HET NIEUWE AVONDBLAD
Uit het jaarverslag
van het Staatsvisschershavenbedrijf.
Nieuwe schoolgeldregeling voor het L.O.
19e JAARGANG No. 229
DONDERDAG 2 AUG. 1934
IJMUIDEP COUPANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y3 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents Incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
AD VERTE NTIEN15 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnéa van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepuDliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
1 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van
een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij break
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en
vrouw belden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over
lijden van de vrouw alleen Opvarenden van vlsschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van f 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meet
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtena
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te
Schiedam.
IJMUIDEN.
Toestand van vischhandel en visscherij.
Vischhandel.
Aan het einde van het verslagjaar bedroeg
het aantal kooplieden, dat geregeld versche
visch en gedeeltelijk daarbij ook zoutevisch en
haring kocht 246 tegen 252 op 31 December
1932. Buiten beschouwing zijn hierbij gelaten
de handelaren, die over het geheele jaar voor
een bedrag minder dan f 100 kochten, alsmede
die handelaren die, zij het dan ook min of
meer geregeld, alleen haring en zoutevisch
kochten.
Het aantal handelaren is in den loop van
het verslagjaar vermeerderd met 37 en afge
nomen met 43, zoodat uiteindelijk het aantal
handelaren 6 minder was dan in het vorige
verslagjaar.
Plet jaar 1933.heeft voor het visscherijbe-
drijf niet de zoozeer gewenschte opleving ge
bracht, integendeel, erger nog dan in de voor
afgaande crisisjaren, is het visscherij bedrijf
door de economische depressie getroffen.
Behalve aan de externe factoren, als de
voortdurende prijsdaling, invoerbelemmerin-
gen, betalingsmoeilijkheden e.d. moet een niet
gering deel van den ongunstigen toestand van
het visscherij be drijf en dan in het bijzonder
dat te IJmiiiden worden toegeschreven aan
interne bedrijfsmoeilijkheden, waaronder o.m.
de staking moet worden gerekend.
Zeer groot is ongetwijfeld de invloed, welke
deze bijna zeven maanden geduurd hebbende
staking op de financieele uitkomsten van alle
bij het visscherijbedrijf belanghebbende groe
pen heeft gehad.
Wat de afzet van visch naar het binnenland
betreft,, kan worden opgemerkt, dat ook in
het verslagjaar de lage prijs van de vervan
gingsartikelen als eieren, spek en vleesch, het
vischverbruik in het binnenland niet ten goe
de kwam, ook al zijn de gemiddelde prijzen van
visch in het verslagjaar verder gedaald.
Hoewel met zekerheid mag worden aange
nomen, dat het verbruik van visch in het
binnenland gedurende de laatste jaren een
stijgende tendenz vertoont, toch is deze toe
neming nog zoo gering, dat de invloed daar
van nauwelijks merkbaar was.
Zoowel als gevolg van de staking in het
IJmuider treilvisscherijbedrijf als van valuta-
voordeelen, nam in het verslagjaar de invoer
van vreemde visch, in het bijzonder die, af
komstig van de Scandinavische landen, zeer
toe. Ondanks de staking was de Nederland-
sche markt dan ook over het algemeen zeer
goed van visch voorzien. Nadat de staking was
afgeloopen, vormde een ernstig bezwaar van
deze invoeren echter de weinige regelmatig
heid, waarmede zij plaats vonden en waardoor
het overzicht over de binnenlandsche markt
bemoeilijkt werd.
Pleftige prijsschommelingen waren dan ook
dikwijls het gevolg van de zeer onregelmatige
invoeren.
Aangezien ook na afloop van de staking de
groote invoeren alsmede de aanvoeren door
buitenlandsche schepen bleven aanhouden,
werd, ten einde het Nederlandsche visscherij
bedrijf te beschermen tegen de nadeelige ge
volgen van deze overmatige in- en aanvoeren,
met ingang van 1 December 1933 de invoer en
de aanvoer van vreemde visch gecontingen-
teerd op basis van 100% van den invoer en
aanvoer in de jaren 1930, 1931 en 1932. Bij
deze regeling werd IJmuiden als de eenige
aan voerplaats van vreemde visch aangewezen.
Over de werking van deze contingenteering
van den in- en aanvoer van buitenlandsche
visch gedurende het verslagjaar is nog weinig
te zeggen; te kort nog werkte deze maatregel,
om reeds nu daarover een oordeel te kunnen
geven.
