HET NIEUWE AVONDBLAD 19e JAARGANG No. 218 VRIJDAG 20 JULI 1934 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y* cents incasso, per kwartaal f 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. DirectieP. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENT1EN: 15 regels f 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeeilngen dubbele prijs. ALLE AD VERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers gijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 1 2000.bij algeheele invaliditeit; 600.bij overlijden; 400.— bij verlies van «en hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodlg. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN Het visscherij-onderzoek Europa. m Een Amerikaansch oordeel. Ernstige helmbrand langs de spoorbaan. Wachthuisje bedreigd. Een Amerikaansch vakman op visscherij- gebied John Graham, president van de Fede rated Fishingboats of America en van de Portland Trawling Company heeft onlangs in de te New-York verschijnende Fishing Gazette gewezen op de noodzakelijkheid van het in. de vaart brengen van een onderzoekingsvaartuig voor de kabeljauw- en sohelvischvisscherij Hij acht dit vooral daarom gewenscht, omdat de Ameri'kaansche zeevisscherij betrekkelijk jong is (de stoomtrawlervisscherij begon in 1904 maar eerst in 1923 is deze zioh gaan ont wikkelen) en daardoor niet in staat is ge weest, over een eenigszins belangrijk tijdsbe stek gegevens te verzamelen. Interessant is te vernemen wat Mr. Graham schrijft over het visscherij-onderzoek in Europa: Visscherijis steeds een onzekere zaak ge weest. De onzekerheid van het weer, het ge makkelijk bederven van het product en de wetten van de natuur vormen de oorzaken van de wisselvalligheid. Moderne schepen en vangmebhodes hebben de invloeden van het weer tot een minimum beperkt. Koeltechniek en een snel vervoer hebben de moeilijkheden opgelost die ontstonden door het gemakkelijk bederven; kennis van de visdh en van haar verblijf door wetenschappelijk onderzoek moet thans ook den derden factor uitschake len. De Europeesóhe - landen hebben reeds vele jaren geleden de noodzakelijkheid en de waar de van een uitgebreid visscherij-onderzoek in gezien; meer dan 50 onderzoekingsvaartuigen worden door de verschillende landen voor dit tioel gebruikt. De Schotsche Visscherijraad is in staat, schrijft hij verder, jaren van tevoren het ver loop van de sehelvisch- en kabel ja uwvissche- rij in groote trekken te voorspellen. Met on- derzoekingsschepen, die met sleepnetten uit gerust zijn controleeren zij de vissdherijigron- den om den rijkdom en de verspreiding van de jonge visch vast te kunnen stellen. Door het onderzoek der zeestroomingen bepalen zij de verplaatsing der eieren en van de lar ven.'Aan de hand van de uitkomsten, die nende tot basis van hun voorspelling, kunngn zij met succes twee of drie jaar vooruit aan geven, hoe groot de vangsten zullen zijn en waar de vis'ch vandaan komt. Zij hebben in hooge mate de onzekerheid bij de visscherij uitgeschakeld. Dan wordt gesproken over de Deensche schol-onderzoekingen. Het nieuwe Deensche onderzoekingsvaartuig „Biologen" is bij het artikel afgebeeld. Verder wordt o.a. gewezen op de onderzoe kingen van de Franschen bij Newfoundland. In. den eersten tijd dat de banken bij New foundland bevischt werden, had men de ge woonte, op één bank te blij'ven visschen, zoo dat het resultaat der visscherij volkomen af hing van deze bank. Wanneer