NLAND
Het roode links -
De Nederlandsche Staatsbegrooting
1935 en de beurs.
het roode rechts.
Concrete besprekingen met
Japan mogelijk.
Moeilijkheden uit den weg
geruimd.
Het begin van een oplossing?
Aneta meldt uit Batavia d.d. 19 Sept.: Op
18 Sept. bracht Mr. Hart een bezoek aan Dr.
Nagaoka, leider der Japansche delegatie, en
gaf dezen officieel kennis van zijn optreden
als fungeerend voorzitter van de Nederland-
sche delegatie, gedurende de ontstentenis van
den heer Meyer Ranneft.
Na deze officieele kennisgeving vonden tus-
schen beide voorzitters besprekingen plaats,
waarbij verschillende punten onder de oogen
werden gezien, welke tot nog toe aan zake
lijke besprekingen in den weg stonden.
Thans is ten aanzien van de te volgen pro
cedure aan beide zijden een bevredigende op
lossing gevonden, ook voor zoover betreft de
behandeling van het scheepvaartvraagstuk,
zoodat onmiddellijk een aanvang kan worden
gemaakt met concrete discussies, hetgeen he
den dan ook geschiedde.
Van beide zijden is uiting gegeven aan den
oprechten wensch dat deze besprekingen
thans ook spoedig tot zakelijke resultaten zul
len leiden.
De commissie voor de besprekingen uit de
Nederlandsche delegatie is samengesteld uit
de volgende heeren: Prof. Van Gelderen, A. G.
Ph. Wyers, Mr. J. E. van Hoogstraten, die voor
zoover noodig, zullen worden bijgestaan door
diverse adviseurs en experts
Aan Japansche zijde berust de leiding in
handen van den heer Koshida.
Heden zal het programma voor de bespre
kingen worden opgesteld.
Zooals reeds in de eerste plenaire vergade
ring van de delegaties is vastgesteld, zal de
leiding van de zakelijke besprekingen tus-
schen de Nederlandsche en Japansche delega
ties respectievelijk gevoerd worden door den
heer Van Gelderen en den heer Koshida. Bei
den kwamen reeds hedenmiddag bijeen tot
vaststelling van het programma.
Verdwijnt de Leercentrale?
Verschillende leden zijn niet op het voort
bestaan gesteld.
Dezer dagen kwamen, naar wij vernemen,
te Tilburg de leden-schoenfabrikanten der
Centrale H. L. S. in vergadering bijeen ter be
spreking van de vraag, of het wenschelijk is
de Centrale te laten voortbestaan.
Bij een gehouden stemming, welke door het
bestuur werd voorgesteld, verliet een groot
gedeelte der aanwezigen de zaal. daar deze
stemming volgens hen niet op de juiste wijze
plaats had.
Deze personen hielden daarna een afzon
derlijke vergadering waar een 35-tal hunner
een lijst toekende om het bestuür dèr.'Cehtra-
le in kennis te stellen, dat 'zij niet op het
voortbestaan der Centrale gesteld zijn.
Tevens maakten nog enkele schoenfabrikan
ten van deze gelegenheid gebruik hun lid
maatschap van de Centrale op te zeggen.
6de album verschenen over de
Zuiderzee-inpoldering.
De Wieringermeer in het bijzonder
behandeld.
Het zesde album over een reusachtig werk is
verschenen; het album over de afsluiting en
de gedeeltelijke droogmaking van de Zuider
zee. Dit werk verschijnt bij de N.V. Handels
drukkerij Holdert en Co. te Amsterdam en is
samengesteld met medewerking van het de
partement van waterstaat, de directie der
Zuiderzeewerken en de voorloopige directie
der Wieringermeer.
Het vijfde album verscheen in December
1932 en uiteraard vermeldt dit zesde de ge
beurtenissen van dien datum af tot op heden,
In het voorwoord wordt in herinnering ge
bracht dat twee jaar geleden nog niet bekend
was of men met verdere inpoldering zou door
gaan of de werken stopzetten. Zooals men weet
is besloten de inpoldering van den Noord Oos
telijken polder te laten geschieden en het is
met groote voldoening dat men constateert,
dat ondanks moeilijkheden en zorgen de al
oude Nederlandsche ondernemingsgeest leeft!
Vele statistieken en kaarten geven een
overzichtelijk beeld van de belangrijke resul
taten die reeds zijn bereikt door de inpolde
ring van den Wieringermeerpolder. Men ziet
als het ware hoe in den loop van 1933 de Wie
ringermeerpolder is gegroeid. Het aantal aan
te leggen kilometers weg vermindert met het
kwartaal, het aantal kilometers dat onder
handen was nam gestaag toe en daarmee weer
het aantal gereed gekomen kilometers.
Een interessante kaart toont de vondsten die
in de Wieringermeer zijn gedaan. Behalve
eenvoudige dingen als paalwerk heeft men
fundamentsleuven van woningen gevonden,
watermolens en zelfs een kerkAardewerk
is op verschillende plaatsen in betrekkelijk
groote hoeveelheden aangetroffen.
