Welkom thuis!
Metselen tijdens het examen der Vereeniglng ter
Veredeling van het Ambacht in de Ambachtsschool ?e sollsten,d®r "«al-aansche Opera, d.e een tournee
aan het Schoolplein te Utrecht door ons land zu'len maken' z,Jn D°nderda9 te
den Haag aangekomen
De overval op het Ravaggebouw te Weenen. De politie doet een aanval op de gebarrica
deerde deur, waarachter de nationaal socialisten zich verschanscht hadden
Ajax wist Donderdagavond in den laatsten competitiewedstrijd tegen K.F.C. het
landskampioenschap te behalen
De Johannesgasse te Weenen.
FEUILLETON
De wonden.,. belevenissen
van dr. iv^.serlien
door WILL AMBERG.
Nadruk verboden).
22)
Kaiserlien ontdekt eerst thans, dat op de
tafel drie couverts liggen. De derde persoon
was dus een dame, volgens de bewering van
professor Cinon zelfs een jongedame, die men
er van kon verdenken in werkelijkheid Edith
Wismuth te heeten. Tenslotte echter mocht
zij heeten hoe zij wilde, als zij in 's hemels
naam' maar niet zooveel zwetste als die pro
fessor Cinon!
-Op hetzelfde oogenblik verschijnt juffrouw
Gotron aan tafel. Cinon heeft haar zooeven
het aardigste meisje van de wereld genoemd.
Nu, dergelijke waardeeringen zijn indivi
dueel. Tot de schoonheden, welke de heeren
op straat aanleiding geven, zich nog eens om
te keèreri, behoort zij allerminst. Zij valt niet
op door een bijzonderen gloed in haar oogen,
noch door een temperamentvol uiterlijk. Maar
er gaat van haar geheele persoontje een be
koring uit, die fijngevoelige menschen fasci
neert. Om haar mondhoeken ligt een guitige
trek en haar kin welft zich allerliefst tot een
teedere ronding. Maar wat Kaiserlien aller
eerst, en met een tot dusver nog ongekend
gevoel van vreugde opmerkt, dat is het heldere
grijs van haar oogen, die rijp en toch on
schuldig de wereld in zich schijnen op te
nemen.
De manier waarop Cinon het tweetal aan
elkaar voorstelt, is geheel in overeenstemming
met zijn, van het eerste oogenblik af betoon
de uitbundigheid: „Waarde juffrouw Gotron,
dit is dr. Kyrmayer, een Duitsch geleerde,
Pantserauto's rijden af en aan.
boekenwurm en tevens man van de praetijk.
die er allang naar verlangt met een zoo lief
tallige jongedame als u kennis te maken".
Zij reikt hem de hand, maar slaagt er
toch niet in een zekere verlegenheid over de
complimenten van den ouden heer te ver
bergen en die verlegenheid staat haar aller
aardigst.
„Waar bent u vandaag geweest, juffrouw
Gotron?" vraagt de professor en Kaiserlien
constateert eenigszins tot zijn verwondering
dat zijn nieuwe kennis na deze vraag even
wacht.
„Ik was in Vevay en in Lausanne. Schitte
rend is het daar. Vooral die oude hoekjes
in Lausanne zijn bezienswaardig; dat gelijken
nu net opgestelde tooneelcoulissen bij een
opera".
„Precies!" geeft de professor toe en zich dan
tot Kaiserlien wendend: „En u? Bent u hier
om wetenschappelijk werk te verrichten of
uitsluitend voor ontspanning?"
Het was niet zoo heel gemakkelijk voor deze
vraag het juiste antwoord te vinden.
„In zeker opzicht voor beiden", zegt hij
tenslotte ontwijkend.
„Nu dan zou ik u willen adviseeren van
het natuurschoon te genieten, zoolang u daar
toe nog in de gelegenheid bent".
