Klompenbeurs te Epe. De terugkeer der Nederlandsche zwemsters uit Maagdenburg.
DE MAN, DIE DE
TROEVEN HAD.
De Nederlandsche zwemsters die bij de wedstrijden
te Maagdenburg fraaie successen behaalden zijn
Dinsdag in ons land teruggekeerd.
De Klompenmakers patroonsvereeniging te Epe hield Dinsdag een
jaarbeurs van klompen, gereedschappen en aanverwante artikelen,
waarvoor veel belangstelling bestond
Achtlenhonderd Saarlander. hebb.n Maandag l.jdens hun v.rfel.jf
In Berlijn mor den Rijkaleider Adoll Hiller gedefileerd Ui een der
vensters van de Rijkskanselarij sloeg de .Führer bet defile gade,
waarbii hii een korte toespraak hield
De laatste dag der wielerkampioenschappen te Leipzig. - Metze, de
nieuwe wereldkampioen stayer passeert den Italiaan Severgnini (gang
maker No. 2)
De test finale cricket Engeland—Australië werd Maandag
door duizenden bijgewoond
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
Nadruk verboden.
„Waar is zij?" informeerde hij met ge
dempte stem.
„Deksels", mompelde hij, toen hij het
slachtoffer in 't oog kreeg.
„Vooruit Jenkins", vervolgde hij toen, „ga
mee* en ga jij ook maar mee Bristow".
De drie mannen gingen het vertrek binnen,
terwijl Greenlaef de deur voor de omstanders
sloot. Ook hij deed wat Bristow gedaan had
h-j legde zijn vingers om den pols der
doode. Zijn adem ging snel, zijn hand beefde.
Jenkins stond onbewegelijk naast hem; hij
was ook geheel beduusd door het drama, dat
zich afgespeeld had. Hij voelde zich voor zulk
werk eigenlijk niet geschikt. Hij was in z'n
element, als hij jacht* kon maken op drank
smokkelaars en negers.
„Ze is dood", merkte Bristew op. „De dokter
zei, dat de dood al uren geleden ingetreden
is".
„Waar is de dokter?"
„In de slaapkamer. Miss Fulton, de zuster
van de vermoorde, is buiten zich zelf van
schrik".
„Wie heeft den dokter laten halen?"
Ik, ik heb een van de vrouwen opgedragen
om een dokter te telephoneeren".
„Dan zal ik den lijkschouwer gaan waar
schuwen".
Hij begaf zich door de suitedeuren naai
de achterkamer en nam den haak van de
•telefoon, terwijl hij intusschen zijn oogen
door de kamers liet dwalen.
Bristew bukte zich, raapte iets op, dat bij
de sofa lag, waarna hij het in zijn vestzak
liet verdwijnen.
Juist toen de hoofdcommissaris den haak
weer op de telefoon legde, kwam de dokter uit
de slaapkamer terug.
„Juffrouw Fulton is nu wat gekalmeerd
kondigde hij aan.
„Dokter", wendde Greenleaf zich tot hem,
„geeft uw opinie eens. Waaraan moet haar
dood worden toegeschreven?"
Braley, een magere man met haastige be
wegingen, boog zich over de doode heen en
lichtte een van haar oogleden op. Daarop on
derzocht hij den hals, waarbij hij er zoovee!
mogelijk zorg voor droeg haar hoofd niet te
bewegen.
„Zij is geworgd", gaf hij daarop als zijn oor
deel .te kennen. „Hoewel haar oogen gesloten
zijn, kunt u toch nog zien, dat zij bijna uit
de kassen treden. Daarbij is de tong opge
zwollen. Ook zijn er indrukken op den hals.
Daar aan den linkerkant kunt u ze duidelijk
zien".
„Hoelang is ze al dood?"
„Dat kan ik niet met nauwkeurigheid zeg
gen. Ik denk acht of tien uur".
Dat zich in een kamer in Maaniston Road
zoo langen tijd een lijk zou bevinden, zonder
dat dit door iemand zou zijn opgemerkt, wilde
er bij Greenleaf niet goed m. Zijn zenuwach
tigheid nam toe. Hij voelde dat hij handelen
moest.
„Hoe is het met miss Fulton?" vroeg hij.
„Kan ik haar een verhoor gaan afnemen?"
„Neen, nu nog niet. Ze moet nog even tijd
hebben om tot zichzelf te komen. Overigens
heeft ze mij al het een en ander meegedeeld.
Iets eigenaardigs iets zeldzaam eigenaar
digs!"
„Wat?"
„Ze vertelde mij", lichtte de dokter in- ...dat
zij het lijk van haar zuster slechts even voor
men haar hoorde gillen heeft ontdekt. Haar
zuster, mevrouw Withers, was naar een bal
geweest het Maandagavondbal in Mapple-
wood Inn. Zij is er met mr. Douglas Campbell
den eigenaar van het landgoed heen geweest.
U kent hem wel. Gisterenavond om negen uur
zijn ze weggegaan. Het was de laatste maal
dat miss Fulton haar zuster levend heeft- ge
zien.
„Intusschen was miss Fulton, die ik had
voorgeschreven om in bed te blijven, opge
staan. Zij had zich aangekleed, omdat zij den
avond met een vriend uit Washington wilde
doorbrengen. Henry Morley is zijn naam. Even
over elven gisteravond is hij weer weggegaan
en met den nachttrein naar Washington ver
trokken".
