HET NIEUWE AVONDBLAD
Teraardebestelling A. F. C. Bückmann.
Een etmaal getikt.
DE NIEUWE NED. HERV. KERK AAN
DEN VELSERDUINWEC.
II 9e JAARGANG No. 249
ZATERDAG 25 AUG. 1934
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - ÏJmuiden - Telet. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN1—5 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeeüngen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000— bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250— bij verlies van een duim; 150— bij verlies van
een wijsvinger; 100— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100— bij break
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000— bij overlijden van man en
vrouw beiden; j 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over
lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of mees
abonnés mooht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank tft
Schiedam,
IJMUIDEN.
Overweldigende belangstelling.
De heer P. Verwoerd, voorzitter IJmuider Vischhandelv'ereeniging, spreekt op
het graf van den heer Bückmann.
Vrijdagmiddag half drie werd op de Bijzon- 1
dere Begraafplaats te ÏJmuiden aan den
schoot der aarde toevertrouwd het stoffelijk
overschot van den heer A. P. C. Bückmann,
secretaris der IJmuider Vischhandelvereeni-
g'ing en lid der N.V. Visscherij Bückmann en
Pool te ÏJmuiden.
De belangstelling voor deze plechtigheid
was ontzaglijk groot.
Onder de aanwezigen werden o.a. opgemerkt;
dé heer C. Oud, directeur van het Staats-
visschershavenbedrijfde heer W. G. C. Ge-
linck, hoofdingenieur van den Rijkswater
staat te Haarlem; de heer W. P. van Swol,
handelsagent der Ned. Spoorwegen te Alk
maar, district Noord-Holland, als officieel af
gevaardigde van de directie; de Directie van
de Vereenigde Exploitatie Maatschappij; de
heeren J. Polderman, F. P. Vermeulen, en G.
Carst, resp. voorzitter, secretaris en commis
saris van de Reedersvereeniging te ÏJmuiden;
de heer P. Verwoerd, voorzitter der IJmuider
Vischhandelvereeniging; C. Luchsinger, secre
taris der afdeeling ÏJmuiden van het Nut;
notaris W. A. Dolleman en de heer B. G.
Schuitenmaker, resp. voorzitter en secretaris-
penningmeester van IJmuiden's Bloei; de heer
J. van der Zijl, bestuurslid der afdeeling'Vel-
sen van het Roode Krui?; de heeren H. H.
Meijer en Th. G. C. Hooy als vertegenwoordi
gers der Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Haarlem en Omstreken; de heer P. Bos
man, wethouder van Velsen; de heer J. Bon
tenbal, voorzitter der afdeeling Kennemer-
land van den Kon. Ned. Bond van Oud-On
derofficieren; vele bestuurs- en gewone le
den van de Vereeniging Vi'schexport en Viseh-
handel; notaris G. D. Boerlage; de heer J. C.
Slis, oud-voorzitter der Vischhandelvereeni
ging; Ds. F. F. Milatz, lid der Commissie van
Toezicht op de Nutsspaarbank en het bestuur
van deze spaarbank; de heer W. P.. Mets, con
sul van Italië te ÏJmuiden; personeel van de
N.V. Visscherij Bückmann en Pool, enz.
Toen de kist in de groeve was neergelaten
trad het eerst de heer P. Ver woerd als
spreker naar voren. ,,Het is met groote droef
heid in het harte", aldus spreker, „dat wij de
laatste eer gaan bewijzen aan ons hoogge
acht medebestuurslid Bückmann. Hij was 26
jaar bestuurslid, waarvan vele jaren secreta
ris. Hij behoorde ook tot de oprichters onzer
vereeniging. Vele waren de moeilijkheden en
problemen, die hij met de overige bestuurs
leden tot oplossing trachtte te brengen. Wij
wijdden altijd veel aandacht aan zijn zake
lijke adviezen. Dikwijls zeiden wij tegen el
kander: „Onze Biick had het in groote lijnen
toch weer bij het rechte eind". Ons bestuur
brengt hem daarvoor hartelijk dank, ook aan
zijn weduwe voor den steun, dien zij altijd
haar man gaf, waardoor hem het werken zoo
gemakkelijk werd gemaakt. Zijn heengaan
beteekent voor onze vereeniging een zwaar
verlies, want hij was een man met een helder
verstand. Zijn nagedachtenis zal bij ons lang
in aangename herinnering voortleven".
