BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Mag ik terstond aan de briefjes beginnen' Ja? Prettig hoor, Zoodra ik weer wat meer tijd heb, krijgen jullie een langen brief voor af- Wie is No. 1 vandaag? Eens even zien. Een briefje van een kleinen guit Steekt met een punt m'n portefeuille uit Het zegt mij „laat me hier niet blijven Neem me er uit en begin met schrijven". Plet briefje is van Wandelaar. Goeden middag WANDELAAR. Jij hebt er Öus geen spijt van, kennis gemaakt te hebben met de knutselclub. Neen, het vuurwerk heb ik niet gezi en .Ik had wel graag naar de turnuitvoering gegaan, maar noodzakelijke werkzaamheden maakten het mij onmogelijk. Deugniet heeft de figuurzaagtechniek vlug te pakken. Tot a.s. Woensdagmiddag. Dag Wan delaar. Best MEIDOORNTJE. Er waren 1.1. Woens dagmiddag zestien kinderen. Dus de optocht was prachtig? Je hebt er anders heel wat voor over moeten hebben. Twee uur staan is geen kleinigheid. Prettig dat je een tante te B, hebt wonen, zoodat je niet direct de terug tocht moest ondernemen, Het vuurwerk heb ik door tijdgebrek niet gezien. Tot a.s. Woens dag. Dag Meidoorntje. VERGEETMIJNIET. Je vraagt me, of ik voor plagen altijd een goed cijfer op m'n rap port had?" Natuurlijk, nooit minder dan een tien. Je weeftoestel breng je Woensdag maar cmede dan zal ik je helpen. Waarvoor heb je zoo'n mooi cadeau gehad'? Er zijn weinig spel letjes, die je zoo aan tafel, zonder meer kunt spelen. Meestal heeft men daarvoor zooge naamde gezelschapsspelen, b.v. Domino, Mensch erger je niet, Ganzenbord, Klok en Hamer, enz. Maak je het kleedje af? Tot Woensdag. Dag Vergeetmijniet. Lief NIKKERTJE. Wat ben jij prettig uit geweest. Durfde je wel op een levend paard te zitten? Natuurlijk heb ik je Woensdagmid dag gemist maar kon de oorzaak wel vermoe den. Wat zullen jullie me Woensdag veel te vertellen hebben. Ik schrijf jullie, omdat meer dere vriendinnetjes en vriendjes naar Bever wijk zijn geweest. De sprookjesoptocht heb je dus ook gezien? M'n groeten aan je Moe der en Vader. Tot Woensdag. Dag Nikkertje. Beste KOüVEIEK. Allereerst m'n geluk- wensch met je overgang. Dat is dus een mee valler zeg. Je moet je nu maar eens extra op je rekenen toeleggen, zoodat je je rapport cij fer omhoog haalt. Dus je wilt lederen dag wel een briefje van me in de courant? Zulke Ko mieken zijn er wel meer, daar behoef je heusch geen Anna M. voor te heeten. Zie jij misschien kans de dagen voor mij minstens, drie uur lan ger te maken? Als je daarin kunt slagen, dan kan ik je vraag in ernstige overweging ne men. 'k Ben benieuwd naar je antwoord. Wil je je moeder van mij groeten? Dag Komiek tot Woensdag. Goeden middag NAAISTERTJE. Je bent dus ook al een uitgaanstertje. Je hebt gelijk gehad. Beverwijk viert niet alle dagen feest met een sprookjesoptocht. Jullie klasse telt een flink aantal leerlingen. Heb je je zuslief bij je of zit je in de zevende klas? Een bood schapje doen, onder schooltijd vinden haast alle kinderen fijn. Jullie zeker ook? Dag Naai stertje tot Woensdag. Best INDIAANTJE. Het past eeht bij een Indiaan, het schieten met pijl en boog. Maar •je moet heel voorzichtig doen hoor, zoodat je niemand raakt. Jammer dat je geen figuur zaag hebt en ik. hoop, dat je er met je ver jaardag een krijgt. Je bent zeker op d'e club van „In Veilige Haven'' geweest? Dag In diaantje. Beste DENT. Je hebt me reeds een aardig briefje geschreven hoor. Je bent ook pas acht jaar