BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
Mag ik terstond aan de briefjes beginnen'
Ja? Prettig hoor, Zoodra ik weer wat meer
tijd heb, krijgen jullie een langen brief voor
af- Wie is No. 1 vandaag? Eens even zien.
Een briefje van een kleinen guit
Steekt met een punt m'n portefeuille uit
Het zegt mij „laat me hier niet blijven
Neem me er uit en begin met schrijven".
Plet briefje is van Wandelaar.
Goeden middag WANDELAAR. Jij hebt er
Öus geen spijt van, kennis gemaakt te hebben
met de knutselclub. Neen, het vuurwerk heb
ik niet gezi en .Ik had wel graag naar de
turnuitvoering gegaan, maar noodzakelijke
werkzaamheden maakten het mij onmogelijk.
Deugniet heeft de figuurzaagtechniek vlug te
pakken. Tot a.s. Woensdagmiddag. Dag Wan
delaar.
Best MEIDOORNTJE. Er waren 1.1. Woens
dagmiddag zestien kinderen. Dus de optocht
was prachtig? Je hebt er anders heel wat
voor over moeten hebben. Twee uur staan is
geen kleinigheid. Prettig dat je een tante te B,
hebt wonen, zoodat je niet direct de terug
tocht moest ondernemen, Het vuurwerk heb
ik door tijdgebrek niet gezien. Tot a.s. Woens
dag. Dag Meidoorntje.
VERGEETMIJNIET. Je vraagt me, of ik
voor plagen altijd een goed cijfer op m'n rap
port had?" Natuurlijk, nooit minder dan een
tien. Je weeftoestel breng je Woensdag maar
cmede dan zal ik je helpen. Waarvoor heb je
zoo'n mooi cadeau gehad'? Er zijn weinig spel
letjes, die je zoo aan tafel, zonder meer kunt
spelen. Meestal heeft men daarvoor zooge
naamde gezelschapsspelen, b.v. Domino,
Mensch erger je niet, Ganzenbord, Klok en
Hamer, enz. Maak je het kleedje af? Tot
Woensdag. Dag Vergeetmijniet.
Lief NIKKERTJE. Wat ben jij prettig uit
geweest. Durfde je wel op een levend paard
te zitten? Natuurlijk heb ik je Woensdagmid
dag gemist maar kon de oorzaak wel vermoe
den. Wat zullen jullie me Woensdag veel te
vertellen hebben. Ik schrijf jullie, omdat meer
dere vriendinnetjes en vriendjes naar Bever
wijk zijn geweest. De sprookjesoptocht heb
je dus ook gezien? M'n groeten aan je Moe
der en Vader. Tot Woensdag. Dag Nikkertje.
Beste KOüVEIEK. Allereerst m'n geluk-
wensch met je overgang. Dat is dus een mee
valler zeg. Je moet je nu maar eens extra op
je rekenen toeleggen, zoodat je je rapport cij
fer omhoog haalt. Dus je wilt lederen dag wel
een briefje van me in de courant? Zulke Ko
mieken zijn er wel meer, daar behoef je heusch
geen Anna M. voor te heeten. Zie jij misschien
kans de dagen voor mij minstens, drie uur lan
ger te maken? Als je daarin kunt slagen, dan
kan ik je vraag in ernstige overweging ne
men. 'k Ben benieuwd naar je antwoord. Wil
je je moeder van mij groeten? Dag Komiek tot
Woensdag.
Goeden middag NAAISTERTJE. Je bent
dus ook al een uitgaanstertje. Je hebt gelijk
gehad. Beverwijk viert niet alle dagen feest
met een sprookjesoptocht. Jullie klasse telt
een flink aantal leerlingen. Heb je je zuslief
bij je of zit je in de zevende klas? Een bood
schapje doen, onder schooltijd vinden haast
alle kinderen fijn. Jullie zeker ook? Dag Naai
stertje tot Woensdag.
Best INDIAANTJE. Het past eeht bij een
Indiaan, het schieten met pijl en boog. Maar
•je moet heel voorzichtig doen hoor, zoodat
je niemand raakt. Jammer dat je geen figuur
zaag hebt en ik. hoop, dat je er met je ver
jaardag een krijgt. Je bent zeker op d'e club
van „In Veilige Haven'' geweest? Dag In
diaantje.
