HET NIEUWE AVONDBLAD Uit het jaarverslag van het Staatsvisschershavenbedrijf. Nieuwe schoolgeldregeling voor het L.O. 19e JAARGANG No. 229 DONDERDAG 2 AUG. 1934 IJMUIDEP COUPANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y3 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents Incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM AD VERTE NTIEN15 regels f 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnéa van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepuDliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 1 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij break van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw belden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van vlsschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van f 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meet abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtena deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN. Toestand van vischhandel en visscherij. Vischhandel. Aan het einde van het verslagjaar bedroeg het aantal kooplieden, dat geregeld versche visch en gedeeltelijk daarbij ook zoutevisch en haring kocht 246 tegen 252 op 31 December 1932. Buiten beschouwing zijn hierbij gelaten de handelaren, die over het geheele jaar voor een bedrag minder dan f 100 kochten, alsmede die handelaren die, zij het dan ook min of meer geregeld, alleen haring en zoutevisch kochten. Het aantal handelaren is in den loop van het verslagjaar vermeerderd met 37 en afge nomen met 43, zoodat uiteindelijk het aantal handelaren 6 minder was dan in het vorige verslagjaar. Plet jaar 1933.heeft voor het visscherijbe- drijf niet de zoozeer gewenschte opleving ge bracht, integendeel, erger nog dan in de voor afgaande crisisjaren, is het visscherij bedrijf door de economische depressie getroffen. Behalve aan de externe factoren, als de voortdurende prijsdaling, invoerbelemmerin- gen, betalingsmoeilijkheden e.d. moet een niet gering deel van den ongunstigen toestand van het visscherij be drijf en dan in het bijzonder dat te IJmiiiden worden toegeschreven aan interne bedrijfsmoeilijkheden, waaronder o.m. de staking moet worden gerekend. Zeer groot is ongetwijfeld de invloed, welke deze bijna zeven maanden geduurd hebbende staking op de financieele uitkomsten van alle bij het visscherijbedrijf belanghebbende groe pen heeft gehad. Wat de afzet van visch naar het binnenland betreft,, kan worden opgemerkt, dat ook in het verslagjaar de lage prijs van de vervan gingsartikelen als eieren, spek en vleesch, het vischverbruik in het binnenland niet ten goe de kwam, ook al zijn de gemiddelde prijzen van visch in het verslagjaar verder gedaald. Hoewel met zekerheid mag worden aange nomen, dat het verbruik van visch in het binnenland gedurende de laatste jaren een stijgende tendenz vertoont, toch is deze toe neming nog zoo gering, dat de invloed daar van nauwelijks merkbaar was. Zoowel als gevolg van de staking in het IJmuider treilvisscherijbedrijf als van valuta- voordeelen, nam in het verslagjaar de invoer van vreemde visch, in het bijzonder die, af komstig van de Scandinavische landen, zeer toe. Ondanks de staking was de Nederland- sche markt dan ook over het algemeen zeer goed van visch voorzien. Nadat de staking was afgeloopen, vormde een ernstig bezwaar van deze invoeren echter de weinige regelmatig heid, waarmede zij plaats vonden en waardoor het overzicht over de binnenlandsche markt bemoeilijkt werd. Pleftige prijsschommelingen waren dan ook dikwijls het gevolg van de zeer onregelmatige invoeren. Aangezien ook na afloop van de staking de groote invoeren alsmede de aanvoeren door buitenlandsche schepen bleven aanhouden, werd, ten einde het Nederlandsche visscherij bedrijf te beschermen tegen de nadeelige ge volgen van deze overmatige in- en aanvoeren, met ingang van 1 December 1933 de