het visschen dan misliep, mislukte de geheele visscherij. Thans zijn de Franschen in staat, him vis schers te vertellen, waar ze heen moeten gaan wanneer ze kabeljauw willen visschen. Zij weten maanden van tevoren of de Groote Newfoundland Bank of Groenland of de kust van Labrador de beste vooruitzichten voor een goede visscherij bieden. Een onderzoe- kimgssehip begeleidt de vloot om de beweging van de visschen, die den kabeljauw tot voedsel dienen en de temperatuur van het water te onderzoeken. Elk schip van de Fransche vloot is zelf een onderzoekingsschin; elk heeft een dieptemeter en een d ieote - the r m ome ter.. Voortdurend worden berichten van de vis- schersvaartuigen naar het onderzoekimgs vaartuig 'verzonden over diepten, temperatu ren. waargenomen visch voedsel en de vangst. Hieruit kan men op het .onderzoekimgsvaar tuig belangrijke gegevens vaststellen, die op een kaart verzameld worden. Een blik op deze kaart toont, waar het goede visehwater voor kabeljauw zich bevindt. Voorts roemt de schrijver de waarde der zeekaarten, welke de jonge visschers in staat stellen, gemakkelijk de va ligplaatsen te vin den. IJMUIDER VOLKSSTEM. De Arbeiders Zangvereeniging De IJmuider Volksstem, die in het a.s. najaar haar 20-jarig bestaan hoopt te vieren, zal aap. dit feest een concert laten voorafgaan. Dirigent Post heeft o.m. in studie genomen het prachtige koor werk van den bekenden componist wijlen den heer Paardekoper .Lentenacht-Fantasie" een werk dat zal worden uitgevoerd met orkest begeleiding en solozang. IJMUIDER VISCHHANDEL VEREENIGING. In de dezer dagen gehouden ledenvergade ring van de IJmuider Vischhamdel Vereeni- ging werd een bestuursverkiezing gehouden wegens het bedanken van den heer Jan Prins. Gekozen werd de heer E. J. Keyzer. OPENLUCHT VERGADERING JONG HERVORMDEN. Gisteravond heeft in het Heerenduin een openlucht vergadering plaats gehad van de Vereeniging van Jong-Hervormden waaraan deelgenomen werd door de afd. Beverwijk Velsen, IJmuiden-Oost en IJmuiden. Als sprekers traden op de heeren Ds. A. A. Wildschut en Ds. J. Th. Meyer, die respectie velijk als onderwerp hadden: „De rijkdom des Bijbels" en „Vertrouwen". Ds. Siwaan sprak een slotwoord. Donderdagmiddag ontstond door onbekende oorzaak brand in de helmbelanting op het terrein nabij de halte Julianakade. Door de groote droogte van de beplanting en den stevigen wind plantte het vuur zich met een verrassende snelheid voort en in een omme zien stonden tientallen vierk. meters in brand Men waarschuwde direct de brandweer en spoedig was de autospuit ter plaatse. Voorts kwam van het station IJmuiden een locomotief met spoorwegarbeiders. Met schoppen zand en met een slang van de brandspuit en een straal van de locomotief tastte men .het vuur aan, dat inmiddels al het wachthuisje was gepas seerd. Een oogenblik dreigde het gevaar, dat ook dit gebouwtje in brand zou geraken, maar dit gevaar was spoedig geweken. Het vuur breidde zich. nog verder in Oostelijke richting uit en stuitte tenslotte op de insnijding van het voormalige zandspoor. Over een lengte van ca. 200 M. was de grond zwartgebrand. De brandweer bleef nog eenïgen tijd een oog in het zeil houden, omdat telkens hier en daar het vuur weer opstak. HET NIEUWE PROGRAMMA VAN THALIA. Uit den bekenden schlager „Schön ist der Tag, den Du mix schenkst, Marie.Luise" werd de film „De Sonne geht auf" geboren, welke film van hedenavond af in Thalia wordt ver toond. Deze