenover de nationalistische strooming van
onzen tijd heeft „Kerk en Vrede" haar stand
punt onverzwakt te handhaven. De vereeni
ging denkt er niet aan haar anti-militaristisch
beginsel en haar beginsel van nationale ont
wapening te laten vallen. Uitdrukkelijk ver
klaarde spr. dat „Kerk en Vrede" een grens
wacht, zooals prof. Eerdmans zou wenschen
onvoorwaardelijk afwijst. Wij zijn en blijven
Christen anti militairisten,wij wijzen eiken oor
log af en willen onder geen enkele vlag het
militairisme in onze vereeniging binnen
voeren.
De jaarverslagen werden goedgekeurd. De
aftredende hoofdbestuursleden ds. Hugen-
holtz en de heer Elffers werden herbenoemd,
als nieuw lid werd gekozen mr. De Kanter te
Den Haag. 1
Bij de statutenwijziging werd uitdrukkelij'k
verklaard, dat de vereeniging streeft naar
nationale ontwapening op godsdienstige en ze
delijke gronden.
De begrooting sluit met een saldo van
f 17.000.
Bij de rondvraag verzocht de afd Leeuwar
den het hoofdbestuur of de mogelijkheid zou
kunnen bestaan daar de volgende vergadering
te houden. De voorzitter deelt mede, dat de
keuze vermoedelijk zal gaan tusschen Leeu
warden en Haarlem.
JAPANSCHE CRITIEK
WEERLEGD.
Quotasysteem de oplossing
JONGEN BIJ HET BADEN VERDRONKEN
SLIEDRECHT, 18 Juni. Gisteravond is het
13-jarig zoontje van dein metselaar K. bij het
baden in de Merwede verdronken. Het lijkje
is later opgehaald
INDIë MOET INVOEREN UIT LANDEN,
WAARHEEN EXPORT MOGELIJK IS.
Wij hebben gisteren melding gemaakt van
een telegram uit Tokio, volgens hetwelk de
Japansche bladen vrij scherpe critiek hebben
uitgeoefend op de rede van den Gouv.-Gen,
bij de opening van den Volksraad. Invoering'
van het quota-systeem zou in strijd zijn met
de meestbegunstigïngsclausule.
Naar aanleiding van dit telegram wendde
Aneta zich tot- het departement van Econo
mische Zaken te Batavia. Men gaf daar te
kennen, dat men met verbazing kennis had
genomen van de uitingen, in de blijkbaar niet
voldoende voorgelichte Japansche pers, naar
aanleiding van de rustige rede van den Gouv.
Gen. Deze Japansche uitingen moeten berus
ten, zoo werd gezegd, op een volkomen on
juiste voorstelling van de situatie, zoomede
van het goede recht van de regeering van
Ned.-Indië om haar eigen zaken te regelen en
tenslotte van de bedoelingen van deze regee
ring ten opzichte van de Japanners.
De beteekenis van den import wordt, aldus
gaan de mededeelingen voort, in het telegram
geheel eenzijdig en geheel onjuist voorge
steld. Hoewel natuurlijk de invoer van goed-
koope goederen voordeel en biedt zou het be
paald onjuist zijn te rneenen, dat daartegen
over geen nadeel bestaat. Dit nadeel bestaat
uit het duidelijk gevaar van vermeerdering
der werkloosheid, vooreerst door het dood
drukken van eiken opbloei van een eigen In
dische industrie en ook van de inlieemsche
industrie. Maar wellicht nog meer daarin, dat
de export, welke voor het economisch leven
en voor de werkgelegenheid van alle groepen
van ingezetenen een levensbelang is, belem
merd wordt, omdat de landen waar onze ex
port heengaat, natuurlijk eischen, dat wij
van hen afnemen. Japan zelf volgt deze poli
tiek tegenover elk land, dat ten opzichte van
Japan meer invoert dan uitvoert.
De eenige mogelijkheid om den handel in
goede banen te leiden, wordt geacht te liggen
in het quota-systeem. Wanneer geen maatre
gelen zouden worden genomen, zou de export
zeer belemmerd worden en op den duur de
import ook. Tenslotte heeft een te groote be
teekenis van het Japansche bedrijfsleven hier
te lande een zeer inkrimpende werking op de
geheele maatschappelijke structuur.
