rpmeöter
DE MAN, DIE DE
TROEVEN HAD
Een ontzaglijke menigte woonde den laatsten dag van de testmatch cricket
tusschen Engeland en Australië bij De toeschouwers verlaten het terrein na
de Australische overwinning
Ir. Max Cosyns is Don
derdag met zijn assistent
Van der Eist na zijn ge
slaagden stratosfeer
tocht te Brussel terug
gekeerd, De beide
luchtvaarders temidden
hunner familieleden
Te Harlingen is men thans druk bezig met de voorbereiding der feestelijkheden in
verband met het 700-jarig bestaan der stad op Maandag 27 Augustus a.s.
Van Geen en' van den Bosch, de Nederlandsche deel-
i aan de internationale schietwedstrijden te Stock
holm
De burgemeester van Wehl, de heer A. F. Moorman, heelt Donderdag
afscheid genomen van zijn gemeente, bij welke gelegenheid een huldiging
plaats vond
Na zijn onderhoud met Mussolini vertrok
de Oostenrijksche bondskanselier Schusch-
nigg naar Nice. De aankomst aan het station
te Nice (telegrafisch overgebrachte foto)
De juiste houding voor den hordenloop. Deugdelijk onderricht tijdens de lessen op de open-
luchtschool van den Engelschen amateur athletiek bond in Leicestershire
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
Nadruk verboden.
„Ik zou wel eens willen weten", sprak
Bristew, „wanner en hoe deze knoop hier is
gekomen. Mattie draagt geen werkkielen",
voegde hij er aan toe.
Samen keerden zij naar de voorkamer te
rug „Maar", vervolgde hij, „Perry heeft gis
teren een paar werkjes voor me opgeknapt.
Hij heeft met Mattie in de keuken staan pra
ten. En als blijkt, dat van Perry's werkkie1
twee knoopen ontbreken, zal hij ons '11 nauw
keurig alibi dienen te verschaffen".
„Gelukkig!" riep de hoofdcommissaris ver
licht uit. „Ik zou haast denken., dat we op
het juiste spoor zijn. Ik zal iemand naar hem
toe sturen".
Met deze woorden liep hij de straat op er
riep daar een van ziin mannen.
„Drake", zei hij. „Je moet een jongen ne
ger gaan opsporen. Zijn naam is Perry Car-
■penter en hij is 25 jaar oud. Hij knapt in
deze buurt alle mogelijke karweitjes op. De
eerste de beste neger zal je zijn adres kun
nen geven. Als je hem vindt, breng hem dan
naar liet hoofdbureau en houd hem daar, tot
ik er ben. Je mag hem niet laten ontkomen"
Toen hij deze opdracht had gegeven, gin a
hij weer naar Bristew terug.
„Ik hoop, dat je gelijk hebt," merkte deze
op. „maar ik heb een vaag vermoeden, dat
•je op het verkeerde spoor bent. Ik ben name
lijk van meening, dat we hier met iets anders
dan met een gewonen roofmoord te doen
hebben. Ik heb den indruk, dat er meer ach
ter zit".
„Waarom dat?"
„Dat kan ik niet precies uitleggen. Mis
schien wel omdat het slachtoffer bijzonder
knap was".
Hij dacht nog eenigen tijd na, doch kon
geen aannemelijke verklaring voor zijn opi
nie geven. Het. was ook eigenlijk niet zijn be
doeling geweest om een dergelijke opmen
king te maken. Ze was hem spontaan ont
vallen alsof hij hiermee de gedachten weer
gaf van alle bewoners van Manniston Road,
die algemeen geloofden, „dat er meer achter
zat".
En ook Greenleaf, ondanks zijn schijnbare
zekerheid wat betreft de schuld van den ne
ger Perry, voelde vaag de mogelijkheid, dat-
er iets ernstigers achter school dan zoo op
het eerste gezicht leek. Maar openlijk wensch
te hij dit niet toe te geven, daar hij aan de
veel gemakkelijker oplossing, de schuld van
Perry, de voorkeur gaf.
