HET NIEUWE AVONDBLAD
I9e JAARGANG No. 215
DINSDAG 17 JULI 1934
IJMUIDEP COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents Incasso, per kwartaal f 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmulden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V,
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN: 15 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnéü van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000.'oij algeheele invaliditeit; 600.bij overlijden: 400.bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.bij verlies van
een wijsvinger; 100.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij break
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; f 5000.— bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over
lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van yisschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van f 2000.—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of mee*
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachten*
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-Bank ié
Schiedam.
Het Leeren Ding.
Ei* doet zich een naar geval voor met Het
Leeren Ding, waarmee ik onzen Nationalen
Voetbal bedoel. Het Leeren Ding wil niet meer
tot rust komen. Het kan, om zoo te zeggen,
niet uitgerold raken. Zondag had K.F.C. moe
ten winnen van Willem II, of ermee gelijk
spelen, om het kampioenschap van Nederland
te winnen. K.F.C. rekende er al op en had
voorbereidingen getroffen voor een feestje in
het aloude Koogsche etablissement bekend als
„de Waakzaamheid". Helaas.de waakzaamheid
der K.F.C.'ers schoot tekort. Zij verloren met
23, met het droevige gevolg dat de zomer-
sche kampioenscompetitie eindigt met drie
clubs in gelijk aantal punten bovenaan. K.F.C.,
Willem II en Ajax hebben elk 10 punten uit 8
wedstrijden behaald. En volgens reglement
moet dit drietal nu weer opnieuw beginnen.
Het moet een halve competitie spelen. Eindigt
die weer in dead-heat, dan beslist het doelge-
middelde van de nu gespeelde competitie en
is Ajax kampioen. Maar de drie nog te spelen
wedstrijden zullen het seizoen verder verlen
gen en dan zijn we nog maar enkele weken van
het volgende seizoen af.
Bijna is thans het eindpunt bereikt. Bijna
duurt het voetbalseizoen het heele jaar door.
Dan is het geen seizoen meer. Nog één stapje
verder, en het vorige voetbaljaar dringt het
volgende binnen. Dan moet Ajax zijn compe
titieprogramma onderbreken om voor het
kampoenschap van verleden jaar te spelen.
Dat zou het ergste niet zijn, maar erger is
dat ons z.g. voetbalseizoen een voorbeeld van
slechte organisatie begint te worden. Wij be
zitten in Karei Lotsy een groot componist-en-
dirigent van Nederlandsche Elftallen, die zoo
wat twee klassen beter spelen dan onze beste
eersteklassers. Maar dat is dan ook d e glorie
van ons voetbal. De rest is niet naar rato. Dat
Lotsy op zoo'n rommelige basis nog zooveel
weet te bereiken strekt hem tot extra eer. Maar
dat hij ijvert voor de instelling van een hoofd
klasse kan ik me voorstellen.
Terwijl Het Leeren Ding in ons land nog
maar staag voort-huppelt, door steeds moeder
voeten voortgedreven, en het straks Augustus
zal binnenrollen, is 't voetbalseizoen in andere
landen al sinds maanden beëindigd. Wij alleer
beoefenen deze chinoiserie. Het bezit van vijl
eerste klasse afdeelingen tellende vijftig eerste
klassers een belachelijk aantal voor zoo'r
klein land noopt to* het spelen van eer
kampioenscompetitie die nog eens maanden
duurt: Maar ook de promotie- en degredatie-
wedstrijden, gehandhaafd ten bate van de
clubkassen vorderen veel te veel tijd. Er wordt
voetbal gespeeld in temperaturen, die er totaal
ongeschikt voor zijn. Het is natuurlijk zeer on
gezond, en laatst is 't voorgekomen dat in een
promotiewedstrijd acht spelers, bevangen door
de hitte, door anderen vervangen moester
worden.