Aafa-film geeft den bezoeker een bijzonder gehot: de hoofdrol wordt nl vertolkt door den bekenden tenor van de Berlijnsehe Staatsopera Charles Kullmann, die in deze rol zijn bijzondere gaven toont. Hij speelt hier de rol van een onbekenden werkman, wiens wonderschoone stem door een toeval ontdekt wordt. Als wereldberoemd tenor keert hij naar het meisje terug, dat om hem in zijn loopbaan niet te dwarsboomen, hem vrijwillig heeft verlaten, Kullmanns te genspeelster is de bekoorlijke Re va Holsey. Verder werken in deze film mede Fritz Kampers, Jessie Vihrog, Jacob Tiedtke e.a, Will Meisel, die de muziek schreef is ook de componist van den schlager „Marie Louise" VELSEN DRANKWET Bij Burgemeester en Wethouders van Velsen is ingekomen een verzoekschrift van G. W. Need van beroep assuradeur, wonende te IJmuiden om een Verlof A, voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in de beneden- voorlocaliteit en serre van het personeel Ha- gelingerweg no. 295 te Santpoort. Vóór 1 Augustus 1934 kan een ieder tegen het verleenen van dit verlof schriftelijk be zwaren bij Burgemeesetr en Wethouders voor noemd inbrengen. „EERSTE LIEFDE" IN DE PONT. „Eerste Liefde" is de titel van de hoofdfilm van het nieuwe programma in de Pont. De film, waarin sterren optreden als Warner Baxter, Victor Jory, Elissa Landi en Miriam Jordan, is vervaardigd naar het tooneelstuk „I loved you Yesterday" van Molly Ricardel en William Du Bois en behandelt de liefde van een balletdanseresje voro een mede student aan de balletschool te Parijs. Hun idylle wordt echter op ruwe wijze verstoord door de komst van zijn vrouw. De fotografie overtreft zichzelf in deze film De opnemingen van het werk aan de Boulder Dam zijn schitterend, terwijl de verfilming van de dans der Maagden bijna alles wat tot hiertoe gepresteerd werd, in de schaduw stelt. Als tweede hoofdfilm wordt gegeven „Hoera ik ben een Zwerver", een film, die Zeer op de lachspieren zal werken. Het provinciaal personeel van Noord-Holland. Verlaging der salarissen en loonen. In de vergadefing der Commissie uit de Prov. Staten, belast met het onderzoek van het voorstel van Ged, Staten tot wijziging van het „Salarisreglement 1920", werd door een lid de wensch geuit, dat een staat zou worden overgelegd, bevattende de in genoemd regle ment voorkomende functies en de daaraan verbonden salarieering, en daarnevens de aan die functies parallel loopende Rijksbetrek kingen met de daaraan verbonden 'bezoldi ging. Ged. Staten schrijven thans: Hoewel aanvankelijk is getracht een derge- lij'ken staat samen te stellen, bleek spoedig, dat het niet wel mogelijk is een overzicht te maken, dat zou veroorloven eene in alle op zichten juiste vergelijking te treffen tussehen de provinciale en de Rijksbetrekkingen. In de eerste plaats zijn de beide salarisre gelingen op geheel verschillenden grondslag opgebouwd. Het bezoldigingsbesluit 1934 kent verschillende toelagen en aftrekbedragen welke het salarisreglement 1920, zooals dit na aanvaarding van de voorstellen van Ged. Sta ten zal luiden, hetzij in het geheel niet, hetzij slechts in zeer beperkten omvang bevat, te weten de instituten van standplaatsaftrek, ambtstoelage, huwelijkstoelage, kindertoelage en garantie toelage. Voorts is de aftrek voor kost en inwoning voor de provinciale ambte naren op een doorgaans belangrijk hooger bedrag vastgesteld dan voor hunne collega's in Rijksdienst. Dooh afgezien van de hierboven opgesomde