Welkom thuis! Ringrijden te Santpoort. De opening der Cowes-regatta. De Prins van Wales heeft deze week op St, James-paleis te Londen de athleten ontvangen, die deel. nemen aan de Britsche atletiekwedstrijden in de Engelsche hoofdstad. Terug van de receptie De openingsraces op den eersten dag der paardenrennen te Goodwood werden Dinsdag door zeer veel belangstellenden begewoond. Een overzicht van het veld FEUILLETON De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). Haar kalmte ergerde hem. „En wat denkt u te doen, als ik de rollen nu eens omdraai? Als ik nu eens naar de politie ga en haar klare wijn schenk over uw persoon?" En toen zij bleef zwijgen, vervolgde hij op den toon van een commissaris, die een mis dadiger een verhoor afneemt: „Wie is me neer Stolzenberg en wie is de man, die zich voor mij heeft uitgegeven?" Langzaam kwam er eenige verandering in haar houding. Groot en vragend keek zij hem aan. Intense verbazing teekende zich op haar gelaat af. Maar hij hield dat nog steeds voor huichelarij. „Laten w ijhet kort maken!", zed hij hoonend „Ik ben van de comeclie volkomen op de hoog- 'te. Ik ken de rol van den man, die voor dr. Kaiserlien moest spelen, de rol van meneer Stolzenberg en uw rol. Misschien kunt u mij bij gelegenheid nog wel eens vertrellen wie de rol van mijn secretaresse op zich heeft genomen?" Haar gelaat drukte nu een en al ontstelte nis uit .„Het komt mij voor, dat hier van een gruwelijk misverstand sprake is". Het was het eerste, wat zij dezen ochtend zei, maar het kwam er uit op een toon, alsof haar een steen van het hart was genomen. Dit laatste ontging hem echter. Hij gevoelde slechts behoefte haar zoo grof mogelijk de waarheid te zeggen. „Inderdaad is hier sprake van een gruwe- lijk misverstand. U begrijpt mij namelijk ab soluut verkeerd, als u denkt, dat ik met u en uw bende eenige consideratie zal gebruiken. Ik garandeer u, zoowaar ik Kaiserlien heet..." Hij zweeg plotseling, want hij wist eigenlijk zelf niet preoies, wat hij bij de echtheid van zijn naam zou garandeeren Zij stond op en trad op hem toe. „Zou het niet beter zijn, als we eens ver standig met elkaar praten, dr. Kaiserlien?" vroeg zij, met een flauw glimlachje en nu hoorde hij plotseling weer die warme klank en de bezonnen kalmte in haar stem. „Praten? Praten?" overwoog hij het voorstel. Hij trok -zich nu terug in het defensief. „Er valt niets te praten. U denkt toch, hoop ik, niet, dat ik mij nog eens vor den gek laten houden?" „Het komt mij voor, dat wij elkaar voor den gek hebben houden", antwoordde zij, als in gedachten. Maar nóg gaf Kaiserlien zich niet gewonnen. „U zult mij toch niet willen wijs maken, dat u mij gisteren louter voor de grap als oplichter bij de politie hebt aangegeven?" „Neen", gaf zij eenigszins verlegen toe, „dat wil ik niet. Maar wel kan ik u vertellen, dat mijn onbezonnenheid mij een slapeloozen nacht heeft bezorgd. Ik had u meer vertrouwen be- hooren te schenken". Even zweeg zij; daarna liet zij er met eeni- gen nadruk op volgen: „Overigens schijnt u ook mij niet heelemaal te vertrouwen. Ik heb het gevoel, dat wij langs elkaar heen praten". „Ik wil u bij voorbaat erop opmerkzaam maken, dat ik geen woord geloof van hetgeen u mij te vertellen hebt, zoolang u mij niet den naam en de verblijfplaats van uw handlangers hebt genoemd". Misschien wilt u mij eerst