HET NIEUWE AVONDBLAD I9e JAARGANG No. 215 DINSDAG 17 JULI 1934 IJMUIDEP COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y2 cents Incasso, per kwartaal f 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmulden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V, Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN: 15 regels f 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnéü van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.'oij algeheele invaliditeit; 600.bij overlijden: 400.bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.bij verlies van een wijsvinger; 100.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij break van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; f 5000.— bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van yisschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van f 2000.—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of mee* abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachten* deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-Bank ié Schiedam. Het Leeren Ding. Ei* doet zich een naar geval voor met Het Leeren Ding, waarmee ik onzen Nationalen Voetbal bedoel. Het Leeren Ding wil niet meer tot rust komen. Het kan, om zoo te zeggen, niet uitgerold raken. Zondag had K.F.C. moe ten winnen van Willem II, of ermee gelijk spelen, om het kampioenschap van Nederland te winnen. K.F.C. rekende er al op en had voorbereidingen getroffen voor een feestje in het aloude Koogsche etablissement bekend als „de Waakzaamheid". Helaas.de waakzaamheid der K.F.C.'ers schoot tekort. Zij verloren met 23, met het droevige gevolg dat de zomer- sche kampioenscompetitie eindigt met drie clubs in gelijk aantal punten bovenaan. K.F.C., Willem II en Ajax hebben elk 10 punten uit 8 wedstrijden behaald. En volgens reglement moet dit drietal nu weer opnieuw beginnen. Het moet een halve competitie spelen. Eindigt die weer in dead-heat, dan beslist het doelge- middelde van de nu gespeelde competitie en is Ajax kampioen. Maar de drie nog te spelen wedstrijden zullen het seizoen verder verlen gen en dan zijn we nog maar enkele weken van het volgende seizoen af. Bijna is thans het eindpunt bereikt. Bijna duurt het voetbalseizoen het heele jaar door. Dan is het geen seizoen meer. Nog één stapje verder, en het vorige voetbaljaar dringt het volgende binnen. Dan moet Ajax zijn compe titieprogramma onderbreken om voor het kampoenschap van verleden jaar te spelen. Dat zou het ergste niet zijn, maar erger is dat ons z.g. voetbalseizoen een voorbeeld van slechte organisatie begint te worden. Wij be zitten in Karei Lotsy een groot componist-en- dirigent van Nederlandsche Elftallen, die zoo wat twee klassen beter spelen dan onze beste eersteklassers. Maar dat is dan ook d e glorie van ons voetbal. De rest is niet naar rato. Dat Lotsy op zoo'n rommelige basis nog zooveel weet te bereiken strekt hem tot extra eer. Maar dat hij ijvert voor de instelling van een hoofd klasse kan ik me voorstellen. Terwijl Het Leeren Ding in ons land nog maar staag voort-huppelt, door steeds moeder voeten voortgedreven, en het straks Augustus zal binnenrollen, is 't voetbalseizoen in andere landen al sinds maanden beëindigd. Wij alleer beoefenen deze chinoiserie. Het bezit van vijl eerste klasse afdeelingen tellende vijftig eerste klassers een belachelijk aantal voor zoo'r klein land noopt to* het spelen van eer kampioenscompetitie die nog eens maanden duurt: Maar ook de promotie- en degredatie- wedstrijden, gehandhaafd ten bate van de clubkassen vorderen veel te veel tijd. Er wordt voetbal gespeeld in temperaturen, die er totaal ongeschikt voor zijn. Het is natuurlijk zeer on gezond, en laatst is 't voorgekomen dat in een promotiewedstrijd acht spelers, bevangen door de hitte, door anderen vervangen moester worden. De Koninklijke Nederlandsche Voetbal Bond zal een anderen weg dienen in te slaan. „In der Beschrankung zeigt sich der Meister", zegt een Duitsch spreekwoord, dat overigens niet door Hitler en G-oermg is uitgevonden. Het is nochtans een waarheid. De K. N. 