Welkom thuis!
Sluisbouw in het Twente Rijnkanaal bij Delden.
FEUILLETON
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
13)
Vrijwel met de regelmatigheid van een uur
werk, even vlot en gesmeerd, zonder bepaalde
emoties, was Kaiserlien's leven tot dusver
verloopen. Hij was gefortuneerd, verbruikte
nauwelijks zijn rente, genoot een flink salaris
en had bovendien nog niet onbelangrijke in
komsten uit zijn uitvindingen. Het was zonder
integraaltabellen te berekenen, dat zijn kapi
taal zich op deze wijze van jaar tot jaar
moest vermeerderenTot dan plotseling
het noodlot alle menschelijke berekeningen
voor de tweede maal met één slag omverwierp
en dat wel op een tijdstip, waarop Kaiserlien's
leven overzichtelijker scheen dan ooit. Wat nu
zeker wel in de allerlaatste plaats kon worden
verwacht, was gebeurd. Kaiserlien's vermo
gen was eensklaps spoorloos verdwenen. Eenige
oplichters hadden er op slinksche wijze en op
het juiste oogenblik beslag op weten te leggen.
Eén enkele voorwaarde had het Sulfide syndi
caat van dr. Kaiserlien verlangd en hij had
geen moment geaarzeld daaraan te voldoen:
discretie. En juist deze discretie kostte hem
zijn geld; slechts de herinnering daaraan
en misschien de hoop het nog eens terug te
krijgen bleef hem over.
Want niet slechts zijn villa was den scha
vuiten ten offer gevallen, ook zijn tegoed bij
•de bank bleek geheel te zijn geplunderd. Ge
plunderd op een wijze, die zelfs de vermetel
ste fantasie niet zou hebben durven veron
derstellen.
II
Ina Heldt en Kaiserlien zijn samen van het
hotel naar het Potsdammer plein gewandeld.
Daar hebben zich hun wegen gesplitst. Zij
gaat met den ondergrondsche in de richting
van den Nordring haar ouders wonen in de
Schönhauser allee en hij gaat den tegen-
overgestelden kant uit, want zijn bank is in
de omgeving van het Wittenbergplein.
De keeren, dat hij in zijn leven het bank
gebouw betreden heeft, zijn te tellen. Uit den
aard der zaak was het toch al wonderlijk,
dat hij, die in Starnberg woonde, in Berlijn
zijn Bankrekening had en zijn effecten depo
neerde. maar ook deze tegenstrijdigheid kwam
voort uit eerbied voor de daden van zijn over
leden vader, die zijn geheele leven met deze
Berlijnsche bankinstelling zaken had gedaan.
Toen Kaiserlien daarop Ina Heldt als secre
taresse had aangenomen, bleek al spoedig, dat
er toch ook een voordeeligen kant zat aan de
wijze, waarop hij zijn kapitaal beheerde, want
nu kon Ina Heldt, die slechts van tijd tot tijd
eenige weken in Starnberg vertoefde, van
Berlijn uit zijn bankzaken zeer gemakkelijk
regelen.
Als Kaiserlien zich aan een der vele loket
ten vervoegt, wijst de klok in de hall juist
eenige minuten voor 1. De kassier achter het
raampje ontvangt hem met een vijandigen
blik, waarmee hij ongetwijfeld to kennen wil
geven, dat hij een antipathie heeft tegen
menschen, die altijd op het laatste nippertje
komen en daardoor het lunch-uurtje van
een ander noodeloos bekorten.
Kaiserlien noemt zijn naam en vraagt dan
argeloos: „Kunt u mij ook zeggen, hoe het met
mijn rekening staat? ik zou graag willen
weten over welk bedrag ik onmiddellijk kan1
beschikken".