De heer W. G. C. G e 1 i n c k sprak als voor
zitter der Commissie van advies voor het
Staatsvisschei'shavenbedrijf. „Toen de regee
ring overwoog, om deze commissie in te stel
len, kwam de vraag naar voren, wie in deze
commissie de visscherij belangen zou behar
tigen. Hierover werd in ÏJmuiden advies inge
wonnen. En dadelijk werd de naam Bück^-
mann genoemd, Hij is dan ook lid geworden.
We hebben slechts drie maal met elkaar ver
gaderd, maar dit was toch voldoende om te
constateeren, dat aan hem de belangen van
de visscherij gerust konden worden toever
trouwd. Hij ruste in vrede".
De heer J. Polderman bracht namens de
Reedersvereeniging aan den heer Bückmann
een laatsten groet. „Hij was in de handels
kringen te ÏJmuiden een gezien figuur", aldus
spreker. „Hij heeft steeds met een ernstigen
wil gewerkt. Half werk leverde hij niet. Hij
nam de details grondig onder de loupe, al
vorens zijn oordeel bekend te maken. Het is
voor ons dan ook een ontroerende gedachte,
te weten dat wij den vriendelijken Bückmann
nooit meer zullen zien",
De heer J. Bontenbal zei, dat het hém
een behoefte des-harten was te getuigen van
de dankbaarheid, voor wat de heer Bückmann
voor de afdeeling Kennemerland van den Kon.
Ned. Bond van Oud-Onderofficieren gedaan
heeft. Hij was gedurende vele jaren een zeer
gewaardeerd medelid, bij wien 'men nimmer
tevergeefsaanklopte, wanneer een beroep op
zijn mildheid voor een behoeftig medelid werd
gevraagd.
De heer Th. G. C. Hooy vertolkte de ge
voelens der afdeeling Kleinbedrijf van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken voor Haar
lem en Omstreken, toen daar het overlijdens
bericht bekend werd. „Wij hebben hem leeren
kennen als een loyaal en royaal lid, met een
gedegen zakenkennis en practisehe ervaring
Namens deze Kamer condoleerde spreker de
familie met dit groote verlies en hoopte, dat
God haar de kracht zou geven om het te
dragen.
De heer P. Bosman sprak namens de Vrij
zinnig-Democratische Kiesvereeniging. Hij
dankte den overledene voor alles wat hij voor
deze vereeniging en ook voor de gemeente
Velsen heeft gedaan. „Hij was een goed ge
meentenaar en een goed partijman, eerlijk in
zijn bedoeling, trouw aan zijn beginsel, een
trouw kameraad en van mij persoonlijk een
goed vriend. Het valt mij moeilijk, afscheid
van hem te nemen".
De heer P. D i 1, de oudste neef van den
overledene, schetste in gevoelvolle woorden
wat de heer Bückmann voor de familie en
voor ÏJmuiden is geweest.
Ds. F. F. Milatz sprak namens de Nuts
spaarbank hartelijke woorden van afscheid tot
den overledene, die van het begin af bestuurs
lid is geweest en spoedige voorzitter werd.,
wat hij' tot zijn dood 'toe 'geweest is. Spreker
wees op den ernst van het leven en van den
dood. „Het is nu eenmaal het groote men-
schenlot, dat zijn stoffelijk overschot aan den
schoot der aarde wordt toevertrouwd, maar
over blijft een eeuwig leven in den hemel
Notaris Dolleman gaf uiting aan de
gevoelens van groot leedwezen van IJmuiden's
Bloei. „Wij hebben hem leeren kennen als een
man met een zeer warm hart voor ÏJmuiden
en haar bevolking. Zijn adviezen waren steeds
van groote waarde. Hij kende ÏJmuiden dooi
en door; hij voelde er voor en daarom
trad hij als lid tot onze vereeniging toe. Wij
zullen zijn nagedachtenis steeds in hooge eere
houden. Hij ruste in vrede".