verschillen, welke het samenstellen van een eenvoudig vergelijkend overzicht reeds ten zeerste bemoeilijken, is het voldoen aan den geuiten wensch bovendien uiterst bezwaarlijk uit hoofde van de omstandigheid, dat gelijk namigheid van twee functies geenszins hare gelijksoortigheid impliceert. Dikwijls kan worden gezegd, dat, bij vergelijking van een provinciale functie met een gelijknamige Rijksbetrekking, deze laatste de minder be langrijke zal blijken te zijn. In nauw verband hiermede staat, dat. bij vergelijking van ge lijksoortige diensttakken b.v. de provinciale griffie en een departement van algemeen be stuur de bezetting der hoogere rangen bij den provincialen dienst zeer spaarzaam blijkt te zijn, terwijl, in den overeenkomstigen Rijksdienst relatief belangrijk meer hoogere ambtenaren w-^kzaam plegen te zijn. In tussehen Ls door Ged. Staten van den Minister van Binnenlandsche Zaken een brief ontvangen, waarin deze als zijn oordeel te kennen geeft, dat de door de voorstellen van Ged. Staten te bereiken salarisverlaging geenszins voldoet aan de toetsingsnormen van het rapport-Schouten en te veel blijft uit gaan boven het Rijkspeil en derhalve ook bo ven de bezoldiging van vele andere provinciën welke aan dat peil reeds werden getoetst. In dien brief worden verschillende voorbeelden gegeven ter toelichting van dat oordeel. Nu Ged. Staten den gevraagden staat niet kun nen geven, meenen zij ter tegemoetkoming aan den geuiten wensc'h goed te doen met de sterkst sprekende voorbeelden aan te geven, met vermelding van hun standpunt te dien aanzien. Deze voorbeelden, welke uit de door den Minister gegevene naar willekeur werden ge kozen, zijn de volgende. Voorbeeld 1. (Werksters en dienstboden). De wedde, welke in maximum bij de Provin cie f 1300 zal bedragen, beloopt bij het Rijk f 876, verschil f 424. Bedenkt men echter, dat deze functionarissen, althans bij de Provin cie, bijna steeds kost en inwoning genieten, waarvoor bij de Provincie f 572 en bij het Rijk f 402 in mindering wordt gebracht, dan daalt het verschil met f 572f 402 is f 170 en be draagt het derhalve f 424f 170 is f 254. Voorbeeld 2. (Vrouwelijk adspirant gediplo meerd verplegende). De voorgestelde wedde bedraagt f 1430 mi nus f 676 voor kost en inwoning is f 754 netto, EEN NIEUWE BOUWSTIJL IN ROME. Het eerste der z.g. „Zonterrashuizen", waarvan er een aantal in Rome zal verrijzen. De trapvormige bouw heeft ten doel zooveel mogelijk licht in huis toe te laten en tegelijkertijd de in het Zuiden zoo geliefde dakterrassen te kunnen aanleggen. waar tegenover staat, dat het salaris, dat door leerling-verplegenden met diploma bij het Rijk wordt genoten f 990 minus f 540 voor kost en inwoning f 450 netto bedraagt. Men bedenke hierbij echter, dat de vrouwe lijke leerling-verplegenden, in dienst dezer Provincie, die hun diploma behalen, eerst drie jaren op arbeidscontract blijven op een netto-loon van f 600 alvorens een aanstelling als vrouwelijk adspirant gediplomeerd-ver- plegende te verkrijgen. Bovendien was tot dus verre de feitelijke toestand bij de Rijkskrank zinnigengestichten, althans bij dat te Grave, zoo, dat de leerling-verplegenden na behaald diploma terstond of althans zeer spoedig een aanstelling in den rang van gediplomeerd- verplegende verkregen. Voorbeeld 3. (Vaklieden van de voorgestel de klasse V.) Hierbij wordt het bezwaar geopperd, dat de voorgestelde jaarwedde van f 1937 in maxi mum (bij het Rijk f 