Beste DENT. Je hebt me reeds een aardig
briefje geschreven hoor. Je bent ook pas acht
jaar en moet het schrijven van je briefjes lang
zamerhand leeren. Je vraagt me om een
schuilnaam? Nu moet je even ged-uld hebben.
De schuilnamen zitten in m'n moppentrom
mel en die moet ik eerst voor den dag halen,
Ziezoo, nu even open maken en eens zien, Juist
hier zijn ze: Erika, Veronika, Eereprijs, Popské
Molletje, Krulhaar, Handwerkstertje, Duifje,
Moederslieveling. Heb je nu keus? In je vol
gend briefje lees ik wel of je geslaagd bent.
Tot Woensdag. Dag lieve Dinl.
Best GOUDMUELTJE. Gretha Molen
kamp zal ik je werk medegeven en haar ver
tellen wat je doen moet. Heb je het, af, dan
geef je het haar weer terug. Zoo komt toch,
hoop ik, je poppenslobbroek af. Heb je eens
weinig huiswerk, dan zie ik je 's Woensdags
wel verschijnen. Werk met plezier en zorg dat
je me een mooi rapport kunt laten zien. Dag
Goudmuiltje.
Lief VIOOLTJE. Zoo, ben jij op school ge
kiekt? Is de foto goed uitgevallen? Zeven om
woelde cartonnetjes maak ik aan elkaar en
dan vormen ze een tafelmatje. Drie zijn er
reeds gereed. Kom je Woensdag weer met je
broertjes en met Grietje? Dag Viooltje.
Beste KOZAKKENHOOFDMAN. Dat was
ook een bof, dat jullie 31 Aug. feest had, De
kinderen in IJmuiden (W.) waren niet zoo
gelukkig. Je was zeker wel blij met je eerste
prijs? Die doozen ken ik. Je kunt de vastge-
tikte stukjes telkens weer los maken en dan
andere figuren samenstellen. Hob je thuis al
scheepjes gemaakt of wacht je op een regen
dag? Dag Kozakkenhoofdman.
Best MEIKEVERTJE. Ook al fijn feest
gehad. Jullie behoorden zeker tot de fortuin-
lijkste deelnemers. Drie van de vijf kinderen
een prijs. Dat is nog een smulpartij ook ge
worden. Een ijsco, een reep en een koek. Ja,
voor je kleinste zusje mag je een.pop ma
ken. Hoe? Dat blijft voorloopig nog een ge
heim. Voor je andere broertjes en zus bene
vens je vader en moeder maak je natuurlijk
ook een verrassing. Wat zullen dat een pakjes
worden zeg. Dag Meikevertje.
Beste GRIETJE D. Zeg ik heb nu twee
Viooltjes. Alie van Beilen schrijft onder den
schuilnaam Viooltje en jij ook. Als het je goed
is, dan verander ik jouw naam in Boschviool
tje, Je bent dus zoomaar van school veranderd'.
Natuurlijk, iedere onderwijzeres en onderwij
zer wil, dat je doet, wat van je gevraagd wordt
Ja de afkorting I. V. H. is mij bekend- Tot
Woensdag. Dag Grietje.
Goeden middag BLIKOORTJE. Neen
maar, nu zal ik het nog gedaan hebben. Over
hoeveel werkjes moet vriend Blikoortje tege
lijk z'n gedachten laten gaan?. Aan hoeveel
werkjes en nog ik weet niet hoeveel andere
zaken moet ik tegelijk m'n aandacht beste
den? Neen Blikoortje, ik ben het niet eens
met je. Maar, zoo'n openhartig schrijven in
den juisten toon mag ik, des ondanks, wel. Je
rebussen heb ik opgelost. 1. Luidt: Blikoortje.
2. Luidt: Na regen komt zonneschijn. Ja je
stekelbaarsjes zijn dood. L.l. Woensdag vond
ik het ook heel gezellig. Dag Blikoortje,
Lief Ranonkeltje. Van het mooie weer
moet je nog maar flink genieten. Des win
ter's heb je al huisarrest genoeg. Dus het be
valt Cootje op school? Prettig hoor. Wel gefe
liciteerd met je overgang. Waar Witte muis
blijft? Ik weet het niet. Wat zal die Co nu
groeien zeg. Vier boterhammen achter elkan
der eten, is geen peulschilletje. Veel groeten
ook aan Co en je moeder. Dag Ranonkeltje.
