HET NIEUWE AVONDBLAD
De Wichelroede van den Haringvisscher.
De Koninklijke familie passeert IJmuiden.
19e JAARGANG No. 226
MAANDAG 30 JULI 1934
limUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN: 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeeiingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëNOPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
lijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000— bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250— bij verlies van een duim; 150bij verlies van
een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000— bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000— bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over
lijden van de vrouw alleen, Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf ol meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodlg. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank ta
Schiedam,
IJMUIDEN.
Zoek Calanüs en gij zult haring vangen.
Plankton-aanwijzer van belang voor
haringvisscherij
De raeening van den heer Ir. F. Thiel;
directeur van de Vem.
Moet men om op de arbeidsmarkt de meeste
kans van slagen te hebben, met een handvol
diploma's voor den dag kunnen komen, waar
door men op hen, die deze niet hebben een
flinken voorsprong heeft, in het productie
systeem is de grootst mogelijke efficiency ge
boden, wil men in den feilen concurrentiestrijd
niet ten onder gaan.
Om bovenstaande redenen is het dan ook
geen louter toeval, dat ook het visscherijbe
drijf, evenals andere bedrijven, in dezen moei
lijken tijd gebruik gaat maken van ontdek
kingen als gevolg van wetenschappelijke
proefnemingen, van allerlei wetenschappe
lijke instrumenten op nautisch en biologisch
gebied. Nog slechts korten tijd geleden heb
ben wij in ons blad het een en ander geschre
ven over de ontwikkeling van de Fransche
visscherij bij Newfoundland als gevolg van de
onderzoekingen van de mannen der weten
schap, het is bekend dat er veel gedaan wordt
voor de ontwikkeling van den scholstand op
üe Noord- en Oostzee door op onderzoekingen
berustende overplanting van schol. Trawlers,
uitgerust met radiotelefonie, met het won
derbaarlijke instrument, dat echo-dieplood
heet, met behulp waarvan men als 't ware
den zeebodem kan uitteekenen, met zoodanig
geconstateerde netten, dat de uiterste vang-
capaciteit bijna schijnt bereikt te zijn, heb
ben de efficiency ten top gevoerd, om van de
machinetechnische zaken, de mogelijkheden
der motorische drijfkracht te zwijgen. Vis
scherij is niet meer het handwerk van een
kwart- of een halve eeuw geleden; het is een
wetenschappelijk bedrijf, dat zoo langzamer
hand nog alleen dan met succes kan worden
•uitgeoefend, wanneer men in toepassing
brengt de aanwijzingen van de visscherij -
deskundigen en gebruik maakt van. de we
tenschappelijk „uitgekiende'' hulpmiddelen.
Het nieuwste hulpmiddel, speciaal ten
dienste van de haringvisscherij, is de voor
het eerst in Engeland gebruikte plankton-in
dicator, (plankton-aanduider) die slechts
eenige weken geleden zijn entree heeft ge
maakt, zij het zeer bescheiden, op de IJmui
densche viool'.
De plankton-aanwijzer is een instrument
dat onder de oppervlakte van het zeewater
wordt voortgesleept en eenig plankton, ook
wel „meet" genoemd, uit het zeewater op een
zeefje van gaas vasthoudt.
Wat is plankton?
Plankton is de algemeene naam voor de
verschillende microscopische kleine levende or
ganismen, die in grooten getale in het zee
water voorkomen. Er bestaan verschillende
soorten, welke ongelijkmatig in het water ver
spreid zijn. Op een bepaalde plaats kan het
geheel verschillend van dat op een paar mijl
afstand van die plaats zijn. De haring voedt
zich met bepaalde soorten plankton meer dan
met andere soorten en gedurende de zomer
maanden wordt de haring in groote hoeveel
heden aangetroffen juist op die plaatsen,
waar het meeste van dit bepaalde plankton-
voedsel (Calanus) aanwezig is. Bovendien
vermijdt de haring de plaatsen, waar bepaal
de andere soorten van plankton in de zee
aanwezig zijn.
De plankton-aanduider nu is het instru
ment, waarmee men zich bedient, om de goede
plankton-soort te onderkennen. Uit de soort
van plankton, welke op het zeefje achterblijft,
kan de haringvisscher opmaken, of hij in
water is, dat door de haring zal worden ge
zocht, dan wel gemeden. De wetenschappelijke
onderzoekingen werden geleid door Profes
sor Hardy en men heeft, nadat gedurende vier
jaar niet minder dan 1300 proeven waren ge
nomen, kunnen vaststellen, dat wanneer het
Instrument regelmatig wordt gebruikt, de ha
ringvisscher gemiddeld een hoogere vangst
verkrijgt.