De Koninklijke Nederlandsche Voetbal Bond
zal een anderen weg dienen in te slaan. „In
der Beschrankung zeigt sich der Meister", zegt
een Duitsch spreekwoord, dat overigens niet
door Hitler en G-oermg is uitgevonden. Het is
nochtans een waarheid. De K. N. 'V. B. zal ook
matigheid en zelfbeperking moeten gaan toe
passen, anders zal op den duur de belangstel
ling voor de voelbalsport er de kwade gevolgen
van ondervinden. Nu al is de interesse voor het
kampioenschap van Nederland tot nabij het
nulpunt gedaald, behalve in Amsterdam, de
Koog en Tilburg. Maar de spelers van de drie
betrokken clubs schijnen er dik genoeg van te
hebben, en het spelpeil van deze wedstrijden
zakt ieder jaar een paar graden verder, naar
mate de thermometer erbij stijgt. Niemand is
enthousiast over de aanwezigheid van vijftig
politieke partijen in ons land. Dat is versnip
pering van krachten. Onze sportieve voetbal-
jeugd vertoont precies hetzelfde met haar vijf
tig eersteklassers.
Ik vindt het jammer omdat de sport in dit
tijdsbestek een belangrijker rol te vervullen
heeft dan ooit. Geef het volk Spelen. Het heeft
er groote behoefte aan. Maar geef die spelen
dan ook zoo goed mogelijk. Organiseer ze met
gezond inzicht en ruimen blik, en regeer ze
Wat nu vertoond wordt is slap beleid met
als resultaat een vertooning waar men op z'n
best om lacht, en waarvoor men zich zou
schamen als de buitenlandsche pers het ge
val in de gaten kreeg en er over ging schrij
ven. Wij hebben nogal wat zelfrespect op het
punt van organisatie, en in vele gevallen met
reden. Wij vinden ons zelf heel wat beter or
ganisators dar. b.v. de Belgen. Maar de Ko
ninklijke Belgische Voethal Bond heeft zijn
voetbalseizoen veel beter georganiseerd dan
wij het onze, bezit een hoofdklasse van 14
clubs en heeft zich altijd onthouden van het
hittevoetbal dat bij ons tot een kwade en nog
steeds toenemende gewoonte is geworden.
Misschien zal de onverwachte nederlaag-
van K.F.C., die den toestand maller dan ooit
tevoren heeft gemaakt, verbetering tengevolge
hebben. Het is wel hoog tijd dat die komt.
R. P.
De invoer van visch in België.
IJMUIDEN
Visch aan de grenzen in beslag genomen.
Naar Het Vlssc'herijblad meldt, is de Belgi
sche douane verleden week doortastend op
getreden tegen importeurs, die de voorschrif
ten der contingenteering hebben overtreden.
In Esschen werd visch, kleiner dan 40 c.M.
waarvan zooals men weet, de invoer in België
verboden is, aangetroffen in zendingen, ge
adresseerd aan zes verschillende importeurs.
Het blad meldt echter niet, uit welke plaats
in ons land de visch is verzonden, maar er
zal ongetwijfeld wel visch. «afkomstig uit
IJmuiden bij zijn geweest. De visch werd in
beslag genomen en in Antwerpen verkocht.
In Adenkerke hadden eenige importeurs het
aangedurfd, visch als zoutevisch aan te geven
terwijl ze slechts licht met zout was bestrooid.
Deze visch werd later als versche visch op een
stedelijke vischmijn verkocht, wat aanleiding
gaf tot een geschil tusschen den importeur en
het stadsbestuur.
Toen het tolkantoor te Adinkerke weigerde
dergelijke met zout bestrooide visch als zoute
visch door te laten, vonden de importeurs er
iets anders op. De visch werd niet meer in
kisten bij de douane aangeboden, maar in
vaten, die een min of meer sterke pekel be
vatten.
Het gelukte den handigen importeurs in
derdaad, eenige malen de douane te verschal
ken. Maar het liep spaak toen ook anderen
het gingen wagen. Het gevolg was, dat er een
ongewoon groote hoeveelheid gepekelde schel-
visch en makreel werd ingevoerd, hetgeen
argwaan verwekte.