1652 in maximum, ver schil derhalve f 285) beloopt. Wanneer men in aanmerking neemt, dat de door Ged. Staten voorgestelde salarisrege- ling is gebaseerd op een gezin met 2 kinderen, waarvoor derhalve de Provincie geen kinder toelage, doch het Rijk een kindertoelage van f 120 verleent, dan daalt het verschil van f 285 reeds tot- f 165. Bovendien bedenke men, dat, voor zoover de provinciale vaklieden tot het personeel der Ziekenhuizen behooren, zij ingevolge de toepassing der actievere arbeids- therapie, doorgaans met patiënten moeten werken, waarvoor zij dus tevens bijzondere geschiktheid moeten toonen, m tegenstelling met de Rijkskrankzinnigengestichten, waar in dit opzicht andere verhoudingen bestaan. Voorbeeld 4. (Voorlieden-groep, klasse VI) Hierbij geldt als bezwaar tegen de salariee ring van f 2028 maximaal, dat deze functies over het algemeen worden bezoldigd naar groep 4 (max. f 1652) of groep 5 (max. f 1803) van het Rijk, hoogstens naar Rijksgroep (max. f 1903). Deze vergelijking lijkt Ged. Staten minder juist, en zij leggen er den nadruk op, dat alle voorman-functies bij het Rijk in groep 6 zijn opgenomen. Voegt men bij de maximumbezol- diging voor die groep ad f 1903 de kindertoe lage voor twee kinderen ad f 120. dan ver krijgt men een loon van f 2023, hetwelk on geveer gelijk is aan het door Ged. Staten voorgestelde loon._ Voorbeeld 5. (Gediplomeerd-verplegende) De voorgestelde salarieering van f 1430— f 2095 staat tegenover de Rijksbezoldiging, welke voor uitwonenden maximaal f 1935. voor inwonen-den maximaal f 1665 bedraagt. Vermeerdert men het bedrag van f 1935 met f 120 als kindertoelage voor twee kinderen, dan bedraagt het verschil met de provinciale bezoldiging slechts f 40. Indien men de salarissen der uitwonenden vergelijkt, beloopt het verschil tussehen de nominale salarissen in maximum f 430, doch dat der netto-salarissen in verband met den veel hoogeren provincialen aftrek voor kost en inwoning, niet meer dan f 294, welk ver schil in verband met de in Noord-Hollamd in gevoerde actievere arbeidstherapie verant woord is. Voorbeeld 6. (Adjunct-commies). Het voorstel van Ged. Staten is, de wedde te bepalen op f 2235f 3175. Voor de gelijknami ge functie bij het Rijk is de belooning f 1080— f 2520. Hier doet zich één dier gevallen voor, dat aan twee in wezen ongelijksoortige functies dezelfde benaming is toebedeeld. Bij het Rijk is de rang van adjunct-commies een z.g. ge combineerde rang, sinds de rang van klerk bij de departementen van algemeen bestuur niet meer bestaat. Ter Griffie van Noordholland zijn deze ambtenaren met werk van geenszins onbelangrijken aard belast en het is de over tuiging van Ged. Staten, dat werkzaamheden, gelijkwaardig aan die welke bijv ter Griffie door de adjunct-commiezen der finaneieele afdeeling worden verricht, bij de departemen ten van algemeen bestuur aan commiezen en hoofdcommiezen zijn opgedragen. Voorbeeld 7. (Hoofdcommies). De voorgestelde wedde van f 3700—f 5100 wordt vergeleken met de bezoldiging van de overeenkomstige betrekking bij het Rijk, welke f 3330f 4320 bedraagt. Te dezen aanzien zij opgemerkt, dat de rang- van hoofdcommies ter Provinciale Griffie wordt toebedeeld aan den Chef der Afdeeling Algemeene Secretarie en aan waarnemende chefs in het algemeen. Vergelijkt men het spaarzaam gebruik, dat van dezen rang wordt gemaakt, met het naar verhouding groote aantal hoofdcommiezen bij de departementen van algemeen