Wat de handel met het buitenland betreft,
deze heeft zich in het afgeloopen jaar niet
naar bevrediging' kunnen ontwikkelen. De con-
tingenteeringsmaatregelen, welke door ver
schillende landen voor den invoer van visch
waren getroffen, alsmede de betalingsmoei
lijkheden, welke de vischhandel ondervond,
bemoeilijkten dikwijls den afzet.
Evenals in 1932, werd ook in het verslag
jaar op de buitenlandsche markten concurren
tie ondervonden van de Scandinavische lan
den, welke hun visch, in het bijzonder ten ge
volge van de voor hen gunstige valuta, met
groote hoeveelheden op de buitenlandsche af
zetgebieden trachtten te verkoopen.
De verschillende afzetgebieden beschou
wende, valt op te merken, dat de uitvoer
naar Frankrijk in het verslagjaar wel zeer is
verminderd. Zoo kon gedurende zes maanden
geen grove visch naar Frankrijk worden ge
ëxporteerd, omdat het voor deze visch door
Frankrijk aan Nederland toegestane contin
gent was uitgeput.
Ook de export van fijne visch naar Frankrijk
was zeer beperkt; in verband hiermede daal
den de tongprijzen dikwijls zeer sterk, zoodat
de uitkomsten van de stoomtreilers van het
kleine type dikwijls zeer onbevredigend waren.
In het verslagjaar ging de Fransche Regee-
ring over tot erkenning van de Nederlandsche
uitvoercertificaten, waardoor de waarborg kon
worden verkregen, dat door Frankrijk alleen
in mindering van het toegestane invoer-con
tingent zou worden gebruikt die visch. welke
van Nederlandsche vaartuigen afkomstig is.
De export naar België verminderde onder
invloed van de concurrentie van de Scandina
vische landen, alsmede door de zeer belemme
rende bepalingen, door dat land aan den in
voer in den weg gelegd. De scherpe contingen
teering, het. verbod van invoer, van tong, van
visch beneden 40 cm, alsmede de regeling van
de invoervergunning bemoeilijkten den export
naar België zeer belangrijk.
Toen Engeland tot contingenteering van
den, vischinvoer overging, is, ten einde van
het door Engeland aan Nederland voor den
invoer van visch toegestane contingent alleen
de Nederlandsche visscherij te doen profitee-
ren, met ingang van 16 October 1933 verplich
tend gesteld het hebben van een certificaat bij
den uitvoer van versche visch naar Engeland.
Deze certificaten werden na eenigen tijd dooi
de Engelsche Regeering erkend en de werking
hiervan kon dus ten volle tot haar recht
komen.
In de laatste jaren is de uitvoer naar Enge
land zeer sterk teruggeloopen. De oorzaken van
deze achteruitgang zijn wel de hooge invoer
rechten, alsmede de depreciatie van het En
gelsche betaalmiddel.
De uitvoer naar Duitschland is eveneens
verminderd, in het bijzonder veroorzaakt dooi
de hooge invoerrechten en door de bemoei
lijkende deviezenregelingen. Toch was in het
verslagjaar de uitvoer van versche haring
naar Duitschland belangrijk grooter dan in
het voorafgaande jaar.
Trawlers.
Van 1102 Nederlandsche stoomtreilers en
van 47 Nederlandsche motortreilers werd in
het verslagjaar de vangst op den afslag ver
kocht, tegen 2014 stoom- en motortreilers in
het voorafgaande jaar. Deze belangrijke ver
mindering is hoofdzakelijk toe te schrijven
aan de staking in het IJmuider treilvisscherij -
bedrijf. -
Omtrent de vangsten van de stoomtreilers
in de eerste zeven maanden van het verslag
jaar valt weinig te zeggen, omdat de enkele
vangsten te zeer door de staking werden be
ïnvloed.
De vangstcijfers over Augustus waren in 1933
beter dan die over de overeenkomstige maand
van het jaar 1932. Dit feit, gecombineerd met
de betere vischprïjzen in de maand Augustus,
in het bijzonder voor tong, maakte dat de be
sommingen in deze maand wel bevredigend
waren. Verschillende stoomtreilers werden dan
ook in deze maand in de vaart gebracht.
Aan het einde van de maand Augustus daal
den de tongprijzen zeer sterk met als gevolg,
dat weer stoomtreilers uit de vaart werden ge
nomen.
De vangstcijfers over de resteerende vier
maanden van het jaar waren iets beter dan
die over de overeenkomstige maanden van
1932.