invoer en de aanvoer van vreemde visch gecontingen- teerd op basis van 100% van den invoer en aanvoer in de jaren 1930, 1931 en 1932. Bij deze regeling werd IJmuiden als de eenige aan voerplaats van vreemde visch aangewezen. Over de werking van deze contingenteering van den in- en aanvoer van buitenlandsche visch gedurende het verslagjaar is nog weinig te zeggen; te kort nog werkte deze maatregel, om reeds nu daarover een oordeel te kunnen geven. Wat de handel met het buitenland betreft, deze heeft zich in het afgeloopen jaar niet naar bevrediging' kunnen ontwikkelen. De con- tingenteeringsmaatregelen, welke door ver schillende landen voor den invoer van visch waren getroffen, alsmede de betalingsmoei lijkheden, welke de vischhandel ondervond, bemoeilijkten dikwijls den afzet. Evenals in 1932, werd ook in het verslag jaar op de buitenlandsche markten concurren tie ondervonden van de Scandinavische lan den, welke hun visch, in het bijzonder ten ge volge van de voor hen gunstige valuta, met groote hoeveelheden op de buitenlandsche af zetgebieden trachtten te verkoopen. De verschillende afzetgebieden beschou wende, valt op te merken, dat de uitvoer naar Frankrijk in het verslagjaar wel zeer is verminderd. Zoo kon gedurende zes maanden geen grove visch naar Frankrijk worden ge ëxporteerd, omdat het voor deze visch door Frankrijk aan Nederland toegestane contin gent was uitgeput. Ook de export van fijne visch naar Frankrijk was zeer beperkt; in verband hiermede daal den de tongprijzen dikwijls zeer sterk, zoodat de uitkomsten van de stoomtreilers van het kleine type dikwijls zeer onbevredigend waren. In het verslagjaar ging de Fransche Regee- ring over tot erkenning van de Nederlandsche uitvoercertificaten, waardoor de waarborg kon worden verkregen, dat door Frankrijk alleen in mindering van het toegestane invoer-con tingent zou worden gebruikt die visch. welke van Nederlandsche vaartuigen afkomstig is. De export naar België verminderde onder invloed van de concurrentie van de Scandina vische landen, alsmede door de zeer belemme rende bepalingen, door dat land aan den in voer in den weg gelegd. De scherpe contingen teering, het. verbod van invoer, van tong, van visch beneden 40 cm, alsmede de regeling van de invoervergunning bemoeilijkten den export naar België zeer belangrijk. Toen Engeland tot contingenteering van den, vischinvoer overging, is, ten einde van het door Engeland aan Nederland voor den invoer van visch toegestane contingent alleen de Nederlandsche visscherij te doen profitee- ren, met ingang van 16 October 1933 verplich tend gesteld het hebben van een certificaat bij den uitvoer van versche visch naar Engeland. Deze certificaten werden na eenigen tijd dooi de Engelsche Regeering erkend en de werking hiervan kon dus ten volle tot haar recht komen. In de laatste jaren is de uitvoer naar Enge land zeer sterk teruggeloopen. De oorzaken van deze achteruitgang zijn wel de hooge invoer rechten, alsmede de depreciatie van het En gelsche betaalmiddel. De uitvoer naar Duitschland is eveneens verminderd, in het bijzonder veroorzaakt dooi de hooge invoerrechten en door de bemoei lijkende deviezenregelingen. Toch was in het verslagjaar de uitvoer van versche haring naar Duitschland belangrijk grooter dan in het voorafgaande jaar. Trawlers. Van 1102 Nederlandsche stoomtreilers en van 47 Nederlandsche motortreilers werd in het verslagjaar de vangst op den afslag ver kocht, tegen 2014 stoom- en motortreilers in het voorafgaande jaar. Deze belangrijke ver mindering is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de staking in het IJmuider treilvisscherij - bedrijf. - Omtrent de vangsten van de stoomtreilers in de eerste zeven maanden van het verslag jaar valt weinig te zeggen, omdat de enkele vangsten te zeer door de staking werden be ïnvloed. De vangstcijfers over Augustus waren in 1933 beter