Alle sprekers richtten woorden van troost
tot de familie.
Ds. Milatz dankte namens de familie
voor de laatste eer, aan den overledene be
wezen.
Een schat van bloemen delete de baar.
Uit een oud Scheepsjournaal.
De schipbreuk van de „Lastingham".
De „Lastingham" was een mooi, ijzeren
schip, dat op haar tweede reis van Engeland
naar Wellington in Nieuw Zeeland, in de
lente van 1884 schipbreuk leed in het gezicht
van haar bestemmingsplaats. Het' s-ch-i-p had
een voorspoedige reis achter den rug
men wenschte elkander aan boord wederkeer
rig geluk, dat de reis weldra ten einde zou
zijn, zoodat men na zooveel dagen weer eens
vasten grond onder de voeten zou hebben
Doch geduren de den daarop volgen den nacht
veranderde dit alles en wat een welkom moest
worden in een nieuw land, werd helaas een
groote ramp De geschiedenis dezer cata
strophe stelt nog eens scherp in het licht,
met welke verschikkelijke toevalligheden
een samenloop van omstandigheden een zeil
schip had te worstelen.
Er wasgedurende den geheelen reis niets
belangrijks voorgevallen, doch toen Kaap
Egmond in het zicht werd geloopen, begon het
weer ruw en stormachtig te worden. Tegen
het einde van den dag nam de storm toe.
O-m 9 uur werd plotseling land aan bak
boordsboeg gezien. De gezagvoerder captain
James Morrison, gaf order om de fok maar
weg te snijden. De koers werd veranderd en
het schip stuurde ongeveer een half uur lang
uit. Toen rapporteerde de uitkijk: land recht
vooruit.
Onmiddellijk werd getracht het schip over
tag te krijgen. Doch zonder succes en on
danks het harde werken van de equipage
dreef het schip op de kust, die naderhand
Jacksonds Head in Cook- Street bleek te zijn.
Het gevolg van de stranding was zeer tra
gisch; van de 28 opvarenden wisten slechts
"l4 personen den wal te bereiken. Het ten on
dergang gedoemde schip stootte hevig; de
kust was zoo steil, dat het einde van den klui
verboom over de rotsen heenstak. 6 Man, die
tot het einde van den kluiverboom waren
geklauterd, viel het niet moeilijk op de rot
sen te komen. Terwijl deze afdeeling der
equipage vooruit het schip verliet, waren de
overblijvenden achteruit of in het want ge
vlucht. Degenen die er in geslaagd waren aan
den wal te komen schreeuwden zoo hard mo-
jelijk om hun kameraden te doen weten, dat
er vooruit een gelegenheid bestond om zich te
redden, doch door den gierenden stormwind,
die alles mei een naargeestig gehuil over
stemde, werden hun kreten niet gehoord.
De zeeën sloegen al spoedig over het onge
lukkige schip heen. Alle sloepen werden
stukgeslagen en daarna gingen de masten, de
een na den ander, over boord. Ten laatste
slipte het schip van de rotsen af, draaide
dwarszee's en binnen twee uur zonk het met
tog 14 personen aan boord, waaronder den
;ezagvoerder, zijn vrouw en vijf passagiers.
Toen het schip op de rotsen stootte en red
ding hopeloos bleek, ging kapitein Morrison,
die niet zoo jong meer was, naar zijn kajuit,
Het laatste wat men van hem zag, was, dat
hij aan de tafel in zijn hut zat, met zijn arm
om zijn vrouw geslagen. Met het water tot
bijna aan de schouders zaten ze daar, wach
tende op den dood!
Voor het fatale einde kwam, hadden eeni-
gen van hen, die op het schip achtergebleven
waren, getracht naar den wal te zwemmen,
terwijl anderen beproefden een lijn naar ia-nd
te brengen, doch alles was tevergeefsch. Zij
die getracht hadden zwemmende aan land te
komen, werden nimmer teruggezien en zij
die beproefden een lijn naar den wal uit te
brengen, moesten weer naar het schip terug
gehaald worden. Toch was het nog aan acht
anderen gelukt, zich ook langs den kluiver
boom te redden, zoodat het totaal der gered
den 14 personen betrof.
