Welkom thuis! De bouw van de nieuwe groote verkeersbrug over den Rijn te Arnhem. Een viertal jeugdige landgenooten hoopt binnenkort met de .Batara Bajoe een omgebouwden Belgischen visscherskotter, een zeiltocht te ondernemen van Amsterdam om Kaap de Goede Hoop naar Ned.-lndië Onder hel emplacement der spoorwegen te Apeldoorn wordt ten behoeve van het doorgaande verkeer Arnhem Zwolle een tunnel gebouwd. De geul is reeds gegraven en onder de rails zijn steun balken aangebracht Gebruikmakend van de uitstedigheid van verschillende vacantiegangers worden verschillende straten van Parijs grondig hersteld Het stoffelijk overschot van wijlen president yon Hindenburg, onder bloemen bedolven, opgebaard in zijn werkkamer te Neudeck Ir. p. P. Wellenstein, directeur van Econo mische Zaken in Indië, is te den Haag in den ouderdom van 53 jaar overleden Tijdens de aankomst der autoriteiten voor de rouwzitting in de Kroll-opera te Berlijn, zorgde de S.S. voor de afzetting De rouwzitting van den Duitschen Rijksdag in de Kroll-opera te Berlijn. Adolf Hitler (staande) tijdens zijn rede. Achter hem minister Göring FEUILLETON De wonderlijke- belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). 3D „Bah!' r. Kaiserlien half luid. als Hasen- stab hem den rug heeft toegekeerd en dit „Bah!" heeft betrekking op alles, wat hij zoo even heeft doorgemaakt: op Hasenstab, die van de intimiteit zijner medemenschen leeft, op Edit-h Wismuth, die de mannen om haar vinger windt, hen bedriegt en die misschien zelfs een oplichtster is en op de heele wereld, die tegen hem schijnt samen te spannen en waarin laagheid en gemeenheid zegevieren over eerlijkheid en waarheid. Ik zal Montreux moeten verlaten", denkt Kaiserlien. „Het heeft geen zin hier nog langer te blijven. En dat, wat mij hier overkomen is weegt misschien nog zwaarder en is zeker nog pijnlijker dan Starnberg en Berlijn tezamen. Als het maar niet- zoo moeilijk was tot een besluit te komen. Het beste was het alles te kunnen vergeten, alles Maar daartoe komt- hij voorloopig niet. De gebeurtenissen overvallen hem, de een na de ander. Hij wordt aan de telefoon geroepen; een intercommunaal gesprek. Een oogenbiik juicht het in hem. Dat is Edith. Zij zal hem opheldering geven, waarom zij zoo plotseling vertrokken is en waar hij haar kan bereiken. Maar ook slechts een oogenbiik doet deze hoop hem opleven. Dan ontneemt de telefoonjuf frouw hem de illusie: „Opgebeld door eBrlijn". Berlijn dat kan Edith Gotron niet zijn. Als zijn gisteravond laat Montreux heeft verlaten kan zij nog niet in Berlijn zijn. Dan leeft zijn hoop weer op: tenzijzij een vliegtuig heeft genomen; Spoedig echter wordt ook deze verwachting de bodem ingeslagen. „Hallo, met Hammer!" klinkt het aan het andere eind van de draad. „Ben jij daar, Kai serlien?" Had Hammer op dit oogenbiik Kaiserlien' teleurgesteld gezicht kunnen zien, hij zou zich waarschijnlijk minder de trouwe kameraad hebben gevoeld, die er slechts op uit was zijn vriend een dienst te bewijzen en hem werk en inkomsten te verschaffen. „Ja, met Kaiserlien!" „Hoor eens even, Kaiserlien", zegt Hammer, „ben je op het oogenbiik vrij?" „Wat bedoel je daarmee?" „Wel het syndicaat heeft je noodig. Je moet nog eens voor twee maanden terug naar Palestina. Versta je me? Er komt een commissie die ter plaatse een en ander in oogenschouw wil nemen". „Is dat noodig?", vraagt Kaiserlien. „Zeer zeker is dat noodig!" geeft Hammer ten antwoord. „Het syndicaat heeft je vandaag vierduizend mark doen toekomen, zoodat je de reis onmiddellijk kunt aanvaarden. Over twaalf dagen wordt je in Haifa verwacht. De boot vertrekt in het begin van de volgende week van Genua. Ga je daarmee accoord?" „Daar moet ik toch eerst nog eens over denken", protesteert Kaiserlien zwakjes. .Er is niets om over te denken!" snijdt Hammer alle bezwaren af. Dat zou nog mooier worden, aLs Kaiserlien nu zelf een streep door de rekening haalde. Hij heeft nota bene die heele reis naar Palestina alleen geënsceneerd om zijn vriend onder een plausibel voorwendsel voorloopig nog te kunnen ondersteunen tot hij er in geslaagd zal zijn hem een andere werk kring te verschaffen. „Wij hebben je nood-g en daarmee uit. Bovendien zit je nog aan je contract vast!" Dat helpt. Als men Kaiserlien aan zijn plichten herinnert, is dat een argument, waaraan hij zich niet kan onttrekken. Boven dien gaat hem op dit oogenbhk door het hoofd 't Laat me allemaal koud. Tenslotte is het misschien beter, dat ik daar wat verstandigs aanpak dan dat ik hier de eene teleurstelling- na de andere beleef. En dan tot een besluit komen: „Goed dan. Je kunt op mij rekenen!" VIERD EDEEL. I. Kaiserlien bestijgt den weg, welke naar het Karmel Hotel leidt. De breede baai van de zee. de vlakke daken van de stad, de grijze silhouet van de cement fabriek Nescher op den achtergrond, de olijf - boomen links en rechts tegen de hellingen, dat alles komt hem zoo bekend voor, alsof hij hier gisteren nog met Nora Tilden heeft gewan deld. Het kost hem werkelijk