Hoewel de vangstcijfers dus niet ongunstiger
werden dan in 1932, bleven toch de uitkom
sten van het stoom treilvisscherij bedrijf in 1933
beneden die van 1932. De voortdurende prijs
daling, welke voor bijna alle soorten visch viel
waar te nemen en welke wel haar voornaam
ste oorzaak vond in de belangrijke beperking-
van uitvoergelegenheid, had tot gevolg, dat
de besommingen over het algemeen aan den
lagen kant waren.
Door 6 stoomtreilers werd in 28 reizen in het
afgeloopen jaar de haringvisscherij met het
treilnet uitgeoefend. De resultaten hiervan
bleven beneden de verwachtingen, waarom
deze visscherij dan ook weer spoedig werd be
ëindigd.
De visscherij nabij IJsland werd door geen
stoomtrawler, van IJmuiden afkomstig, uitge
oefend.
Het gemiddelde vangstcijfer, over het ge
heele jaar berekend, was hooger dan in 1932.
In het verslagjaar toch bedroeg dit, volgens
tabel VII, 1166 kg tegen 1088 kg in 1932. Deze
verhooging moet worden toegeschreven aan
het aantal stoomtreilers van het groote type,
dat aan de visscherij deelnam en dat in ver
houding grooter was, dan het aantal stoom
treilers van het kleine type, dat aan de vis
scherij deelnam, vergeleken met het vooraf
gaande jaar.
De resultaten van de stoomtreilers van het
kleine type waren in het verslagjaar slechter,
vergeleken met de resultaten van de stoom
treilers van het groote type.
Trawlloggers
Het treilvisscherij-bedrijf met de motorlog-
gers heeft zich, zooals reeds in dit verslag werd
geconstateerd, in het jaar 1933 zeer sterk ont
wikkeld. Ook in 1933 toch is bij een vrijwel
constant gebleven aantal motorloggers, waar
van de vangst publiek is verkocht, de hoeveel
heid en de opbrengst van de door deze motor-
loggers aangebrachte visch weer belangrijk
gestegen. Meer intensief oefenden de motor-
loggers dan ook de treilvisscherij uit. Zoo na
men verschillende met krachtige motoren uit
geruste vaartuigen aan deze visscherij deel en
werd meer noordwaarts gevischt, dikwijls ge
paard gaande met een verlenging van den
reisduur.
Van invloed op de vaak goede besommingen
waren zeer zeker de groote hoeveelheden tong,
welke konden worden gevangen. Verder, en dit
was voornamelijk van invloed gedurende de
eerste maanden van het verslagjaar, werden
de resultaten van de motortreilloggers in gun-
stigen zin beïnvloed door de staking in het
IJmuider treilvisscherij-bedrijf, waardoor in
dien tijd geen stoomtreilers aan de visscherij
deelnamen.
Daar de verwachtingen voor de haring
visscherij niet hoog gespannen waren, zijn
zeer vele motorloggers pas laat in het seizoen
uitgerust voor de drijfnetvisscherij en zijn ze
tot dien tijd aan de treilvisscherij blijven
deelnemen.
Drijfnetvisschers.
De haringvisscherij werd vanuit IJmuiden
uitgeoefend door 2 stoomloggers en 2 motor
loggers. De uitkomsten van deze schepen wa
ren niet bevredigend.
Toen de zoute-haringvisscherij met 5 De
cember 1933 ten einde liep in verband met
een bij Ministerieele Beschikking uitgevaar
digd aanvoer-verbod van zoute haring, werd
nog door enkele stoomloggers en een aantal
motorloggers, afkomstig van Katwijk en Sche-
veningen, de versche-haringvisscherij uitge
oefend. Verboden werd het verwerken van
versche haring tot pekel- en steurharing, en
dit wel om te voorkomen, dat, nu de aanvoer
van pekel- en steurharing was verboden, de
voorraad gezouten haring niet zou worden ver
groot door versche haring, welke tot pekel- of
steurharing was verwerkt.
De resultaten van de stoom- en motorlog
gers, welke deelnamen aan de versche-haring
visscherij, waren zeer gunstig, zoodat vele van
deze vaartuigen langen tijd aan de versche-
haringvisscherij bleven deelnemen.
Vroeger waren het uitsluitend de Engelsche
stoomloggers of drifters, welke versche haring-
in IJmuiden aanbrachten. Ondanks de meer
dere deelneming door Nederlandsche stoom-
en motorloggers aan de versche-haringvissche
rij, was in het verslagjaar het aantal binnen
gekomen Engelsche drifters iets grooter dan
in 1932, n.l. 190 in 1933 tegen 183 in 1932. De
resultaten van de reizen in 1933 stemden vrij
wel overeen met die in 1932.