Degenen die aan wal waren gekomen,
brachten een angstigen nacht op de door de
zee gebeukte rotsen door. Ze hoopten, dat ze
met het aanbreken van den dag meerdere
overlevenden zouden vinden. Het begon te da
gen men zag noch levenden, noch doo-
den meer.De zee had haar offer wederom
opgeëisoht!
De schipbreukelingen verdeelden zich
drie partijen en gingen op zoek naar een be
woonde plaats. Sporen van beschaving, een
hut of ontgonnen terrein vonden zij even
wel niet.
Het was een woest, verlaten oord, waarop
de ongelukkigen voor het eerst voet aan land
hadden gezet. Al hun speurtochten bleven
zonder succes.
Gelukkig was er overvloed van frisch, helder
water in de nabijheid. Het gebrek aan voed
sel liet zich echter steeds nijpender voelen.
Alles wat ze konden vinden, was slechts een
zak havermout, doch dit was armzalig voed
sel voor 14 menschen. De toekomst zag er
voor hen zeer donker uit en wéér trokken
kleine afdeelingen er op uit om hulp te z-oe
ken. De buitenkant der klippen, waaronder
ze waren aangeland, was zeer steil en
moeilijk te beklimmen. Zij, die er in slaagden
boven te komen, deden dit ten koste van zeer
groote inspanning, nat, koud en hongerig als
ze waren.
Een man voedde zich met konijnen, die
hij. (zij het met groote moeite), ving
met vetkaarsen, die in een kist aan land
spoeld waren. Een andere man, die hulp zocht
voedde zich met krabben en zeegras. Op den
vierden morgen aten ze het laatste restje van
hun schrale voorraad voedsel op en terwijl
ze er over nadachten, wat er nu verder moest
gebeuren, kwa-m een visschersscheepje in
zicht.. De schipbreukelingen, uitgeput door de
geleden ontberingen, gaven als waanzinnigen
teekens en seinen om toch' maar opgemerkt
te worden.
Het scheepje bleek de „Agnes" te zijn. Het
zette onmiddellijk haar sloep buiten boord,
enkele visschers sprongen er in en roeiden
naar den wal om het seinende groepje, de
laatst-overlevenden van de „Lastingham" op
te pikken.
Nadat dezen den redders het verhaal van
de catatrophe verteld hadden, stuurde de „Ag
nes" langs de kust om de anderen op te zoe
ken, die er op uit waren getrokken om een uit
weg uit deze ongenaakbare omgeving te vin
den.
Men had wel andere, grootere schepen heel
in de verte zien passeeren, doch de schip
breukelingen waren niet in staat de opmerk
zaamheid te trekken. Ze konden nl. geen vuur
maken en de ruwe vlaggestok, die zij op het
hoogste punt van het rif hadden kunnen op
richten, was door de passeerende schepen niet
opgemerkt.
Bij het onderzoek, zoo lezen wij als laatste
bijzonderheid van de ongeluksreis der „Las
tingham" in „Lonely Seas", dat werd inge
steld in verband met de schipbreuk, sprak het
Hof als haar meening uit, dat- Captain Mor
rison niet juist had gehandeld. Mede in vel
band met de gevaarlijke stroomingen, die d-e
daar ter plaatse toch wel bekend zijnde zee
man had moeten weten had hij nooit zoo lan
gen tijd over dezelfde boeg mogen blijven
liggen.
Zestien dagen, nadat de „Lastingham'
den de 14 schipbreukelingen, de -helft der oor
spronkelijke equipage, zonder een enkele be
zitting met de „Agnes" behouden in die ha
ven.
W.
24 Augustus.
Het Roode Kruis in actie.