en moet het schrijven van je briefjes lang zamerhand leeren. Je vraagt me om een schuilnaam? Nu moet je even ged-uld hebben. De schuilnamen zitten in m'n moppentrom mel en die moet ik eerst voor den dag halen, Ziezoo, nu even open maken en eens zien, Juist hier zijn ze: Erika, Veronika, Eereprijs, Popské Molletje, Krulhaar, Handwerkstertje, Duifje, Moederslieveling. Heb je nu keus? In je vol gend briefje lees ik wel of je geslaagd bent. Tot Woensdag. Dag lieve Dinl. Best GOUDMUELTJE. Gretha Molen kamp zal ik je werk medegeven en haar ver tellen wat je doen moet. Heb je het, af, dan geef je het haar weer terug. Zoo komt toch, hoop ik, je poppenslobbroek af. Heb je eens weinig huiswerk, dan zie ik je 's Woensdags wel verschijnen. Werk met plezier en zorg dat je me een mooi rapport kunt laten zien. Dag Goudmuiltje. Lief VIOOLTJE. Zoo, ben jij op school ge kiekt? Is de foto goed uitgevallen? Zeven om woelde cartonnetjes maak ik aan elkaar en dan vormen ze een tafelmatje. Drie zijn er reeds gereed. Kom je Woensdag weer met je broertjes en met Grietje? Dag Viooltje. Beste KOZAKKENHOOFDMAN. Dat was ook een bof, dat jullie 31 Aug. feest had, De kinderen in IJmuiden (W.) waren niet zoo gelukkig. Je was zeker wel blij met je eerste prijs? Die doozen ken ik. Je kunt de vastge- tikte stukjes telkens weer los maken en dan andere figuren samenstellen. Hob je thuis al scheepjes gemaakt of wacht je op een regen dag? Dag Kozakkenhoofdman. Best MEIKEVERTJE. Ook al fijn feest gehad. Jullie behoorden zeker tot de fortuin- lijkste deelnemers. Drie van de vijf kinderen een prijs. Dat is nog een smulpartij ook ge worden. Een ijsco, een reep en een koek. Ja, voor je kleinste zusje mag je een.pop ma ken. Hoe? Dat blijft voorloopig nog een ge heim. Voor je andere broertjes en zus bene vens je vader en moeder maak je natuurlijk ook een verrassing. Wat zullen dat een pakjes worden zeg. Dag Meikevertje. Beste GRIETJE D. Zeg ik heb nu twee Viooltjes. Alie van Beilen schrijft onder den schuilnaam Viooltje en jij ook. Als het je goed is, dan verander ik jouw naam in Boschviool tje, Je bent dus zoomaar van school veranderd'. Natuurlijk, iedere onderwijzeres en onderwij zer wil, dat je doet, wat van je gevraagd wordt Ja de afkorting I. V. H. is mij bekend- Tot Woensdag. Dag Grietje. Goeden middag BLIKOORTJE. Neen maar, nu zal ik het nog gedaan hebben. Over hoeveel werkjes moet vriend Blikoortje tege lijk z'n gedachten laten gaan?. Aan hoeveel werkjes en nog ik weet niet hoeveel andere zaken moet ik tegelijk m'n aandacht beste den? Neen Blikoortje, ik ben het niet eens met je. Maar, zoo'n openhartig schrijven in den juisten toon mag ik, des ondanks, wel. Je rebussen heb ik opgelost. 1. Luidt: Blikoortje. 2. Luidt: Na regen komt zonneschijn. Ja je stekelbaarsjes zijn dood. L.l. Woensdag vond ik het ook heel gezellig. Dag Blikoortje, Lief Ranonkeltje. Van het mooie weer moet je nog maar flink genieten. Des win ter's heb je al huisarrest genoeg. Dus het be valt Cootje op school? Prettig hoor. Wel gefe liciteerd met je overgang. Waar Witte muis blijft? Ik weet het niet. Wat zal die Co nu groeien zeg. Vier boterhammen achter elkan der eten, is geen peulschilletje. Veel groeten ook aan Co en je moeder. Dag Ranonkeltje. Lief VLINDERTJE. Leuk, dat je in over leg met je moeder, je schuilnaam gekozen hebt. Je blijft me dus trouw? Dat vind ik pret tig. Wanneer je vader binnen is, blijf je na tuurlijk thuis van de club. Ik zou het zelfs vreemd vinden, wanneer je dan tóch kwam. Wil je mijn groeten aan je vader en masder overbrengen? Dag Vlindertje. Tot a.s. Wo:\. "ig- Lieve JENNIE. Wil je wel gelooven dat het mij moeite kostte je niet binnen te roe pen? 