De man achter het loket schrijft op een
stukje papier den naam dr. Kaiserlien met
daarachter een vraagteeken. Dat wil zeggen:
deze cliënt verlangt onmiddellijk opgave van
den stand van zijn rekening. Het briefje wordt
doorgegeven aan een juffrouw, die achter het
loket aan een schrijftafel werkt, deze geeft
het aan een heer met een imposante bril,
die het op zijn beurt ter hand stelt aan een
jongmensch, dat er tenslotte mee in een
ander vertrek verdwijnt. Na een minuut komt
het stukje papier langs denzelfden weg weer
terug; vlugheid is tijd, tijd is geld en geld
is het artikel der bankinstellingen.
Kaiserlien weet het tempo, waarin de ver
langde inlichtingen te zijner kennis worden
gebracht te waardeeren. Hij treedt weer voor
het loket, een potlood en een notitieboekje in
de hand om het bedrag te noteeren. De man
voor hem werpt een vluchtigen blik op het
stukje papier, dat hij in de hand houdt en
glimlacht medelijdend als hij ziet, welke voor
bereidingen Kaiserlien bereids heeft getrof
fen. „Uw rekening is afgeloopen", zegt hij
kort.
.Afgeloopen?" vraagt dr. Kaiserlien wan
trouwend, terwijl hij zich reeds prepareert op
een nieuwe verrassing. „Wat wilt u daarmee
zeggen afgeloopen?"
„Wel, dat u bij ons op het oogenblik niets
meer te goed hebt".
„Dat is dat is neen maar, dat
stamelt dr. Kaiserlien, maar spoedig weet hij
zich te b-dieersehen. „Dat moet een vergis
sing zijn. Ik moet zelfs een belangrijk te goed
hebben".
„Het spijt me", glimlacht verontschuldigend
de ander.
„Hoe kan dat dan?" vraagt Kaiserlien.
..Hoewel ik het bedrag niet precies kan zeggen,
weet ik toch heel zeker Hij maakt den zin
niet af, want plotselinf schiet hem iets te
binnen. Ja, dat zou kunnen zijn; dat ware
dan tevens zijn laatste hoop. Misschien heeft
Ina Heldt, wie hij een volmacht gegeven
heeft, het nog beschikbare bedrag opgenomen
om het te beleggen. Dan moest zijn deposito
verhoogd zijn. „Kan ik een opgave krijgen
van de effecten, die ik bij u gedeponeerd
heb?"
De kassier werpt een wanhopigen blik op
de klok. Achter hem worden boeken dichtge
klapt, inktpotten gesloten en stoelen ver
schoven. Dat is het sein voor de middagpauze.
„Komt u dan morgen even terug", verzoekt
hij.
„Neen, er is haast bij!" antwoordt Kaiserlien
kort. „Ik moet onmiddellijk zekerheid heb
ben".
Er ligt een vastberadenheid in zijn toon,
die elke tegenspraak uitsluit.
„Dan verzoek ik u nog een paar minuten
geduld te hebben", zegt de man aan het
loket met wat geforceerde vriendelijkheid.
Hij keert zich om en zegt een paar woorden
tegen de juffrouw, die zooeven nog aan de
schrijftafel zat en nu reeds haar mantel
aanheeft. Deze trekt een gezicht, alsof zij
schandelijk beleedigd is, maar tenslotte ont
doet zij zich toch weer van haar mantel om
vervolgens achter een deur met het opschrift
„Naar de safe" te verdwijnen.
Ditmaal duurt het langer voor er antwoord
komt. Ongeveer vijf minuten gaan voorbij eer
zij weer verschijnt. Op fluisterenden toon zegt
zij iets tegen den man aan het loket, deze
vraagt eveneens fluisterend iets terug, waarop
de juffrouw haar smalle schoudertjes ophaalt;
een volgende dringende vraag van den kassier
heeft hetzelfde resultaat. En dan begrijpt
Kaiserlien ook zonder dat hem zulks is mede
gedeeld, dat hem een nieuwe Jobstijding te
wachten staat.