„Neen", sprak hij dan ook tegen, ,.ik geloof
-tellig, dat Perry degeen is, dien we moeter'
hebben".
Op dat oogenblik liep een jongmensch dc
toep op en schelde. Het was Henry Morley.
Hoewel Greenleaf de deur voor hem open
de, wendde Morley zich toch onmiddellijk
tot Bristew, alsof hij instinctief de superio-
.iteit van den kreupelen man voelde. Met
zijn rood, door weer en wind gehard gezich-
en de zachtaardige, uitdrukkingslooze ooger
had Greenleaf dan ook meer van een boev
in goeden doen dan van een man der wet.
„Gaat u zitten", verzocht Bristew den be
zoeker.
De nieuwaangekomene was lang en slank
Ondanks den fermen neus en de dunne lip-
oen, gaf zijn gezicht toch den indruk van
weekheid. In zijn donkergrijze oogen was
-'mdeliik angst of ongerustheid te lezen.
Morley's ademhaling ging gejaagd. „Wat
is er? Hoe hoe is 't gebeurd?" barstet hij
uit, toen hij gezeten was.
Greenleaf nam nu eveneens een stoel, zoo
dat Morley tusschen hem en Bristew in kwam
te zitten.
„Hoe de zaak zich heeft toegedragen, we
ten we niet", lichtte hij den bezoeker in.
„We wilden juist, dat u ons eens het een en
ander vertelde".
„Ik heb mevrouw Withers gisteravond laat
niet meer gezien", antwoordde Morley met
een zenuwachtige trilling in ziin stem.
„Dat beweert ook niemand", merkte de
hoofdcommissaris op.
„Neen, dat begrijp ik", verklaarde Morley
op geagiteerden toon.
„U bent toch gisteravond daar in huis ge
weest, nietwaar?" mengde Bristew zich in het
gesprek.
„Ja zeker".
„Komaan, vertelt u ons dan eens wat".
„Ik ging er heen van het Washington sta
tion af", begon de jonge man zijn relaas. „Ik
kwam niet om mevrouw Withers een bezoek
te brengen, doch voor miss Fulton, haar zus
ter. Natuurlijk zag ik mevrouw Withers ook,
maar vroeg in den avond. Zooals u weet, is
ze gisteravond in Maplewood Inn gaan
dansen; toen ik bij haar huis kwam, ging zij
juist weg, vergezeld door mr, Campbell. Miss
Fulton en ik hebben tot even over elven in
de voorkamer met elkaar zitten praten".
„Naar ons is meegedeeld", bracht Bristew
in'het midden, „was haar echter voorgeschre
ven rust te houden".
„Dat is ook zoo, maar gisteravond is zij op
gestaan en heeft zich gekleed om mii te kun
nen ontvangen".
Neemt u mij niet kwalijk", onderbrak
Bristew hem, „maar in een geval als dit is
elke kleinigheid van gewicht en het is nood
zakelijk, dat wij volledig worden ingelicht. Ik
vind het erg onaangenaam het u te moeten
vragen, maar zou ik graag weten, van welken
aard uw relatie met miss Fulton is?"
„Het blijft toch tusschen onsant
woordde Morley. na een lange aarzeling.
,Maar natuurlijk", stemden de beide an
deren toe.
,Nu dan, miss Fulton en ik zijn verloofd".]
„Juist! Vertelt u vgrder", verzocht Bristol
„Zooals ik al zei, hebben we tot even over
elven samen zitten praten. Toen -moest ik
weg om nog den nachttrein naar Washing
ton te kunnen halen".
„Dat is u echter niet gelukt".
„Neen. Ik heb in Mapplewood, twee K.M.
van hier oponthoud gehad, met het gevolg,
dat de trein net vertrokken was, toen ik het
perron kwam opstormen".
„En wat bent u toen gaan doen?"
„Wat ik toen ben gaan doen?"
„Ja natuurlijk".