'V. B. zal ook matigheid en zelfbeperking moeten gaan toe passen, anders zal op den duur de belangstel ling voor de voelbalsport er de kwade gevolgen van ondervinden. Nu al is de interesse voor het kampioenschap van Nederland tot nabij het nulpunt gedaald, behalve in Amsterdam, de Koog en Tilburg. Maar de spelers van de drie betrokken clubs schijnen er dik genoeg van te hebben, en het spelpeil van deze wedstrijden zakt ieder jaar een paar graden verder, naar mate de thermometer erbij stijgt. Niemand is enthousiast over de aanwezigheid van vijftig politieke partijen in ons land. Dat is versnip pering van krachten. Onze sportieve voetbal- jeugd vertoont precies hetzelfde met haar vijf tig eersteklassers. Ik vindt het jammer omdat de sport in dit tijdsbestek een belangrijker rol te vervullen heeft dan ooit. Geef het volk Spelen. Het heeft er groote behoefte aan. Maar geef die spelen dan ook zoo goed mogelijk. Organiseer ze met gezond inzicht en ruimen blik, en regeer ze Wat nu vertoond wordt is slap beleid met als resultaat een vertooning waar men op z'n best om lacht, en waarvoor men zich zou schamen als de buitenlandsche pers het ge val in de gaten kreeg en er over ging schrij ven. Wij hebben nogal wat zelfrespect op het punt van organisatie, en in vele gevallen met reden. Wij vinden ons zelf heel wat beter or ganisators dar. b.v. de Belgen. Maar de Ko ninklijke Belgische Voethal Bond heeft zijn voetbalseizoen veel beter georganiseerd dan wij het onze, bezit een hoofdklasse van 14 clubs en heeft zich altijd onthouden van het hittevoetbal dat bij ons tot een kwade en nog steeds toenemende gewoonte is geworden. Misschien zal de onverwachte nederlaag- van K.F.C., die den toestand maller dan ooit tevoren heeft gemaakt, verbetering tengevolge hebben. Het is wel hoog tijd dat die komt. R. P. De invoer van visch in België. IJMUIDEN Visch aan de grenzen in beslag genomen. Naar Het Vlssc'herijblad meldt, is de Belgi sche douane verleden week doortastend op getreden tegen importeurs, die de voorschrif ten der contingenteering hebben overtreden. In Esschen werd visch, kleiner dan 40 c.M. waarvan zooals men weet, de invoer in België verboden is, aangetroffen in zendingen, ge adresseerd aan zes verschillende importeurs. Het blad meldt echter niet, uit welke plaats in ons land de visch is verzonden, maar er zal ongetwijfeld wel visch. «afkomstig uit IJmuiden bij zijn geweest. De visch werd in beslag genomen en in Antwerpen verkocht. In Adenkerke hadden eenige importeurs het aangedurfd, visch als zoutevisch aan te geven terwijl ze slechts licht met zout was bestrooid. Deze visch werd later als versche visch op een stedelijke vischmijn verkocht, wat aanleiding gaf tot een geschil tusschen den importeur en het stadsbestuur. Toen het tolkantoor te Adinkerke weigerde dergelijke met zout bestrooide visch als zoute visch door te laten, vonden de importeurs er iets anders op. De visch werd niet meer in kisten bij de douane aangeboden, maar in vaten, die een min of meer sterke pekel be vatten. Het gelukte den handigen importeurs in derdaad, eenige malen de douane te verschal ken. Maar het liep spaak toen ook anderen het gingen wagen. Het gevolg was, dat er een ongewoon groote hoeveelheid gepekelde schel- visch en makreel werd ingevoerd, hetgeen argwaan verwekte. Verleden week werden twee zendingen aan gehouden; monsters werden naar het betrok ken departement opgezonden en na een des kundig onderzoek kwam men tot het resul taat, dat deze visch als versche visch moest worden beschouwd. De eerste overtreder kreeg 2000 fr., de tweede 5000 fr. boete. Deingevoerde vischsoorten behoorden na tuurlijk tot die, waarvan de invoer verboden Is. Comité Vac. Kinderfeest „Groot-IJmuiden". Het 7e Vacantie-Kinderfeest. DE DUTTSCHE TRAWL-HARINGVISSCHERIJ De Nordsee A.G. heeft aan de Frerichswerft te Einswarden opdracht gegeven het verbou wen van zes stoomtrawlers tot haringtrawlers. Het zijn de Offenbach. Bahrenfeld. Johar.n