Verleden week werden twee zendingen aan
gehouden; monsters werden naar het betrok
ken departement opgezonden en na een des
kundig onderzoek kwam men tot het resul
taat, dat deze visch als versche visch moest
worden beschouwd. De eerste overtreder kreeg
2000 fr., de tweede 5000 fr. boete.
Deingevoerde vischsoorten behoorden na
tuurlijk tot die, waarvan de invoer verboden
Is.
Comité Vac. Kinderfeest
„Groot-IJmuiden".
Het 7e Vacantie-Kinderfeest.
DE DUTTSCHE TRAWL-HARINGVISSCHERIJ
De Nordsee A.G. heeft aan de Frerichswerft
te Einswarden opdracht gegeven het verbou
wen van zes stoomtrawlers tot haringtrawlers.
Het zijn de Offenbach. Bahrenfeld. Johar.n
Hinrichs. Neumühlen, Barmen en Essen. Deze
trawlers zullen de haringvisscherij met het
sleepnet gaan uitoefenen en de vangst zal,
evenals bij de loggers direct op zee gezouten
worden. Het gaat hier dus, schrijft de Deutsche
Fischerei-Rundschau, om de interessante
proef, de voordeelen van de loggervisscherij
met de voordeelen van de sleepnetvisscherij
betere vangstresültaten. te combineeren.
Het blad teekent nog hierbij aan, dat het er
steeds op gewezen heeft, dat de toekomst der
haringvisscherij bij de sleepnetvisscherij ligt.
Dezb dagen heeft het Comité vergaderd en
vastgesteld, dat het uitstapje ditmaal zal
plaats vinden op Vrijdag 3 Augustus. Indien
toestemming wordt verkregen van het ge
meentebestuur van Heemstede zal de dag
worden doorgebracht in het bosch Groenen-
daal. Per trein gaat men dan naar de halte
HeemstedeAerdenhout en vandaar te voet
naar het bosch. De inschrijving tot deelneming
heeft Woensdagmiddag, 25 Juli a.s. plaats. De
plaats en uren worden nader per raambiljet
bekend gemaakt. De geldmiddelen laten dit
jaar slechts een deelneming van ongeveer 200
kinderen toe. Het Comité hoopt, dat dit jaar
zich vele kinderen zullen opgeven van ouders,
die niet direct steuntrekkend, maar toch door
de crisis getroffen zijn. Trouwboekje moet
met de inschrijving worden medegebracht en
indien de vader werkloos is, ook de stempel
kaart.
GEMEENTELIJKE VISSCHERIJSCHOOL.
In de afgeloopen week zijn de volgende leer
lingen geslaagd:
Voor schipper aan boord van stoomzeevis-
scbersvaartuigen: J. Ham, J. Zwart en W.
Groen.
Voor machinist op stoomzeevissehersvaartui-
gen: J. Visser, C. E. Visser, E. A. de Groot, W.
de Back, P. van Gelder, J. van Alphen, Th. As
sendelft, A. de Back en T. Dijkstra.
Voor machinist-stoker: A. Bron.
Voor het certificaat „Internationale regelen
ter voorkoming van aanvaringen op zee": B.
Smit, C. Kuiper, A. Sloot, G. Zwart en K. de
Groot,
VELSEN
Gemeentelijke Lucht
beschermingsdienst.
Het verleenen van geneeskundige hulp bij
massa-ongevallen.
De directeur van den Gem. Geneesk. en Ge
zondheidsdienst schrijft ons:
Waar vele en ernstige gewonden zijn. is ge
neeskundige hulp noodig. Of de oorzaak een
spoorwegramp is of een explosie in een fa
briek, een cycloon of een luchtbombardement
doet niets ter zake, er moet hulp worden ver
leend.