De plankton-aanwijzer heeft het model van
een vlieger en duikt beneden de zeeoppervlak
te wanneer hij aan een lijn wordt voortge
sleept. De lijn wordt uitgevierd en nadat het
instrument gedurende 8 minuten met een
snelheid van ongeveer 7 1/2 knoop of over 1
zeemijl op de log is gesleept, wordt het weer
binnenboord gehaald. Bij het zoeken naar
goed vischwater moet het instrument telkens
na bijv. 5 mijlen stoomen worden uitgezet en
over 1 mijl gesleept.
Het is hier niet de plaats, over de werk
wijze uit te weiden. Laten wij volstaan met
te zeggen, dat voor het vaststellen van een
voldoende hoeveelheid Calanus, noodig voor
een succesvolle haringvisscherij, van een lens
(die in een op het 'toestel aanwezigen lens
houder geplaatst kan worden) gebruik ge
maakt dient te worden. De Calanus is een
klein, garnaalachtig diertje, dikwijls eenigs-
zins rose van kleur.
Het spreekt vanzelf, dat voor het vestigen
van een juist oordeel over den aard van het
op het zeefje opgevangen plankton routine
noodig is. Met behulp van de bij het toestel
aanwezige figuren kan echter elke schipper,
die zich eenige moeite wil getroosten, met
succes het instrument gebruiken. (Men zou
het werken met deze „wichelroede voor den
haringvisscher", zooals wij het instrument al
hoorden betitelen, kunnen vergelijken met
het toetsen van goud. Door vergelijking van
de kleinen van het gevischte plankton met de
figuren kan geconstateerd worden of dit
plankton al of niet de gewenschte Calanus
bevat.)
De meening van Ir. Thiel.
Aangezien het ons bekend was, dat het in
strument thans ook gebruikt wordt op eenige
haringschepen van de Venn, hebben we bij
den directeur dezer maatschappij, Ir. F. Thiel
geinformeerd naar de ervaringen, welke men
aan boord van de schepen zijner reederij met
den plankton-aanwijzer had opgedaan.
De heer Thiel deelde ons mede, dat het in
strument zich thans aan boord bevindt van
vier schepen, n.l. op de vleetvisschers Victor
C. de Boer Jr. en Martenshoek en op den ha
ringtrawler Utrecht. De heer Thiel vertelde
ons, dat het toestel speciaal beproefd is door
en voor de Engelsche drifters en hij had ver
nomen, dat er in Engeland buitengewoon veel'
vraag naar bestaat. Waaruit men dus zou mo'
gen afleiden, dat de Engelsche schippers, die
er reeds veel mee gewerkt hebben, vertrou
wen in de methode hebben.
Deze ervaring ontbreekt hun nog, zeide de
heer Thiel. Alleen de Victor en de C. de Boer
Jr. hebben er een reis mee gemaakt, maar na
tuulijk is het niet mogelijk, na slechts een
enkele reis een definitief oordeel te vellen. Het
lijdt echter geen twijfel, of ook onze schip
pers zullen er practisch mee kunnen werken.
Maar, aldus de heer Thiel het gebruiken van
den plankton-aanwijzer is geen garantie dat
er veel gevangen wordt. Alleen kan men water
vinden, waar de haring graag is, en water ver
mijden, waar ze niet graag is. M. a. w. het is
geen wet van Meden en Perzen, dat waar' Ca
lanus is, ook haring te vangen is. Bevat het
water echter plankton, waar de haring niet
dol op is of niet van houdt, dan kan men er
vrijwel zeker van zijn, dat daar niets gevan
gen wordt.
Aan de hand van de dagrapporten der ha
ringschepen kon nog niet worden aangetoond,
dat het schip, dat den plankton-aanwijzer
niet aan boord heeft, minder ving dan de
hierboven genoemde schepen. Maar dit kon,
met het oog op de korte practijk ook niet ver
wacht worden. Wel heeft men nu reeds kun
nen ondervinden, dat de theorie „klopt". Een
van de schippers was gaan visscben, zonder
vooraf het plankton te hebben onderzocht.
Hij ving niets. Toen hij 's morgens den indi
cator ging gebruiken ontdekte hij, dsat het
water weinig goede plankton bevatte. Elders
werd een schot van 100 kantjes gedaan. De
indicator wees aan, dat daar ter plaatse een
„rijk" water was.