Eindelijk keert de man bij hem terug: „Uw
effecten liggen niet meer bij ons. Ze zijn gister
ochtend tegen een oötvaegbewüs a*n uw ad
vocaat overhandigd".
„Mijn advocaat? Wat heeft mijn advocaat
daarmee te maken?", eïscht Kaiserlien ophel
dering.
De kassier werpt voor de derde maal een
blik op de klok en meent, dat hij nu lang*
zamerhand wel eens wat minder beleefd kan
worden. Om zijn lippen ligt onmiskenbaar een
spottend lachje als hij antwoordt: „Dat zult u
zelf wel het beste weten!"
Maar ook deze opmerking blijkt niet het
gewenschte resultaat te hebben. Kaiserlien is
niet weg te krijgen. „Doet u mij een genoegen
en dient u mij even aan bij de directiel"
„Nu?"
„Onmiddellijk, ja!'
„Het spijt me, maar dat is onmogelijk. Dei
directeur zal u op het oogenblik zeker niet
kunnen ontvangen. Hij heeft om half twee j
een belangrijke conferentie".
Maar Kaiserlien laat zich ook door die con-
ferentie niet afschrikken. Belangrijke con-
ferenties dienen gewoonlijk als uitvlucht en 1
als ze werkelijk gehouden worden, kunnen ze
wel een kwartier uitstel lijden.
„Ik moet den directeur onmiddellijk spre
ken".
.De kassier aarzelt nog steeds. Hij weet, dat
er een uitbrander opzit, als hij om dezen
tijd iemand bij zijn chef aandient. Kaiserlien
die de besluiteloosheid bij den ander bemerkt,
gooit er nog een schepje bij op: „Zegt u maar
tegen uw directeur, dat het hier een geraf
fineerde oplichterij betreft, waarin alleen hij
opheldering zal kunnen geven!"
Dat helpt. Meer nog dan tegen den fiscus,
hebben juweliers en bankiers een antipathie
tegen misdadigers en oplichters. Voor iemand
die op het punt staat een geraffineerde mis
daad op te helderen, is een bankdirecteur
steeds te spreken, ook al wacht buiten zijn
chauffeur met den acht-cyllnder.
(Wordt vërvolffdï.
In costuums uit het jaar 1734 zal Zaterdag
de sedert twee eeuwen traditioneele cricket-
wedstrijd te Sevenoaks (Eng worden ge
speeld, waarvoor dezer dagen de generale
repetitie plaats had
De .Jagersfontein op de werf der N.V Ned Scheepsbouw Mij. te Amsterdam
gebouwd voor rekening van de N V, Ver. Ned Scheepvaart Mij te den Haag,
zal 21 Juli a.s. te water worden gelaten. Het schip aan landzijde gezien
De sluisbouw In hel Twente Rijnkanaal
bij Delden is in vollen gang. Een kijkje
op het werk
Mej. Elly Sutherland Royaards, bekend
zwemster en lid van het Eerste Dames
Cricket-elftal is Maandag te Amster
dam in het huwelijk getreden met
den heer G. Lambers, jeugdleider
aan boord van de .Johan van Olden-
barnevelt"
Een auto van de firma Honig geraakte door slippen van den dijk nabij Leuth, waarbij
de chauffeur ernstig werd gewond
Waar 's winters de liefhebbers van de schaatssportrondzwleren, n.1. op het
terrein van de Amsterdamsche IJsclub, genieten in zomersche dagen de kinde
ren yan zon en buitenlucht. De zandbak vormt een der attracties van dit
steedsche zomerverblijf
Vice-kanselier von Papen, die de paarden
rennen om den grooten prijs van Berlijn
Zondag bijwoonde, koopt van een bloemen-
verkoopstertje een roos
De Haagsche dierentuin is In het bezit gekomen van een jongen olifant, die met
reeds goede vrienden is geworden
de
jeugd en ook met zijn oppasser