AUTORIJDEN VOOR OUDEN VAN DAGEN
Gisteren werd de jaarlijksche reis met ouden
van dagen en gebrekkigen gemaakt, waarbij
de commissie zeer veel medewerking van de
burgerij mocht ondervinden.
Er warn niet minder dan 33 auto's ter be
schikking gesteld en ware het geen vacantie-
tijd geweest, dan zouden er zonder twijfel
nog meer hebben medegereden. De aanvraag
om mede te mogen was zoo groot, dat de com
missie besloot een groote Stormvogel-bus af
te huren, welke ook geheel gevuld was.
Met inbegrip van de autorijdsters en -rijders
hebben ongeveer 170 personen de reis medege
maakt. Dank zij de milde gaven konden de
oudjes kostelijk worden onthaald.
Ditmaal ging de reis naar Schiphol, waar
men niet uitgekeken kwam naar de vliegma
chines. De vier oudste deelnemers (W. Mooy,
C. Visman, O. Lijnbach en L. Kramer) moch
ten mede de lucht in en later werd hun een
diploma daarvoor uitgereikt. De directie der
K. L. M. stelde uit respect voor den moed van
deze tezamen ongeveer 300 jaar tellende spor
tieve vliegers voor elk een zilveren dasspeld
ter beschikking. Deze werden tijdens het latei-
oponthoud in Groenendaal door den heer A.
P. Bakker uitgereikt. Deze dankte allen, die
aan het welslagen van den tocht hadden me
degewerkt in welken vorm ook voor het ge
lukken van de reis en betrok in zijn dank
woord nog den heer D .Bais Jzn., die zes jaar
lang voorzitter der commissie was geweest en
daarin steeds een werkzaam aandeel had ge-
Vermeld mag nog worden, dat in verschil
lende gemeenten de motorpolitie den stoet
voorafging; dat men met geen lekke banden
of andere autopech te kampen had en dat de
rijkscontrole 't nuttig oordeelde in den Haar
lemmermeer den stoet een half uur op te hou
den om te controleeren de wegenbelasting-
wel betaald was.
Bijna had een der autobestuurders toen hij
na afloop van den tocht zijn passagiers naar
huis zou brongen, op de Wilhelminakade, ge
heel buiten zijn schuld, een ongeval veroor
zaakt. Een klein meisje liep plotseling den rij
weg op en kwam vlak voor de auto. Alleen
door scherp uit te wijken kon een ernstig on
geval voorkomen worden.
DE VISCHOMZET IN JULI.
De omzet in den Rijksvischafslag geduren
de de maand Juli 1934 bedroeg f 408112, tegen
f 357.611 in Juli 1933.
De omzet in de eerste zeven maanden van
dit jaar bedroeg f 3.490.C>04 tegen f 7.445.770
in hetzelfde tijdvak van 1933.
De vooruitgang van 1 millioen moge aan
zienlijk lijken er dient hierbij niet uit het oog
te worden verloren, dat in 1933 de staking
het omzetcijfer niet weinig omlaag drukte.
VELSEN.
Met 1 September a.s. treedt een
verhooging in.
Schoolgeld voor U.L.O. het dubbele
van dat voor L.O.
Onder dagteekening van 6 Juli j.l. ontvingen
B. en W. van den Voorzitter van Gedeputeer
de Staten een schrijven, waarin o.a. het vol
gende wordt opgemerkt:
„De bij Uw schrijven van 22 Februari 1934,
5e afd. no. 461, ingezonden verordening op de
heffing van schoolgeld voor het gewoon lager
onderwijs, openbaar vervolgonderwijs, buiten
gewoon lager onderwijs en uitgebreid lager
onderwijs, waaromtrent Gedeputeerde Staten
verslag aan Hare Majesteit de Koningin heb
ben uitgebracht, heeft den Minister van Bin
nenlandsche Zaken, in verband met de nader
overgelegde memorie van toelichting, aanlei
ding gegeven tot de volgende opmerkingen:
De gemiddelde kosten per leerling en per
jaar voor het gewoon lager onderwijs bedra
gen f 106.01 en voor het uitgebreid lager on
derwijs 264.15. De maximum sohoolgeldbe-
dragen zijn voor beide soorten van onderwijs
echter gesteld op resp. 33,60 en 50.40. Bei
de schoolgeldtarieven zijn mitsdien voor be
langrijke verhooging vatbaar. Verhooging van
het schoolgeld is te meer noodzakelijk met
het oog op den financieelen toestand van Uwe
gemeente. Naar het oordeel van Zijne Excel
lentie moeten alle maatregelen worden ge
troffen om verhooging van inkomsten te ver
krijgen. Bovendien moet in het oog worden
gehouden, dat het onderwijs belangrijke jaar
lijksche lasten voor Uwe gemeente mede
brengt. Immers voor het gewoon lager on
derwijs blijft voor rekening der gemeente een
jaarlijksch bedrag van 74.688,37 en voor
het uitgebreid lager onderwijs 17.163,96. Ge
let op deze bedragen is verhooging van het
schoolgeld onvermijdelijk.