'k Had je zoo graag bij ons clubje gehad. Het ging echter niet. Ik hoop nu, dat je van den winter ook van de partij kunt zijn. Vindt je niet dat Deugniet de papegaai keurig ge zaagd heeft? Hij doet echt z'n best. Zoodra ik te Haarlem kom, zal ik voor een wandbord hangertje zorgen. Wat mis jij je vriendin. Met m'n tuintje gaat het uitstekend. De door je gelezen boeken, ken ik niet. Dag Jennie. Hallo DEUGNIET. Verlang je nu al weer naar den Woensdagmiddag? Het was ook echt gezellig. Je ouders vonden je zaagwerk zeker wel netjes? In October krijgen de klosjes een beurt en maken we allerlei cadeaux. Wat zal dat werk een gezellige bedrijvigheid geven. Het was wel jammer voor jullie dat er op 31 Aug. 1.1. geen feest was. Lees maar met plezier. Dag Deugniet. Tot Woensdag. Zoo TOM MIX. Hoe staat het leven? Zeg je hebt me met je brief nog even in de war ge maakt. Ik was n.l. 's morgens naar beneden gegaan, zonder bril. Voor achten vond ik je brief en weet je wat ik dacht? Dat je hem echt met de post had verzonden. Eigenlijk was ik een weinig teleurgesteld. Ik moest met de lste post bericht ontvangen en dat bericht vond ik niet, wel jou brief. Eerst, toen ik des middags thuis kwam en het bericht vond, ont dekte ik na je brief nog eens bekeken te heb ben, dat jij het stempel van een oude postzegel op de couvert hadt bij geteekend. Wel gefeli citeerd met je overgang'. Ik dank je voor je teekening op je brief. Dag Tom Mix. ZONNESTRAALTJE. Van harte gefelici teerd met je overgang. Je rapportcijfers vind ik goed. De bloemen, die je me bracht, heb ik in twee vazen verdeeld. Het waren er heel veel en ik vind ze mooi. Hoe was het in Be verwijk? Zie ik je Woensdag weer? Dag Zonnestraaltje. LIEVE PEPIJNTJE. Al weer zoo'n gezellig lang briefje. Je kent heel wat versjes van Jacob Hamel. Je bent zeker een trouw luister vinkje? Een meisje uit m'n klas zegt iederen Dinsdagmorgen „Juf, u moet eerst raden wie er vandaag komt", dan antword ik voor de grap, dat weet ik wel, St. Nicolaas". Ze heeft om m'n antwoord altijd veel pleizier. „Neen anders, anders raden, weet u het niet eens? Jacob Hamel, Jacob Hamel natuurlijk, 'k Ga fijn luisteren en meezingen". De schoenwinkel van B. te H. weet ik niet te vinden. Mag ik die mooie schoentjes eens van je ie enen. Wat moppig dat je precies weet, hoe laat je in dien onweersnacht weer sliep. Vertel je me eens iets over de sprookjes-optocht? Hoe gaat het met je poppen? Dag Pepijntje. BESTE JÜLIAANTJE. Ja, je briefje heb ik verleden week te laat ontvangen. Wel ge feliciteerd met je overgang. Je rapport was ook goed. Tot Woensdag. Dag Juliaantje. GOEDEN MIDDAG ZUS. Wel gefeliciteerd met je overgang. Grietje D. zit dus bij je in de klas. Dat is een grappig spelletje. „Stoelen dans". Het gaat niet om een prijs direct, maar om de pret met elkander. Prettig dat jij Keukenprinsesje voortaan gaaat halen. Waar blijft Kekenprinsesjes briefje en het briefje van Moeder's Hulp en Kaboutertje? Dag Zus. Tot a.s. Woensdag. BESTE MARTINUS. Naturlijk mag je ru. briekertje worden en aan de knutselclub deel nemen. Je schuilnaam Dik Trom vind ik uit stekend. Wordt je ook zoo'n trouw vriendje als Blikoortje van me? Ja? Prettig hoor. Dag -Dik Trom. DE VERJAARDAGENRUBRIEK. Denken jullie aan Jennie Ras? Ze is morgen jarig. Ze woont: Pres. Steijnstraat 58, IJmuiden-West. Wie is nu spoedig jarig? Naam, schuilnaam, straat en huisnummer opgeven. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. DE BEURT IS AAN KLEINE TEEKENAARS! Nog een les zullen we besteden aan het tee kenen van handen in verschillende houdingen De illustratie toont allereerst een paar vuis ten; verder een gestrekte hand; een hand in een zak en een hand, die een pijp vasthoudt. Ik wil hier nog een maal herhalen, dat we bij het schetsen nooit in details treden; maar het geheel in zoo weinig mogelijk lijnen pro- beeren weer te geven. In dit geval teekenen we dus geen nagels, enz. maar geven de omtrek weer, met hier en daar een enkele aanduiding voor de vingers. OOM KEES. De harmonica. Men heeft in België 2800 vereenigingen van harmonicaspelers. Het in strument heet daar „trekzak". WIE ZOEKT ER MEE? „Hé, ik dacht,dat ik een fazant had. Waar is het dier?" UIT HET LEVEN VAN CROOTE MANNEN. Toen Napoleon I gekroond zou worden wenschte hij bij deze plechtigheid den scepter te bezitten, dien Karei de Groote bij zijn kro ning gebruikt had. De roode zijde van het sieraad was vergaan, zoodat een juwelier de opdracht kreeg deze te vernieuwen. Toen de man bezig was zich van deze opdracht te kwij ten, ontdekte hij letters op het te voorschijn gebrachte metaal. Er stond: Ce baston ap- partient a moi, Gueslin, chantre de Notre Dame 1280. Dat beteekende, dat die zooge naamde scepter eigenlijk maar een eenvou dige staf was, die had toebehoord aan een voorzanger van de Notre Dame, ten tijde van de Karolingers. De juwelier stuurde dadelijk een boodschap naar Opper-Hofmaarschalk Duroc, met het verzoek de vergissing' aan Napoleon mede te deelen. Maar Duroc dacht er anders over. Hij ging naar den juwelier en zei: Meneer, u doet uw werk en zwijgt verder als een bus. 't Is van het grootste gewicht, dat Zijn Majesteit kan steunen op den scepter van zijn grooten voor ganger. Wilt u op uw stilzwijgendheid uw eere woord geven? De juwelier gaf het en zweeg. Napoleon I gebruikte het stafje van den eenvoudigen Gueslin en wenschte zich zoo groot en mach tig als Karei de Groote. W.B. Z. DE TELEURSTELLING. „HIJ IS EEN MEISJE" Aan twee kanten van de schutting. Tot zijn tiende jaar had Erni thuis les ge had en was hij niet naar school geweest; dat kwam omdat hij als klein kind niet sterk ge noeg was om er naar toe te gaan. Erni, die eigenlijk Ernst heette, was vaak heel erg alleen, Zijn moeder bewaakte haar eenig kind met alle liefde en teederheid. „Erni, lieveling, doe me niet aan, dat je alleen buiten het hek van den tuin gaat." En Erni deed het zijn moeder niet aan; dat kwam ook, doordat hij alleen het groote ijzeren hek niet open kon krijgen. Op een middag zat Erni slaperig tegen de schutting aan, die den heelen tuin omgaf. Zijn poes was bij hem. „Miauw," zei Erni om haar aan het spelen te krijgen. „Miauw", antwoordde Pit. „Miauw," klonk het achter de schutting. Verrast keek Erni op: „Wie is daar?" „Ik, Hermi." „Ik heet Erni", antwoordde de jongen. „Zul len we wat spelen, ik heb een bal." „Goed," zei de onbekende achter de schut ting. Ze speelden prettig en beloofden elkaar den volgenden dag weer terug te komen. Weldra waren ze de dikste vriendjes, zonder elkaar ooit gezien te hebben. Op een keer hadden ze weer heerlijk over de schutting