De heer Thiel wees ons er nog op, dat het
instrument vooral van veel belang kan zijn
omdat de haringschepen zijner maatschappij
thans alle van radio-telefonie zijn voorzien.
Met behulp van den indicator kunnen de
schippers elkaar onderling de goede plaatsen
aanduiden.
Na de radiotelefonie en het echo-dieplood
de plankton-aanwijzer. De vloot van IJmuiden
in het bijzonder die van de Vem is bezig, zich
te moderniseeren, zich aan te passen aan de
eischen van den nieuwen tijd. Deze moderne
instrumenten kosten veel geld en in de crisis
tijden van thans is het niet gemakkelijk, de
hooge kosten goed te maken. Maar wanneer
wij de schepen, die aan boord hebben de kost
bare en waardevolle vindingen van den tegen-
woordigen tijd beschouwen als het begin
van onze verjongde vloot, dan kan IJmuiden
den reeders, die zich deze uitgaven getroosten
niet dankbaar genoeg zijn. Want alleen met
een verjongde vloot zal IJmuiden's visscherij-
bedrijf zich staande kunnen houden. Geheel
volgens den stelregel, waarmede wij dit ar
tikel begonnen zijn.
GESLAAGD.
Voor het examen, afgenomen van 2028
Juli te 's-Gravenhage voor het laatste ge
deelte der akte N XIII slaagde de heer J. F.
Vrouwes, leeraar aan de Gemeentelijke Vis-
scherijschool alhier, met aanteekening voor
paedagogie.
Deze okte geeft bevoegdheid tot het geven
van onderwijs aan de opleiding tot alle ma-
chinstenrangen ter koopvaardij, aan scholen
voor lager- en die voor middelbaar nijver
heids-onderwijs.
RADIOVERBINDING MET SCHEPEN.
De navolgende schepen zijn Maandag, 30
Juli 1934 radiotelegrafisch te bereiken via
het kuststation Scheveningen Radio:
Alchiba, Alcyone, Christiaan Huygens, Co
lombia, Costa Rica, Flandria, Indrapoera, Jo-
hon de Witt, Joh. van Oldenbamevelt, Kota
Pinang, Marnix van St. Aldegonde, Orania,
Oranje Nassau, Poelau Bras, Poelau Tello,
Sibajak, Slamat, Volendam.
Behalve bovengenomde passagiersschepen
zijn de meeste Nederlandsche vrachtschepen
eveneens via Scheveningen Radio te bereiken.
BAZAR VAN „HULP IN NOOD".
De vereeniging „Hulp in Nood" houdt ter
gelegenheid van haar 10-jarig bestaan Dins
dag en Woensdag a.s. een bazar in „Flora"
aan den Zeeweg. De opening zal geschieden
Dinsdagmiddag 2 uur.
Het Visscherijbedrijf in 1933.
Jaarverslag van het Staats-
visschershavenbedrijf.
Alleen Engelsche haringdrifters en haring-
loggers waren talrijker dan in 1932.
Overigens achteruitgang.
Het jaarverslag over 1933 van het Staats-
visschershavenbedrijf onthoudt zich steeds
aan beschouwingen over den toestand. Zelfs
in de overzichten omtrent den vischhandel
en de visscherij vindt de lezer steeds niets
anders dan feiten, terwijl het overige gedeelte
van het verslag in 'hoofdzaak bestaat uit sta
tistieken.
Men kan in een jaarverslag van een bedrijf
dat louter intermediair werk verricht ook niet
anders verwachten dan een verzameling van
feitenmateriaal, betrekking hebbende op de
verschillende bedrijfsonderdeelen, die samen
het lichaam vormen, dat nu reeds 35 jaren
lang haar taak vervult. Maar deze verzame
ling van feiten-materiaal stelt den lezer in
staat, zich een duidelijk inzicht te vormen van
den gang van zaken in het visscherijbedrijf.
Van bijna alle belangrijke gegevens bevat
het jaarverslag ook nu weer de cijfers van de
laatste 10 jaren, waardoor het mogelijk is, in
één opslag vergelijkingen met vorige jaren
te maken. En dan blijkt, dat er allerwegen
achteruitgang is. Alleen de cijfers van de aan
gekomen Engelsche haringdrifters en van de
haringloggers geven een stijging te zien.
Hieronder volgen eenige bijzonderheden.