Hinrichs. Neumühlen, Barmen en Essen. Deze trawlers zullen de haringvisscherij met het sleepnet gaan uitoefenen en de vangst zal, evenals bij de loggers direct op zee gezouten worden. Het gaat hier dus, schrijft de Deutsche Fischerei-Rundschau, om de interessante proef, de voordeelen van de loggervisscherij met de voordeelen van de sleepnetvisscherij betere vangstresültaten. te combineeren. Het blad teekent nog hierbij aan, dat het er steeds op gewezen heeft, dat de toekomst der haringvisscherij bij de sleepnetvisscherij ligt. Dezb dagen heeft het Comité vergaderd en vastgesteld, dat het uitstapje ditmaal zal plaats vinden op Vrijdag 3 Augustus. Indien toestemming wordt verkregen van het ge meentebestuur van Heemstede zal de dag worden doorgebracht in het bosch Groenen- daal. Per trein gaat men dan naar de halte HeemstedeAerdenhout en vandaar te voet naar het bosch. De inschrijving tot deelneming heeft Woensdagmiddag, 25 Juli a.s. plaats. De plaats en uren worden nader per raambiljet bekend gemaakt. De geldmiddelen laten dit jaar slechts een deelneming van ongeveer 200 kinderen toe. Het Comité hoopt, dat dit jaar zich vele kinderen zullen opgeven van ouders, die niet direct steuntrekkend, maar toch door de crisis getroffen zijn. Trouwboekje moet met de inschrijving worden medegebracht en indien de vader werkloos is, ook de stempel kaart. GEMEENTELIJKE VISSCHERIJSCHOOL. In de afgeloopen week zijn de volgende leer lingen geslaagd: Voor schipper aan boord van stoomzeevis- scbersvaartuigen: J. Ham, J. Zwart en W. Groen. Voor machinist op stoomzeevissehersvaartui- gen: J. Visser, C. E. Visser, E. A. de Groot, W. de Back, P. van Gelder, J. van Alphen, Th. As sendelft, A. de Back en T. Dijkstra. Voor machinist-stoker: A. Bron. Voor het certificaat „Internationale regelen ter voorkoming van aanvaringen op zee": B. Smit, C. Kuiper, A. Sloot, G. Zwart en K. de Groot, VELSEN Gemeentelijke Lucht beschermingsdienst. Het verleenen van geneeskundige hulp bij massa-ongevallen. De directeur van den Gem. Geneesk. en Ge zondheidsdienst schrijft ons: Waar vele en ernstige gewonden zijn. is ge neeskundige hulp noodig. Of de oorzaak een spoorwegramp is of een explosie in een fa briek, een cycloon of een luchtbombardement doet niets ter zake, er moet hulp worden ver leend. Het is goed om die zaak eens ernstig onder de ocgen te zien Tijdig verleenen van de noodige eerste hulp aan een honderdtal gewonden, het vervoer der gewonden naar een ziekenhuis en de verdere behandeling en verpleging is niet eenvoudig, vooral in een gemeente als Velsen met slechts een eenvoudigen gemeentelijken geneeskundigen dienst en een dito particulie ren eersten hulpdienst. Daar staat tegenover, dat in de gemeente Velsen groote bedrijven zijn gevestigd en er een vrij druk spoorweg verkeer is. Gelukkig zijn er verschillende voor schriften. hoe gehandeld moet worden bij spcorwegongevallen, en hebben de groote be drijven ook het hunne gedaan om bij even- tueele rampen zooveel mogelijk eerste 'hulp te verleenen, maar het is toch de vraag, of dat voldoende is om aan zeer ernstige gebeurte nissen het hoofd te kunnen bieden. En het is wel zeker, dat er geen voldoende geneeskun dige organisatie bestaat om op doeltreffende wijze te kunnen optreden bij luchtbombarde menten. Nu dit laatste gevaar ook oftze aandacht vraagt,, is het geheele vraagstuk van het ver leenen van geneeskundige hulp bij massa- ongevallen in een meer acuut stadium geko men. Vertrouwde men bij spoorwegongevalien op de bestaande organisatie en bij fabrieks- rampen op het particuliere initiatief, de mo gelijkheid van een vijandelijken aanval uit de lucht eischt, dat men zich afvraagt, wat er in zoo'n geval zou moeten gebeuren. Het is zoo gemakkelijk om te zeggen, dat dan alle dok ters en verpleegsters en Roode Kruisleden zoo vlug mogelijk <met al het verbandmateriaal, etc., dat ze hebben, naar de plaats van het onheil moeten gaan er dat het dan verder wel in orde zal komen: de gewonden moeten natuurlijk allemaal naar het St. Antoniuszie- kenhuis