Voorts zal rekening moeten worden gehou
den met het bepaalde in artikel 64, 2e lid, der
Lager Onderwijswet 1920. De verhouding van
de schoolgeldbedragen voor het lager onder
wijs en het uitgebreid lager onderwijs is als
2:3, terwijl de gemiddelde kosten van beide
soorten van onderwijs per leerling en per jaar
zich verhouden als 2:5.
Zonder bezwaar zou derhalve het school
geld voor het uitgebreid lager onderwijs het
dubbele kunnen zijn van dat voor het gewoon
lager onderwijs.
Ten aanzien van den datum van inwerking
treden (1 September 1934) is de vraag gerezen
of het geen aanbeveling verdient deze te
stellen op 1 April 1934.
Op verzoek van den Minister geef ik U, na
mens Gedeputeerde Staten, in overweging de
noodige wijzigingen te bevorderen".
Naar aanleiding van dit schrijven merken
B. en W. o.a. op, dat de in de tweede alinea be
doelde verordening, waarin het maximum
schoolgeld is gesteld op respectievelijk 33.60
en 50.40, betreft een bestaande, op 28 April
1925 vastgestelde verordening. De Koninklij
ke goedkeuring werd telkens voor een bepaal
den termijn verleend, laatstelijk tot 1 April
1934. Het betreft hier dus uitsluitend ver
lenging van de thans geldende verordening
tot den datum, waarop de nieuwe verordening-
in werking zal treden. B. en W. hebben dan
ook aan Gedeputeerde Staten verzocht deze
alsnog ter goedkeuring voor te dragen, tot 1
September 1934.
Ten aanzien van de 28 Maart 1934 vastgestel
de nieuwe verordening deelen B .en W. mede,
dat de Minister van oordeel is, gelet op de kos
ten van beide soorten van onderwijs per leer
ling en per jaar, welke kosten zich verhouden
als 2:5, dat het schoolgeld voor het uitgebreid
lager onderwijs het dubbele moet zijn van dat
voor het gewoon lager onderwijs. Volgens het
2e lid van artikel 64 der wet tot regeling van
het lager onderwijs, moet het schoolgeld zich
zooveel mogelijk verhouden als de kosten van
het onderwijs. In dit verband kunnen B. en
W. zich met de genoemde tariefsverhooging
vereenigen. Het schoolgeld voor uitgebreid la
ger onderwijs wordt dus het dubbele van het
schoolgeld voor gewoon lager onderwijs.
Ten opzichte van den datum der inwerking
treding (1 September 1934) is bij den Minis
ter de vraag gerezen of het geen aanbeveling
zou verdienen deze te stellen op 1 April 1934.
B. en W. hebben hiertegen bezwaar. Van de
32 lagere scholen hebben 24 de toelating ge
steld op 1 September en 8 op 1 April. De aan
slagbiljetten van de Septemberscholen, belas
tingjaar 1 September 19331 September 1934,
zijn reeds lang uitgereikt. Naar de meening
van het college kan aan de hier betreffende
belastingplichtigen, die dus reeds een aanslag
biljet ontvangen hebben, niet nogmaals een
biljet gezonden worden voor een verhoogden
aanslag. Het is wel mogelijk voor de April-
scholen aanslagbiljetten af te geven loopende
tot 1 September a.s. Het is om deze reden dat
B. en W. meenen aan den datum van 1 Sep
tember a.s. te moeten vasthouden.
Overeenkomstig liet vorenstaande, stellen
B. en W. dan ook voor, onder intrekking van
de door den Raad op 28 Maart 1934 vastge
stelde heffingsverordening ,een nieuwe hef
fingsverordening vast te stellen, waarin met
het bovenstaande rekening is gehouden.