Lief VLINDERTJE. Leuk, dat je in over
leg met je moeder, je schuilnaam gekozen
hebt. Je blijft me dus trouw? Dat vind ik pret
tig. Wanneer je vader binnen is, blijf je na
tuurlijk thuis van de club. Ik zou het zelfs
vreemd vinden, wanneer je dan tóch kwam.
Wil je mijn groeten aan je vader en masder
overbrengen? Dag Vlindertje. Tot a.s. Wo:\.
"ig-
Lieve JENNIE. Wil je wel gelooven dat
het mij moeite kostte je niet binnen te roe
pen? 'k Had je zoo graag bij ons clubje gehad.
Het ging echter niet. Ik hoop nu, dat je van
den winter ook van de partij kunt zijn. Vindt
je niet dat Deugniet de papegaai keurig ge
zaagd heeft? Hij doet echt z'n best. Zoodra ik
te Haarlem kom, zal ik voor een wandbord
hangertje zorgen. Wat mis jij je vriendin. Met
m'n tuintje gaat het uitstekend. De door je
gelezen boeken, ken ik niet. Dag Jennie.
Hallo DEUGNIET. Verlang je nu al weer
naar den Woensdagmiddag? Het was ook echt
gezellig. Je ouders vonden je zaagwerk zeker
wel netjes? In October krijgen de klosjes een
beurt en maken we allerlei cadeaux. Wat zal
dat werk een gezellige bedrijvigheid geven.
Het was wel jammer voor jullie dat er op 31
Aug. 1.1. geen feest was. Lees maar met plezier.
Dag Deugniet. Tot Woensdag.
Zoo TOM MIX. Hoe staat het leven? Zeg je
hebt me met je brief nog even in de war ge
maakt. Ik was n.l. 's morgens naar beneden
gegaan, zonder bril. Voor achten vond ik je
brief en weet je wat ik dacht? Dat je hem
echt met de post had verzonden. Eigenlijk was
ik een weinig teleurgesteld. Ik moest met de
lste post bericht ontvangen en dat bericht
vond ik niet, wel jou brief. Eerst, toen ik des
middags thuis kwam en het bericht vond, ont
dekte ik na je brief nog eens bekeken te heb
ben, dat jij het stempel van een oude postzegel
op de couvert hadt bij geteekend. Wel gefeli
citeerd met je overgang'. Ik dank je voor je
teekening op je brief.
Dag Tom Mix.
ZONNESTRAALTJE. Van harte gefelici
teerd met je overgang. Je rapportcijfers vind
ik goed. De bloemen, die je me bracht, heb
ik in twee vazen verdeeld. Het waren er heel
veel en ik vind ze mooi. Hoe was het in Be
verwijk? Zie ik je Woensdag weer?
Dag Zonnestraaltje.
LIEVE PEPIJNTJE. Al weer zoo'n gezellig
lang briefje. Je kent heel wat versjes van
Jacob Hamel. Je bent zeker een trouw luister
vinkje? Een meisje uit m'n klas zegt iederen
Dinsdagmorgen „Juf, u moet eerst raden wie
er vandaag komt", dan antword ik voor de
grap, dat weet ik wel, St. Nicolaas". Ze heeft
om m'n antwoord altijd veel pleizier. „Neen
anders, anders raden, weet u het niet eens?
Jacob Hamel, Jacob Hamel natuurlijk, 'k Ga
fijn luisteren en meezingen". De schoenwinkel
van B. te H. weet ik niet te vinden. Mag ik
die mooie schoentjes eens van je ie enen. Wat
moppig dat je precies weet, hoe laat je in dien
onweersnacht weer sliep. Vertel je me eens
iets over de sprookjes-optocht? Hoe gaat het
met je poppen?
Dag Pepijntje.
BESTE JÜLIAANTJE. Ja, je briefje heb
ik verleden week te laat ontvangen. Wel ge
feliciteerd met je overgang. Je rapport was
ook goed. Tot Woensdag.
Dag Juliaantje.
GOEDEN MIDDAG ZUS. Wel gefeliciteerd
met je overgang. Grietje D. zit dus bij je in
de klas. Dat is een grappig spelletje. „Stoelen
dans". Het gaat niet om een prijs direct, maar
om de pret met elkander. Prettig dat jij
Keukenprinsesje voortaan gaaat halen. Waar
blijft Kekenprinsesjes briefje en het briefje
van Moeder's Hulp en Kaboutertje?