dan die over de overeenkomstige maand van het jaar 1932. Dit feit, gecombineerd met de betere vischprïjzen in de maand Augustus, in het bijzonder voor tong, maakte dat de be sommingen in deze maand wel bevredigend waren. Verschillende stoomtreilers werden dan ook in deze maand in de vaart gebracht. Aan het einde van de maand Augustus daal den de tongprijzen zeer sterk met als gevolg, dat weer stoomtreilers uit de vaart werden ge nomen. De vangstcijfers over de resteerende vier maanden van het jaar waren iets beter dan die over de overeenkomstige maanden van 1932. Hoewel de vangstcijfers dus niet ongunstiger werden dan in 1932, bleven toch de uitkom sten van het stoom treilvisscherij bedrijf in 1933 beneden die van 1932. De voortdurende prijs daling, welke voor bijna alle soorten visch viel waar te nemen en welke wel haar voornaam ste oorzaak vond in de belangrijke beperking- van uitvoergelegenheid, had tot gevolg, dat de besommingen over het algemeen aan den lagen kant waren. Door 6 stoomtreilers werd in 28 reizen in het afgeloopen jaar de haringvisscherij met het treilnet uitgeoefend. De resultaten hiervan bleven beneden de verwachtingen, waarom deze visscherij dan ook weer spoedig werd be ëindigd. De visscherij nabij IJsland werd door geen stoomtrawler, van IJmuiden afkomstig, uitge oefend. Het gemiddelde vangstcijfer, over het ge heele jaar berekend, was hooger dan in 1932. In het verslagjaar toch bedroeg dit, volgens tabel VII, 1166 kg tegen 1088 kg in 1932. Deze verhooging moet worden toegeschreven aan het aantal stoomtreilers van het groote type, dat aan de visscherij deelnam en dat in ver houding grooter was, dan het aantal stoom treilers van het kleine type, dat aan de vis scherij deelnam, vergeleken met het vooraf gaande jaar. De resultaten van de stoomtreilers van het kleine type waren in het verslagjaar slechter, vergeleken met de resultaten van de stoom treilers van het groote type. Trawlloggers Het treilvisscherij-bedrijf met de motorlog- gers heeft zich, zooals reeds in dit verslag werd geconstateerd, in het jaar 1933 zeer sterk ont wikkeld. Ook in 1933 toch is bij een vrijwel constant gebleven aantal motorloggers, waar van de vangst publiek is verkocht, de hoeveel heid en de opbrengst van de door deze motor- loggers aangebrachte visch weer belangrijk gestegen. Meer intensief oefenden de motor- loggers dan ook de treilvisscherij uit. Zoo na men verschillende met krachtige motoren uit geruste vaartuigen aan deze visscherij deel en werd meer noordwaarts gevischt, dikwijls ge paard gaande met een verlenging van den reisduur. Van invloed op de vaak goede besommingen waren zeer zeker de groote hoeveelheden tong, welke konden worden gevangen. Verder, en dit was voornamelijk van invloed gedurende de eerste maanden van het verslagjaar, werden de resultaten van de motortreilloggers in gun- stigen zin beïnvloed door de staking in het IJmuider treilvisscherij-bedrijf, waardoor in dien tijd geen stoomtreilers aan de visscherij deelnamen. Daar de verwachtingen voor de haring visscherij niet hoog gespannen waren, zijn zeer vele motorloggers pas laat in het seizoen uitgerust voor de drijfnetvisscherij en zijn ze tot dien tijd aan de treilvisscherij blijven deelnemen. Drijfnetvisschers. De haringvisscherij werd vanuit IJmuiden uitgeoefend door 2 stoomloggers en 2 motor loggers. De uitkomsten van deze schepen wa ren niet bevredigend. Toen de zoute-haringvisscherij met 5 De cember 1933 ten einde liep in verband met een bij Ministerieele Beschikking uitgevaar digd aanvoer-verbod van zoute haring, werd nog door enkele stoomloggers en een aantal motorloggers, afkomstig van Katwijk en Sche- veningen, de versche-haringvisscherij uitge oefend. Verboden werd het verwerken van versche haring tot pekel- en steurharing, en dit wel om te voorkomen, dat, nu de aanvoer van pekel- en steurharing was verboden, de