„Ik ben niet naar Mapplewood Inn terug
gegaan, maar heb een kamer in het Brevord
1 Hotel genomen. Zooals u weet, is dat vlak bij
het station en het was mijn bedoeling den
trein van hedenmiddag te nemen".
Toen hij zoover met zijn verhaal was ge
komen, haalde Morley zijn zakdoek uit zijn
zak en veegde er zich het voorhoofd mee af,
Hij was geheel van de kook.
„Dat is voldoende, wat u betreft", merkte
Bristew op.
„Luistert u nu eens goed. De hoofdcommis
saris en ik willen graag nog eenige inlichtin
gen ontvangen met betrekking tot de familie
van miss Fulton. Daar wij allen hier zieken
zijn, leven we, zooals u wel begrijpen zult.
nog al op ons zelf, zoodat we niet veel van
elkaar afweten. Wat kunt u ons meedeelen?"
„Juffrouw Fulton en mevrouw Withers zijn
als 't ware zusters", antwoordde. Morley.
„Haar vader William T. Fulton is'huiseige
naar te Washington. Tusschen twee haakjes,
miss Fulton verwacht hem vanmiddag, naar
ze me gisteren vertelde. Verleden jaar herfst,
even voordat miss Fulton ziek werd, is hij
failliet gegaan"'.
„Was hij vóór dien tijd vermogend?"
„Ja, nogal. Mevrouw Withers, die 25 jaar
was, is vier jaar geleden met George S, Wi
thers uit Atlanta in Georgia getrouwd. Maar
toen miss Fulton hierheen moest voor her
stel van haar gezondheid, stemde haar zus
ter, mevrouw Withers er in toe, haar gezel
schap te houden en te verplegen. Withers is 1
advocaat in Atlanta, maar heeft geen groot
infasMn".
„Hoe oud is miss Fulton", vroeg Bristew.
„Drie en twintig".
„Is het u bekend, of mevrouw Withers zich
wellicht in het bezit van kostbare sieraden
bevond?"
Een oogenblik was Morley zichtbaar in de:
war. Toen, na een kleine pauze, antwoordde;
hij„Ja, dat was zij inderdaad. Toen de oude
heer Fulton failliet ging, heeft miss Fulton-
al haar juweelen verkocht om hem te hel
pen. Maar mevrouw Withers weigerde het.
voorbeeld van haar zuster te volgen de'
sieraden, die zij bezat, behield zij"'.
„Hoe stonden de twee zusters tegenover;
elkaar?" vervolgde Bristew.
Opnieuw aarzelde Morley.
„Komaan, als u daarover liever niet wilt'
spreken, laat u het dan maar. Van zoo groot
belang is dat trouwens niet", stelde zijn on-,
dervrager hem gerust.
„Och, ik kan het u ook wel zeggen", meen-
de Morley. „Dat kan geen kwaad. De twee-;
zusters stonden nogal koel tegenover elkaar".
„Ook toen mevrouw Withers hier was om;
miss Fulton te verplegen?"
„Ja, toen ook. Mevrouw Withers was name
lijk altijd de lieveling van haar vader en zij
wist ook, dat mevrouw Withers alleen hier
was gekomen omdat haar vader dat wensch-
te. Miss Fulton had haar zuster ook nooit
kunnen vergeven, dat ze geen afstand van
haar sieraden had willen doen, toen ze haar
vader er mee had kunnen helpen".
„Hadden zij wel eens oneendgheden?"
„Meer dan eens, denk ik. U weet zelf wel,
hoe dat gaat tusschen twee vrouwen, vooral
als zij zusters zijn en niet best met elkaar
overweg kunnen. Overigens hoefde mevrouw
Withers zich geen enkele opoffering te ge
troosten, want de oude heer Fulton betaalde
alles, ondanks zijn verminderd inkomen. Me
vrouw Withers kon het dan ook hier best
uithouden. Ze amuseerde zich heusch wel".
„Weet u soms. of zij gisteren onaangenaam
beden hebben gehad, meneer Morley?"
„Voor zoover mij bekend is, niet".
.(Wwdt vervolgd^