gebald. „Zulke wilde spelletjes doen meisjes toch niet," zei Erni tevreden. „Ik kan meisjes niet uitstaan en jij Hermi?" Hij kreeg geen antwoord. „Ben je er nog?" „Ja," klonk een zacht stemmetje. „Moeder," had Erni den eersten avond toen hij Hermi had leeren kennen gevraagd: „Waar zou Hermi een afkorting van zijn?" „Van Herman," zei Moeder zonder aarze len. En dat geloofde Erni ook. Op een keer bedacht Erni een prachtig plan netje. Uit het schuurtje sleepte hij een ladder naar de plaats, waar Hermi en hij elkaar al tijd, ieder aan een kant van de schutting, ontmoetten. Voorzichtig zette hij hem er tegen aan. Dat zou een verrassing zijn voor Hermi. Erni had al vaak gezegd, dat hij het zoo jammer vond, dat hij zijn vriendje nooit kon zien en Hermi had dit altijd, zonder veel en thousiasme beaamd. Erni wist dat Hermi in de tweede klas z-at en dat hij klein en dik was. Door op de hoogte van hun hoofd tegen de schutting te kloppen, waren ze te weten geko- 3e geschiedenis van Marto, het ondeugende aapje. HIJ WAS DE SCHRIK VAN HET OERWOUD. Marto, het zopntje van de Chimpansee-* familie Klimgraag, was in het geheele oer woud, dat zich over een afstand van tientallen dagreizen uitstrekte, bekend engevreesd. Want over deze heele afstand was geen grooter kwajongen te vinden; zelfs de tijgerjongetjes en de leeuwenkinderen waren niet zoo brutaal als Marto Klimgraag. Wat die wel niet alle maal durfde.... daar zou een boek vol over zijn te schrijven. En wie weet hoe onuitstaanbaar Marto ge worden was, als er niet eens een keer iets ge beurd was, dat hem voorgoed van zijn plaag zucht genas. Er trokken menschen door het oerwoud. De schrik onder de boschbewoners was groot. Een paar leden van de groote slangenfamilie wa ren gedood. Nu waren de slangen niet erg bemind in het woud; maar dat nam hiet weg dat de andere dieren angstig werden. Vandaag de slangen, morgen iemand van hun eigen fa milie. De eenige, die ondanks alle waarschuwingen nog onbevreesd en doldriest rond sprong, wa-- Marto. Die was zoo verwaand te denken, da+ ze hem toch niet konden va-ngen. Hij was a1 aan zooveel gevaren ontsprongen, dat hp dacht, ook hieraan wel te zullen ontkomen Ditmaal had hij zich vergist. Hoe het precies gebeurd was kon Marto zich later niet meer goed herinneren. Hij was bij de legerplaats der menschen gekomen en had daar brutaal rond gesnuffeld. Toen hij zich in een kist met ba nanen waagde, klapte er opeens iets dicht en Marto zat in donker. De eerste minuut schrok hij zoo, dat zijn hart niet meer klopte; maar toen begon het met harde slagen, bom, bom, bomMarto was gevangen. Nergens was een spleetje licht te bekennen. Voorzichtig tastte hij om zich heen; gladde wanden en zoo kleinMarto had wel eens hooren vertellen, dat de men schen dieren uit het oerwoud mee hadden ge nomen en ze heel ver weg hadden gevoerd. Nooit waren ze meer terug gezien. Zou da.t met hem ook gebeuren? Zou hij nooit zijn familie en de andere dieren meer terug zien? Toen werd Marto een heel klein aapje, dat zachtjes om zijn moeder begon te snik ken en te roepen. Wat had hij haar niet altijd een verdriet gedaan. „Oh, moeder," huilde Marto. „als ik ooit weer vrij kom uit deze verschrikkelijke gevan genis, zal ik probeeren een brave aap te wor den en nooit meer de dieren plagen. Dat be loof ik U, zoowaar als ik Marto heet." Maar niemand hoorde zijn klagen. Als een heel klein wezentje zat Marto in elkaar ge doken in een hoekje. Hij