Het is goed om die zaak eens ernstig onder de
ocgen te zien Tijdig verleenen van de noodige
eerste hulp aan een honderdtal gewonden, het
vervoer der gewonden naar een ziekenhuis en
de verdere behandeling en verpleging is niet
eenvoudig, vooral in een gemeente als Velsen
met slechts een eenvoudigen gemeentelijken
geneeskundigen dienst en een dito particulie
ren eersten hulpdienst. Daar staat tegenover,
dat in de gemeente Velsen groote bedrijven
zijn gevestigd en er een vrij druk spoorweg
verkeer is. Gelukkig zijn er verschillende voor
schriften. hoe gehandeld moet worden bij
spcorwegongevallen, en hebben de groote be
drijven ook het hunne gedaan om bij even-
tueele rampen zooveel mogelijk eerste 'hulp te
verleenen, maar het is toch de vraag, of dat
voldoende is om aan zeer ernstige gebeurte
nissen het hoofd te kunnen bieden. En het is
wel zeker, dat er geen voldoende geneeskun
dige organisatie bestaat om op doeltreffende
wijze te kunnen optreden bij luchtbombarde
menten.
Nu dit laatste gevaar ook oftze aandacht
vraagt,, is het geheele vraagstuk van het ver
leenen van geneeskundige hulp bij massa-
ongevallen in een meer acuut stadium geko
men. Vertrouwde men bij spoorwegongevalien
op de bestaande organisatie en bij fabrieks-
rampen op het particuliere initiatief, de mo
gelijkheid van een vijandelijken aanval uit de
lucht eischt, dat men zich afvraagt, wat er in
zoo'n geval zou moeten gebeuren. Het is zoo
gemakkelijk om te zeggen, dat dan alle dok
ters en verpleegsters en Roode Kruisleden
zoo vlug mogelijk <met al het verbandmateriaal,
etc., dat ze hebben, naar de plaats van het
onheil moeten gaan er dat het dan verder
wel in orde zal komen: de gewonden moeten
natuurlijk allemaal naar het St. Antoniuszie-
kenhuis of naar het Roode Kruisziekenhuis te
Beverwijk. Dat lijkt misschien heel eenvoudig,
maar het is het niet. Om te beginnen moeten
al die personen dan toch eerst gewaarschuwd
worden. Er meet dus van tevoren worden af
gesproken, hoe dat zal gebeuren. Dan moet
ieder weten, waar hij heen moet en wat hij
doen moet, anders zal men elkaar oo de eene
plaats voor de voeten loooen, terwijl op een
andere plaats gewenden b1 ij ven liggen zonder
hulp. En dan het vervoer. Wij hebben in de ge
meente voor zooiets niet genoeg ziekenauto's.
Er moeten dus van tevoren a.h.w. auto's be
sproken worden, die gemakkelijk voor gewon-
denvervoer ingericht moeten kunnen worden
De ziekenhuizen moeten zich snel kunnen aan
passen aan de ontvangst van een groot aantal
gewonden. Dat moet van tevoren terdege over
dacht worden. En dan de z.g. gaszieken, dat
zijn personen, die met een schadelijk gas zijn
besmet, Wie moet hun de eerste hulp verlee
nen, hoe moeten zij vervoerd wonden en waar
heen? Deze menschen zijn zeer besmettelijk.
Dat moet allemaal vooraf worden vastgesteld,
dat moet geleerd worden.
Nu we behalve met spoorweg- en fabrieks-
rampen ook rekening hebben te houden met
luchtbombardementen, moet er een genees
kundige dienst worden georganiseerd, die aan
een honderdtal het kunnen er neg wel veel
meer zijn gewonden en gaszieken de noodige
eerste hulp kan verleenen en hen op snelle
wijze kan vervoeren naar een plaats, waar zij
verder behandeld kunnen worden.
Daarvoor is in de eerste plaats noodig. dat
gerekend kan worden op een aantal perso
De Roemeensche minister-president heeft een bezoek aan Parijs gebracht.
V. 1. n. r.: Slaves, Roemeensch minister van financiën; Barthou, minister van
buitenL zaken van Frankrijk; Tatarescu, Roemeensch minister-president en de
beide Fransche ministers Doumergue en Créron.
nen, die bereid zijn hun medewerking te ver
leenen. Natuurlijk komen daarvoor in aanmer
king: artsen, verpleegsters, leden van het
Roode Kruis, van transportcolonnes, van red
dingsbrigades, etc., maar ook niet-deskundigen
kunnen belangrijke hulpdiensten vervullen.