voorraad gezouten haring niet zou worden ver groot door versche haring, welke tot pekel- of steurharing was verwerkt. De resultaten van de stoom- en motorlog gers, welke deelnamen aan de versche-haring visscherij, waren zeer gunstig, zoodat vele van deze vaartuigen langen tijd aan de versche- haringvisscherij bleven deelnemen. Vroeger waren het uitsluitend de Engelsche stoomloggers of drifters, welke versche haring- in IJmuiden aanbrachten. Ondanks de meer dere deelneming door Nederlandsche stoom- en motorloggers aan de versche-haringvissche rij, was in het verslagjaar het aantal binnen gekomen Engelsche drifters iets grooter dan in 1932, n.l. 190 in 1933 tegen 183 in 1932. De resultaten van de reizen in 1933 stemden vrij wel overeen met die in 1932. AUTORIJDEN VOOR OUDEN VAN DAGEN Gisteren werd de jaarlijksche reis met ouden van dagen en gebrekkigen gemaakt, waarbij de commissie zeer veel medewerking van de burgerij mocht ondervinden. Er warn niet minder dan 33 auto's ter be schikking gesteld en ware het geen vacantie- tijd geweest, dan zouden er zonder twijfel nog meer hebben medegereden. De aanvraag om mede te mogen was zoo groot, dat de com missie besloot een groote Stormvogel-bus af te huren, welke ook geheel gevuld was. Met inbegrip van de autorijdsters en -rijders hebben ongeveer 170 personen de reis medege maakt. Dank zij de milde gaven konden de oudjes kostelijk worden onthaald. Ditmaal ging de reis naar Schiphol, waar men niet uitgekeken kwam naar de vliegma chines. De vier oudste deelnemers (W. Mooy, C. Visman, O. Lijnbach en L. Kramer) moch ten mede de lucht in en later werd hun een diploma daarvoor uitgereikt. De directie der K. L. M. stelde uit respect voor den moed van deze tezamen ongeveer 300 jaar tellende spor tieve vliegers voor elk een zilveren dasspeld ter beschikking. Deze werden tijdens het latei- oponthoud in Groenendaal door den heer A. P. Bakker uitgereikt. Deze dankte allen, die aan het welslagen van den tocht hadden me degewerkt in welken vorm ook voor het ge lukken van de reis en betrok in zijn dank woord nog den heer D .Bais Jzn., die zes jaar lang voorzitter der commissie was geweest en daarin steeds een werkzaam aandeel had ge- Vermeld mag nog worden, dat in verschil lende gemeenten de motorpolitie den stoet voorafging; dat men met geen lekke banden of andere autopech te kampen had en dat de rijkscontrole 't nuttig oordeelde in den Haar lemmermeer den stoet een half uur op te hou den om te controleeren de wegenbelasting- wel betaald was. Bijna had een der autobestuurders toen hij na afloop van den tocht zijn passagiers naar huis zou brongen, op de Wilhelminakade, ge heel buiten zijn schuld, een ongeval veroor zaakt. Een klein meisje liep plotseling den rij weg op en kwam vlak voor de auto. Alleen door scherp uit te wijken kon een ernstig on geval voorkomen worden. DE VISCHOMZET IN JULI. De omzet in den Rijksvischafslag geduren de de maand Juli 1934 bedroeg f 408112, tegen f 357.611 in Juli 1933. De omzet in de eerste zeven maanden van dit jaar bedroeg f 3.490.C>04 tegen f 7.445.770 in hetzelfde tijdvak van 1933. De vooruitgang van 1 millioen moge aan zienlijk lijken er dient hierbij niet uit het oog te worden verloren, dat in 1933 de staking het omzetcijfer niet weinig omlaag drukte. VELSEN. Met 1 September a.s. treedt een verhooging in. Schoolgeld voor U.L.O. het dubbele van dat voor L.O. Onder dagteekening van 6 Juli j.l. ontvingen B. en W. van den Voorzitter van Gedeputeer de Staten een schrijven, waarin o.a. het vol gende wordt opgemerkt: „De bij Uw schrijven van 22 Februari 1934, 5e afd. no. 461, ingezonden verordening op de heffing van schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs, openbaar vervolgonderwijs, buiten gewoon lager onderwijs en uitgebreid lager onderwijs, waaromtrent Gedeputeerde Staten verslag aan Hare Majesteit de Koningin heb