„Miss Fulton, die doodmoe was, is toen zij
thuis kwam naar bed gegaan en tegen half
twaalf ingeslapen. Als regel neemt ze een
slaapdrankje in, wat gisteravond ook het ge
val was, zoodat zij vanochtend niet voor tien
uur wakker is geworden. Zij heeft haar zuster
vannacht zelfs niet thuis hooren komen".
„Toen zij vanochtend wakker werd, riep zij
haar zuster. Verbaasd, omdat ze geen ant
woord kreeg, stond zij op om te gaan kijken.
Het bleek haar, dat het bed van mevrouw
Withers niet beslapen was. Daarna begaf zij
zich naar deze kamer en ontdekte daar het
lijk van haar zuster".
„U wilt zeggen, dat het zieke meisje den
heelen nacht in huis is geweest, zonder iets
te hooren?" bracht Bristew in het midden.
„Zoo luidt althans haar verklaring", gaf
de arts hem ten antwoord.
„Gag zij eenige aanwijzing, wie de moorde
naar zou kunnen zijn?" informeerde Green
leaf vervolgens.
„Neen, maar zij is op het oogenblik nog niet
voldoende gekalmeerd om zich daaromtrent
een meening te kunnen vormen".
„Laten we hier eens rondkijken", stelde de
hoofdcommissaris voor.
Zijn voorbeeld werd door Bristew en den
dokter gevolgd. Behalve de omgevallen stoel
tusschen de sofa en de achterkamer was er
geen enkel meubelstuk van zijn plaats. Geen
der drie mannen raakte den omver gevallen
stoel aan.
De ramen waren alle gesloten, maar niet
op de pen, wat ook niet noodig was, daar zich
aan den buitenkant nog muskietengaas be
vond. De rolluiken waren naar beneden, De
buitendeur was niet op de knip gedaan.
Greenleaf nam een kijkje in de keuken, in
de ongebruikte slaapkamer, de oadkamer en
het achterste slaapvertrek. Ook hier bevonden
zich stevige grendels, evenals bij de ramen
aan den voorkant van het huis en nergens
was iets van geweld te bespeuren. Ook van een
worsteling, die wellicht kon hebben plaats ge
had. was niets te ontdekken. Al deze bijzon
derheden werden door de drie mannen snel
opgemei'kt.
Mevrouw Allen, die tot dat oogenblik bij
miss Fulton was gebleven, voegde zich nu bij
de mannen en deelde hun mede, dat aan de
drie ramen in haar slaapvertrek evenmin spo
ren van braak vielen waar te nemen. Ze be
gaven zich daarop naar de voorkamer terug
Hier werd een zoo nauwkeurig mogelijk on
derzoek op den grond, langs de muren en aan
het meubilair ingesteld, doch een oplossing
werd niet gevonden. De moordenaar had niet
het geringste spoor achtergelaten.
„Naar mijn meening", zei de hoofdcommis
saris ten slotte, „heeft er in dit huis in den
afgeloopen nacht geen sterveling ingebroken.
Wat echter vast staat is, dat twee mannen er
toegang hebben gehad. De een was mr. Dou
glass Campbell, de eigenaar van het landgoed
en de ander mr. Henry Morley, die miss Ful
ton kwam bezoeken. Die twee moeten ons ver
tellen wat ze weten".
„Maar", bracht de dokter in het midden,
„juffrouw Fulton zegt, dat Morley gisteravond
al uit de stad is vertrokken".
„Hm! Misschien pleit dat niet in zijn voor
deel".
„Maar", opperde Bristew, „indien het blijkt,
dat de straatdeur den heelen nacht niet op
slot is geweest, zouden daardoor tal van an
dere mogelijkheden rijzen".
„Hoe zouden we dat ooit kunnen vaststel-
Ie^" j
„Misschien kan juffrouw Fulton er zich
iets van herinneren".
„Ze had het er al over", merkte Bradley op.
„De straatdeur was inderdaad niet op slot".
„Hoe dan ook", besloot Greenleaf, „Morley
moet hier komen. Zou je dat ook niet zeg
gen?" vervolgde hij, zich tot Bristew wen
dend.
Op dat oogenblik rinkelde de telefoon in
de achterkamer en de hoofdcommissaris ging
luisteren.
„Ja, hallo", hoorden de anderen hem zeg
gen. „Wie is daar? U? Ja, u spreekt met den
hoofdcommissaris. Waar bent u op 't oogen
blik? Ja juist, ik begrijp 't al. Kunt u even
hier komen? Er is hier een moord gepleegd.
Mevrouw Withers. Komt u direct? Best. Ik
blijf op u wachten!"
„Ik had daar juist Henry Morley aan de te
lefoon", deelde hij mede, nadat hij in de
voorkamer was teruggekeerd. „Hij is gister
avond niet uit de stad vertrokken. Wat moeten
we daarvan denken?"
HOOFDSTUK 2.
„Er zit meer achter!"
Voordat de anderen nog gelegenheid had
den gehad, hun meening te uiten, arriveerde
ds „coroner". Terwijl de hoofdcommissaris
hem van de verschillende feiten op de hoogte
stelde, telephoneerde Dr. Braley om een ver
pleegster voor juffrouw Fulton. Vervolgens
besprak hij met haar, daar er niemand an
ders was, die zich met deze onaangename
taak kon belasten, de kwestie van het ver
zenden van telegrammen aan de familie en
de regeling der begrafenis, die eerst kon
plaats hebben als de „coroner" daarvoor toe
stemming gegeven had.
„Ik zou graag meegaan naar je huis,
om over deze zaak met je te praten", merkte
de hoofdcommissaris op.
„O, heel graag", stemde Bristew toe