HET NIEUWE AVONDBLAD
Hoe komen we over het Noordzeekanaal?
Pont, brug of tunnel?
19e JAARGANG No. 209
DINSDAG 10 JULI 1934
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y3 cents incasso, per kwart-aal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V,
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN: 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeeiingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnéa van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
sijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van
een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000;— bij overlijden van man en
vrouw belden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over
lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meex
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-Bank to
Schiedam.
VELSEN.
Heden vóór 35 jaren werd het vonnis geveld
over de voetbrug te Velsen.
groote belemmering der scheepvaart zal wor
den als vroeger de draaibrug.
Tunnel of brug?.
Een unieke foto uit de oude doos (1890). De brug wordt na de aanvaring
weggehaald.
Den lOen Juli 1899, heden dus vóór 35 jaren,
werd het voorstel tot vervanging van de voet
brug over het Noordzeekanaal door een pont-
veer tot wet verheven.
En eenige jaren later kwamen er ingenieurs,
kwamen er arbeiders, kwamen er allerlei
werktuigen om de brug, de trouwe brug, die
Noord en Zuid aan elkaar verbond, die als het
ware voor Velsen onmisbaar was geworden,
weg te halen, den pijler op te ruimen en dit
alles te vervangen door een pont.
Waarmede de misère, de pontmisère begon,
welke nu al gedurende een dertigtal jaren een
onuitputtelijke bron van ergernis is voor al
die duizenden voetgangers, wielrijders, auto
mobilisten, auto- en wagenbestuurders, die
aan hun bedoeling, het kanaal over te steken,
nu eenmaal geen gevolg kunnen geven, zonder
gebruik te maken van het pontveer.
Een stukje geschiedenis.
De gemeente Velsen lag daar een zeventigtal
jaren geleden nog zoo rustig, we zouden kun
nen zeggen saevis tranquillus in undis, rustig
te midden der golven. Inderdaad, te midden
der golven. Want in het Westen bespoelden de
haren der Noordzee het vlakke strand, in het
'Oosten kabbelden de golfjes van het Wijker-
meer langs de welige polderweiden, die zich
uitstrekten achter de veilige, zij het ook be-
scheidene polderdijken.
Maar den 8en Maart 1865 was het uit met
de rust in Velsen. Dien dag toch ging de eerste
spade in den grond voor het graven van het
Noordzeekanaal. En van dien dag af werd de
•geographische eenheid onzer gemeente be
dreigd. Immers, het kanaal was zoo ontwor
pen, dat het de gemeente Velsen in twee on
geveer even groote deelen zou splijten, van
welke deelen echter het Zuidelijke van de
grootste economische beteeksnis was.
Naarmate de doorgraving van Holland op
z'n Smalst vorderde, voltrok zich de scheiding
tusschen Noord en Zuid en toen in 1876 d6
officieele opening van het Noordzeekanaal
plaats vond, was deze scheiding voltooid. De
eenige verbinding was nu de sluis in IJmui
den en de voetbrug te Velsen, welke de ge
meente van de Kanaal Maatschappij had ge
kregen in ruil voor de concessie tot het gra
ven in den bodem der gemeente.
Velsen was tevreden met de brug. Het ver
keer was in die dagen niet zoo erg druk en
alhoewel het maar een smal bruggetje was,
men kon het er mee doen.
Maar de scheepvaart dacht er anders over.
De doorvaart, een meter of twintig, bleek
spoedig veel te smal en de ongemakken, aan
de scheepvaart door de brug toegebracht, wa
ren vele. Zoo in 1890. Op den 3en October van
dat jaar, het was op een Zondagmorgen, werd
de brug aangevaren door een Duitsch bootje.