eenige moeite om aan te nemen, dat er sinds zijn vertrek uit- en zijn terugkeer in het heilige land twee maan den zijn verloopen, twee maanden, die zoo rijk zijn geweest aan zonderlinge gebeurtenissen. Het zijn slechte dagen, welke hij achter zich heeft en aan zijn reis vooral bewaart hij de onaangenaamste herinneringen. Eerst drie dagen in Genua, waar hij zijn hotel geen oogen blik verliet, omdat hij van uur tot uur, op post wachtte, post van haar, welke hem van Montreux per expresse zou worden nagezon den. Toen de pijnlijke ontgoocheling, welke het noodlot hem 2 uur voor het vertrek van het ichip bereidde: hij stond juist op het punt om het- hotel te verlaten, toen de portier hem een expresse brief overhandigde. Alles jubel de in hem, maar helaas, het was niet Edith Gotron, die hem schreef, doch de, naar nieuwe winstbronnen speurende Hasenstab. Deze had zich, in de hoop op een behoorlijk honorarium beijverd Kaiserlien een, in zijn oogen zeer be langrijk document te doen toekomen, een trouwboekje, hetwelk de mededeeling behelsde dat op 5 Juli 19dus ongeveer twee jaar ge leden, juffrouw Edith Wismuih en de econo mist en jurist, dr. Hans Körthe door den amb tenaar van den Burgerlijken Stand te Saarlouis in den echt waren verbonden. Dat was het laatste geweest, wat hij van Edith had ge hoord. En nu was hij weer hier in het heilige land en moest hij werken. Daar boven in het hotel zaten misschien reeds drie of vijf, mis schien ook zeven heeren op hem te wachten. De commissie waarvan Hammer had gewaagd, die de praktische uitvoerbaarheid van Kai- serlien's adviezen zou onderzoeken. En misschien bevond ook Nora Tolden zich daarboven in het hotel en als die hem dan zag, zou zij zeker gelooven, dat zijn terug keer slechts haar gold. Natuurlijk zou zij dan met alle haar ten dienste staande middelen trachten hem opnieuw aan zich te binden en ook dat zag hij aankomen zij zou daar ongetwijfeld in slagen al zou zij dan niet kun nen voorkomen, dat hij in haar tegenwoordig heid slechts aan Edith Wismuth dacht. Mis schien was het wel goed voor hem. dat hij hier tenminste weer geregeld aan het werk kon gaan. De kleine Achmed Hadi zat met gekruiste beenen op den stoep van het-hotel en staarde naar de ondergaande zon. Toen hij Kaiserlien ontwaarde, veerde hij omhoog en over zijn ge laat gleed een blijde lach, want het verheugde hem oprecht dr. Kaiserlien zoo onverwacht terug te zien. Hij hield evenveel van dezen vreemdeling als hij Nora Tilden verafschuwde. Hij volgde Kaiserlien in het hotel en bracht hem onmiddellijk een glas sinaasappel-limo nade met ijs en amandelen en dadels uit de bekende plantage van Petach Tikwah. Kaiserlien informeerde of het hotel druk bezet was. „Er zijn maar weinig gasten", antwoordde Hadi eenigszins terneergeslagen.' „Een paar toeristen en nog een heer, die een week wil blij ven. Juffrouw Tilden is er ook niet meer; die is niet meer terug gekomen". Was het nu een gevoel van blijdschap of van teleurstelling, dat zich bij deze mededeeling aan Kaiserlien opdrong? Gevoelens zijn vaak zeer moeilijk te definieeren. Hij was blij, dat hij baar niet zag, maar nochtans miste hij haar. i Het hield hem even bezig, dat Nora Tilden al weken geleden vertrokken was. Zij had des tijds als reden van haar verblijf opgegeven dat de dokter haar voor volledig herstel van een ernstige influenza, zon en zeelucht had aanbe volen. Toen zij hem in Cairo aan boord had gebracht wist hij niet beter of zij zou den volgenden dag weer zoo spoedig mogelijk naar Haifa terugkeeren. Zij had zelfs zijn advies gevraagd of zij over land of over zee zou gaan. En nu bleek, dat zij in 't geheel niet was teruggekeerd. Een alleszins begrijpelijke schroom weerhield hem door al te openhartige vragen tegenover Achmed van zijn belangstel ling voor Nora Tilden blijk te geven. De jonge Arabier trachtte de eerste dagen van zijn verblijf herhaaldelijk het gesprek op Nora Tilden te brengen, het leek wel, of zij in hevige mate op zijn fantasie werkte. Geduldig luisterde dr. Kaiserlien naar de verhalen van den jongen, maar geen enkele maai kon hij er toe besluiten zelf een vraag te stellen. De eene dag na den anderen ging voorbij, maar de door Hammer aangekondigde com missie liet zich nog steeds niet zien. Kaiserlien verveelde zioh gruwelijk. Alvorens de hooge heeren die voor deze enquête zeker behoorlijk gehonoreerd zouden worden, in Haifa arriveer den, zouden er nog wel weken kunnen voorbij gaan. Maar ziet. juist toen Kaiserlien aan hun komst begon te wanhopen, bracht het toeval geheel onverwachts wat afwisseling in het een tonige leven van allen dag. Kaiserlien lag lui op een chaisrelongue in zijn kamer toen hij in de vestibule van het hotel een gesprek hoorde. Duidelijk onder scheidde hij Achmed's jongensachtige stem,, moeizaam zoekend naar de vreemde woorden, en de heldere tenor van een volwassene. „Die stem ken ik toch", drong het plotseling' tot hem door. „Dat is toch dat is toch (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 6