Donderdagavond werd door Dr. Van Ha-
selen de hulpcolonne van het Roode Kruis
opgeroepen. Op het Sluiseiland was door een
explosie een groote verwoesting aangericht
met gevolg dat een 8-tal personen hierbij
ernstige verwondingen had bekomen.
Dr. Van Haselen, alarmeerde oogen-
blikkelïjk de geheele Roode Kruis hulpcolonne
De-ze was in den kortst mogelijiken tijd aan
wezig om de gewonden uit de puinhoopen te
halen. Enkelen zaten zoo bekneld, dat brok
ken steen van tientallen kilo's gewicht verzet
moesten worden, alvorens men de slachtof
fers hulp kon bieden.
Onder d-e deskundige leiding van Dr. Van
Haseien liep alles vlot van stapel en kon men
spoedig aan de gewonden, die zware verwon
dingen bekomen hadden, hulp bieden.
Gelukkig waren bij dit ongeval geen doo-
den te betreuren en was d e st emming on der
de gewonden tijdens -de behandeling uitste
kend, wanthet geheele ongeval was
slechts gefingeerd. Het gold hier nl. een oefe
ning van het Roode Kruis. Hierdoor is weer
gebleken dat de hulpcolonne van het Roode
Kruis voor haar taak berekend is. Dit kwam
zeer goed uit bij het vervoer der gewonden,
waarvan een dame met het patentraam van
een hooger gelegen kantoorruimte naar be
neden werd getransporteerd, De veronder
stelde gewonden werden op de vlugst moge
lijke manier over het terrein en den steiger
naar een gerequireer-de schuit vervoerd, waar
mede de gewonden naar den. vasten wal wer
den vervoerd, waar de gereedstaande Roode
Kruis-auto's voor verder vervoer zorgden.
Met het helpen en het vervoeren der ge
wonden naar den vasten wal had men nog
geen half uu rnoodig, zoodat de oefening in
alle opzichten geslaagd mag worden genoemd.
Explosie in het ketelhuis op het Sluis
eiland.
(Een Portugees heeft 24 uur
lang onafgebroken op een schrijf
machine getikt en daarmee, naar
hij meent, een wereldrecord ver-
beter d).
Dit is geen Lissabonsche ui,
Die man bleef heusch een etmaal lang,
Zelf blijkbaar in getikte bui,
Rusteloos tikkend aan den gang.
Dit is een „typisch" stukje werk,
In waarlijk „letterlijken" zin,
En het is ongetwijfeld sterk,
Al zie ik weinig heil erin.
Stel het u maar eens even voor,
Hoe je na twintig-uur moet zijn,
Daarna moet je nog vier uur door,
Je rug doet al sinds uren pijn;
Er schieten scheuten door je nek,
Je wou maar dat je slapen kon,
Je voelt je al voor driekwart gek,
(Je was het. half, toen je 't begon)
Je armen zijn als lood zoo zwaar,
Je krijgt ze haast niet meer omhoog,
Je ziet de letters niet meer klaar,
Er dansen sterren voor je oog.
Dat is geen Portugeestigheid,
Toch, deze man heeft het gedaan,
Een etmaal lang en al dien tijd,
Zonder zelfs even op te staan.
Maar toen hij, na dat lang getijp.
Er eindelijk de brui aan gaf,
Toen was, als ik het goed begrijp,
Zijn minnebrief ook werklijk af.
P. GASUS.
VOOR BEROEP BEDANKT.
De bij de Christ. Gereformeerde gemeente
alhier beroepen predikant, Ds, J. Tamminga
te Harderwijk, heeft voor dit beroep bedankt.
Groote diepgangen.
Het van Buenos Aires komende Italiaansche
stoomschip De-sio en het van Sandefjord ko
mende Argentijnsche stoomschip Harpon pas
seerden naar Amsterdam met een diepgang
van resp. 8,4 en 8,2 Meter.