Volgens het nieuwe tarief bedraagt het
schoolgeld
bij een belastb. 1 2 3 4 5 en meer
inkomen van kinderen uit één gezin p. mnd.
ƒ800—ƒ900 0.22 ƒ0.40 ƒ0.54 0.62 ƒ0.62
900—1000
0.24
0.43
0.58
0.67
0.67
1000—1100
0.26
0.47
0.64
0.75
0.80
1100—1200
0.30
0.54
0.72
0.84
0.90
1200—1300
0.40
0.72
0.96
1.12
1.20
1300—1400
0.50
0.90
1.20
1.40
1.50
1400—1500
0.60
1.08
1.44
1.68
1.80
1500—1700
0.75
1.35
1.80
2.10
2.24
1700—1900
0.90
1.62
2.16
2.52
2.69
1900—2100
1.05
1.89
2.52
2.94
3.14
2100—2300
1.20
2.16
2.88
3.36
3.59
2300—2500
1.35
2.43
3.24
3.78
4.04
2500—2700
1.55
2.79
3.72
4.34
4.63
2700—3200
1.75
3.15
4.20
4.90
5.23
3200—3700
1.95
3.51
4.68
5.46
5.83
3700—4200
2.25
4.05
5.40
6.30
6.72
4200—4700
2.55
4.59
6.12
7.14
7.62
4700—5200
2.85
5.13
6.84
7.98
8.52
enz.
Het schoolgeld
voor het
U.L.O.
is dus
het
dubbele van bovenstaande bedragen.
GEMEENTELIJKE VISSCHERIJSCHOOL.
Geslaagd voor het diploma „Vooropleiding
tot de Zeevaart": A. Keur, P. Th. C. van Loe-
nen, G. van der Wiele, D. Visser, J. van der
Plas en H. H, Posthuma.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
Er wordt een openbare vergaderng van den
Raad der gemeente gehouden op Dinsdag 7
Augustus 1934, des namiddags 7 uur, ten ge
meentehuize.
Het gebouw, waar het proces tegen he moordenaars van Dollfuss is gevoerd.
1.'Ingekomen stukken.
2. Aanbieding van de rekeningen over 1933
van: a. de gemeente; b. het gasbedrijf; c. de
waterleiding; d. het bedrijf openbare werken;
het bedrijf reinigings- en ontsmettings-
dienst. f. het grondbedrijf; g. den ophaal- en
stortingsdienst; h. den woningdienst; i. de Al
gemeen burgerlijke instelling van maatschap
pelijk hulpbetoon; j. de R.K. burgerlijke in
stelling van maatschappelijk hulpbetoon; k.
de commissie van toezicht op het lager on
derwijs.
3. Jaarwedden der Wethouders.
4. Wijziging der begrooting van de gemeen
te voor 1934
5. Gesloten-verklaring van wegen en ge
deelten van wegen overeenkomstig de artike
len 8 en 47 van het Motor- en Rijwielregle
ment.
6. Aanvulling van de verordening op den
rechtstoestand der ambtenaren.
7. Intrekking van artikel 1 der Verordening
in verband met de „Pensioenwet 1922, Staats
blad no. 240".
8. Verhuur van een tuin met toebehooren
aan de Wüstelaan te Santpoort.
9. Verkoop van grond.
10. Aangaan van grondruilingen.
11. Verleenen van toestemming tot het bou
wen van een neutrale kleuterschool op aan de
gemeente toebehoorend terrein aan de Wüste
laan te Santpoort.
12. Vaststelling van het over 1934 aan het
bestuur der P. W. A. Cort van der Linden-
school te verleenen voorschot op de vergoe
ding, bedoeld bij artikel 101 der Lager-onder-
wijswet 1920.
13. Uitbreiding van het leerplan der Ge
meentelijke Visscherijsc-hool te IJmuiden met
het onderwijs in radio-telefonie.
14. Vaststelling opnieuw van de verordening
op de heffing van schoolgeld voor het gewoon
lager onderwijs, buitengewoon lager onderwijs
en uitgebreid lager onderwijs in de gemeente
Velsen.
15. Advies omtrent verlaging van de perso-
neele belasting voor perceelen of gedeelten
van perceelen, uitsluitend dienende tot uit
oefening van het bedrijf van houder van een
koffiehuis enz.
16. Benoeming van: a. een Directeur en van
twee leeraren der Gemeentelijke Visscherij-
school te IJmuiden;
b. een lid der Commissie van Toezicht op de
Gemeentelijke Visscherij school
c. vier tijdelijke leeraren aan de Handels
avondschool.