KAMPEEREN.
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Straks rest me, na de beantwoording van de
briefjes, nog een zeer moeilijk werkje n.l. het
vaststellen van de prijzen verbonden aan den
schrijfwedstrijd. Er zijn zeer veel inzendingen
ingekomen en uit de meeste blaadjes blijkt,
dat de inzendster of inzender haar of zijn
uiterste best heeft gedaan. Zelf ben ik ook
nieuwsgierig naar den uitslag en begin dus
maar gauw aan de briefjes. Wie komt het
eerst uit de portefeuille? Witte Muis uit den
Haag.
Lieve WITTE MUIS. Wat vriendelijk van
Je mij een kiekje te doen toekomen. Ik ben et-
heel blij mede en zal het in één mijner foto
albums een plaatsje geven. Zeg, wanneer j~
naar IJmuiden komt, schrijf mij dan eenige
dagen te voren, dan schrijf ik je terug, en
meld je wanneer ik thuis ben, we kunnen
dan nader kennis maken. Na de vacantie ga
je dus naar het Lyceum. Maar goed je best
doen. Je vraagt me of ik wel eens in den Haag-
ben geweest. Ja zeker, dit jaar van Januari
tot Juni iederen Zaterdagmiddag om de veer
tien dagen. Met September, dus na de vacan
tie, waarschijnlijk weer. 'k Kom echter niet
dicht in de buurt waar je woont. Ik heb dan
les in het Ned. Lyceum in het Willemstraat
en ga vanaf het station met bus R. Mijn
adres luidt: Roggeveenstraat 27, IJmuiden
Dag Immy prettige vacantiedagen.
Goeden middag WANDELAAR. Of je een
prijs hebt en of Deugniet een prijs heeft?
Beste vriend ik weet het nog niet. k Zal eerst
de briefjes beantwoorden en dan de prijzen
vaststellen. Aan het slot van de rubriek komt
de uitslag, k Ben echter niet zoo vrijgevig met
de prijzen. Het werk moet, beoordeeld naai
den leeftijd van de inzendster of inzender
werkelijk goed zijn en bovendien keurig net
jes. 'k Heb trouwens steeds op de door nnj
gestelde voorwaarden gewezen. Je raadsel zal
ik plaatsen. ,.A
Lieve ZUS. Je schrijft me dat keer niet
veel nieuws. Wat prettig voor je dat je een
nieuwe jurk gekregen hebt. Je bent dit jaai
nogal verwend. Eerst een mantel en nu een
jurk. Zeg Zusje, een volgend keer een grooter
briefje? Prachtig. Dag Zus.
Best PIETJE PELLE. Jij hebt me weer
verrast met een gedicht, 'k Dacht de vorige
maal „de poëzieader is gesloten, er is geen
enkel gedicht bij al de briefjes". En nu kom
jij weer met een brief op rijm. k Zal het in
de rubriek onder 't hoofd dichtkunst plaatsen.
Dag Vriend.
Goeden middag BLIKOORTJE. Prettig
dat ik de verzekering van je krijg dat je me
niet zult vergeten. Ja zeker, mag je bij me op
visite komen. A.s. Woensdag 3 uur verwacht
ik je. Heb je een hoeveelheid gebruikte post
zegels, die je in deelen mag knippen, breng die
dan mede en tevens een wit schoteltje^ ont
bijtbordje of etensbord, 'k Zal je dan helpen
met het vervaardigen van een sierlijk wand
bord. Bezit je geen postzegels breng dan een
figuurzaag met toebehooren mede. Hout heb ik
voor je. We beginnen dan aan een aardig
sleutelhangertje. Afgesproken? Dag Blikoortje.
ZONNETJE. Dat zal een prettig dagje
worden aan het strand. Spelletjes, waaraan
prijsjes verbonden zijn, slaan altijd in. Jul
lie hebben dus reeds vooroefeningen gehou
den? k Ben nieuwsgierig naar den uitslag. Ge
zien de sigarenbandjesverzamelwoede onder
de schooljeugd, zal de album met die bandjes
door de meeste kinderen begeerd worden. Je
schrijft me natuurlijk of je een prijs gewonnen
hebt. Veel succes en mooi weer. Dag Zonnetje.