had geen trek in de bananen, die op den bodem lagen en waar hij op af was gekomen. Een gedachte had hij maar en dat was: vrij te zijn!! Hoe lang hij wel. In de kist gezeten had, wist hij niet. Volgens Marto moest het wel nacht zijn. Plotseling hoorde hij iets; het leken wel voetstappen. Nog kleiner maakte hij zich. De stappen naderden de kist; nu hoorde hij spreken. Daar ging de kist open en over de rand ke ken twee menschengezichten. „Ach kijk eens een aapje," zei een zachte stem. „Hoe komt •dat in de kist?" „Het deksêl zal dichtgevallen zijn. Apen zijn erg nieuwsgierig," antwoordde een andere stem, die aan een man toebehoorde. „Het kijkt zoo verschrikt en wat klein is het nog. Zullen we het maar zijn vrijheid terug geven?" „Doe maar, wat je wilt. Ik vind het goed." Toen bukte de eene gestalte zich nog die per; Marto voelde zich gegrepen door twee zachte handen en in het licht getild. Verlamd van angst bleef hij knipoogend zitten. Ze lachte. „Jij klein ding." „Wees voorzichtig Emilie", waarschuwde de andere stem. Maar de vrouw haalde de schou ders op. „Hij zal mij heusch geen kwaad doen. Ga maar, aapje. Je krijgt je vrijheid terug." Marto voelde zich op den grond zetten; de handen lieten hem loshij was vrij Even keek hij naar de twee gestalten die vlak bij hem stonden. Toen vloog hij met een paar groote sprongen de eerste boom in, die hij zag. Vrij was hijvrijHij mocht blijven in het oerwoudVanaf dien dag was Marto heelemaal veranderd. Geen enkele van zijn vroegere kwade streken haalde hij meer uit; integendeel hij wist niet, hoe hij iedereen ple zier moest doen en helpen. In het begin wa ren de meeste dieren wantrouwend tegen die ongewone vriendelijkheid van Marto; maar al gauw merkten ze, dat hij het meende en nu is er niemand meer, die iets kwaads van Mar to kan hooren zeggen; want dan geeft hij on- middelijk ten antwoord: „Marto is het liefste Chimpansee jongetje, dat ooit in het oerwoud geleefd heeft. Eln we kunnen wel allemaal een voorbeeld aan hem nemen." RITA VAN B. men, hoe groot ze waren. Het .was een stevige! vriendschap tusschen de twee, al hadden ze elkaar nooit gezien. Vaak ook gooiden ze el kaar lekkers toe. Op den afgesproken tijd, was Erni dien middag present. Daar hoorde hij Hermi ook al. „Erni, wil je wat bramen hebben?" Ja, dat wilde Erni wel; maar eerst zou hij Hermi eens verrassen. Zonder 'te antwoorden sloop hij voorzichtig de ladder op. „Erni, waarom antwoord je niet? Wat doe je; ik hoor je zoo ritselen?" riep Hermi „Hier ben ik!!" juichte de jongen en stak zijn hoofd boven de schutting uit. Maar op hetzelfde oogenblik zweeg hij, Want in den tuin voor hem stond een klein meisje niet een schortje vol bramen en een eigenwijs in da hoogte stekend vlechtje. Toen ze Erni zag, be gon haar mondje te trekken, haar bruine oogen vulden zich met tranen; ze liet liaar schortje los en de bramen vielen op den grond Toen keerde ze zic.li om en liep weg. Langzaam klom Erni de ladder weer af. 