wel in de legenheid stelling iets tot mijn verdediging aan te voeren", antwoordde zij, half deemoedig half verwijtend. ,Gaat uw gang!" permitteerde hij, terwijl hij de houding aannam van een rechter, die den delinquent welwillend toestaat ook iets in het midden te brengen. Hij voelde zich thans verre in de meerderheid. „In de eerste plaats begon zij haar pleidooi „ken ik geen meneer Stolzenberg en evenmin weet ik wie de man is, die uw rol speelde. U wilde dat zooeven niet gelooven. Goed! Dat moet u weten. Maar waarom verlangt u eigen lijk van mij, dat ik u volkomen vertrouw, terwijl u mij voor een soort misdadigster schijnt aan te zien, U zfult toch bezwaarlijk kunnen ontkennen, dat u zich aan mij als dr. Kyrmayer hebt voorgesteld?' „Neemt u mij niet kwalijk!" viel hij haar in de rede. „Dacht u misschien, dat ik zoo dwaas zou zijn mij onder de gegeven omstandigheden onder mijn waren naam bekend te maken?" „Ik weet niet, wat u onder de gegeven omstandigheden verstaat", antwoordde zij glimlachend. „Ach juist ja, dat wilde u niet gelooven. Welnu, gebruikt u dan eens een beetje fantasie. Stelt u zich eens voor, dat ik niet Edith Gotron ben, maar iemand anders bijv. Therese Müller heet, aan wie u zich als dr. Kyrmayer hebt voorgesteld. En neemt u dan verder eens aan, dat op zekeren dag die Therese Müller, die een onschuldig, goedge- loovig wicht is, dat u volkomen vertrouwt, door 'n heer wordt aangesproken, die haar mede deelt, dat de man, die zich als dr. Kyrmayer in haar vertrouwen heeft gedrongen, in werke lijkheid anders heet. Wat dacht u dan, dat Therese Müller in zoo'n geval zou doen?" „U had mij om opheldering kunnen vra gen", antwoordde hij effen. ,,Neen( dat kon ik niet. Ik moet u name lijk nog iets vertellen: de man die Therese Müller op straat aansprak laten wij hem maar Hasenstab noemen, zoodat u direct weet wien ik bedoel, deelde mij n.l. alleen mee, dat u niet dr. Kyrmayer bent-, maar tevens een oplichter, meer in het bijzonder een huwelijks zwendelaar!" „U doelt op het onderhoud, dat u gisterna middag met meneer Hasenstab bij het post kantoor hebt gehad?" „Juist! U schijnt volkomen op de hoogte te zijn en desondanks verwondert u zich over een en ander? Nu dan zul u misschien ook wel weten, dat ik meneer Hasenstab den rug heb toegedraaid. Voor denuncianten heb ik nog nooit aodsrs dag afkeer gekoesterd eg toen die man scheen te denken, dat ik daarop zou in gaan, vond ik dat bepaald beleedigend. Ik heb hem eenvoudig laten staan". Dat was geen leugen. Hij had de geheele scène van uit zijn kamer gevolgd. „En verder?" verzocht hij haar voort te gaan. „En denkt u zioh nog eens het volgende in: wij zitten gisteravond samen aan tafel. Ik weet, welke verdenking die Hasenstab en mèt hem misschien ook anderen, jegens u koeste ren; ik heb vertrouwen in u, ik vertel u zelfs nog niet eens welke praatjes er over u worden rond gestrooid, omdat ik mijn vertrouwen in u voor mij zelf nog niet duidelijker kan docu menteeren dan door die geruchten eenvoudig dood te zwijgen. En nu komt op hetzelfde oogenblik, waarin ik mij zoo radicaal aan uw zijde heb geschaard, de picolo die naar dr. Kaiserlien vraagt en prompt meldt u zichzelf aan, .daarmee mijn vertrouwen beschamend en Hasenstab en diens onthullingen volkomen in 't gelijk stellende. Kunt u begrijpen, dat iemand zoo iets tot wanhoop brengt? Waarom