Het verkeer over de brug werd gestremd en
men moest met een roeibootje worden over
gezet. De pijler werd zwaar beschadigd; er
kwam een nieuwe voor in de plaats, die 15
M. in den grond stak en 8 M. daarboven, dus
totaal 23 M. hoog was. De pijler was zeker zoo
zwaar gemaakt om er een langere brug op te
kunnen laten draaien. Maar die langere brug
is nooit gekomen. Want de protesten tegen de
brug van de zijde van de scheepvaart groeiden
hoe langer hoe meer. Zij bereikten ook de
regeering, die er wel ooren naar had. En ten
slotte kwam het wetsontwerp, waarvan aan
hoofd van dit artikel melding is gemaakt.
Dit wetsontwerp heeft een storm van ver
ontwaardiging doen opwaaien onder degenen
die er belang bij hadden, dat de brug behou
den bleef. En dat was heel Kennemerland
van Haarlem tot Alkmaar, maar natuurlijk in
de allereerste plaats de gemeente Velsen, die
zich bedreigd zag in het bezit van iets, dat
haar van rechtswege toekwam. Tal van
adressen, voorzien van duizenden handteeke
ningen gingen naar Den Haag; men belegde
betoogingen, die door de Amsterdamsche
scheepvaart werden beantwoord met een
tegenbetooging.
Het kamerlid Lieftinck schaarde zich aan
de zijde van de pro-bruggers. De 7en Juni
1988 diende hij een amendement op het be
wuste wetsvoorstel in, dat tot strekking had
het behoud van de brug. Het werd met 7515
stemmen verworpen. Vijf weken later was het
pleit beslist. De Amsterdamsche scheepvaart
had den strijd gewonnen.
De ponten komen.
De eerste pont was de Kennemerland, die
ook thans nog in de vaart is. Zij werd ge
bouwd bij de scheepswerf „De Maas" in Rot
terdam en werd overzee via IJmuiden naai
de plaats van bestemming gesleept.
De pont zag er in haar kinderjaren geheel
anders uit dan thans. Het geheele vaartuig
was met glas overdekt. In het midden was
een loopbrug met stuurhut. Later is deze ge
heele bovenbouw er afgesloopt, nog weer
later ook de bekende wachthuisjes aan beide
zijden. De Kennemerland was evenals de la
ter gebouwde Velsen een „raderboot". Later
werden ze veranderd in kettingbooten. De
scheppen werden van de raderen afgenomen
en in plaats daarvan werden er kettingnok-
ken aangebracht.
Het verdwijnen van de brug was vooral
een groote handicap voor de tram, doordat
het aansluiten van rails groote moeilijkheden
opleverde, welke moeilijkheden ten slotte
werden opgelost door een ingenieur van
werkspoor. Ook de kleppen leverden groote
moeilijkheden op. Het is maar al te goed be
kend, welke narigheden men met deze pon
ten van den beginne af heeft ondervonden
en men zal zich kunnen indenken, hoe vaak
de bevolking de verzuchting heeft geslaakt
„hadden we onze oude brug maar weer
terug".
Merkwaardig is het, dat men ten slotte weer
is teruggekomen op het oude systeem van
vrij varende ponten,'al worden ze thans dan
niet meer voortbewogen door schepraderen
doch door schroeven.
Wat zal de toekomst brengen'
En thans staat de geschiedenis van de
oeververbinding weer voor een mijlpaal, weer
is de tijd rijp voor nieuwe plannen. En wel
om twee redenen: in de eerste plaats in ver
band met de vraag, of het mogelijk zal zijn,
het verkeer op den -duur met behulp van
ponten te kunnen houden.
Het laatste schijnt door de autoriteiten van
den Rijkswaterstaat niet geheel in twijfel te
worden getrokken, immers staat op het pro
gramma de aanleg van kunstwerken, die het
mogelijk maken, dat een vijftal ponten tege
lijk in de vaart is.
Of het echter wel ooit zoo ver zal komen,
mag worden betwijfeld. Het wil ons voor
komen, dat de waterstaats-autoriteiten, toch
eindelijk wel eens tot. de conclusie zullen ko
men, dat eens de tijd komt ,dat de ponten
het verkeer niet meer kunnen onderhouden
en al zou men hiertoe in staat zijn. het heen-
en-weer-varen der ponten een minstens even
Wat zal er dan moeten komen ter vervan
ging van de ponten? Een tunnel of een brug?