of naar het Roode Kruisziekenhuis te Beverwijk. Dat lijkt misschien heel eenvoudig, maar het is het niet. Om te beginnen moeten al die personen dan toch eerst gewaarschuwd worden. Er meet dus van tevoren worden af gesproken, hoe dat zal gebeuren. Dan moet ieder weten, waar hij heen moet en wat hij doen moet, anders zal men elkaar oo de eene plaats voor de voeten loooen, terwijl op een andere plaats gewenden b1 ij ven liggen zonder hulp. En dan het vervoer. Wij hebben in de ge meente voor zooiets niet genoeg ziekenauto's. Er moeten dus van tevoren a.h.w. auto's be sproken worden, die gemakkelijk voor gewon- denvervoer ingericht moeten kunnen worden De ziekenhuizen moeten zich snel kunnen aan passen aan de ontvangst van een groot aantal gewonden. Dat moet van tevoren terdege over dacht worden. En dan de z.g. gaszieken, dat zijn personen, die met een schadelijk gas zijn besmet, Wie moet hun de eerste hulp verlee nen, hoe moeten zij vervoerd wonden en waar heen? Deze menschen zijn zeer besmettelijk. Dat moet allemaal vooraf worden vastgesteld, dat moet geleerd worden. Nu we behalve met spoorweg- en fabrieks- rampen ook rekening hebben te houden met luchtbombardementen, moet er een genees kundige dienst worden georganiseerd, die aan een honderdtal het kunnen er neg wel veel meer zijn gewonden en gaszieken de noodige eerste hulp kan verleenen en hen op snelle wijze kan vervoeren naar een plaats, waar zij verder behandeld kunnen worden. Daarvoor is in de eerste plaats noodig. dat gerekend kan worden op een aantal perso De Roemeensche minister-president heeft een bezoek aan Parijs gebracht. V. 1. n. r.: Slaves, Roemeensch minister van financiën; Barthou, minister van buitenL zaken van Frankrijk; Tatarescu, Roemeensch minister-president en de beide Fransche ministers Doumergue en Créron. nen, die bereid zijn hun medewerking te ver leenen. Natuurlijk komen daarvoor in aanmer king: artsen, verpleegsters, leden van het Roode Kruis, van transportcolonnes, van red dingsbrigades, etc., maar ook niet-deskundigen kunnen belangrijke hulpdiensten vervullen. Alle artsen hebben reeds hun medewerking toegezegd, terwijl van de verpleegsters natuur lijk niet anders wordt verwacht. Aan ieder moet een bepaalde functie worden toegewezen, afhankelijk van zijn of haar deskundigheid en belangstelling. Zoo noodig dient men de ver eischte opleiding voor die functie te ontvangen. Verder moet gezorgd worden, dat men de be schikking heeft over het benoodigde materiaal zooals verbandmateriaal, geneesmiddelen, ont- imettingsmateriaal, gasmaskers en beschut tende kleeding, transportmateriaal, enz. Het doel van de Geneeskundige Dienst moet zijn het opzoeken van gewonden en eventueele gaszieken, het verleenen van eerste hulp ter plaatse, het vèrvoer naar een veilige plaats en het verder behandelen en verplegen. Daar bij moeten gewonden en gaszieken streng van elkaar gescheiden te blijven, aangezien de laatsten besmettingsgevaar opleveren. De ge wonden. speciaal de zwaargewonden, moeten zoo spoedig mogelijk afdoende geholpen wor den. de gaszieken moeten zoo snel mogelijk naar de ontsmettingplaats vervoerd worden. Dus: op het terrein van de ramn alleen eerste hulp verleenen en geschikt maken voor ver veer, daarna snel vervoeren (dus per autol en ten slote in een ziekenhuis, resp. ontsmet tingsinrichting de eigenlijke behandeling ver leenen. Men kan dus a.h.w. spreken van een buiten dienst en een binnendienst. Voor den buiten dienst zijn noodig reddingsploegen, die beschik ken over de noodig auto's, voor binnendienst is noodig een ziekenhuis. Bij gevaar voor een luchtbombardement zijn tevens noodig eerste- hulp-posten en een ontsmettingsinrichting. De eerste hulpposten bevinden zich op ver schillende punten in degemeente, vooral in het meest bedreigde deel. Een eerste-huln- post bestaat uit minstens twee personen, liefst Roode Kruisleden, die tot taak hebben om aan hen, die zich bij hen vervoegen, eerste hulp te verleenen De reddingsploegen bestaan uit een genees kundigen leider, een