ben uitgebracht, heeft den Minister van Bin nenlandsche Zaken, in verband met de nader overgelegde memorie van toelichting, aanlei ding gegeven tot de volgende opmerkingen: De gemiddelde kosten per leerling en per jaar voor het gewoon lager onderwijs bedra gen f 106.01 en voor het uitgebreid lager on derwijs 264.15. De maximum sohoolgeldbe- dragen zijn voor beide soorten van onderwijs echter gesteld op resp. 33,60 en 50.40. Bei de schoolgeldtarieven zijn mitsdien voor be langrijke verhooging vatbaar. Verhooging van het schoolgeld is te meer noodzakelijk met het oog op den financieelen toestand van Uwe gemeente. Naar het oordeel van Zijne Excel lentie moeten alle maatregelen worden ge troffen om verhooging van inkomsten te ver krijgen. Bovendien moet in het oog worden gehouden, dat het onderwijs belangrijke jaar lijksche lasten voor Uwe gemeente mede brengt. Immers voor het gewoon lager on derwijs blijft voor rekening der gemeente een jaarlijksch bedrag van 74.688,37 en voor het uitgebreid lager onderwijs 17.163,96. Ge let op deze bedragen is verhooging van het schoolgeld onvermijdelijk. Voorts zal rekening moeten worden gehou den met het bepaalde in artikel 64, 2e lid, der Lager Onderwijswet 1920. De verhouding van de schoolgeldbedragen voor het lager onder wijs en het uitgebreid lager onderwijs is als 2:3, terwijl de gemiddelde kosten van beide soorten van onderwijs per leerling en per jaar zich verhouden als 2:5. Zonder bezwaar zou derhalve het school geld voor het uitgebreid lager onderwijs het dubbele kunnen zijn van dat voor het gewoon lager onderwijs. Ten aanzien van den datum van inwerking treden (1 September 1934) is de vraag gerezen of het geen aanbeveling verdient deze te stellen op 1 April 1934. Op verzoek van den Minister geef ik U, na mens Gedeputeerde Staten, in overweging de noodige wijzigingen te bevorderen". Naar aanleiding van dit schrijven merken B. en W. o.a. op, dat de in de tweede alinea be doelde verordening, waarin het maximum schoolgeld is gesteld op respectievelijk 33.60 en 50.40, betreft een bestaande, op 28 April 1925 vastgestelde verordening. De Koninklij ke goedkeuring werd telkens voor een bepaal den termijn verleend, laatstelijk tot 1 April 1934. Het betreft hier dus uitsluitend ver lenging van de thans geldende verordening tot den datum, waarop de nieuwe verordening- in werking zal treden. B. en W. hebben dan ook aan Gedeputeerde Staten verzocht deze alsnog ter goedkeuring voor te dragen, tot 1 September 1934. Ten aanzien van de 28 Maart 1934 vastgestel de nieuwe verordening deelen B .en W. mede, dat de Minister van oordeel is, gelet op de kos ten van beide soorten van onderwijs per leer ling en per jaar, welke kosten zich verhouden als 2:5, dat het schoolgeld voor het uitgebreid lager onderwijs het dubbele moet zijn van dat voor het gewoon lager onderwijs. Volgens het 2e lid van artikel 64 der wet tot regeling van het lager onderwijs, moet het schoolgeld zich zooveel mogelijk verhouden als de kosten van het onderwijs. In dit verband kunnen B. en W. zich met de genoemde tariefsverhooging vereenigen. Het schoolgeld voor uitgebreid la ger onderwijs wordt dus het dubbele van het schoolgeld voor gewoon lager onderwijs. Ten opzichte van den datum der inwerking treding (1 September 1934) is bij den Minis ter de vraag gerezen of het geen aanbeveling zou verdienen deze te stellen op 1 April 1934. B. en W. hebben hiertegen bezwaar. Van de 32 lagere scholen hebben 24 de toelating ge steld op 1 September en 8 op 1 April. De aan slagbiljetten van de Septemberscholen, belas tingjaar 1 September 19331 September 1934, zijn reeds lang uitgereikt. Naar de meening van het college kan aan de hier betreffende belastingplichtigen, die dus reeds een aanslag biljet ontvangen hebben, niet nogmaals een biljet gezonden worden voor een verhoogden aanslag. Het is wel mogelijk voor de April- scholen aanslagbiljetten af te geven loopende tot 1 September a.s. Het is om deze reden dat B. en W. meenen aan den datum van 1 Sep tember a.s. te moeten vasthouden. Overeenkomstig liet vorenstaande, stellen B. en W. dan ook voor, onder intrekking van de door den Raad op 28 Maart 1934 vastge stelde heffingsverordening ,een nieuwe hef fingsverordening vast te stellen, waarin met het bovenstaande rekening is gehouden. Volgens het nieuwe tarief bedraagt het schoolgeld bij een belastb. 