Alle artsen hebben reeds hun medewerking
toegezegd, terwijl van de verpleegsters natuur
lijk niet anders wordt verwacht. Aan ieder
moet een bepaalde functie worden toegewezen,
afhankelijk van zijn of haar deskundigheid
en belangstelling. Zoo noodig dient men de ver
eischte opleiding voor die functie te ontvangen.
Verder moet gezorgd worden, dat men de be
schikking heeft over het benoodigde materiaal
zooals verbandmateriaal, geneesmiddelen, ont-
imettingsmateriaal, gasmaskers en beschut
tende kleeding, transportmateriaal, enz.
Het doel van de Geneeskundige Dienst moet
zijn het opzoeken van gewonden en eventueele
gaszieken, het verleenen van eerste hulp ter
plaatse, het vèrvoer naar een veilige plaats
en het verder behandelen en verplegen. Daar
bij moeten gewonden en gaszieken streng van
elkaar gescheiden te blijven, aangezien de
laatsten besmettingsgevaar opleveren. De ge
wonden. speciaal de zwaargewonden, moeten
zoo spoedig mogelijk afdoende geholpen wor
den. de gaszieken moeten zoo snel mogelijk
naar de ontsmettingplaats vervoerd worden.
Dus: op het terrein van de ramn alleen eerste
hulp verleenen en geschikt maken voor ver
veer, daarna snel vervoeren (dus per autol en
ten slote in een ziekenhuis, resp. ontsmet
tingsinrichting de eigenlijke behandeling ver
leenen.
Men kan dus a.h.w. spreken van een buiten
dienst en een binnendienst. Voor den buiten
dienst zijn noodig reddingsploegen, die beschik
ken over de noodig auto's, voor binnendienst
is noodig een ziekenhuis. Bij gevaar voor een
luchtbombardement zijn tevens noodig eerste-
hulp-posten en een ontsmettingsinrichting.
De eerste hulpposten bevinden zich op ver
schillende punten in degemeente, vooral in
het meest bedreigde deel. Een eerste-huln-
post bestaat uit minstens twee personen, liefst
Roode Kruisleden, die tot taak hebben om aan
hen, die zich bij hen vervoegen, eerste hulp te
verleenen
De reddingsploegen bestaan uit een genees
kundigen leider, een ploegcommandant en ze
ven manschappen. Zij hebben tot taak de ge
wonden en eventueel gaszieken op te zoeken,
hun ter plaatse de noodige eerste hulp te ver
leenen en hen daarna zoo snel mogelijk te ver
voeren. Een reddingsploeg moet beschikken
over auto's voor zittende gewonden, voor lig
gende gewonden, voor liggende gaszieken en
voor zittende met gas besmette personen.
Het spreekt vanzelf, dat bij een luchtbom
bardement alle leden van eerste-hulp-posten
en reddingsploegen voorzien moeten zijn van
gasmaskers en beschuttende kleeding.
De binnendienst, omvattende de eigenlijke
behandeling van de gewonden en gaszieken,
speelt zich binnenshuis af. d.w.z. in een zie
kenhuis of daarvoor geschikt gemaakt gebouw.
Ook hier moeten eventueel gewonden en gas
zieken van elkaar gescheiden blijven.
Om aan den aanvoer van een groot aantal
gewonden het hoofd te kunnen bieden worden
er verschillende afdeelingen ingericht, n.l.:
1. een afdeeling „aankomst en sorteei*ing",
waar alle gewonden aankomen en gesorteerd
worden en vanwaar zij gebracht worden naar
een der beide volgende afdeelingen,
2. een afdeeling „lichtgewonden",
3. een afdeeling ..zwaargewonden".