ploegcommandant en ze ven manschappen. Zij hebben tot taak de ge wonden en eventueel gaszieken op te zoeken, hun ter plaatse de noodige eerste hulp te ver leenen en hen daarna zoo snel mogelijk te ver voeren. Een reddingsploeg moet beschikken over auto's voor zittende gewonden, voor lig gende gewonden, voor liggende gaszieken en voor zittende met gas besmette personen. Het spreekt vanzelf, dat bij een luchtbom bardement alle leden van eerste-hulp-posten en reddingsploegen voorzien moeten zijn van gasmaskers en beschuttende kleeding. De binnendienst, omvattende de eigenlijke behandeling van de gewonden en gaszieken, speelt zich binnenshuis af. d.w.z. in een zie kenhuis of daarvoor geschikt gemaakt gebouw. Ook hier moeten eventueel gewonden en gas zieken van elkaar gescheiden blijven. Om aan den aanvoer van een groot aantal gewonden het hoofd te kunnen bieden worden er verschillende afdeelingen ingericht, n.l.: 1. een afdeeling „aankomst en sorteei*ing", waar alle gewonden aankomen en gesorteerd worden en vanwaar zij gebracht worden naar een der beide volgende afdeelingen, 2. een afdeeling „lichtgewonden", 3. een afdeeling ..zwaargewonden". Elk dezer afdeelingen staat onder leiding van een arts, die daarbij wordt geassisteerd dool het noodige personeel (verpleegsters en helpers voor het uitladen uit de auto's en voor het vervoer van de eene afdeeling naar de an dere h Al naar den ernst hunner toestand blij ven de gewonden ter verpleging in het zieken huis of gaan naar huis. Het kan noodig zijn, dat nog een noodziekenverblijf moet worden ingericht, waarvoor ook weer personeel noo dig Ls. En ten slotte is er nog een afdeeling „aan vulling materiaal", vanwaar uit de reddings ploegen zoo noodig van nieuwe voorraden verbandmateriaal, etc. worden voorzien. Voor de gaszieken is de hoofdzaak de ont smetting. Aangezien de ontsmetting, om doel treffend te zijn, zoo spoedig mogelijk moet plaats hebben, moet elke stagnatie zooveel mogelijk worden vermeden. Daarom zijn er ook voor de gaszieken verschillende afdeelingen, namel. 1. een afdeeling „aankomst- en eerste hulp", waar oogen, neus, keel en bespatte huidgedeel ten worden behandeld en de bovenkleeding wordt uitgetrokken en ontsmet. 2. een afdeeling „ontsmetting", waar de gas zieken worden ontsmet door afwasschen met warm water en groene zeep, 3. een afdeeling „kleeding", waar ieder van schoone kleeren wordt voorzien, 4. een afdeeling „nabehandeling". Alle gas zieken blijven daar onder observatie, omdat nog uren later ernstige ziekteverschijnselen kunnen optreden, 5. een afdeeling „aanvulling materiaal" voor de reddingsploegen. De verschillende afdeelingen voo* gaszieken staan gezamenlijk onder leiding van een arts. terwijl in elke afdeeling het noodige personeel moet zijn. Het personeel voor de behandeling der gas zieken moet grootendeels deskundig zijn, voor een deel is dat niet noodig, b.v. voor de afdee ling kleeding, een paar flinke vrouwelijke hulp krachten zijn daar volkomen op haar plaats. Het personeel moet vrij talrijk zijn. omdat verschillende afdeelingen nog weer gesplitst moeten worden in een voor mannen en een voor vrouwen. Uit het bovenstaande blijkt, dat voor de or ganisatie van een volledigen Geneeskundigen Dienst, dus bestaande uit een buitendienst met reddingsploegen en eerste-hulp-posten en uit een binnendienst met afdeelingen voor ge wonden en gaszieken een groot aantal perso nen noodig is. De artsen, die gevraagd zijn. hebben allen hun medewerking toegezegd en van de verpleegsters wordt niet anders ver wacht, zooals tevoren al werd opgemerkt. Koningin dankte per radio. Voor het medeleven bij den dood van Prins Hendrik. „De witte uitvaart gaf weer wat in de harten van velen leefde". Gistermiddag te half een heeft de Koningin per radio haar dank betuigd voor het mede leven van het Nederlandsche volk bij het over lijden van Prins Hendrik. De rede werd in het Koninklijk Paleis uit gesproken. In de Groote Kerk te 's-Graven- hage werden voor de rede op het orgel twee coupletten van