Dag Zus. Tot a.s. Woensdag.
BESTE MARTINUS. Naturlijk mag je ru.
briekertje worden en aan de knutselclub deel
nemen. Je schuilnaam Dik Trom vind ik uit
stekend. Wordt je ook zoo'n trouw vriendje
als Blikoortje van me? Ja? Prettig hoor.
Dag -Dik Trom.
DE VERJAARDAGENRUBRIEK.
Denken jullie aan Jennie Ras?
Ze is morgen jarig. Ze woont:
Pres. Steijnstraat 58, IJmuiden-West.
Wie is nu spoedig jarig?
Naam, schuilnaam, straat en huisnummer
opgeven.
Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF.
DE BEURT IS AAN KLEINE
TEEKENAARS!
Nog een les zullen we besteden aan het tee
kenen van handen in verschillende houdingen
De illustratie toont allereerst een paar vuis
ten; verder een gestrekte hand; een hand in
een zak en een hand, die een pijp vasthoudt.
Ik wil hier nog een maal herhalen, dat we
bij het schetsen nooit in details treden; maar
het geheel in zoo weinig mogelijk lijnen pro-
beeren weer te geven.
In dit geval teekenen we dus geen nagels,
enz. maar geven de omtrek weer, met hier en
daar een enkele aanduiding voor de vingers.
OOM KEES.
De harmonica. Men heeft in België 2800
vereenigingen van harmonicaspelers. Het in
strument heet daar „trekzak".
WIE ZOEKT ER MEE?
„Hé, ik dacht,dat ik een fazant
had. Waar is het dier?"
UIT HET LEVEN VAN CROOTE
MANNEN.
Toen Napoleon I gekroond zou worden
wenschte hij bij deze plechtigheid den scepter
te bezitten, dien Karei de Groote bij zijn kro
ning gebruikt had. De roode zijde van het
sieraad was vergaan, zoodat een juwelier de
opdracht kreeg deze te vernieuwen. Toen de
man bezig was zich van deze opdracht te kwij
ten, ontdekte hij letters op het te voorschijn
gebrachte metaal. Er stond: Ce baston ap-
partient a moi, Gueslin, chantre de Notre
Dame 1280. Dat beteekende, dat die zooge
naamde scepter eigenlijk maar een eenvou
dige staf was, die had toebehoord aan een
voorzanger van de Notre Dame, ten tijde van
de Karolingers.
De juwelier stuurde dadelijk een boodschap
naar Opper-Hofmaarschalk Duroc, met het
verzoek de vergissing' aan Napoleon mede te
deelen.
Maar Duroc dacht er anders over. Hij ging
naar den juwelier en zei: Meneer, u doet uw
werk en zwijgt verder als een bus. 't Is van
het grootste gewicht, dat Zijn Majesteit kan
steunen op den scepter van zijn grooten voor
ganger. Wilt u op uw stilzwijgendheid uw eere
woord geven?
De juwelier gaf het en zweeg. Napoleon I
gebruikte het stafje van den eenvoudigen
Gueslin en wenschte zich zoo groot en mach
tig als Karei de Groote.
W.B. Z.
DE TELEURSTELLING.
„HIJ IS EEN MEISJE"
Aan twee kanten van de schutting.
Tot zijn tiende jaar had Erni thuis les ge
had en was hij niet naar school geweest; dat
kwam omdat hij als klein kind niet sterk ge
noeg was om er naar toe te gaan.
Erni, die eigenlijk Ernst heette, was vaak
heel erg alleen, Zijn moeder bewaakte haar
eenig kind met alle liefde en teederheid.
„Erni, lieveling, doe me niet aan, dat je
alleen buiten het hek van den tuin gaat." En
Erni deed het zijn moeder niet aan; dat kwam
ook, doordat hij alleen het groote ijzeren hek
niet open kon krijgen. Op een middag zat
Erni slaperig tegen de schutting aan, die den
heelen tuin omgaf. Zijn poes was bij hem.
„Miauw," zei Erni om haar aan het spelen
te krijgen.
„Miauw", antwoordde Pit.
„Miauw," klonk het achter de schutting.
Verrast keek Erni op:
„Wie is daar?"
„Ik, Hermi."