Het afwegen van de directe en indirecte
voor- en nadeelen van bepaalde verschuivin
gen in het economisch leven geschiedt dooi
de Ned.-Indische regeering met de grootste
nauwgezetheid, doch men vergete niet, dat
het aan haar alleen is om geheel zelfstandig'
daarover te beslissen.
Overigens is er, zoo wordt verder verklaard,
geen sprake van dat het quota-systeem on-
vereenigbaar zou zijn met een politiek van
leven en laten leven, integendeel, het is de
eenige politiek, welke verhinderen kan, dat
door een voor het moment om verschillende
redenen sterke buitenlandsche industrie het
maatschappelijk economische leven van an
deren zou worden gedood.
Plaats voor den Japanschen handel is er
natuurlijk altijd, mits binnen zekere grenzen.
Van schending van de meestbegunstigïngs
clausule Nederlandsch-Japansche handels
overeenkomst is in geen enkel opzicht sprake.,
NIEUWE MINISTER VAN
ECON. ZAKEN.
Met ingang van 25 Juni is de minister van
Staat, minister van Koloniën, voorzitter van
den Raad van ministers, dr. H. Colijn. eervol
otheven van het beheer ad interim van het
Departement van Economische Zaken, met
dankbetuiging voor de door hem in dezen den
lande bewezen diensten.
Thans is tevens benoemd tot minister van
Economische Zaken mr. M. L. P. Steenberghe,
voorzitter der Algemeene R.K. Werkgever.'
vereeniging.
NIJVERHEIDSORGANISATIE
HET NOORDEN?
IN
Plannen voor stichting.
BEVORDERING VAN RESEARCH-1VERK.
Op initiatief Tan het bestuur van het Depar
tement Groningen van de Mij. voor Nijverheid
en Handel is een bijeenkomst gehouden in het
Provinciehuis te Groningen, teneinde in een
bespreking van belangstellenden de vraag te
overwegen, of een Noord-Nederlandsche Nij
verheids-Organisatie nuttig zou kunnen wer
ken in deze moeilijke crisistijden en zoo ja,
wat dan haar taak zou zijn en op welke wijze
zij gesticht zou kunnen worden.
Prof. dr. D. van Os, gaf een inleiding over dit
onderwerp. Spreker heeft den nadruk op meer
researehwerk in de bedrijven, maar merkte op
dat in ruimen kring belangstelling voor de
stichting van een Noord-Nederlandsche Nij
verheids-Organisatie bestond, ook voor de op
lossing van vele economische en technische
problemen. De vraag kan gesteld worden, of
zulk een Nijverheids-Organisatie een symp
toom is van dezen tijd. Spreker bepleitte het
nut van een Noordelijke Nijverheids-Organi
satie, o,a. voor het contact met de Centrale
Organisatie, ingesteld bij de Wet tot regeling
van het Natuurwetenschappelijk Onderzoek en
met de Industriëele Commissie voor het
Werkfonds 1934.
De taak der organisatie zou kunnen bestaan
in het bevorderen van researehwerk voor den
scheepsbouw, de turf-, zuivel-, steen-, aard
appelmeel-, carton- en overige industrieën;
zij kan zich 'bezig houden met vraagstukken
op het gebied van verkeer en transport (spoor
wegen, autowegen, vliegwezen, viegterreinen,
vraagstukken (kanalen, N.O. polder, vestiging
waterwegen, havenaanleg)van economische
van industrieën, werkverschaffing, objecten
voor werkverruiming, Harlingen-visschers-
haven) en van streekplannen (uitbreiding,
bescherming van natuurschoon. Teneinde
een beeld te geven van de werkwijze, den finan
ciëelen opzet en het bestuur van zulk een or
ganisatie, werden aan de vergadering een
tweetal schema's voorgelegd, die nader wer
den toegelicht.