Elk dezer afdeelingen staat onder leiding
van een arts, die daarbij wordt geassisteerd
dool het noodige personeel (verpleegsters en
helpers voor het uitladen uit de auto's en voor
het vervoer van de eene afdeeling naar de an
dere h Al naar den ernst hunner toestand blij
ven de gewonden ter verpleging in het zieken
huis of gaan naar huis. Het kan noodig zijn,
dat nog een noodziekenverblijf moet worden
ingericht, waarvoor ook weer personeel noo
dig Ls.
En ten slotte is er nog een afdeeling „aan
vulling materiaal", vanwaar uit de reddings
ploegen zoo noodig van nieuwe voorraden
verbandmateriaal, etc. worden voorzien.
Voor de gaszieken is de hoofdzaak de ont
smetting. Aangezien de ontsmetting, om doel
treffend te zijn, zoo spoedig mogelijk moet
plaats hebben, moet elke stagnatie zooveel
mogelijk worden vermeden. Daarom zijn er ook
voor de gaszieken verschillende afdeelingen,
namel.
1. een afdeeling „aankomst- en eerste hulp",
waar oogen, neus, keel en bespatte huidgedeel
ten worden behandeld en de bovenkleeding
wordt uitgetrokken en ontsmet.
2. een afdeeling „ontsmetting", waar de gas
zieken worden ontsmet door afwasschen met
warm water en groene zeep,
3. een afdeeling „kleeding", waar ieder van
schoone kleeren wordt voorzien,
4. een afdeeling „nabehandeling". Alle gas
zieken blijven daar onder observatie, omdat
nog uren later ernstige ziekteverschijnselen
kunnen optreden,
5. een afdeeling „aanvulling materiaal" voor
de reddingsploegen.
De verschillende afdeelingen voo* gaszieken
staan gezamenlijk onder leiding van een arts.
terwijl in elke afdeeling het noodige personeel
moet zijn.
Het personeel voor de behandeling der gas
zieken moet grootendeels deskundig zijn, voor
een deel is dat niet noodig, b.v. voor de afdee
ling kleeding, een paar flinke vrouwelijke hulp
krachten zijn daar volkomen op haar plaats.
Het personeel moet vrij talrijk zijn. omdat
verschillende afdeelingen nog weer gesplitst
moeten worden in een voor mannen en een
voor vrouwen.
Uit het bovenstaande blijkt, dat voor de or
ganisatie van een volledigen Geneeskundigen
Dienst, dus bestaande uit een buitendienst
met reddingsploegen en eerste-hulp-posten en
uit een binnendienst met afdeelingen voor ge
wonden en gaszieken een groot aantal perso
nen noodig is. De artsen, die gevraagd zijn.
hebben allen hun medewerking toegezegd en
van de verpleegsters wordt niet anders ver
wacht, zooals tevoren al werd opgemerkt.
Koningin dankte per radio.
Voor het medeleven bij den dood
van Prins Hendrik.
„De witte uitvaart gaf weer
wat in de harten van
velen leefde".
Gistermiddag te half een heeft de Koningin
per radio haar dank betuigd voor het mede
leven van het Nederlandsche volk bij het over
lijden van Prins Hendrik.
De rede werd in het Koninklijk Paleis uit
gesproken. In de Groote Kerk te 's-Graven-
hage werden voor de rede op het orgel twee
coupletten van het "Wilhelmus gespeeld en na
afloop het „Wien Neerlandsch Bloed" welke
eveneens werden uitgezonden.