bestuur, waar dikwijls twee of meer personen in dien rang aan dezelfde afdeeling werkzaam zijn, dan is het duidelijk, dat veel werk, gelijkwaardig aan dat wat ter griffie door commiezen en wellicht zelfs adjunct-commiezen wordt ver richt, bij het Rijk aan hoofdcommiezen is opgedragen. Nog waarschijnlijker wordt dit, wanneer men bedenkt, dat ter griffie voor de hoogere rangen welhaast steeds de hoedanig heid van meester in de rechten wordt ver langd, zoodat het aantal gegradueerden onder de hoofdambtenaren ter griffie dat der ge gradueerden in de overeenkomstige rangen bij de departementen doorgaans belangrijk over treft. Een verlaging tot het Rijkspeil der bezoldi ging voor een slechts in naam gelijksoortige functie, zou het verleenen van ontijdige be vorderingen in de hand kunnen werken. Voorbeeld 8. (Ingenieur le klasse). De voorgestelde wedde van f 4600—f 6450 zou, wat het maximum betreft, vergeleken kunnen worden met dat van een Ingenieur bij het Rijk (f 5940). Deze vergelijking gaat echter mank, omdat de rang van ingenieur le klasse geenszins ge lijk staat met dien van ingenieur bij het Rijk, doch veeleer met dien van hoofdingenieur bij het Rijk (f 4950f 6300). Tot laatstgenoemden rang, wel te onderscheiden van den gelijkna- migen rang bij de Provincie, plegen de Rijks ingenieurs na verloop van tijd te worden be- ingenieurs bij den Rijkswaterstaat, die in 1917 hun academischen graad hebben behaald, tot hoofdingenieur bevorderd. Bij de Provincie evenwel is hoofdingenieur een rang, waartoe slechts enkelen hij keuze kunnen worden be vorderd. De rang van hoofdingenieur bij het Rijk kan echter gevoegelijk met dien van in genieur le klasse bij de Provincie worden ge lijkgesteld. Voorbeeld 9. (Administrateur Prov. Griffie). Hier staat tegenover de door Ged. Staten voorgestelde wedde van f 5525f 7375 die, welke aan de gelijknamige functie bij het Rijk is verbonden, nl. f 4950f 6300. Gelijkstelling dezer beide functies is o.i. niet geoorloofd. Ter Griffie bekleeden de afdee- lingschefs als regel den rang van referendaris; slechts de plaatsvervangend griffier is admi nistrateur, terwijl deze rang bovendien in bij zondere gevallen kan worden verleend. Ook spreekt vanzelf, dat alleen gegradueerden dezen rang kunnen bekleeden. Bij de departe menten van algemeen bestuur zijn de verhou dingen echter geheel anders. De feitelijke toe stand is daar aldus, dat de chefs van eenigs zins belangrijke afdeelingen den rang van ad ministrateur bekleeden, terwijl de rang van referendaris doorgaans door chefs van minder belangrijke afdeelingen en door plaatsvervan gende chefs wordt bekleed. Voorts is het aantal niet-gegradueerde administrateurs bij de de partementen van algemeen bestuur groot. Bij de bestudeering van de personeelsverhou- dingen aan de departementen van algemeen bestuur kan men zich niet aan den indruk onttrekken, dat de maarschalkstaf voor subal tern administratief personeel in rangen is ge legen, welke ter provinciale griffie alleen voor gegradueerden met rijpere ervaring bereikbaar zijn. Objectieve vergelijking van beide salaris- normen schenkt dan ook de overtuiging, dat de wijze waarop door ons is voorgesteld het administratief personeel te bezoldigen, ook in vergelijking met het Rijk niet als te vrijgevig mag worden beschouwd. Voorbeeld 10. (Hoofden van takken van dienst). Is de voorgestelde wedde (f 7800f 10075) te hoog? Men kan alleen tot deze opvatting ko men door als