De inleider verzocht de vergadering haar
meening uit te spreken, over een tweetal
vragen:
1. Kan een Noord-Nederlandsche Nijver
heids-Organisatie in deze tijden van nut zijn?
2. Zoo ja, op welke wijze kan zij gesticht
worden en wat zal haar taak zijn?
Als resultaat van de discussie werd met al
gemeene instemming' 'besloten, dat een Com
missie het vraagstuk nader zou onderzoeken
en ih 'overleg met de Provinciale Besturen
een plan voor de stichting zou uitwerken.
BURGEMEESTER DE MONCHY NEEMT
AFSCHEID.
In de Maandagmiddag gehouden vergade
ring van den gemeenteraad van Arnhem heeft
de burgemeester, Mr. S. J. R. de Monchy, die
met ingang van 1 Juli a.s. benoemd is tot
burgemeester van Den Haag, afscheid geno
men. Hij heeft den gemeenteraad dank ge
zegd voor de samenwerking die hij van hen
mocht ondervinden, benevens een woord van
dank gesproken tot de wethouders, ambtena
ren en alle Arnhemmers, die hem in den loop
der'jaren blijken van genegenheid en vriend
schap gaven of hem bereidwillig ter zijde
stonden.
De burgemeester is vervolgens m hartelijke
bewoordingen toegesproken door den oudst-
aanwezigen wethouder den heer H. G. J. v. d.
Sand, namens de wethouders en door het
oudste raadslid, den heer J. W. A. Zoestber-
gen.
OP ZOEK NAAR COCAÏNE
SMOKKELAARS.
ARNHEMSCHE POLITIE HEEFT NOG GEEN
SUCCES.
Omtrent de arrestatie te Amsterdam van
een Arnhemmer, die in het bezit was bevon
den van een hoeveelheid cocaine, vernemen
wij nader, dat de Arnhemsche politie in ver
band met deze arrestatie een uitgebreid on
derzoek is aangevangen naar eventueele
mede-smokkelaars.
Tot nog toe is echter te Arnhem nog niets
gebleken van de aanwezigheid van een bende,
die zich speciaal met het smokkelen van co
caine zou bezig houden. Arrestaties zijn te
Arnhem dan ook niet verricht. Intusschen zet
de politie haar bemoeiingen in deze voort.
REGEERINGSCOMMISSARISSEN
BENOEMD.
VOOR DE UITVOERING DER LANDBOUW
CRISISMAATREGELEN.
PROF. COHEN NAAR RUSLAND?
Naar wij vernemen is Professor Ernst Co-
hen hoogleeraar in de Anorganische en Al
gemeene Scheikunde aan de Rijksuniversi
teit te Utrecht, door de Academie van Weten
schappen te Leningrad uitgenoodigd in Sep
tember a.s. haar gast te zijn ter bijwoning
van de herdenking van den honderdsten ge
boortedag van Mendelejew en ter deelneming
aan een reis van tien dagen door de belang-
■ijkste industriegebieden van Rusland.
DUITSCHE TRANSFER.
REGELINGEN.
Van officieele zijde wordt medegedeeld:
In April 1934 heeft de Reichsstelle für De
visenbewirtschaftung bekend gemaakt, dat
vóór 1 Juli 1933 vervallen, maar nog niet be
taalde renten, andere vermogensopbrengsten
en aflossingen niet meer vrij getransfereerd
worden, doch op „Kreditsperrkonto" worden
geboekt of, indien de schuldeischer zulks
wenscht, bij de Konversionskasse für Deut
sche Auslandsschulden worden gestort.
Er is thans overeengekomen, dat deze ren
ten en andere vermogensopbrengsten (niet
echter aflossingsbedragen), in dit laatste ge
val storting bij de Konversionskasse, behan
deld worden volgens de geldende regeling,
getroffen tusschen de Nederlandsche en de
Duitsche regeering, zoodat ten behoeve van
„Nederlandsche" schuldeïsehers in den zin
van het Protocol van 10 Februari 1934 natio
naliseering van de rente van effecten op de
gewone wijze met medewerking van de Ver
eeniging voor den Effectenhandel mogelijk is,
terwijl de rente van andere schuldvorderin
gen volgens de bestaande regeling via den
Postchèque- en Girodienst kan worden over
gemaakt.