GOUDMUILTJIE. Uit de courant had ik
reeds het succes van de zangvereeniging
„Klimop'' vernomen. Een 1ste prijs. Wel gefe
liciteerd hoor. Zie maar eens welk werkje je
medebrengt. De uitslag van den schrijfwed
strijd wordt heden bekend gemaakt. De raad
seltjes plaats ik later wel eens. Dag Goud
muiltje.
Beste JULIAANTJE. Heb jij ook al een
nieuwe jurk gekregen? Daar geloof ik niets
van. Wil ik je eens iets vertellen? De jurk was
voor mij bestemd en is heel toevallig bij jou in
huis gekomen. Maar dat is niets hoor. Ik kom
de jurk wel terughalen. Je legt haar zeker wel
netjes ingepakt voor me klaar? Ik dank je
Dag Juliaantje.
Goeden middag DEUGNIET. Jij en je va
der zijn flinke wandelaars. Prettig dat je je
op je mondharmonica flink aan het oefenen
bent. Ben je zoo nieuwsgierig naar den uit
slag van den schrijfwedstrijd? Dat kan ik be
grijpen. Weet je wat ik graag zou willen? Ook
deel te kunnen nemen aan de wedstrijden en
dan de rest vul je maar aan. Dag Deug-
niet.
Beste JENNIE. In de a.s. vacantie kan je
met Zonnetje kennis maken. Zij neemt, even
als jij, deel aan onze wandelingen. Wat je al
niet angstig noemt? Maar je meent natuurlijk
„spanning". Grappig vind ik het, steeds te
vernemen, dat jullie zoo nieuwsgierig naar den
uitslag zijn. De raadsels neem ik dit keer niet
op. Ja Zonnetje en Zonnestraaltje doen goed
hun best. Dag Jennie.
Goeden middag vriend KABOUTER. Jon
gen ik ben zoo heel erg blij en weet je waar
om? Omdat je me schrijft „niet meer zoo on
tevreden te zullen zijn." Je briefje heb ik
thans met veel pleizier gelezen. Jij gaat naar
Naarden en pootje baden? Weet je waar je
waarschijnlijk dan ook heen gaat? Naar Oud-
Valkenveen, 'k Wensch jou en al je klassege-
nootjes mooi weer en een prettigen dag toe.
Zonnetje en Zonnestraaltje hebben hulp toe
gezegd. Dag Kaboutertje.
Goeden middag KOMIEK. Wanneer je
de courant ontvangt is de schoolstranddag
reeds voorbij, 'k Hoop dat je veel genoegen ge
had hebt. Je schrijft me „voor in de vacantie
ga ik frambozen plukken". Weet je hier in
de omgeving in het wild groeiende frambozen
te staan? Ik niet, wel in den tuin van een
klooster te Aerdenhout. Bramen, ja die weet
ik wel te vinden.
Dag Komiek.
Best NAAISTERTJE Ja je briefje was nog
precies op tijd. Witte Muis zal je wel niet ken
nen. Zij woont in den Haag. Haar geboorte-
naam is Immy Dijksen. Neen, ditmaal zag je
briefje er lang niet zoo goed verzorgd uit als
ik gewoon van je ben. Tijd of geen tijd vrouw
tje, je moet trachten altijd alles correct te
doen. Voortaan zijn de briefjes weer keurig?
Prettig. Dag Naaistertje.
ZONNESTRAALTJE. Ja. thans is er een
nieuwe kindervertelling met plaatjes in de
courant. Het is nu wel aardig van deze plaat
jes een boek te maken. Daarvoor moet je de
couranten vanaf heden tot a.s. Dinsdag be
waren en deze bladen Woensdagmiddag, wan
neer je bij me op visite komt, mede brengen,
'k Zal je dan laten zien en vertellen wat je
verder doen moet. Tot Woensdagmiddag 3 uur.
Dag Zonnestraaltje.
Goeden middag VERKENNER. Het versje
heeft dus dienst gedaan en het kwam dus nog
op tijd. Prettig dat je oom en tante, de nicht
jes en het neefje zulk mooi weer getroffen
hebben, 'k Kan me begrijpen dat het heerlijk
aan zee was en dat jullie eens flink zijn gaan
baden, graven, enz. Heeft je kleine zus het
ook prettig gevonden? Dag Verkenner.