Een tunnel zegt Ir. v. d. Mey. Een brug, zegt
onze abonné de heer D. Bus te Velsen.
We zullen het plan van den heer v. d. Meij
even laten rusten en ons eerst bezig houden
met den brief, dien de heer Bus ons zond
en dien wij afdrukten in ons blad van 18
Juni j.l. De heer Bus is geschrokken van de
lengte van de tunnel, die de heer v. d. Meij
aannam op 1480 M., dus van een punt, bijna
700 M. ten Noorden, tot een punt. bijna 700
M. ten Zuiden. De heer Bus zag zich in ge
dachten al op weg van z'n woning naar het
gemeentehuis. Zoo ongeveer ter hoogte van
de Watervlietstraat dook hij in de tunnel om
ergens in de buurt van Waterland weer boven
waterpardon, boven de aarde te komen
om dan via de Meeryhetstraat naar het ge
meentehuis te tippelen. Een wandeling van
ongeveer anderhalf uur heen en terug.
Neen, geachte heer Bus, zoo erg wordt het
niet, noch bij een brug, die zeker met de op
ritten mee nog langer zou worden dan een
tunnel, noch bij de tunnel. De Antwerpsche
tunnel laat ons zien, dat men voor het lo
cale verkeer, in het bijzonder voor de voet-
;angers er wel wat op weet, om te vermijden
dat deze, van oever tot oever willende, de
;eheele tunnel behoeven af te leggen.
Ir. v. d. Meij dan heeft thans ongeveer een
maand geleden voor de Haarlemsche Kamer
van Koophandel een pleidooi gehouden voor
den bouw van een tunnel. Hij heeft in zijn
lezing er op gewezen, dat het verkeer op den
weg tusschen Haarlem en Alkmaar van 1923
tot 1935 met ca. 2200% zal zijn toegenomen.
In 1935 zullen 1.750.000 motorrijtuigen het
Noordzeekanaal moeten passeeren, in 1960
zal dit aantal 10.400.000 bedragen. Geen klei
nigheid.
Dit zijn cijfers ïn de lucht, maar ze zijn wel
zoo steekhoudend, dat we er uit mogen con-
cludeeren dat er spoedig een tijd zal komen
dat de ponten door iets ander vervangen moe
ten worden.
Door wat?
Door een tunnel natuurlijk. Ie er nog iemand
zoo naïef te denken, dat men in dezen „mo
dernen"' tijd waarin we niet anders hoor en
of lezen dan over luchtbescherming, een in
strument van zulk een groote strategische be-
teekenis als verbinding tusschen de Noorde-
ijken en den Zuidelijken oever van het Noord
zeekanaal zoodanig gaat construeeren. dat
slechts één welgemikte bom uit een vliegtuig
voldoende is om de geheele zaak in puin te
veranderen? We hebben ons wel eens. laten
vertellen, dat de tunnel in Antwerpen alleen
is gebouwd uit een oogpunt van strategie.
We krijgen dus een tunnel Maar waar. En
nu komen we aan de veronderstelling, zoowel
van den heer v. d. Mey als van den heer Bus,
dat deze zal komen ten Oosten (natuurlijk be
doeld op korten afstand) van het pont-
veer.
En hierin zullen de beide heeren wel heb
ben misgerekend. Onze waterstaat-ingenieurs
denken er, naar wij uit betrouwbare bron
hebben vernomen, heel anders over. Deze be
zien het vraagstuk van een heel ander en wel
van een -algemeen verkeersstandpunt. Als men
tot tunnelbouw overgaat, bouwt men natuur
lijk slechts één tunnel, een tunnel die niet
alleen zal moeten opnemen het verkeer Haar
lemAlkmaar, maar ook het verkeer Amster
damZaanstreek. En met het oog hierop, zal
men de tunnel eerder kunnen verwachten op
Amstei'damsch- dan op Velsensch grondgebied
(of Buitenhuizen?) Met op sommige plaatsen
een eenvoudig pontveer voor de locale verkeers
belangen.