1 2 3 4 5 en meer inkomen van kinderen uit één gezin p. mnd. ƒ800—ƒ900 0.22 ƒ0.40 ƒ0.54 0.62 ƒ0.62 900—1000 0.24 0.43 0.58 0.67 0.67 1000—1100 0.26 0.47 0.64 0.75 0.80 1100—1200 0.30 0.54 0.72 0.84 0.90 1200—1300 0.40 0.72 0.96 1.12 1.20 1300—1400 0.50 0.90 1.20 1.40 1.50 1400—1500 0.60 1.08 1.44 1.68 1.80 1500—1700 0.75 1.35 1.80 2.10 2.24 1700—1900 0.90 1.62 2.16 2.52 2.69 1900—2100 1.05 1.89 2.52 2.94 3.14 2100—2300 1.20 2.16 2.88 3.36 3.59 2300—2500 1.35 2.43 3.24 3.78 4.04 2500—2700 1.55 2.79 3.72 4.34 4.63 2700—3200 1.75 3.15 4.20 4.90 5.23 3200—3700 1.95 3.51 4.68 5.46 5.83 3700—4200 2.25 4.05 5.40 6.30 6.72 4200—4700 2.55 4.59 6.12 7.14 7.62 4700—5200 2.85 5.13 6.84 7.98 8.52 enz. Het schoolgeld voor het U.L.O. is dus het dubbele van bovenstaande bedragen. GEMEENTELIJKE VISSCHERIJSCHOOL. Geslaagd voor het diploma „Vooropleiding tot de Zeevaart": A. Keur, P. Th. C. van Loe- nen, G. van der Wiele, D. Visser, J. van der Plas en H. H, Posthuma. VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD Er wordt een openbare vergaderng van den Raad der gemeente gehouden op Dinsdag 7 Augustus 1934, des namiddags 7 uur, ten ge meentehuize. Het gebouw, waar het proces tegen he moordenaars van Dollfuss is gevoerd. 1.'Ingekomen stukken. 2. Aanbieding van de rekeningen over 1933 van: a. de gemeente; b. het gasbedrijf; c. de waterleiding; d. het bedrijf openbare werken; het bedrijf reinigings- en ontsmettings- dienst. f. het grondbedrijf; g. den ophaal- en stortingsdienst; h. den woningdienst; i. de Al gemeen burgerlijke instelling van maatschap pelijk hulpbetoon; j. de R.K. burgerlijke in stelling van maatschappelijk hulpbetoon; k. de commissie van toezicht op het lager on derwijs. 3. Jaarwedden der Wethouders. 4. Wijziging der begrooting van de gemeen te voor 1934 5. Gesloten-verklaring van wegen en ge deelten van wegen overeenkomstig de artike len 8 en 47 van het Motor- en Rijwielregle ment. 6. Aanvulling van de verordening op den rechtstoestand der ambtenaren. 7. Intrekking van artikel 1 der Verordening in verband met de „Pensioenwet 1922, Staats blad no. 240". 8. Verhuur van een tuin met toebehooren aan de Wüstelaan te Santpoort. 9. Verkoop van grond. 10. Aangaan van grondruilingen. 11. Verleenen van toestemming tot het bou wen van een neutrale kleuterschool op aan de gemeente toebehoorend terrein aan de Wüste laan te Santpoort. 12. Vaststelling van het over 1934 aan het bestuur der P. W. A. Cort van der Linden- school te verleenen voorschot op de vergoe ding, bedoeld bij artikel 101 der Lager-onder- wijswet 1920. 13. Uitbreiding van het leerplan der Ge meentelijke Visscherijsc-hool te IJmuiden met het onderwijs in radio-telefonie. 14. Vaststelling opnieuw van de verordening op de heffing van schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs, buitengewoon lager onderwijs en uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Velsen. 15. Advies omtrent verlaging van de perso- neele belasting voor perceelen of gedeelten van perceelen, uitsluitend dienende tot uit oefening van het bedrijf van houder van een koffiehuis enz. 16. Benoeming van: a. een Directeur en van twee leeraren der Gemeentelijke Visscherij- school te IJmuiden; b. een lid der Commissie van Toezicht op de Gemeentelijke Visscherij school c. vier tijdelijke leeraren aan de Handels avondschool.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1