hebt u mij niet gezegd, dat u hier onder een anderen naam bent ingeschreven en waarom maakt u een geheim van de redenen, die u aan leiding geven om dat te doen?" Hij keek haar onderzoekend aan. Haar blik was open en eerlijk, maar innerlijk streed hij nog tegen den twijfel, dien zij in hem had op gewekt. „Dat kan ik allemaal gelooven of niet natuurlijk", antwoordde hij sceptisch. „Dan kan ik slechts zeggen, dat ik beter voor de waarheid durf uit te komen dan u. Ik heb u openhartig en eerlijk verteld, waarom ik u gisteren voor een oplichter moest houden en daarbij heb ik ook rluiterlijk erkend, dat ik mijn houding oprecht betreur. U echter maakt mij verwijten, die ik niet begrijp en u mist den moed een en ander met bewijzen te staven". „U weet immers, wat ik bedoel!" hield hij hardnekkig vol. „En als ik dat nu werkelijk wist, wat zou het dan voor u voor moeite zijn dat nog eens te herhalen? Waarom $jlt u mü ftiit voorhouden. wat ik toch al zou weten?", vroeg zij. Dat was een argument, waarvan de juistheid niet te ontkennen viel. Zij maakte het hem gemakkelijk: „Hoort u eens, beste dr. Kaiserlien, of hoe u dan ook heeten mag, ik heb u gisteren door een domme impulsieve handelwijze, ernstig gekrenkt, dat zie ik heel goed in. Ik had niet louter op zoo'n vage verdenking, onmiddellijk naar de politie moeten loopen. Maar weest u nu verstandig, maakt u de zaak niet erger dan zij is en zegt u ronduit, wat u tegen mij hebt. Ik twijfel er niet aan, of wij zullen dan wel een oplossing weten te vinden. „Laten wij samen een uurtje gaan wande len!" IV. Zij waren zwijgend naast elkaar de stad door gewandeld om daarna den weg naar Territet in te slaan. Er was hier om dezen tijd vrijwel nog niemand te zien. De heerlijke ochtend deed Kaiserlien's vijandige stemming lang zamerhand verdwijnen. 'Reeds eenige minuten lang was hij vergeten, dat hij de vrouw naast hem voor een verraadster had gehouden. Ten slotte was het Edith zelf, die hem daaraan herinnerde „Welnu, vertelt u mij nu eens, wat u op het hart hebt", noodigde zij hem uit. Hij haalde besluiteloos de schouders op. „Wat moet ik vertellen? Dat ik dr. Kaiserlien ben, weet u!" „Ja, maar daarom weet ik nog niet, waarom u gisteren dr. Kyrmayer genoemd wilde wor den!" Hij bleef staan. „Eén vraag: Geeft u toe, dat u Edith Wismuth bent?" Zij bloosde en ontweek zijn blik. „Die ben (Wordt vervolgd). Om ongeregeldheden te voorkomen tijdens de executies van de moordenaars op dr. Dollfuss, werd in de onmiddellijke omgeving voor militaire versterking gezorgd. Een compagnie betreedt het gebouw van de bondspolitie te Weenen De Engelsche voetbalclub Chelsea is weer in training voor het komend seizoen. Jack Whitley, de trainer, met zijn onafscheidelijke attributen De Koning en de Koningin van Engeland maken in gezelschap van de Hertogin van York een vacantie- trip met het koninklijke jacht de „Britannia" ter hoogte van Cowes. Een kijkje aan boord ?e HiJ0riïCïe vereenlging «Santpoort Ringrijden" De heer H. P. J. Bloemers, burgemeester heeft Woensdag haar 175-jarig bestaan gevierd met van Groningen, die benoemd is tot burge- groote wedstrijden in het ringsteken meester van Arnhem De filmacteur Otto Wallburg Is Woensdag met zijn vrouw en zoontje te den Haag aangekomen. Hierboven Olto Wallburg (derde van links)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5