Bloemencorso te Bergen. De „Christiaan Huygens" naar Noorwegen. Welkom thuis! De eerepriji, welke door den Dultschen Rijkskanselier Adolf Hitler beschikbaar is gesteld voor de wereldkampioenschappen- wielrijden, die in Leipzig verreden zullen worden De „Christiaan Huygens" van de Stoomvaartmaatschappij Nederland is Woensdag met vacantiegangers van Amsterdam naar Bergen (Noorwegen) vertrokken Te den Haag is Woensdag een kinderfeest gehouden, waaraan een wedstrijd met versierde wagens was verbonden, De jongste deelnemers in den stoet Het stoffelijk overschot van Ir. van Wellenstein, directeur van Economische Zaken in Indië, die dezer dagen te den Haag overleed, is Woensdag uit het ziekenhuis Bronova overgebracht om in een rouwkamer te worden opgebaard Een moderne tunnel is deze week te La Villete (Fr.) In gebruik genomen, eerste auto's passeeren den nieuwen verkeersweg Oude en moderne midde'en van vervoer op het b'oemencorso te Bergen, dat Woensdag is gehouden FEUILLETON De wonderlijk belevenissen van dr. k serlien door WILL AMBERG (Nadruk verboden). *3) Hartelijk dank voor je brief, waarde baron, Natuurlijk moest je weer even van de gelegen heid gebruik maken om mij de les te lezen over mijn hooge uitgaven. Vandaar, dat ik meen je er nogmaals aan te moeten herin neren, dat het zaakje leelijk in 't honderd zou zijn geloopen, als jullie mij niet naar hier hadden gestuurd. Bedenk da. t dus, baron, vóór je nog eens tegen mij uitpakt. Bovendien mag je Spiona gerust een kus geven, want aan haar heb je de tip te danken, dat Kaiserlien eerder wilde terugkeeren dan hij van plan was. Wat je me over den Professor en Rakker schreef, was voor mij geen nieuwtje. Ik heb dat al zien aankomen, waarde syndicus. Laat ze maar. De professor kan zulke schitterende redevoeringen houden en Rakker kan zoo net jes luisteren. Ik reken er op, dat de professor mij met een aardig philosofisch speeehje be groet, als ik weer ten tooneele verschijn! Nogmaals dus syndicus: over vier weken vertrekt Kaiserlien van hier. Zorg er dus voor dat dan het zaakje voor elkaar is. Nu krijg je gelegenheid te toonen, dat je werkelijk de mi nister van justitie van onze onderneming bent! Ik zelf kom met de eerste de beste boot via Napels en als je een nette vent bent, syn dicus, kom je me tegemoet. Wij kunnen dan samen eerst nog een paar genoegelijke weken in Italië doorbrengen. Zelfs Edith W. zal daar niets tegen hebben. Ik verwacht jullie expresse boodschap poste restante Cairo. Tot zoolang. - t Je Notje". III Het werd Kaiserlien een oogenblik zwart voor de oogen, toen hij den brief ten einde gelezen had. Mechanisch las hij daarop regel na regel steeds weer opnieuw, maar hij slaagde er niet in den inhoud van dit frissche bericht geheel te doorgroriden. Toch bleef hem het besef niet bespaard, dat hij het slachtoffer was geworden van 'n complot, dat een of an dere oplichtersbende tegen hem had gesmeed en waaruit hij niet bepaald eervol te voorschijn was getreden. Nora. Tilden was dus naar Palestina gezon den, omdat men er op de een of andere ma nier achter was gekomen, dat hij niet van plan was hier twee en een half jaar te blijven en zijn vroegtijdige terugkeer dan zeker de plan nen van „het syndicaat" in de war zou bren gen. „Het syndicaat!" Een schitterende bena ming voor een onderneming, die slechts van bedriegerijen op grooten schaal bestond! Beschamend neen, er was werkelijk geen ander woord voor de wijze, waarop hij zich door Nora Tilden had laten beetnemen. Zij had haar doel volkomen bereikt. Was hij niet ingegaan op haar dringend verzoek om zijn verblijf met nog vier weken te verlengen, dan zou hij zijn teruggekeerd op een tijdstip, dat weliswaar zijn villa reeds verkocht was, maar zijn geld zich tenminste nog in de safe van de Bank bevond. Maar daaraan viel nu helaas niets meer te veranderen. „Als' en „wanne- hielpen nu niet weer. Als hij maar vierent. mtig uur eer der in Berlijn was geweest! Maar dat was nu eenmaal niet het geval. De hoofdzaak was, dat hij nu door eer toeval een aan- knoopingspunt in handen had gekregen; hij hield om zoo te zeggen het eind van de draad in de hand. Nora Tilden was mede van de partij, dat stond vast. En wat de andere leden betrof, uit den brief bleek wel, dat hier een geheele onderneming de hand in het spel had. Daar was in de eerste plaats de man, die naai den titel „Syndicus" luisterde. Zeer waarschijn- lijk de spiritus rector; voorts waren daar dan nog „de baron", „de professor" en, behalve „Notje", „Rakker", „Spiona" en Edith W. Edith W, beteekende natuurlijk niets anders dan Edith Wismuth. Dus die maakte ook deel uit van het complot. Het deed pijn dat te moeten erkennen. Dat was zelfs nog erger dan beschamend; dat was gruwelijk. Maar behoorde zij werkelijk tot de onderne ming? Zeker, zij werd in den brief genoemd, maar bij nadere beschouwing toch in een anderen toon dan de overige personen, die daarin geciteerd werden Professor, Baron, Rakker, Spiona, dat alles waren bijnamen, welke de leden