uitgangspunt te nemen de be zoldiging van f 8100, genoten door de Secre tarissen-Generaal, waarbij gevoegd wordt de kindertoelage voor twee kinderen. Een vergelijking van de functie van Secre taris-Generaal met die van Griffier achten Ged. Staten niet wel mogelijk. Slechts zij er op gewezen, dat de positie van laatstgenoem de, den eersten ambtenaar van de provincie, bij wien alle draden van het beheer samen komen, in de Provinciale wet is geregeld en dat deze regeling bij de wet het grootste ge wicht in het licht stelt, dat reeds sedert 1850 aan deze positie is gehecht. Dat de bezoldiging van den Griffier ten minste gelijk moet zijn aan die van den Hoofdingenieur-Directeur van den Provin cialen Waterstaat, wordt niet betwist. De functie nu van Hoofdingenieur-Directeur van den Provincialen Waterstaat is van de grootste beteekenis; voorzoover vergelijking mogelijk is, kan zijn positie eerder met de functies van Directeur-Generaal van den Rijkswaterstaat of van Directeur-Generaal der Zuiderzeewerken (salaris voor beide func ties: f 10800) dan met die van Rijksambtena ren van lageren rang op een lijn worden ge steld. Uit het vorenstaande moge zoo besluiten Ged. Staten blijken, dat het overleggen van een vergelijkenden staat der provinciale en Rijkssalarissen geen praktisch nut kan hebben en geen inzicht in de werkelijke verhoudingen vermag te geven, indien daaraan niet tevens voor welhaast iedere functie een min of meer uitvoerige toelichting gepaard zoude gaan, waartoe evenwel de tijd ontbreekt. Wij blijven van oordeel, dat de voorgestelde verlaagde sa larisnormen een salarieering waarborgen, welke redelijk is in verband met de van het personeel te verlangen prestaties en welke een gezonde verhouding tot de nonnen van het Bezoldigingsbesluit 1934 niet uit het oog verliest. De groote meerderheid van de leden der commissie uit de Prov. Staten adviseert de voorstellen van Ged. Staten aan te nemen. Geldleeningen Noord-Holland. Conversie leeningen van 56 millioen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben het voornemen, een groote leening van circa f 56.000.000 tegen een rente van 3 1/2 pet. te sluiten, om daarmede andere leeningen af te lossen. EXAMENS R.K. INDUSTRIE- EN HUISHOUDSCHOOL. Geslaagd voor het practlsch gedeelte der leeraresopleiding (na lingerie- en costuu.ri- naaien) de dames; Zr. Andreo, Haarlem: Zr. B'enitia en Zr. Cantanilla, Oirschot; Zr. Edel- truida, Wijk aan Zee; C. Liebregs, Heemstede; C. Schuur. Zoeterwoude; C. Schoorl, Lisse; M. van der Straten, Baarn; M. van Tienen, Nij megen en P. Wottawa, Haarlem. Geslaagd voor de aanteekening Art. 38 der N. O.-wet mej. T. Roozen, Haarlem. M. U. L. O.-EXAMEN. Haarlem, 18 Juli. Geslaagden voor A diploma. M, A. B. du Moulin, Zandvoort; P. J. F. Nuyt, idem; N. C. M. v, d. Tas, idem: J. M. de Jonge, Velsen; Th. A. J. Waller, Haarlem; J. Leuvenberg, Haarlem; S. A. de Smeth, Hoofd dorp; D. T. Dunweg, idem; A. G. de Vries, Haarlem; A. J. Toeset, idem; B. J. Stoute, idem; C. v. Puffelen, idem; N. Jansen, idem; H. J. Hultzer, Bloemendaal; K. Buitenhuis, Heemstede; R. J. Wijkhuizen, Haarlem; S. M. Kamer, idem; A. H. Okker, idem; H. Schuur man, Wijk aan Duin; M. Erdtsieck, Haarlem; W. P. Traanberg, idem; L. J. Sproet, idem; vorderd, tenzij zij daarvoor minder geschikt J. J. Viergever idem; O. F. Loman, idem; H. worden geacht. Zoo zijn voor eenigen tijd alle Bron'khorst, idem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1