De minister van Economische Zaken heeft
thans ingesteld het college van regeerings-
commissarissen voor de uitvoering der land-
bouw-crisismaatregelen. Benoemd is tot lid,
tevens voorzitter mr. dr. A. A. van Rhijn, se
cretaris-generaal van het departement van
Economische Zaken, voorzitter van de cen
trale commissie, bedoeld in art. 27 van de
Landbouwcrisiswet 1933, te Den Haag; tot le
den: L. Bückmann, Den Haag, ir. S. L. Lou-
wes, Zwolle, F. V. Valstar te Naaldwijk; tot
lid, tevens commercieel adviseur S. van Zwa
nenberg, te Den Haag.
EEN SOLO-SCHUTTER.
In het woonwagenkamp te Rotterdam meen
de een dronken zigeuner een man te zien, met
wien hij nog een oude veete had te vereffenen.
Hij trok zijn revolver en begon in het wilde
weg te schieten, doch raakte niemandbe
halve zichzelf. Hij trof zich n.l. in de knie. Bij
onderzoek bleek zijn vermoede vijand nergens
in de buurt te zijn. v v y' v
AUTOBUSSEN IN BESLAG GENOMEN.
Op den afsluitdijk.
Op den afsluitdijk zijn in tegenwoordigheid
van den ambtenaar bij het O. M. bij het
kantongerecht te Leeuwarden en den districts
commandant der Koninklijke marechaussée
eenige autobussen in beslag genomen, die
zonder vergunning het verkeer onderhielden
tusschen Friesland en Holland. Een 200 tal
personen moest midden op den afsluitdijk
uitstappen. Zij zijn later allen door andere
auto's meegenomen.
In verband met dit feit, is te Amsterdam
een vergadering gehouden van de betrokken
gedupeerde en andere autobusondernemers.
Na bespreking werd besloten een schrijven
aan den minister van Justitie te richten met
het verzoek eenige richtlijnen te willen aan
geven.
DERTIEN-JARIGE JONGEN VERDRONKEN.
Maandagmiddag is de 13-jarige H. Bloemen
uit Wychen, die een bad wilde nemen in den
z.g. Kolk te Weurt, verdronken. Het lijk is later
opgehaald,
AUTO TEGEN EEN BOOM GEREDEN.
Dame ernstig gewond.
In de beruchte bocht van den Overijselschen
straatweg nabij Roordahuizum, de z.g.
.doodenbocht", is een met groote snelheid
rijdende personenauto, thuisbehooren-d te
Castrieum noordat de chauffeur de macht
over het stuur kwijtraakte, tegen een boom
gereden. Door den schok werd een inzittende
dame, mej. Admiraal uit den auto geslingerd.
Nadat de wagen nog een tweeden boom had
geramd, kwam hij tot stilstand. De rechter
zijwand w-as geheel vernield. Alle inzittenden
bleken door de rondvliegende glasscherven
vleesch- en schaafwonden te hebben opge-
loopen. Mej. Admiraal werd in bewusteloozen
toestand per ziekenauto naar het Bonifacius-
ziekenhuis te Leeuwarden vervoerd.
DOODSLAG TE SOMEREN.
In hooger beroep zes jaar geëischt.
Voor het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch
stond Maandag terecht de dakdekker L. Z.
te Someren, die door de Roermondsche Recht
bank is vrijgesproken van de aanklacht, dat
hij op 7 Jan. te Someren opzettelijk P. H.
Bollen met een revolver heeft doodgeschoten.
Nadat een paar getuigen waren gehoord
over familietwisten, betoogde de adv.-gen.
dat er zeker opzet is geweest óf om een dood
slag' te plegen óf om zwaar lichamelijk letsel
toe te brengen. Na zijn daad is verd. de heide
opgegaan en heeft zijn revolver weggewor
pen. De eisch wegens doodslag luidde 6 jaar.
GROOTE HITTE EN DROOGTE.