DUINROOSJE. Wat jammer dat je te laat
bent met je inzending voor den schrijfwed
strijd. Dinsdagmorgen, 9 uur was de inzending-
gesloten. De prijzen heb ik nu reeds vastge
steld en kan en mag daar geen verandering
meer in aanbrengen. Het zou tegenover de
andere kinderen oneerlijk zijn. Het spijt me
heusch heel erg voor je. Je blaadje ziet er wel
keurig uit. Neen, op de wandeltochten wordt
niet gezwommen, 'k Zal jullie laten genieten,
prettig met jullie spelen en veel variatie in de
programma's aanbrengen maar, gezwommen
wordt er niet.
Beste PEPIJNTJE. Direct na ontvangst
van het briefje, heb ik het geopend. Ik was
zoo heel erg nieuwsgierig te weten of ik goed
geraden had en ja hoor, gelukkig wel. Wat
heb je voor Lientje een kleurrijke jurk ge
maakt. De andere poppen kinderen vinden de
jurk zeker ook heel mooi? Je kunt het anders
nog druk genoeg krijgen, tien kinderen van
kleeding voorzien, dat is geen kleinigheid. Wie
moet nu noodig weer wat nieuws hebben? Of
neem je eerst een poosje vacantie? In je vol
gend briefje hoor ik zeker nog wel iets van
de poppenfamilie? Dag Pepijntje.
Goeden middag VERGEETMIJNIET. Het
wandbord komt klaar, 'k Zal je extra komen
helpen evenals Jennie. Het antwoord van je
raadsel zal ik in één der volgende rubrieken
plaatsen. Ja zeker, wit katoen is ook goed,
breng het maar mede. Je blaadje voor den
wedstrijd zag er keurig uit, maar nu altijd
keurig werk leveren hoor. Dag Vergeetmijniet.
Best KEEPERTJE. Je bent, evenals je
zusje, veel te laat met je briefje voor den
schrijfwedstrijd en bovendien heb je in het
stukje fouten gemaakt en alle punten boven
de i's, ij's, enz. vergeten. Daardoor zou je werk
al was je op tijd geweest, toch niet eens voor
een beoordéeling in aanmerking zijn gekomen.
Een volgend maal beter zullen we maar ho
pen. Dag Keepertje.
UITSLAG VAN DEN SCHRIJFWEDSTRIJD
Groep 13-jarigen:
lste prijs: Blikoortje (Arjen Visser).
2e prijs: Filmsterretje (Grietje Visman)
Groep 12-jarigen:
le prijs: Naaistertje (Gretha Molenkamp).
2de prijs Goudmuiltje (Fredi Walthuis).
3de prijs Jennie (Jennie Ras).
Groep 11-jarigen:
lste prijs: Vergeetmijnietje (Maartje Vis)
2e prijs: Zonnetje (Jennie Maassen v. d.
Brink).
3e prijs: Tom Mix (Jacob Guyt).
Groep 10-jarigen:
lste prijs: Zus (Frida Visser).
2e prijs: Deugniet (Teunis Ras).
Groep 9-jarigen:
Prijs Ranonkeltje (Rie van Gelder).
Groep 8-jarigen:
lste prijs: Pietje Pelle (Herman Visser)
2e prijs: M. A. de Ruijter (Gerrit Taal).
Groep 7-jarigen:
lste prijs: Pepijntje (Hennie Stolk).
2e prijs: Juliaantje (Willemientje Visser).
Vriendinnetjes en vriendjes van harte ge
feliciteerd. In totaal kan ik dus vijftien prijs
jes uitreiken. Tot m'n spijt moest ik sommige
blaadjes op het eerste gezicht reeds op zijde
leggen. Inktvlekken, doorhalingen of rafelkan
ten ontsierden het werk. Zoo ontvang ik soms
zeer slordige briefjes terwijl er ook rubrieker-
tjes zijn die de briefjes altijd keurig schrij
ven. Blikoortje, Zus, Filmsterretje, Zonnetje.
Pepijntje en Naaistertje zenden altijd goed
verzorgde briefjes in. Maar jullie gaat natuur
lijk allemaal jullie best doen zoodat ik, wan
neer ik weer een schrijfwedstrijd uitgeschre
ven heb, aan iedere deelneemster en deelne
mer een prijs moet uitreiken. Afgesproken?