het "Wilhelmus gespeeld en na afloop het „Wien Neerlandsch Bloed" welke eveneens werden uitgezonden. „Het is mij een behoefte des harten mijn volk, zoowel hier te lande als in Nederlandsch Indië, Suriname en Curacao, mede namens mijn dochter, onzen warmen dank te betuigen voor de treffende en geheel eenige wijze, waarop het van zijn genegenheid en aan hankelijkheid voor mijn innig geliefden echt genoot bij zijn zoo plotseling verscheiden heeft blijk gegeven, zoowel door den bloemenschat aan zijn baar gelegd, als door den treffenden afscheidsgroet, hem ten paleize en bij zijn patsten gang gebracht. Wij zijn dankbaar en ontroerd, dat hij zich door zijn goedhartig heid en vriendelijkheid en eenvoudige inborst zoovele vrienden heeft gemaakt; dat zijn ar beid voor ons volk en zijn toewijding aan des- zelfs belangen in zoo'n ruimen kring waar deering vinden, vervuit ons evenzeer mèt er kentelijkheid. Moge zijn streven en arbeid door allen, die met hem hebben samenge werkt, met dezelfde toewijding en vooïtva- rendheid worden voortgezet. Behoef ik U de verzekering te geven dat de spontane en laat ste hulde aan hem een zegen en uw hartelijk medeleven en deelneming in onze smart voor ons een groote en wezenlijke troost is? Bij hoogtijden en opeenvolgende herden kingen zijn hechte banden tusschen mijn volk en tusschen mij en mijn huis gevlochten en leven onvergetelijke herinneringen van lief de, aanhankelijkheid en trouw in mij voort. Hoezeer hebben wij dit in de moeilijke dagen welke wij dit jaar doorleefden bevestigd ge zien. Ik weet, dat zijn witte uitvaart uitdrukking en vorm heeft gegeven aan hetgeen in veler harten leeft. Steeds heeft hij anderen erop gewezen, het nieuwe leven dat hen wacht, te zien in het licht en de blijdschap, die voor hen aanstaande zijn. Moge zijn wensch vervuld worden, dat de indruk, dien zijn uitvaart zal achterlaten, voor velen een blijvende zegen zij. Wat ons betreft, wij willen niet in de eerste plaats zien op wat wij in onze geliefde ont slapenen binnen het korte tijdsbestek van vier maanden verloren, doch wel op den zegen, dien wij ontvingen, den zegen van Christus' sterven en opstaan, die juist nu zulk een bijzondere beteekenis voor ons kre gen. Wij willen den blik opwaarts richten naar het Licht, naar den Vrede, welke thans het deel zijn van lien, die wij afstonden en ons ieder opnieuw met hen verblijden in hun geluk. Ik dank God voor al hetgeen mij ge spaard bleef, voor hetgeen mijn innig ge liefde dochter voor mij is en voor de liefde van mijn volk, aan welker belangen mijn bes te krachten te wijden mij steeds een vreugde en een voorrecht is". Het is niet bij elke ramp noodig, dat de ge heele dienst in werking komt. Dat zal eigenlijk alleen het geval zijn bij luchtbombardemen ten. Bij andere rampen zal altijd met een ge deelte kunnen worden volstaan; het heeft dan b.v. geen zin om alle eerst-hulp-posten te laten betrekken, terwijl dan ook meestal alles, wat voor de hulp aan gaszieken bestemd is, ach terwege kan blijven. Wanneer men evenwel een Geneeskundigen Dienst in elkaar heeft gezet, zooals boven omschreven, en ieder weet, wat hij doen moet en hii kan dat ook doen, dan is men op alles voorbereid. Het kost ons altijd moeite om ons in te den ken in de een of andere ramp en van alle ram pen is de oorlog zeker wel de ergste. Wij hopen, dat wij daarvoor gespaard mogen blijven, maar de toestand in Europa roept twijfel bij ons op.dan mag er ook niet langer gewacht worden om de maatregelen voor te bereiden, die noodig zijn cm mogelijke slachtoffers zoo goed mogelijk te helpen. Het gaat om de ge zondheid om het leven van onze medebur gers, van onze vrouwen, onze mannen, onze kinderen. Hun hulp te bieden, dat is het doel van den Geneeskundigen Dienst. Zij' of hij, die bereid is op de een af andere wijze in deze organisatie mee te werken, wordt verzocht zich tot ondergeteekende te wenden, die gaarne alle gewenschte inlichtingen ver strekt. Dl*. L. S. LIMBROGH MEIJER,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1