Scheepvaartbeweging
Het aantal binnengekomen schepen was in
het verslagjaar belangrijk minder dan 1932,
n.l. 10122 schepen met een bruto-inhoud van
2.166.886 M3. in 1933 tegen 13000 schepen met
een bruto inhoud van 2849724 M3. in 1932.
Deze nieuwe achteruitgang van het aantal
binnengekomen vaartuigen en van den tota
len bruto-inhoud hiervan moet, behalve aan
de economische depressie voor een zeer groot
deel worden toegeschreven aan de staking in
het IJmuidensche trawlvissoherijbedrijf, wel
ke bijna zeven maanden heeft geduurd en dit
bedrijf vrijwel dien geheelen tijd heeft stil
gelegd.
De invloed van deze staking heeft zich, naar
met zekerheid mag worden aangenomen, op
alle gebieden doen gevoelen en bij het be
schouwen van de in dit verslag opgenomen
cijfers moet dan steeds de langdurige staking
in het IJmuidensche trawlvisscherijbedrijf in
aanmerking worden genomen.
De resultaten van de trawlvisscherij waren
Groote belangstelling bij het schutten van de
Tanimbarin de Noordersluis.
De „Tanimbar" met aan boord H. M. de Koningin en Prinses Juliana vaart de
Noordersluis in.
Een donkergrijze hemel, striemende regen
vlagen en een stijve Zuidwester, ziedaar in
korte trekken geschetst de weersgesteldheid,
toen Zaterdagmiddag omstreeks kwart na twee
het 1870 ton groote motorschip Tanimba, met
't 1870 ton groote motorschip Tanimbar, met
sluis invoer. Maar noch de regenvlagen, noch
de Zuidwester vermochten invloed uit te oefe
nen op de belangstelling. Een groote menigte
was op de sluis aanwezig tegen den tijd, dat
het vaartuig verwacht werd.
Het spreekt vanzelf, dat allen gehoopt had
den, al was het maar voor een oogenblik, de
beide hooge passagiers, te zien te krijgen, om
Haar een vaarwel te kunnen toeroepen. Dit
mocht echter niet zoo zijn. Alleen Prinses
Juliana verscheen op de commandobrug. Zij
werd luide toegejuicht en van Haar hooge
standplaats af wuifde zij de menigte toe.
Het schutten ging zeer vlot en spoedig nadat
de binnendeur zich achter het groote vaartuig
had gesloten, ging langzaam de buitendeur
open. En even later stevende de Tanimbar het
Noordelijk buitentoeleidingskanaal in om
eenige minuten later zee te kiezen. Hooge gol
ven tilden het vaartuig op, dat spoedig den
steven Noordwaarts wendde en zich aan het
oog der menigte onttrok.
Prinses Juliana wuift naar de menigte, welke zich op den wal van de
Noordersluis heeft verzameld.
in het afgeloopen jaar over het algemeen on
bevredigend. Voornamelijk als gevolg van de
staking daalde het aantal binnengekomen
stoomtrawlers zeer aanzienlijk n.l. van 2136 in
1932 tot 1159 in 1933.
Het aantal binnengekomen motortrawlers
bleef vrijwel constant, n.l. 2094 in 1933 tegen
2102 in 1932. Evenals in vorige jaren bleven
ook in 1933 vele motorloggers gedurende het
geheele jaar aan de trawlvisscherij deelne
men.
Dat het aantal binnengeloopen motor-
trawlloggers niet belangrijk grooter was dan
in 1932, zal wel deels zijn toe te schrijven aan
het feit, dat vele botorloggers na beëindiging
van de zoute-haringvisseherij overgingen tot
de versche-haringvisscherij en pas daarna de
trawlvisscherij gingen uitoefenen.
Het aantal binnengekomen motorkustvis-
schers bedroeg 4377 tegen 6109 in 1932. Deels
moet deze vermindering worden toegeschre
ven aan meerdere deelneming door de motor-
kustvisschersvaartuigen aan de haringvis
scherij op het IJsselmeer en op de Wadden,
voor een ander deel weer door de omstandig
heid, dat door de aanhoudende vox*st in de
laatste helft van de maand Januari en in de
maand Februari verschillende Urker botters
niet aan de visscherij konden deelnemen,
doordat zij bij Urk waren ingevroren. Verder
dient rekening te worden gehouden met een
staking van de knechts van de Urker botters,
welke van 116 Januari duurde.