Prachtig.
De prijsjes kunnen a.s. Maandag pl.m. 5 uur
aan mijn woning, Roggeveenstraat 27, wor
den afgehaald.
DICHTKUNST.
Ingezonden door Pietje Pelle.
Al is mijn briefje klein
Toch zal het de moeite zijn
Want het is voor juffrouw Vijlbrief,
En die vind ik o, zoo lief.
En als ze met ons gaat wandelen
Dan zullen we heel wat verhandelen.
COED DUIKEN IS EEN KUNST!
OOK VERKEERD!!
GOED!!!
ZULKE VLIJTIGE JONGENS
Jan: Wat een strop, dat d-e vacantie voor
bij is!
Piet: Waarom een strop? Nou gaan we weer
fijn spijbelen.
PECH.
De familie is in Zandvoort aangekomen. Jan
vraagt: „Vader, zullen we voor of na ons
twaalfuurtje gaan zwemmen?"
„Laten we het er maar voor gaan doen jon
gen, want ik heb de heele tasch met broodjes
verloren."
REKENKUNSTJE.
Je zegt tegen een van je vrienden, dat hij
de getallen van 1 tot en met 9, met uitzonde
ring van 8, op moet schrijven.
Het getal wordt dus 12345679.
Nu zeg je hem een van deze cijfers uit te
kiezen en dit met 9 te vermenigvuldigen. Met
het nu verkregen getal, moet het eerste nog
eens vermenigvuldigd worden.
Het spreekt vanzelf, dat jij het getal niet
weet.
Is dit alles gebeurd, dan vraag je hem de
uitkomst te mogen zien en na er één blik op
geworpen te hebben, zeg je hem welk het cij
fer was, dat hij uitgekozen had.
Hoe kan dat? De oplossing komt volgende
week. TANTE TINE.
NIET GOED BEGREPEN
Jantje: Opoe, de meester heeft verteld, dat
er jaarlijks 500 olifanten noodig zijn om bil-
lartballen te maken.
Opoe: Wat benne dat toch knappe beesten,
jongen. Daar mot je een voorbeeld aan nemen.
Anders dan wij. De Chineezen beginnen
bij het bouwen van een huis met -het dak. dat
op palen geplaatst wordt, waartusschen muren
gemetseld worden.
De vacantie nadert, die heerlijke tijd, waar
in we naar buiten gaan, naar bosch, of zee en
strand. Het is dus tijd, om dete pakken.
IETS OVER KAMEELEN.
JANTJE SNUGGER AAN 'T WOORD.
Met hoeveel letters schrijf je „Stiens"?
Met zes zeg je?
Lekker mis, hoor! Ik zeg met twaalf!
Wat, zeg je, met twaalf?
Ja. met twaalf. Jullie tellen natuurlijk:
S-t-i-e-n-s is zes, maar ik zeg: STIENS min de
eerste s en min de laatste s. Blijft tien over.
Twee letters plus 10 is 12.
Kijk maar; zoo:
TIEN is
t\ .O -
12.
Waar.of niet?
JANTJE SNUGGER.
Kameelen kunnen er zich niet op beroemen
uiterlijk een mooi dier te zijn. Het plompe li
chaam met een of twee vetbulten op den rug-
en hier en daar met wollige haren bedekt,
wordt gedragen door vier wanstaltige pooten,
De hals is veel te zwaar voor het kleine hoofd,
dat met zijn korte recht opstaande ooren en
uitdrukkinglooze oogen verre van mooi is.
Toch is de kameel een zeer nuttig dier. Wat
zou b.v. een Arabier zijn zonder kameel?
Kameelen vindt men nergens in wilden
staat. Hoewel de kameelen eigenlijk één soort
uitmaken, onderscheidt men ze in één- of
tweebultige. De eerste, meer algemeen bekend
onder den naam van dromedaris, wordt aange
troffen in Afrika. De diensten, die hij in dat
land aan de menschen bewijst, zijn buitenge
woon. Zijn bouw stelt hem in staat de on
herbergzaamste streken te doortrekken en
daarom is hij het eenige dier, dat geschikt is
voor den transporthandel in de woestijn. Het
„schip der woestijn" maakt het den mensch
mogelijk te leven en te reizen te midden van
deze dorre zandige vlakten.