„Het is mij een behoefte des harten mijn
volk, zoowel hier te lande als in Nederlandsch
Indië, Suriname en Curacao, mede namens
mijn dochter, onzen warmen dank te betuigen
voor de treffende en geheel eenige wijze,
waarop het van zijn genegenheid en aan
hankelijkheid voor mijn innig geliefden echt
genoot bij zijn zoo plotseling verscheiden heeft
blijk gegeven, zoowel door den bloemenschat
aan zijn baar gelegd, als door den treffenden
afscheidsgroet, hem ten paleize en bij zijn
patsten gang gebracht. Wij zijn dankbaar en
ontroerd, dat hij zich door zijn goedhartig
heid en vriendelijkheid en eenvoudige inborst
zoovele vrienden heeft gemaakt; dat zijn ar
beid voor ons volk en zijn toewijding aan des-
zelfs belangen in zoo'n ruimen kring waar
deering vinden, vervuit ons evenzeer mèt er
kentelijkheid. Moge zijn streven en arbeid
door allen, die met hem hebben samenge
werkt, met dezelfde toewijding en vooïtva-
rendheid worden voortgezet. Behoef ik U de
verzekering te geven dat de spontane en laat
ste hulde aan hem een zegen en uw hartelijk
medeleven en deelneming in onze smart voor
ons een groote en wezenlijke troost is?
Bij hoogtijden en opeenvolgende herden
kingen zijn hechte banden tusschen mijn volk
en tusschen mij en mijn huis gevlochten en
leven onvergetelijke herinneringen van lief
de, aanhankelijkheid en trouw in mij voort.
Hoezeer hebben wij dit in de moeilijke dagen
welke wij dit jaar doorleefden bevestigd ge
zien.
Ik weet, dat zijn witte uitvaart uitdrukking
en vorm heeft gegeven aan hetgeen in veler
harten leeft. Steeds heeft hij anderen erop
gewezen, het nieuwe leven dat hen wacht, te
zien in het licht en de blijdschap, die voor hen
aanstaande zijn. Moge zijn wensch vervuld
worden, dat de indruk, dien zijn uitvaart zal
achterlaten, voor velen een blijvende zegen zij.
Wat ons betreft, wij willen niet in de eerste
plaats zien op wat wij in onze geliefde ont
slapenen binnen het korte tijdsbestek van
vier maanden verloren, doch wel op den
zegen, dien wij ontvingen, den zegen van
Christus' sterven en opstaan, die juist nu
zulk een bijzondere beteekenis voor ons kre
gen. Wij willen den blik opwaarts richten
naar het Licht, naar den Vrede, welke thans
het deel zijn van lien, die wij afstonden en
ons ieder opnieuw met hen verblijden in hun
geluk. Ik dank God voor al hetgeen mij ge
spaard bleef, voor hetgeen mijn innig ge
liefde dochter voor mij is en voor de liefde
van mijn volk, aan welker belangen mijn bes
te krachten te wijden mij steeds een vreugde
en een voorrecht is".
Het is niet bij elke ramp noodig, dat de ge
heele dienst in werking komt. Dat zal eigenlijk
alleen het geval zijn bij luchtbombardemen
ten. Bij andere rampen zal altijd met een ge
deelte kunnen worden volstaan; het heeft dan
b.v. geen zin om alle eerst-hulp-posten te laten
betrekken, terwijl dan ook meestal alles, wat
voor de hulp aan gaszieken bestemd is, ach
terwege kan blijven. Wanneer men evenwel
een Geneeskundigen Dienst in elkaar heeft
gezet, zooals boven omschreven, en ieder weet,
wat hij doen moet en hii kan dat ook doen, dan
is men op alles voorbereid.
Het kost ons altijd moeite om ons in te den
ken in de een of andere ramp en van alle ram
pen is de oorlog zeker wel de ergste. Wij hopen,
dat wij daarvoor gespaard mogen blijven,
maar de toestand in Europa roept twijfel bij
ons op.dan mag er ook niet langer gewacht
worden om de maatregelen voor te bereiden,
die noodig zijn cm mogelijke slachtoffers zoo
goed mogelijk te helpen. Het gaat om de ge
zondheid om het leven van onze medebur
gers, van onze vrouwen, onze mannen, onze
kinderen. Hun hulp te bieden, dat is het doel
van den Geneeskundigen Dienst.
Zij' of hij, die bereid is op de een af andere
wijze in deze organisatie mee te werken, wordt
verzocht zich tot ondergeteekende te wenden,
die gaarne alle gewenschte inlichtingen ver
strekt.
Dl*. L. S. LIMBROGH MEIJER,