Uit hoofde van het bovenstaande is de bere
kening van Ir. v. d. Mey aangaande de toe
neming der verkeersfrequentie niet bruikbaar.
Men zal ook rekening moeten houden met de
route AmsterdamZaanstreek v.v., waarmede
men natuurlijk tevens het pontveer aan de
Hembrug wil ontlasten.
Wel leven we snel. Wel heeft het verkeer
degenen, die geroepen zijn om dit ruimte te
bieden in de steden en op het land, voor groote
moeilijkheden geplaatst. Denk u eens aan dat
bruggetje, dat ondanks dat twee boerenwagens
elkaar ternauwernood konden passeeren, de
menschen in onze omgeving nog gelukkig kon
maken en welks verdwijning diezelfde men
schen tot wanhoop bracht; denk u ook eens
aan die files van tientallen, honderden auto's
die u wel eens queue hebt zien maken voor de
pont, des morgens aan de Zuidzijde, des avonds
aan den Noordkant.
Het vraagstuk van de kanaalkruising, voor
de oplossing waarvan onze deskundigen zich
thans geplaatst zien, is zeker een der moei
lijkste verkeerskwesties van dezen tijd.
Want het plan, dat men zal kiezen is een
plan van vele millioenen.
Misschien heeft men reeds gekozen; in prin
cipe dan. Misschien zijn er reeds kaarten in
het bureau van den een of anderen water
staatsingenieur, waar de plaats op staat aan
gegeven, waar men de tunnel denkt te bouwen
Daar deze ook zal komen, de heer Bus be
hoeft geen vrees te hebben dat hij den een of
anderen dag anderhalf uur zal moeten reser
veeren voor een wandeling van zijn huis been
en terug naar het gemeentehuis.
Laten wij hopen dat men bij de plannen ook
rekening houdt met de belangen van Velsen
die 35 jaar geleden met voeten werden getre
den.
S. B.
Het overlijden van Prins
Hendrik.
Gemeentekantoren gesloten.
Burgemeester en Wethouders hebben be
sloten in verband met het overlijden van
Prins Hendrik dat de kantoren en bedrijven
Woensdag den geheelen dag gesloten
zullen zijn.
Het bureau van den Burgerlijken Stand zal
op dien dag geopend zijn van 8.309 uur v.m.
uitsluitend voor die aangiften, waarmede met
het oog op den wettelijken termijn niet tot
den volgenden dag kan worden gewacht.
IJMUIDEN
OPENLUCHTSPEL VARA-INSTITUUT.
Het Tooneelfonds Vara-Instituut zal be
houdens toestemming der overheid op Zon
dag 12 Augustus op het terrein achter Kriem-
hilde nabij de spoorweghalte Velsen-Zeeweg
een openluchtspel op laten voeren. Des mor
gens zal voor de kinderen worden opgevoerd
het nieuwe werk van Richard Flinck. „De
dappere Jan Klaassen" en 's middags voor de
ouderen de 18e eeuwsche klucht „Don Colibra-
dos" van L. Holberg, een spel van den hoog
moed.
Deze stukken zullen in volle bezetting wor
den opgevoerd door De Jonge Spelers.
NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS.
Teneinde de leden der transportcolonne en
helpsters vertrouwd te maken met het ge
bruik van gasmaskers, zal hierin op Donder
dag a.s. een oefening worden gehouden. Den
leden wordt verzocht samen te komen des
avonds 8 uur op het terrein van den Ge
meentelenken Reinigings- en Ontsmettings-
dienst aan den Velserduinweg.
BINNENGESLEEPT.
De snurrevaadbotter SCH 38 werd Maan
dagmorgen alhier binnengesleept door den
Deenschen Kotter E 84. De botter had schade
aan den motor bekomen. Het krukmetaal was
nl. door warmloopen weggesmolten en de
kruk beschadigd.
VAN DE HARINGVISSCHERIJ BINNEN.