De voeten van het dier zijn zoo ingericht,
dat de kameel over zand kan loopen zonder
diep daarin te zakken. De twee teenen zijn on
derling verbonden en de heele voet is met een
breede eeltzool bedekt. Verder hebben ka
meelen zeer weinig behoeften, zij kunnen, als
het noodig is, wel negen dagen buiten water
en er zijn kameelen, die 35 a 40 mijlen per
dag afleggen en dit 8 tot 10 dagen volhouden,
zonder een noemenswaardige hoeveelheid
voedsel te gebruiken. De kameel is niet kies
keurig, wat zijn voedsel betreft. Hij eet alles,
wat hem wordt voorgezet, of liever wat hij
vinden kan, mits het plantaardig is. Want dit
dier is een echter herbivoor (planteneter).
Met het ruwste en scherpste gras waarvoor
zelfs een ezel zijn neus zou optrekken, kan hij
het weken lang uithouden en wanneer het
noodig is, stelt hij zich tevreden met een riet
mat of met een oude mand. Zijn gebit is zoo
sterk en zijn bek is zoo hard, dat niets door
hem behoeft te worden ontzien. De huizen
der inboorlingen in Oost-Soedan, die uit palen
zijn opgebouwd en met steppengras bekleed
moeten omgeven worden door een haag van
doornige takken, om de kameelen er af te hou
den. Het is meermalen gebeurd, dat de ka
meelen zoo n woning tot aan den grond heb
ben opgegeten. Dikwijls is de doornenhaag
niet eens een goede beschutting, aangezien de
scherpe doornen met het grootste gemak
door hem worden opgegeten en fijngeknauwd
zonder hun bek te kwetsen.
Er wordt wel eens van den kameel verteld,
dat hij een afzonderlijke inrichting zou bezit
ten om het water, dat hij in groote hoeveel
heden drinkt, als hij daartoe in de gelegen
heid is, te bewaren. De groote cellen in de
beide eerste afdeelingen der maag aanwezige
werden als een water-bewaarplaats beschouwd
waartoe zelfs de reiziger in den uitersten nood
zijn toevlucht zou kunnen nemen, om den
dorst te lesschen. Zoowel het een als het an
der is een fabel. Alleen als een kameel groen
voeder gebruikt, kan hij het langen tijd zon
der water stellen. Bij droog voer en groote
hitte vergaat hij reeds na drie dagen van dorst
Er is heel wat dressuur noodig, voor men
een kameel zoover heeft gebracht, dat hij
alle diensten bewijst, die men van hem trek
ken kan.
Als een kameel drie jaar is, wordt hij afge
richt tot rij- of lastdier. Hem wordt geleerd
te knielen, opdat men hem gemakkelijker kan
beklimmen of belasten. De last wordt lang
zamerhand vermeerderd en wanneer dit ge
leidelijk geschiedt, kan men het zoover bren
gen, dat de kameel in staat is een last te tor
sen van 400 tot 500 K.G. De wijze waarop ze
beladen worden is zeer eenvoudig. Een soort
van houten schraag, inwendig met vier kus
sens bekleed, vormt een zadel, dat op het
lichaam past en waaraan de voorwerpen met
koorden worden opgehangen. Een beladen ka
meel ziet er somtijds wonderlijk uit.
OOM KjEES.
DE UITRUSTING.
Het samenstellen van de uitrusting is wel
het belangrijkste onderdeel van het kampee
ren. Keuze is er voldoende, men moet zelfs op
passen niet te veel te kiezen. Als rugzak kan
men het beste een Bergan nemen, die van een
draagstel voorzien is, waardoor men geen last
er van heeft, dat de rugzak op den rug rust,
want hij steunt op heupen en schouders. Men
kan de Bergans in verschillende maten krij
gen, met 2 a 3 groote zakken aan den buiten
kant. Een militaire ransel is ook practisch,
maar heeft het nadeel zwaar op den rug te
rusten; in het begin is het niet bepaald pret
tig er mee te loopen. Neemt men een gewonen
rugzak zonder draagstel dan zorge men
er bij het pakken wel voor, dat aan den kant,
die op den rug komt, geen harde dingen zijn,
maar linnengoed. In dekens bestaat een ge
weldige keuze; de gewone paardedeken is vol
doende. Aanbeveling verdient het bij het sla
pen gaan over de reeds in de dekens gewik
kelde voeten een broek te trekken, waardoor
men een voetzak vormt; een probaat middel
tegen koude voeten. Beter en minder plaats
innemend is de donzen slaapzak, maar ook
duurder.