LAGE WATERSTANDEN EN WATERGEBREK
De gevolgen van de langdurge droogte en de
groote warmte beginnen zich op verschillende
plaatsen op onaangename wijze te manfes-
teeren. Niet alleen dat voor groenten en fruit
teelt, voor bouw- en weiland, regen dringend
noodig is, ook krijgt men in meerdere streken
groot gebrek aan drinkwater. Daar rijden al
weer tankkarren rond, die water verkoopen
tegen een paar cent per emmer.
De waterstanden in 'rivieren en vaarten
zijn soms ook abnormaal laag. Zoo ondervindt
het verkeer via het pontveer Lent Nijmegen
groote vertraging. Men heeft de groote pont
uit de vaart moeten nemen, maar ook de
overtocht met de kleine boot duurt soms bij
zonder lang uit hoofde van het feit, dat de
boot telkens aan den grond zit. Maandag is het
zelfs voorgekomen, dat een enkele overtocht
twee uur duurde. Lange files auto's stonden
aan beide zijde opgesteld.
In bosch en heide is alles kurkdroog en het
kleinste vonkje kan hier al zeer fatale branden
veroorzaken. Op verschillende plaatsen heeft 't
bosch reeds gebrand.
Tengevolge van de groote warmte is te
Anloo (Dr) .een landbouwer in het land be
wusteloos geraakt en overleden.
Intusschen zijn er voorteekenen, dat het
koeler zal worden en dat er regen zal komen.
Dat zij niet bedriegen.
Meerdere branden.
Onder Helmond is ongeveer 40 H.A. dicht
bosch een prooi der vlammen geworden.
Een heidebrand op het landgoed Warnsborn
kon nog juist op den rand van het bosch
worden gestuit.
Dank zij krachtig ingrijpen heeft men een
boschbrand onder Gassel weten te bedwingen,
voordat er vor een aantal in de nabijheid ge
legen woonhuizen gevaar kon ontstaan,
SPAARNESTROOM-PERSONEEU
VEROORDEELD.
SCHIPPER EN MACHINIST TOT DRIE
MAANDEN.
Overeenkomstig den eisch van den officier
van Justitie veroordeelde de politierechter te
Amsterdam den schipper-mede-eigenaar H.
D. en den machinist J. K., van de „Spaarne-
stroom", wegens meineed ieder tot een ge
vangenisstraf van drie maanden.
Zooals men zich zal herinneren is op 12
Juni van het vorige jaar de „Spaarnestroom"
in de Noordzee onder de Deensche kust ge
zonken. De Raad voor de Scheepvaart stelde
hier een onderzoek naar in en de twee ver
dachten legden bij die gelegenheid onjuiste
verklaringen af.
De verdediger, mr. Kokosky, had aange
voerd, dat bij de behandeling van een zaak
voor den Raad van de Scheepvaart geen wet
telijk voorschrift het afleggen van den eed
vordert. Volgens art. 207 W. van Strafrecht
is z.i. slechts meineed mogelijk, wanneer een
onjuiste verklaring wordt afgelegd in ge
vallen, waarin een wettelijk voorschrift een
verklaring onder eede vordert.
De politierechter verwierp dit verweer, daar
de Schepenwet z.i. een eed vordert, indien de
Raad voor de Scheepvaart dit eischt.
GROOTE BOSCHBRAND IN
BRABANT.
Vuur tenslotte door een weg
tegengehouden.
TWEE BOERDERIJEN IN DE ASCH GELEGD.
Maandagmiddag omstreeks 1 uur is in een
schuur bij het gehucht Giersbergen (gemeen
te Drunen) brand uitgebroken^ welke nood
lottige gevolgen gehad heeft. Het vuur sloeg
spoedig over op twee boerderijen van de fa
milies Van der Meyden en Brekelmans, welke
binnen zeer korten tijd in lichter laaie ston
den. Een aangrenzend bosch werd tevens
aangetast en zonder dat men het vuur in zijn
vernielend werk kon stuiten brandde weldra
eenige hectaren dennenbosch. Een gelukkige
omstandigheid mag wel genoemd worden het
feit, dat de wind van het gehucht af stond,
zoodat de andere boerderijen van Giersbergen
geen gevaar liepen ,want door de geweldige
droogte stond binnen betrekkelijk korten tijd
een groote oppervlakte bosch in brand.