„Ik heet Erni", antwoordde de jongen. „Zul
len we wat spelen, ik heb een bal."
„Goed," zei de onbekende achter de schut
ting. Ze speelden prettig en beloofden elkaar
den volgenden dag weer terug te komen.
Weldra waren ze de dikste vriendjes, zonder
elkaar ooit gezien te hebben.
Op een keer hadden ze weer heerlijk over de
schutting gebald. „Zulke wilde spelletjes doen
meisjes toch niet," zei Erni tevreden. „Ik kan
meisjes niet uitstaan en jij Hermi?"
Hij kreeg geen antwoord.
„Ben je er nog?"
„Ja," klonk een zacht stemmetje.
„Moeder," had Erni den eersten avond toen
hij Hermi had leeren kennen gevraagd: „Waar
zou Hermi een afkorting van zijn?"
„Van Herman," zei Moeder zonder aarze
len. En dat geloofde Erni ook.
Op een keer bedacht Erni een prachtig plan
netje. Uit het schuurtje sleepte hij een ladder
naar de plaats, waar Hermi en hij elkaar al
tijd, ieder aan een kant van de schutting,
ontmoetten. Voorzichtig zette hij hem er tegen
aan. Dat zou een verrassing zijn voor Hermi.
Erni had al vaak gezegd, dat hij het zoo
jammer vond, dat hij zijn vriendje nooit kon
zien en Hermi had dit altijd, zonder veel en
thousiasme beaamd. Erni wist dat Hermi in de
tweede klas z-at en dat hij klein en dik was.
Door op de hoogte van hun hoofd tegen de
schutting te kloppen, waren ze te weten geko-
3e geschiedenis van Marto,
het ondeugende aapje.
HIJ WAS DE SCHRIK VAN HET OERWOUD.
Marto, het zopntje van de Chimpansee-*
familie Klimgraag, was in het geheele oer
woud, dat zich over een afstand van tientallen
dagreizen uitstrekte, bekend engevreesd.
Want over deze heele afstand was geen grooter
kwajongen te vinden; zelfs de tijgerjongetjes
en de leeuwenkinderen waren niet zoo brutaal
als Marto Klimgraag. Wat die wel niet alle
maal durfde.... daar zou een boek vol over
zijn te schrijven.
En wie weet hoe onuitstaanbaar Marto ge
worden was, als er niet eens een keer iets ge
beurd was, dat hem voorgoed van zijn plaag
zucht genas.
Er trokken menschen door het oerwoud. De
schrik onder de boschbewoners was groot. Een
paar leden van de groote slangenfamilie wa
ren gedood. Nu waren de slangen niet erg
bemind in het woud; maar dat nam hiet weg
dat de andere dieren angstig werden. Vandaag
de slangen, morgen iemand van hun eigen fa
milie.
De eenige, die ondanks alle waarschuwingen
nog onbevreesd en doldriest rond sprong, wa--
Marto. Die was zoo verwaand te denken, da+
ze hem toch niet konden va-ngen. Hij was a1
aan zooveel gevaren ontsprongen, dat hp
dacht, ook hieraan wel te zullen ontkomen
Ditmaal had hij zich vergist. Hoe het precies
gebeurd was kon Marto zich later niet meer
goed herinneren. Hij was bij de legerplaats der
menschen gekomen en had daar brutaal rond
gesnuffeld. Toen hij zich in een kist met ba
nanen waagde, klapte er opeens iets dicht en
Marto zat in donker.
De eerste minuut schrok hij zoo, dat zijn
hart niet meer klopte; maar toen begon het
met harde slagen, bom, bom, bomMarto
was gevangen. Nergens was een spleetje licht
te bekennen. Voorzichtig tastte hij om zich
heen; gladde wanden en zoo kleinMarto
had wel eens hooren vertellen, dat de men
schen dieren uit het oerwoud mee hadden ge
nomen en ze heel ver weg hadden gevoerd.
Nooit waren ze meer terug gezien. Zou da.t met
hem ook gebeuren? Zou hij nooit zijn familie
en de andere dieren meer terug zien?
Toen werd Marto een heel klein aapje,
dat zachtjes om zijn moeder begon te snik
ken en te roepen. Wat had hij haar niet altijd
een verdriet gedaan.