De stoomlogger Victor IJM 149 is van de
haringvisscherij binnengekomen met 18 last
pekelharing.
VELSER ZWEMVEREENIGING.
Schoolwedstrijden op Zaterdag a.s.
Zaterdag a.s. nam. half vier worden door de
V. Z. V. schoolwedstrijden georganiseerd in
het Zwembad nabij de Noordersluis.
Op het programma staan o.a. 50 M. school
slag voor Jongens en Meisjes en 50 M. vrije
slag voor jongens en meisjes, terwijl het in
de bedoeling ligt de scholieren van verschil
lende scholen tegen elkander uit te laten ko
men in een estafette van 3 x 50 M. zwemmen,
slag naar keuze. Hiervoor is een fraaie wis
selbeker beschikbaar gesteld.
Scholieren kunnen zich voor deelnemini
aan deze wedstrijden persoonlijk opgeven, of
door middel van hun leeraar bij den secreta
ris der Vereeniging S. Oudhuizen, Wijk aan
Zeeërweg no. 108, IJmuiden.
De inschrijving sluit a.s. Woensdagavond 8
uur.
Door deze nauwe doorvaart moesten de schepen naar Amsterdam passeeren.
BRAND IN EEN ROOKERIJ.
Gisteravond omstreeks half zeven bemerk
ten omwonenden, dat er brand was in de roo-
kerij van den heer T. G. aan de Middenhaven
straat. Men waarschuwde onmiddellijk de
brandweer, die ongeveer 10 minuten later
met de motorspuit ter plaatse arriveerde.
Spoedig was een tweetal slangen uitgelegd
en kon met- het blusschen worden begonnen.
Ofschoon een der rookhokken reeds fel brand
de slaagde de brandweer er in, den brand tot
dit cene hok te beperken. Het dak was echter
op eenige plaatsen reeds doorgebrand.
De oorzaak is onbekend. Het personeel had
ongeveer een uur voordat de brand uitbrak,
de rookerij verlaten. Het vuur was toen goed
afgedekt, doch vermoedelijk is het gaan von
ken en zijn daarbij de vonken in het hout
werk terecht gekomen.
STRANDDAG I. O. G. T.
J.l. Zondag hield het district „De Wachter"
der I.O.G.T. een stranddag, welke goed ge
slaagd mag heeten. Omstreeks 10 uur 's mor
gens werd het meerendeel der deelnemers
door de „Trio" overgezet naar het Noorder-
strand, dat met blauwe vlaggen feestelijk was
versierd. Ruim 300 personen waren aanwezig.
Na een korte toespraak van den voorzitter
werd het terrein voor de verschillende spelen
in orde gemaakt. Er werd gevoetbald, gehand
bald, men ging touwtrekken, zakloopen, blok-
jesrapen enz. alles met buitengewoon veel
enthousiasme.
Voor versterking van den inwendigen
mensch was een goed buffet aanwezig, waar
men voor weinig geld terecht kon.
Nadat te 5 uur de prijzen waren uitgereikt,
braken de deelnemers in opgewekte stemming
op, om gezamenlijk huiswaarts te keeren.
MOTORTRAWLER „LE MATELOT".
Van de werf van de N.V. Machinefabriek en
Scheepswerf van P. Smit Jr., alhier is Zater
dag met goed gevolg te water gelaten de
motortrawler „Le Matelot", welke zij voor re
kening van de Société de Pêche a Moteur te
Boulogna sur Mer in bouw heeft, aldus lezen
we in het Rotterd. Nieuwsblad.
Deze trawler, welke gebouwd wordt onder
speciaal toezicht van Bureau Veritas, klasse
t~ I. 3/3 F. 1.1. heeft de navolgende afmetin
gen: lengte over alles 42 M.; idem tusschen de
loodlijnen 38.63 M.; breedte 7.01 M. en holte
4.10 M.
De inhoud van de brandstofbunkers wordt
ruim gekozen en daar bovendien het brand
stofverbruik van den motor zeer gering zal
zijn, zal het schip geruimen tijd op zee kunnen
blijven.