De verscheidenheid in tenten is enorm. Men
lette er steeds op, dat er een grondzeil bij de
tent is de kleine enkeldakstenten hebben
een ingenaaid grondzeil want een kurk-
drogen grond vindt men niet overal.
Als kooktoestel is de primus het meest aan
te bevelen; hij neemt weinig plaats in, kookt
vlug en brandt zuinig. Een spirituskoker met
„blokjes" gestookt, is in verbruik duurder en
alles duurt ontzettend lang ermee.
Bord, lepel en vork kunnen het best van
alluminium zijn, de beker daarentegen niet:
alluminium heeft de gewoonte goed te gelei
den, zoodat men een heeten kop thee niet
kan drinken, zonder vingers en mond te ver
branden. Een eenvoudige emaille kroes is uit
stekend.
Twee messen zou ik aanraden: één om
brood te snijden en te smeren, het tweede voor
de vuile werkjes: aardappels schillen, groente
schoonmaken, enz. Boterdoos en eierenbe-
schermers zijn eveneens onmisbaar.
Een broodzak is buitengewoon gemakkelijk
om dingen in te. stoppen, die men ieder
oogenblik noodig kan hebben; alleerst dus
brood, boter en fruit eet vooral veel fruit
onderweg! en handdoek en zwempak.
Een ieder begrijpt, dat de kleeding ook be
langrijk is: allereerst practisch, dan pas mooi.
Een korte broek is zoowel voor meisjes als
jongens aan te raden; vrij in beweging en
luchtig. De schoenen moeten breed zijn, zoo
dat men heel dikke wollen sokken dragen kan,
waardoor het wondloopen van voeten voor
komen wordt (de voeten geregeld met kamfer-
spiritus verzorgen, geeft een hardere huid),
sandalen zijn alleen voor heel sterke voeten
geschikt. Khaki hemd is uiterst aan te beve
len en twee borstzakken er op gestikt zijn
nuttig.
Neem vooral veel sokken mee (lederen
avond de voeten poederen), dubbel stel onder
goed, 3 a 4 handdoeken en 'n stapel zakdoe
ken. Wanneer men in de gelegenheid is veel
langer dan 14 dagen op trek te gaan, dan zou
ik aanraden de vuile wasch, bijv. na de helft
van den trektijd, naar huis te sturen en schoon
goed naar een vastgesteld adres na te laten
zenden. Pyjama, zeep, tandborstel, kam en
zwempak mogen natuurlijk ook niet thuis ge
laten worden. Een warme trui is niet over
bodig, want wanneer men niet naar zeer Zui
delijke landen trekt, zal men wel eens onaan
genaam kille dagen meemaken. In ons land
is een regenjas ook onmisbaar. Een loden jas
is 's zomers te zwaar en te warm. ook een
gummi-jas is te benauwd, daarentegen zijn
de zoogenaamde „windjacken" zeer goed en
het nieuwe soort lange regenjas uit tentdoek
vervaardigd, is ook zeer practisch.
Ik geloof nu wel, de voornaamste dingen be
sproken te hebben. Er zijn nog van die diverse
kleinigheden, die ik niet naar voren heb kun
nen brengen. Zoo heb ik bijv. niet over zon
nebril, crème tegen zonnebrand, twee zwem
pakken enz. enz. geschreven. Dit zijn echter
alles ingrediënten, die niet absoluut onmis
baar zijn-
Wel wil ik er nog even op wijzen, dat het
aanbeveling verdient een verbanddoos je mee
te nemen. Watten, verbandgaas, jodium en
pleisters komen altijd te pas.
Naald en garen, veiligheidsspelden en touw
moeten ook steeds meegenomen worden. Pan
toffels of beter nog gymnastiekschoenntjes,
moet men liefst ook meenemen; na een ver-
moeienden marsch is lichtere voetbekleeding
zeer aangenaam.
En nu: goeie trek!
E. W.