„Oh, moeder," huilde Marto. „als ik ooit
weer vrij kom uit deze verschrikkelijke gevan
genis, zal ik probeeren een brave aap te wor
den en nooit meer de dieren plagen. Dat be
loof ik U, zoowaar als ik Marto heet."
Maar niemand hoorde zijn klagen. Als een
heel klein wezentje zat Marto in elkaar ge
doken in een hoekje. Hij had geen trek in de
bananen, die op den bodem lagen en waar hij
op af was gekomen. Een gedachte had hij
maar en dat was: vrij te zijn!!
Hoe lang hij wel. In de kist gezeten had, wist
hij niet. Volgens Marto moest het wel nacht
zijn. Plotseling hoorde hij iets; het leken wel
voetstappen. Nog kleiner maakte hij zich. De
stappen naderden de kist; nu hoorde hij
spreken.
Daar ging de kist open en over de rand ke
ken twee menschengezichten. „Ach kijk eens
een aapje," zei een zachte stem. „Hoe komt
•dat in de kist?"
„Het deksêl zal dichtgevallen zijn. Apen zijn
erg nieuwsgierig," antwoordde een andere
stem, die aan een man toebehoorde.
„Het kijkt zoo verschrikt en wat klein is het
nog. Zullen we het maar zijn vrijheid terug
geven?"
„Doe maar, wat je wilt. Ik vind het goed."
Toen bukte de eene gestalte zich nog die
per; Marto voelde zich gegrepen door twee
zachte handen en in het licht getild. Verlamd
van angst bleef hij knipoogend zitten. Ze
lachte. „Jij klein ding."
„Wees voorzichtig Emilie", waarschuwde de
andere stem. Maar de vrouw haalde de schou
ders op. „Hij zal mij heusch geen kwaad doen.
Ga maar, aapje. Je krijgt je vrijheid terug."
Marto voelde zich op den grond zetten; de
handen lieten hem loshij was vrij
Even keek hij naar de twee gestalten die vlak
bij hem stonden. Toen vloog hij met een
paar groote sprongen de eerste boom in, die
hij zag.
Vrij was hijvrijHij mocht blijven
in het oerwoudVanaf dien dag was Marto
heelemaal veranderd. Geen enkele van zijn
vroegere kwade streken haalde hij meer uit;
integendeel hij wist niet, hoe hij iedereen ple
zier moest doen en helpen. In het begin wa
ren de meeste dieren wantrouwend tegen die
ongewone vriendelijkheid van Marto; maar al
gauw merkten ze, dat hij het meende en nu
is er niemand meer, die iets kwaads van Mar
to kan hooren zeggen; want dan geeft hij on-
middelijk ten antwoord:
„Marto is het liefste Chimpansee jongetje,
dat ooit in het oerwoud geleefd heeft. Eln we
kunnen wel allemaal een voorbeeld aan hem
nemen."
RITA VAN B.
men, hoe groot ze waren. Het .was een stevige!
vriendschap tusschen de twee, al hadden ze
elkaar nooit gezien. Vaak ook gooiden ze el
kaar lekkers toe.
Op den afgesproken tijd, was Erni dien
middag present. Daar hoorde hij Hermi ook al.
„Erni, wil je wat bramen hebben?"
Ja, dat wilde Erni wel; maar eerst zou hij
Hermi eens verrassen. Zonder 'te antwoorden
sloop hij voorzichtig de ladder op.
„Erni, waarom antwoord je niet? Wat doe
je; ik hoor je zoo ritselen?" riep Hermi
„Hier ben ik!!" juichte de jongen en stak
zijn hoofd boven de schutting uit. Maar op
hetzelfde oogenblik zweeg hij, Want in den
tuin voor hem stond een klein meisje niet een
schortje vol bramen en een eigenwijs in da
hoogte stekend vlechtje. Toen ze Erni zag, be
gon haar mondje te trekken, haar bruine
oogen vulden zich met tranen; ze liet liaar
schortje los en de bramen vielen op den grond
Toen keerde ze zic.li om en liep weg.
Langzaam klom Erni de ladder weer af.
's Avonds in bed, toen moeder hem vroeg,
waarom hij den heelen dag zoo stil was ge
weest, snikte hij zijn tele instelling en ver
driet uit:
„Mama; hij is een meisje...."
M. B.
WAT HOORT HIJ?
Oplossing.