's Avonds in bed, toen moeder hem vroeg, waarom hij den heelen dag zoo stil was ge weest, snikte hij zijn tele instelling en ver driet uit: „Mama; hij is een meisje...." M. B. WAT HOORT HIJ? Oplossing. De auto rijdt met een snelheid van 350 M, in de seconde; het geluid heeft een voortplan-i tingssnelheid van 330 Meter, per seconde. Zoo lang de auto met de groote snelheid rijdt, zal de bestuurder niets hooren, want het geluid zal achterblijven. Als de auto. echter langza mer gaat rijden, halen de geluidsgolven hem in en de bestuurder zal de tonen hooren, ech ter in omgekeerde volgorde, dan waarin ze geblazen werden. DE GYMNASTIEKLES. Ditmaal is het de zwaan, die ons de nieuwe bewegingen leert voor onze gymnastiekoefe ningen. Als de zwaan zich van het water ver heft om te gaan vliegen, begint hij eerst m:et zijn vleugels te slaan.. Dat is de beweging, die wij na zullen doen, We heffen de armen hoog, doen ze naar be neden, kruisen ze voor het lichaam, brengen ze hoog, zijwaarts, enz. We denken er 'aan da armen zoo veel mogelijk te strekken en te rek ken. Dan pas hebben we iets aan deze oefe ning, die speciaal voor de schouder en arm spieren uitstekend is. Mevr. de J.-van Z. Rattenvangers. Nabij de Amerikaansohé kust ligt een klein eilandje Lord-Home-eiland! dat ontzettend geplaagd werd door ratten. De Amerikaansche regeering zond er een zending katten heen, doch deze moesten in den strijd het onderspit delven. Nu heeft de regeering er een schip heengezonden met een lading uilen in de hoop dat die gelukkiger zullen zijn in den strijd met deze knaagdieren. De eerste houtzaagmolen. Die werd in 1596 in de Zaan gebouwd door Cornells Corne- liszoon en heette „De Juffer". Eerst in 1614 werd de tweede molen gebouwd, deze kreeg den naam van „De grauwe Beer". De banaan. Deze heeft 40' maal zooveel voedingswaarde als de aardappel en 130 maal zooveel als tarwe. Kanarievogels. In 't Har ^gebergte in Duitschland komt de kanarievogel in 't wild voor. In ons land komt tegenwoordig de wilde •kanarievogel in 't Zuiden van Limburg voor. Men hoopt dat hij zich van hier naar het Noorden zal verbreiden. De 4 grootste steden der wereld. Dat zijn New-York, Londen, Parijs, Berlijn. Een tweede Hugo de Groot. In 1667 zat o.a. in de gevangenis te Den Haag een Fransch marskramer gevangen. Op zekeren dag werd voor een der andere gevangenen een groote kist bezorgd, die den volgenden dag zou terug gehaald worden. Reeds vroeg in den morgen kroop den volgenden dag onze Franschman in de kist, die op een kruiwagen geladen werd en ergens in de Spuistraat bezorgd werd. Hier werd de kist geopend en onze Hugo de Groot de Groot de tweede sprong er haastig uit en maakte zich met een in der haast gegrepen hoed en schoenen uit te voeten. Iets over Parijs. De Parijzenaars gebrui- den dagelijks 1 millioen Liter melk. Parijs telt 79 kerken. Iederen dag verdwijnen te Parijs tusschen 70 en 75 personen. Te Parijs zijn 4000 piano-onderwijzers. 304?0 vioolleeraren, ruim 1200 cello-leeraren en 150 mandolineleeraren. De Zweedsche meren. Zweden heeft 20.000 meren met een oppervlakte van 38.000 K.M.2 Het grootste meer is het Venermeer, n.l. 5546 K.M.2 Die meren leveren jaarlijks voor 10 mil lioen kronen aan visch. De gemeente Laang- serud, die 25 K.M. lang en 15 K.M. breed is, telt maar eventjes 80 meren. Het oudste museum der wereld. Dit be vindt zich in Japan. Het werd in 't jaar 756 gesticht in de stad Nara, toen de keizerlijke residentie, Het bevat een volledig herbarium en een collectie monsters van alle houtsoorten die in Japan voorkomen. Slechts eens per jaar is het museum voor 't publiek geopend en dan worden nog maar alleen genoodigden toegelaten. Zeeziekte bij dieren. Voor zoover men tot nog toe heeft kunnen nagaan, hebben de die ren, behalve varkens en slangen, evenals de meeste menschen last van zeeziekte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 10