Dat klonk bepaald dreigend. Kaiserlien kijkt
de professor met een gevoel van wantrouwende
onbehaaglijkheid, onderzoekend aan. Daarbij
bemerkt hij, dat juffrouw Gotron zijn blik
zoekt. Hij wendt het hoofd naar haar toe. Om
haar lippen ligt een ondeugend lachje, alsof
zij zeggen wil: Laat die goeie oude heer zijn
theorieën maar verkondigen; doe hem een
plezier en luister eens naar hem.
De professor blijkt nu niet meer te remmen.
Hij heeft slechts gewacht op de eerste de beste
gelegenheid om met zijn wereldbeschouwing
voor den dag te kunnen komen. Nu doet zich
die gelegenheid voor. En zijn systeem van
geologische democratie wordt over Kaiserlien
uitgestort als een wolkbreuk. Dat juffrouw
Gotron's oogen boven deze wolkbreuk, stralend
als de zon op Kaiserlien gericht blijven, tem-
De politie is gereed om in te
pert diens ongeduld wel eenigszins en wekt
zelfs, zooals de zon bij een stortbui, een
regenboogstemming in hem op. In duizend
voudige kleuren vormt zich een brug van hem
naar haar, terwijl de professor doceert: „U
verwondert u misschien dat ik u raad het na
tuurschoon te genieten, zoolang daarvoor nog
gelegenheid is. Dat advies betreft natuurlijk
niet dr. Kyrmayer persoonlijk, maar dr. Kyr
mayer als zoon van moeder aarde, als ver
tegenwoordiger van het menschelijk geslacht.
Kijk eens hier, jonge vriend: Het heelal be
staat reeds sinds -millioenen jaren. Maar zoo
als, het er nu uitziet, heeft het er vroeger niet
uitgezien. Als u een beetje aan geologie ge
daan hebt, dan weet u, dat vroeger de ri
vieren onstuimiger, de dalen dieper en de ber
gen hooger waren. Ja, hoe is dat gekomen?
Denkt u maar eens terug, jongeman, hoe een
■millioen jaren geleden de streek er hier uit
zag. Denkt u dat het meer toen zoo klein was
als nu? Denkt u, dat de bergen toen niet
hooger waren? Wat is er nu gebeurd? Het
meer is kleiner geworden en de bergen lager!
En over eenige duizenden jaren bestaat het
meer heelemaal niet meer. Begrijpt u, wat ik
bedoel?"
Bepaald origineel was tot dusver de Cinon-
sche wereldbeschouwing niet, maar Kaiserlien
was te beleefd om dat hardop te zeggen. Bo
vendien kwam het origineele eerst nu:
„En welke conclusie valt daaruit te trekken,
waarde doctor? Deze: dat moeder natuur een
zeer grillige onrechtvaardige, laten wij zeggen
ondemocratische dame is. Want wat heeft zij
gedaan? Hier op dit plekje van de aarde heeft
zij de fraaiste bergen en de mooiste dalen ge
vormd en boven in de Noordduitsche laag
vlakte is zelfs geen heuveltje te bekennen. Is
dat rechtvaardig? Is dat democratisch, waarde
Kyrmayer?
Maar Kaiserlien kan met den besten wil
niet verontwaardigd worden over deze stief
moederlijke handelwijze' van de natuur. Even
min echter verveelt hem het gezwets van
den proffessor, want juffrouw Gotron. die deze
litanie reeds van buiten schijnt te kennen.
°ok
waar net noodig is bri
besluit eiken zin met een schelmschen blik,
waarvan hij telkens weer geniet.
„Maar, m'n waarde doctor", vervolgt de pro
fessor, als gewoonlijk zonder antwoord af te
wachten, „gelukkig heeft de natuur haar eigen
onrechtvaardigheid ingezien door de eene
landstreek te bevoor- en de andere te bena-
deelen. En nu tracht zij die onrechtvaardig
heid weer goed te maken. Over eenige mil
lioenen jaren hebben wij geen Alpen meer,
begrijpt u? De natuur corrigeert de fout, die
zij gemaakt heeft. Zij neemt het voorrecht,
dat zij dit land aanvankelijk geschonken heeft
weg, in den letterlijken zin van het woord.