De politie van Drunen, alsmede de mare
chaussée van Waalwijk, hielpen hij het
blusschingswerk, dat voornamelijk geschiedde
door bewoners uit de omstreken.
Een geweldige rookontwikkeling vond
plaats, zoodat de brand tot ver in den om
trek te zien was. Tenslotte bleek, dat blus-
schen ondoenlijk was en men beperkte zich
er toe, dat de vernielende vlammen niet over
den verkeersweg NieuwkuykHelvoirt kon
den komen. Dank zij dezen weg is de brand
bedwongen.
Omstreeks 25 H.A. bosch en heidegrond is
verbrand. Deze grond behoorde aan verschil
lende eigenaren toe.
Persoonlijke ongevallen hadden niet plaats.
De schade is uit den aard der zaak aan
zienlijk. Omstreeks vier in den namiddag was
het gevaar voor verdere uitbreiding geweken.
„EXPLORATORY DIPLOMACY".
WASHBURN CHILD IN ONS LAND.
Zooals reeds werd gemeld, is de heer R.
Washburn Child, de speciale afgezant van
President Roosevelt, die een rondreis door
Europa heeft gemaakt ter bestudeering van
de economische en financieele verhoudingen
in Europa, dezer dagen te 's-Gravenhage aan
gekomen.
Ook aan Amsterdam zal hij een bezoek
brengen.
Maandag heeft de heer Child een onder
houd gehad met Minister Colijn en met Mi
nister de Graeff. Heden zou hij in Amsterdam
Mr. Trip, president van de Nederlandsche
Bank ontmoeten, vervolgens aanzitten aan
een lunch, welke de Nederlandsch-Ameri-
kaansche Kamer van Koophandel ter zijner
eere geeft en besprekingen hebben met ver
schillende vooraanstaande personen op finan
cieel en industrieel gebied.
De heer Child, die vroeger ambassadeur in
Rome was, heeft in den laatsten tijd Enge
land, Ierland, Frankrijk, Duitschland, Zwit
serland, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Tsjecho-
Slowakije, Polen en België bezocht op een
reis, welke hij aanduidde als van „Explorato
ry diplomacy".
In een interview met den heer Child, zeide
deze, dat hij op zijn reis en bij zijn besprekin
gen geen speciale voorstellen gedaan had. Hij
was in Europa om te leeren en niet om te on
derwijzen. Daarbij legde hij er den nadruk
op, dat Amerika bereid is om, naar beste kun
nen, mede te werken aan een nieuwen op
bloei van den internationalen handel.
Maar om te weten, wat wij in Amerika noo
dig hebben moeten wij eerst weten de plan
nen en meeningen van de beste en verstan
digste Europeanen.
Ik was echter verplicht verschillende per
sonen er aan te herinneren, dat de president
in handelsaangelegenheden en in kwesties
om handelsbelemmeringen te overwinnen
niet de tarief-bevoegdheden verkregen had,
alleen maar om als het ware met privileges
rond te gaan. De landen, die vasten voet op
onze markt met ongeveer 120 millioen koo-
pers wenschen te krijgen, moeten er voor
werken; zij moeten de markt bestudeeren en
nagaan wat wij noodig hebben. Dat is hun
taak en niet de onze, niettegenstaande wij
zeer verlangend zijn om tot samenwerking
te komen in vrijheid van goederenruil. Het
Amerikaansche volk heeft een instinctieve
voorkeur voor economische samenwerking en
waarschijnlijk heeft het ook meer vertrouwen
in deze samenwerking als zijnde de weg tot
vrede als in de methode van politieke allian
ties.
Wat de toestand in Europa betreft, is de
heer Child optimistisch gestemd. De vrees
wordt minder en de noodzakelijkheid zal wel
de wegen doen vinden om den handel weder
om op te bouwen en de Methode aanwijzen
om den levensstandaard in Europa te hand
haven.
De heer Child zal hedenavond ons land
verlaten en zich naar Londen begeven,