De auto rijdt met een snelheid van 350 M,
in de seconde; het geluid heeft een voortplan-i
tingssnelheid van 330 Meter, per seconde. Zoo
lang de auto met de groote snelheid rijdt, zal
de bestuurder niets hooren, want het geluid
zal achterblijven. Als de auto. echter langza
mer gaat rijden, halen de geluidsgolven hem
in en de bestuurder zal de tonen hooren, ech
ter in omgekeerde volgorde, dan waarin ze
geblazen werden.
DE GYMNASTIEKLES.
Ditmaal is het de zwaan, die ons de nieuwe
bewegingen leert voor onze gymnastiekoefe
ningen. Als de zwaan zich van het water ver
heft om te gaan vliegen, begint hij eerst m:et
zijn vleugels te slaan..
Dat is de beweging, die wij na zullen doen,
We heffen de armen hoog, doen ze naar be
neden, kruisen ze voor het lichaam, brengen
ze hoog, zijwaarts, enz. We denken er 'aan da
armen zoo veel mogelijk te strekken en te rek
ken. Dan pas hebben we iets aan deze oefe
ning, die speciaal voor de schouder en arm
spieren uitstekend is.
Mevr. de J.-van Z.
Rattenvangers. Nabij de Amerikaansohé
kust ligt een klein eilandje Lord-Home-eiland!
dat ontzettend geplaagd werd door ratten. De
Amerikaansche regeering zond er een zending
katten heen, doch deze moesten in den strijd
het onderspit delven. Nu heeft de regeering
er een schip heengezonden met een lading
uilen in de hoop dat die gelukkiger zullen
zijn in den strijd met deze knaagdieren.
De eerste houtzaagmolen. Die werd in
1596 in de Zaan gebouwd door Cornells Corne-
liszoon en heette „De Juffer". Eerst in 1614
werd de tweede molen gebouwd, deze kreeg
den naam van „De grauwe Beer".
De banaan. Deze heeft 40' maal zooveel
voedingswaarde als de aardappel en 130 maal
zooveel als tarwe.
Kanarievogels. In 't Har ^gebergte in
Duitschland komt de kanarievogel in 't wild
voor. In ons land komt tegenwoordig de wilde
•kanarievogel in 't Zuiden van Limburg voor.
Men hoopt dat hij zich van hier naar het
Noorden zal verbreiden.
De 4 grootste steden der wereld. Dat zijn
New-York, Londen, Parijs, Berlijn.
Een tweede Hugo de Groot. In 1667 zat
o.a. in de gevangenis te Den Haag een Fransch
marskramer gevangen. Op zekeren dag werd
voor een der andere gevangenen een groote
kist bezorgd, die den volgenden dag zou terug
gehaald worden. Reeds vroeg in den morgen
kroop den volgenden dag onze Franschman in
de kist, die op een kruiwagen geladen werd en
ergens in de Spuistraat bezorgd werd. Hier
werd de kist geopend en onze Hugo de Groot
de Groot de tweede sprong er haastig uit en
maakte zich met een in der haast gegrepen
hoed en schoenen uit te voeten.
Iets over Parijs. De Parijzenaars gebrui-
den dagelijks 1 millioen Liter melk. Parijs telt
79 kerken. Iederen dag verdwijnen te Parijs
tusschen 70 en 75 personen. Te Parijs zijn 4000
piano-onderwijzers. 304?0 vioolleeraren, ruim
1200 cello-leeraren en 150 mandolineleeraren.
De Zweedsche meren. Zweden heeft 20.000
meren met een oppervlakte van 38.000 K.M.2
Het grootste meer is het Venermeer, n.l. 5546
K.M.2 Die meren leveren jaarlijks voor 10 mil
lioen kronen aan visch. De gemeente Laang-
serud, die 25 K.M. lang en 15 K.M. breed is,
telt maar eventjes 80 meren.
Het oudste museum der wereld. Dit be
vindt zich in Japan. Het werd in 't jaar 756
gesticht in de stad Nara, toen de keizerlijke
residentie, Het bevat een volledig herbarium
en een collectie monsters van alle houtsoorten
die in Japan voorkomen. Slechts eens per
jaar is het museum voor 't publiek geopend en
dan worden nog maar alleen genoodigden
toegelaten.
Zeeziekte bij dieren. Voor zoover men tot
nog toe heeft kunnen nagaan, hebben de die
ren, behalve varkens en slangen, evenals de
meeste menschen last van zeeziekte.