Hebt u wel eens nagedacht over wolkbreuken
en hagelbuien?"
Ongetwijfeld heeft Kaiserlien daarover nage
dacht, zij het dan niet in dien zin, welke Cinon
waarschijnlijk bedoelt.
„Elke wolkbreuk is een kleine revolutie, elke
aardbeving een geweldige omwenteling. Be
grijpt u dat? Een experiment, waarmee de
natuur het proces der democratie bespoedigt.
Weet u, waar ik vandaag geweest ben, doctor?
Ik was in het boven Simmendal"
Kiserlien heeft er geen idee van waar het
boven. Simmendal ergens uithangt. Nu ja, hij
kon wel nagaan, dat het geen dagreis van
Montreux verwijderd zou zijn.
„En weet u waarom ik daar heen ben ge
weest? Omdat ik eens met eigen oogen wilde
zien, hoe het onweer daar heeft huis ge
houden. Als u gezien had, hoe de storm de
rotsblokken in het dal heeft geslingerd en hoe
de Simme onophoudelijk het losse gesteente
van de bergen meesleept, dan zoudt u begrij
pen. wat ik met geologische democratie bedoel"
Dat duurt zoo ongeveer een half uur. Kaiser-
ien ontdekt al spoedig het voordeel van een
gesprek, zooals Cinon dat voert: men behoeft
niet te luisteren, en kan zijn gedachten intus-
schen tot iets anders bepalen. En Kaiserlien
doet dat in ruime mate, want zijn aardige
tafelgenoote vereischt inderdaad alle aan
lacht.
n handgranaten werd door de Weensche politie ge-
gemaakt bij de herovering van het Ravaggebouw
VII.
Als het diner geëindigd is, staat juffrouw
Gotron op.
„Ik loop nog even langs het meer", licht zij
toe, terwijl zij beiden heeren' de hand reikt.
Wellicht is dat een duidelijke wenk voor Kai
serlien haar zijn gezelschap aan te bieden,
maar deze vergeet ook in juffrouw Gotron's
aanwezigheid niet, waarom hij hier is. Hij
heeft een stille hoop, dat Cinon straks, wan
neer hij aan het einde van zijn voordracht
over geologische democratie is gekomen, nog
wel uit te hooren zal zijn.
En daarin wordt hij niet teleurgesteld, want
nauwelijks heeft juffrouw Gotron de zaal ver
laten of Cinon verandert van onderwerp. Hij
heeft haar met onverholen bewondering na
gekeken en tegenover Kaiserlien maakt hij
van deze bewondering geen geheim.
„Een allercharmantste jongedame, die juf
frouw Gotron", verklaart hij openhartig.
„M'n waarde doctor, grijpt u die kans met
beide handen aan en tracht dat hartje te ver
overen".
Hij laat den ander wederom niet aan het
woord komen. „Neen, neen spreekt u mij nu
eens niet tegen.. Ik mag dan een beetje een
eigenaardige kerel zijn jawel, dat weet ik
maar aan menschenkennis ontbreekt het
mij gelukkig niet. Ik heb onmiddellijk gezien,
dat u hier bent om u een vrouw te zoeken en
daarom verzeker ik u met de hand op het
hart: dit is de ware! Overigens wil ik u geens
zins de mogelijkheid ontnemen ook met he
andere dametjes in het hotel wat nader ken
nis te maken. Als u zich daarmee kunt ver
eenigen, gaan wij eens een uurtje in de hall
zitten om te zien, wat daar zooal voorbij
komt. Maar dat doe ik uitsluitend om u ad
oculos te demonstreeren hoe juist mijn bewe
ring is. Wacht eens even, ik zal u 'n voorbeeld
geven. Ziet u die zwarte dame daar achter in
de zaal aan het laatste tafeltje? Kijkt u maar
eens onopvallend dien kant uit".
(Wordt vervolgd).