Een andere oorzaak van de vermindering is
deze, dat verschillende van deze schepen deel
namen aan de visscherij met de zeevisch-
zegen, zoodat deze schepen onder een ander
hoofdstuk gerangschikt zijn geworden.
In het aantal binnengekomen stoombeugers
valt een kleine vermindering'rte constateeren,
n.l. 151 tegen 166 in 1932.
Grooter was het aantal binnengekomen
wrijfnetvisschersvaartuigen. Het aantal stoom
beugers, voornamelijk Britsohe drifters, be
droeg 241 tegen 204 in 1932. Deze stijging
komt in het bijzonder door het groote aantal
Engelsche stoomloggers, dat in November is
binnengekomen; in de maanden September
en October toch was dit aantal kleiner dan in
het voorgaande jaar.
Verder steeg ook zeer belangrijk het aantal
binnengekomen motorloggers, n.l. van 306 in
1932 tot 476 in 1933. Deze stijging is veroor
zaakt door het in verhouding met andere ja
ren groote aantal motorloggers dat na be
ëindiging van de zoute-haringvissoherij aan
de versche haringvisscherij is gaan deelne
men.
Het aantal binnengekomen motorkotters,
dat aan de visscherij met den zeevisohzegen
deelneemt, was in het verslagjaar kleiner dan
in 1932. Deze vermindering moet worden toe
geschreven aan het kleiner aantal Deensche
motorkotters, dat is binnengekomen.
Het aantal binnengekomen motorkustvis-
schersvaartuigen, uitgerust voor de visscherij
met den zeevischzegen is buitengewoon toe
genomen, n.l. van 35 in 1932 tot 239 in 1933.
Deze stijging moet worden toegeschreven aan
de over het algemeen betere resultaten, welke
met deze visscherij konden worden behaald.
Het aantal vrachtvaartuigen daalde in
aantal; de bruto-inhoud van de werktuigelijk
voortbewogen vrachtschepen steeg echter van
89791 M3. in 1932 tot 99928 M3. in 1933. Hieruit
kan geconcludeerd worden, dat de gemiddel
de bruto-inhoud van de binnengekomen
werktuigelijk voortbewogen vrachtvaartuigen
is gestegen. Deze stijging is het gevolg van
het binnenkomen van schepen, geladen met
natuurijs, welke over het algemeen een veel
grooteren bruto-inhoud hebben dan de andere
vrachtvaartuigen.
Er kwamen binnen 732 vreemde vaartuigen
tegen 913 in 1932. Deze vermindering werd
veroorzaakt in hoofdzaak door het kleiner
aantal Deensche motorkotters en Duitsche
stoomtrawlers, dat in 1933 is binnengekomen.
Er kwamen binnen 76 vreemde vrachtsche
pen, waarvan 61 van Noorsche, 6 van Deen
sche, 6 van Zweedsche, 2 van Engelsche en 1
van Belgische nationaliteit. In 1932 waren
binnngekomen 63 vreemde vrachtschepen.
(Wordt vervolgd)
TOERISTENBOOT GEARRIVEERD.
Zondagmorgen is alhier binnengekomen de
fcijna 20.000 ton groote Cunard Liner Samaria
met een groot aantal toeristen aan boord.
Reeds spoedig nadat het kolossale stoom
schip, met behulp van eenige sleepbooten van
Bureau Wijsmuller aan den toeristensteiger
had vastgemaakt gingen de passagiers aan
wal om in de gereedstaande autobussen van
de A.T.O. Holland te doen, d.w.z. een vluchtig
bezoek te brengen aan Amsterdam, Marken
of Den Haag.
Het vaartuig trok den geheelen dag veel
belangstelling, zoodat het gezellig druk aan
den buitenkant was.
Successievelijk kwamen in den loop van
den middag de passagiers weer aan boord..
Des avonds te 7.30 uu': vertrok de Samaria
weer naar zee, om de reis naar het hooge
Noorden voort te zetten.
Den 9en Augustus wordt het stoomschip in
IJmuiden terug verwacht.
SCHOOLVOEDÏNG.
Ingekomen toezeggingen:
IJmuider Courant ƒ100.
N.V. Binnenl. Expl, v. onroer. goed. te
Bloemendaal
voor November '34100.—
December '34 100.
Januari '35 100.
Februari '35 100.—
Maart '35100.
Mej. E. V. te IJ. voor '34 15.—
'35 15,—
Totaal630.—
Een schitterend begin. Wie volggt?