van de bende elkaar blijkbaar hadden gegeven. Edith W. werd bij haar eigen naam genoemd. Daaruit zou men dus mogen concludeeren, dat zij niet tot dien kring be hoorde Als het maar niet zoo ontzettend warm was. Het was zoo moeilijk bij die ondraaglijke hitte logisch te denken Wanneer Edith Wismuth er niet toebehoor de, bestond „het syndicaat' dus uit minstens zes personen. Drie dames en drie heeren. De bende scheen gevoel voor symetrie te hebben. Nora Tilden of zooals zij zichzelf noemde: Notje, met Syndicus als paar was één, de Pro fessor en Rakker paar twee, nu ja, dan bleef slechts de Baron voor Spiona en Spiona voor den Baron over. Dat de bende uit minstens vier personen moest bestaan, had ik allang op mijn vingers kunnen natellen, piekert Kaiserlien verder. In de eerste plaats de pseudo Kaiserlien, ten tweede de omnieuze meneer Stolzenberg, ten derde Edith Wismuth en ten vierde de vrouwe lijke getuige bij de huwelijksvoltrekking, die onder den naam Ina Heldt was opgetreden. Dat er bij deze vier nóg twee kwamen, deed niets af aan zijn berekening, want Nora Tilden was zoo te zeggen „employee voor den buiten dienst", syndicus, de minister van justitie van het syndicaat, scheen de expedities van de troep slechts van achter zijn schrijftafel te lirigeeren zonder persoonlijk in te grijpen. Hoe de rolverdeling precies geweest was, viel moeilijk uit te maken. Wie had den pseudo Kaiserlien gespeeld? De professor of de baron? En wie had die rol van Edith Wismuth op zich genomen? Rakker of Spiona?Wat een naam eigenlijk Spiona't Klonk niet be paald sympathiek. Baron Syndicus en Profes sor, dat ging nog. Maar Spiona Toen Kaiserlien zoover met zijn overpeinzin gen was gekomen, ging hem plotseling een licht op. Wacht eens dat leek er op, of hij een draad in handen had gekregen. Spiona als spion Dat klopte immers geheel met den inhoud van den brief. Spiona had de overige leden van de bende gewaarschuwd dat hij eerder uit Palestina zou terugkeeren dan aanvankelijk het plan was. Hoe was het mogelijk, dat een dame zoo juist georiënteerd bleek te' zijn ten aanzien van zijn plannen? Hoe was die dame daar achter gekomen?En plotseling moest hij aan Hammer denken, hoe deze, achter zijn schrijftafel troonend, zijn donkere stenotypiste een veelzeggenden blik had toegeworpen. En nu herinnerde hij zich ook, hoe dat meisje hem loerend van onder haar half gesloten oogleden had opgenomen, alsof zij bij zichzelf dacht: „Dus zóó zie je er uit, brave Kaiserlien". Dat hij daar niet eerder op gekomen was. Die begrijpende en toch terughoudende, nieuws gierige blik had hem al veel eerder iets moeten zeggen. Nu scheen het wel vast te staan, dat hij hiermee de tweede schakel in de ketting had ontdekt. ,,Ik moet onmiddellijk terug naar Duitsch- land, denkt Kaiserlien, Nu ben ik zoo ver, dat ik iets zou kunnen aanpakken. Ik maak me sterk, dat de draad nu ook verder te ont warren is. Dat die ellendige commissie nog maar steeds niet kwam opdagen. Moest hij hier nu maar werkloos toezien en wachten tot het dien heeren eindelijk beliefde te komen? Dat was onder deze omstandigheden niet langer uit te houden En plotseling besloot Kaiserlien iets te doen. Hij zou, overeenkomstig het advies van profes sor Cinon, een telegram sturen. Eenvoudig Hammer ervan in kennis sMen, Mi niet van plan was ten eeuwigen dage hier op die commissie te blijven wachten. Vijf minuten later was Kaiserlien op weg naar de stad, waar hij een telegram verzond naar Berlijn. En tevens maakte hij van de ge legenheid gebruik om bij het reisbureau te in- formeeren, wanneer de eerstvolgende boot ver trok, hetzij naar Genua of naar Triëst. Dienzelfden avond vertrok er een, zoo werd hem meegedeeld. De volgende overmorgen. Kaiserlien was voldaan. Vandaag zou hij na tuurlijk nog niet kunnen vertrekken, maar overmorgen kon Hammer's antwoord hem be reikt hebben. Met een gevoel van tevredenheid aanvaard de hij den terugtocht naar het hotel. Hij had nu tenminste iets gedaan. Baron, Rakker, Professor, Spiona, dansten de namen in zijn hoofd. Hij kon er zich met den besten wil niet van losmaken. Aan den ingang van het hotel stond Achmed die hem ontving met de woorden: „Ik moet u de groeten doen van den professor, doctor!" Kaiserlien staarde den jongen verbaasd aan. Professor, professor, wat wist die knaap van de personen en namen, waarmee hij zich de laat ste uren zoo intensief bezig hield? Achmed meende uit Kaiserlien's houding te mogen opmaken, dat deze hem niet begrepen had, Derhalve herhaalde hij zijn boodschap, doch ditmaal wat uitvoeriger. „Ik moet u de groeten doen van professor Cinon; hij kwam plotseling tot het besluit om vandaag nog te' vertrekken". Ah zoo, professor Cinon bedoelde de jongen. Een merkwaardig misverstand. Hij had na tuurlijk in de eerste plaats aan den professor in het oplichterssyndicaat gedacht. Zoo dus de professor was plotseling vertrokken nog vlugger dan hij aanvankelijk van plan wasji (Woaü

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5