Hierboven zien onze lezers een afbeelding
van de nieuwe Ned. Herv. Kerk aan den Vel-
serduinweg in IJmuiden-Oost. Het houten
steigerwerk onttrekt nu nog veel schoons aan
het gezicht, maar toch worden -d-e strakke,
harmonische vormen van het fraaie gebouw
steeds meer zichtbaar, want telkens worden
planken en -balken verwijderd. De afmeting,
vorm en kleur worden met den dag duidelij
ker zichtbaar. Met veel belangstelling heb
ben de voorbijgangers gezien, dat deze week
reeds het hoogste punt van den toren be
reikt. De nok van den torenkamp, waar straks
de windvaan op geplaatst zal worden, werd
namelijk aangebracht.
En zoo is In deze uitgestrekte wijk een
mooi kerkgebouw verrezen, gebouwd naar de
plannen van architect F-erd. B. Jantzen.
Het hoogste kapgedeelte overdekt het po
dium, dat het centrum van den eeredienst
zal worden. Onder de kleine z-ij-ga ander ij en
bevinden zich de predikants- en de diake
nenkamers. Deze kamers hebben een directe
verbinding met het podium, waarop ook de
banken voor de kerkelijke ambtsdragers zijn
geplaatst.
Tegenover het podium is gedeeltelijk over
-het ruim der kerk de gaanderij voor het- orgel
gebouwd, belicht door het -hooge torenraam
dat in den voorgevel een schoon geheel zal
vormen met den, nu nog onvoltooiden, hoofd
ingang. Deze hoofdingang geeft, evenals de
voorste zij-ingangen, toegang tot het voor
portaal, waarin de trappen naar de orgel-
gaanderij worden aangebracht.
De lage achterkap overdekt d-e consistorie
waarin de zalen voor catechisatie en vereni
gingswerk afzonderlijk zijn gehouden.
De toren is geplaatst in de hartlijn van de
Ruysdael- en de Zanderstraat. Als in de toe
komst -ook de Rembrandtlaan bestraat is en
het verloop van deze laan wat duidelijker
zichtbaar wordt, zal men ontdekken -dat de
as van 'het gebouw den hoek halveert, die
ïn door den Velserduinweg en de Rembrandt-
Wellington had moeten aankomen, arriveer- laan gemaakt wordt,
Het zal van de offervaardigheid der ge
meenteleden afhangen, of in den toren een
iuidklok zal worden aangebracht. Hoewel het
niet direct in het bouwplan is opgenomen, is
de plaatsing van een uurwerk nog zeer goed
te overwegen.
In de kerkruimte zijn vijfhonderd vaste
zitplaatsen. De vloer is afloopend gecon
strueerd, zoodat men zooveel mogelijk van
alle plaatsen een onbelemmerd gezicht op
het podium heeft.
In den hoogen achterwand van het podium
waar alle zitplaatsen naar gericht zijn, is in
de opgaande muurplooien een groot kruis
opgesteld. Aan den voet van dit kruis is, van
de kerk uitgezien, links de preekstoel ge
plaatst. Het doopvont bevindt zich rechts
onder het kruis, verbonden door het Sacra
ment, dat uitgebeeld is door de Avondmaal-
tafel, die een permanente plaat-s op het po
dium heeft gekregen.
Het donkere meubilair en de betimmering
zullen met het blauw gekleurde plafond en
de met glas-in-lood bezette ramen een stem
mingsvol geheel maken. Op het- glas-in-lood
van de zijramen staat de geheele inhoud van
den 23sten Psalm, voorzien van bijpassende
motieven.
Als straks dit bedehuis voltooid zal zijn, is
IJmuiden-Oost in het bezit van een prachtig
kerkgebouw, zoowel van binnen als aan den
buitenkant. Vele détails hebben een symbo
lische beteekenis. Het wordt door een hek
werk van steen en ijzer omringd. Het aan
brengen van een beplanting zou zeer ge-
wenscht zijn, maar er wordt vrees gekoesterd
voor de jeugd, tenminste voor het baldadige
deel er van, dat in IJmuid-en al zooveel bloe
men en heesters beschadigd heeft.
Ongeveer half November hoopt de aanne-
I mersfirma P. Heere en Zn. te ÏJmuiden met
den bouw gereed te komen.
Het kerkbestuur heeft besloten, aan dit
kerkgebouw den naam „De Goede Herder" te
geven.