Bijzondere zorg wordt besteed aan de isolatie
van het visehruim, zoodat de visch ook bij een
lang verblijf van den trawler op zee in uitste
kende conditie gehouden zal kunnen worden.
Op het achterschip wordt een reddingssloep
geplaatst.
Aan den voormast is een laadmast aange
bracht, welke bediend wordt door een electri-
sche lier, zoodat de trawler na aankomst vlug
gelost kan worden.
De hut van den kapitein bevindt zich op de
stuurbrug achter de stuurhut. Daaronder is
een hut voor twee officieren en een hut voor
de radio-installatie.
Achter de motorkamer en onder het hoofd-
dek zijn de hutten en de salon voor het machi
nekamer-personeel. Onder het bakdek is het
logies voor de overige leden der bemanning.
De hoofdmaehine bestaat uit een zescylin-
der Smit/Burmeister Wain Diesel motor,
enkel werkend, 4 takt, direct omkeerbaar, met
geforceerde smering en directe inspuiting. De
cylinders hebben een diameter van 330 m.M.,
terwijl de slag van den motor 600 m.M. is.
De hoofdmotor is voorzien van een aange
bouwde lens- en sanitaire pomp, koelwater-
pomp en smeeroliepomp, evenals van een
smeeroliekoeler.
Als hulpmotor wordt geplaatst een drie cy
linder, 4 takt. enkelwerkende Diesel motor.
Tot de hulpwerktuigen behoort o.a. een hulp-
Dieselmotor. welke een dynamo, een hulp-
luchtcompressor en een zoutwaterpomp aan
drijft.
De trawler wordt geheel electrisch verlicht
en voldoet aan de hoogste eischen, welke aan
een modernen trawler gesteld kunnen worden.
HET KAPITAAL DER DEENSCHE HAVENS.
De Deensche ingenieur C. A. Lassen te Hol
ding heeft een artikel gepubliceerd over het
verkeer in de Deensche provinciehavens in
het tijdvak der laatste 25 jaar en komt daarbij
tot de conclusie, dat deze havens zich steeds
meer ontwikkeld hebben ten kaste van Kopen
hagen.
Steeg het havenverkeer sedert den oorlog
in Kopenhagen met 20 pet., de kleine havens
hadden een dubbel zoo groote toeneming te
boeken. Voor den oorlog bedroeg de overslag
voor het geheele land voor meer dan de helft
ten bate van Kopenhagen, sedert is die over
slag door de opkomst der kleine havens tot
ongeveer een derde teruggeloopen.
In de laatste 25 jaar is er een kapitaal van
ca. 95 millicen Kr. in de provinciehavens ge
stoken, terwijl in dit tijdvak voor de uitbrei
ding en verbetering der haven van Kopenha
gen slechts 50 mill. Kr. zijn uitgegeven. Op het
oogenblik vertegenwoordigen de gezamenlijke
provinciehavxs 'n boekwaarde van ca. 100 mill.
Kr. (of het vijfvoudige van 20 jaar geleden"'
en van Kopenhagen alleen 57 mill. Kr. (tegen
26 mill. Kr. in 1910).
Met alle macht wordt aan een verbetering
van de vroeger kleine havens gewerkt; alleen
voor Aarhus is reeds 21 mill. Kr. uitgegeven
terwijl voor de vroegere Duitsche havens
Apenrade, Hadersleben en Sonderburg 5 mill.
Kr. werden toegestaan.
Opmerkelijk is. dat deze in de havens gesto
ken kapitalen wel hun nut blijken af te wer
pen. Niet alleen is het verkeer intensiever
geworden doch vrij groote schepen kunnen nu
rechtstreeks in de provinciehavens hunne la
ding afleveren. In de laatste jaren werden
Aalborg en Aarhus door gemiddeld 300 sche
pen boven 1000 N. R. T. bezocht in tegenstel
ling met vroeger, toen alleen kleine schepen
in de kustvaart in die havens konden komen.