Een ander beeld vindt men in een overzicht
in kaartvorm over de gewassen die in den Wie
ringermeerpolder groeien. Van de akkerbouw
gewassen noemen wij: koolzaad, wintertarwe,
zom'ertarwe, winter- en zomer gerst, winter
en zomerrogge, haver, voederbieten en wik
ken. Een groot deel is grasland en op enkele
duizenden hectares is ook nog een noodmeng-
sel.
Vele foto's toon en ook in dit zesde album op
prachtige wijze aan welk grootsch werk er tot
stand is gebracht en als men dit album ver
gelijkt met de vorige vijf, ziet men duidelijk de
vruchten van den grooten arbeid. Destijds
waren het alle foto's van dijk en polder in
wording, nu zijn het nagenoeg alle afbeeldin
gen die zeggen: „Zoo is het geworden, dat is
bereikt".
Zestien honderd vier en veertig personen,
verdeeld over drie honderd vijftig gezinnen
vinden hun bestaan door de droogmaking van
de Wieringermeer. Duizenden arbeiders hebben
aan de uitvoering van het werk te danken dat
zijn niet werkloos behoefden te zijn.
Dit album geeft in zijn uitvoerige volledig
heid aan iedereen, die zich interesseert voor
de sociale, economische, geologische of ge
schiedkundige ontwikkeling van de Wieringer
meer in het bijzonder en de droogmaking in
het algemeen aPe morre'ijke inlichtingen.
De Merapi wordt weer
gevaarlijk.
Vuurregen langs de Westelijke
helling.
Uiterste waakzaamheid geboden.
Aneta meldt uit Semarang dd. 19 Septem
ber: Sedert Maandag j.l. kan de krater van
de Merapi de stijgende lavamassa niet langer
bergen, waardoor een onafgebroken vuur
regen langs de Westelijke helling van de vul
kaan plaats vond. Deze vuurregen leverde,
van Djokja gezien, een fantastisch schouw
spel op.
Hoewel de lava de boschgrens reeds bereikte
hadden nog geen boschbranden plaats. Direct
gevaar bestaat thans nog niet, doch de uiter
ste waakzaamheid is geboden.
Slachtoffers van auto's en een
onbewaakten overweg.
Twee dooden, twee zwaar gewonden.
Zijn dochtertje overreden.
Toen de ederhandelaar Goede, te Lands
meer, met zijn auto het erf afreed, raakte
zijn vierjarig dochtertje, dat daar aan het
spelen was, onder een der achterwielen het
welk haar over het onderlichaam ging. Het
kind werd met ernstige inwendige kneuzingen
opgenomen en is in deerniswekkende,n toe
stand naar een der Amsterdamsche zieken
huizen overgebracht.
Auto's slipten en botsten daarna.
Woensdagmiddag omstreeks vier uur is op
den weg van Nijmegen naar Grave onder
Wychen, tengevolge van de gladheid van den
weg een auto uit Rijswijk in botsing gekomen
met een Nijmeegsche huurauto. Beide wagens
reden vervolgens tegen een paar dikke hoo
rnen en werden geheel vernield. Van den
Haagschen wagen werden beide inzittenden,
de heeren S. en SI. zwaar gewond. Zij zijn
naar het Canisius Ziekenhuis overgebracht,
waar de heer S. eenige uren na aankomst is
overleden. De heer SI. heeft een ernstige rib-
fractuur opgeloopen. De chauffeur van den
Nijmeegschen wagen werd slechts licht ge
wond.
Door den trein gegrepen en gedood.
Op den onbewaakten overweg in de lijn Til-
burg-Boxtel onder Heukelom gem. Berkel En-
schot is het verminkte lijk gevonden van den
40-jarigen handelsreiziger H. Muijs, wonende
te Oisterwijk. In de nabijheid werd het rij
wiel van den man gevonden. De marechaus
see onderzoekt met welken trein hét ongeluk
kan zijn geschied. Het slachtoffer was ge
huwd en vader van drie kinderen.
LANGS DE STRAAT.
Baldadigheid.
Gij kent het type: het bejaarde heertje,
dat zeer gevoelig is voor het weer, vooral voor
het zij het ook wat late zomerweer, dat hem
de tweede jeugd geeft en hem de wereld door
een rose bril doet bekijken. Een dahlia in het
knoopsgat van zijn licht-grijs colbertje. Een
strooien hoed op. Een demi losjes over een
arm.
Het heertje stond op de bus te wachten bij
een onzer grachten, die in den herfst van
zulke wondere kleurenschoonheid zijn. Hij
tikte met zijn wandelstok de maat bij een
liedje, dat hij zachtkens neuriede en sloeg
met welgevallen het gedoe op hem gade. Zelfs
waagde hij een oogje aan voorbijgaande bak-
vischjes. Zijn stemming was bijzonder goed.
Plotseling echter verstomde zijn binnens-
mondsch gezang. Met een korten tik stootte
iets tegen zijn hoed en viel toen op den
grond, en het heertje, op de straat onder
zich kijkend, zag een kastanje liggen. Zijn
gelaat verstrakte en wantrouwend spoedde hij
er zich heen. Aan den overkant van den
weg waren twee jongetjes aan het spelen, op
het oog heel onschuldige knaapjes en zij ston
den met hun rug naar hem toe.- Maar dat
hoorde er bij, overdacht het heertje. Zoo had
hij zelf vroeger óók gedaan, als hij op den
hoed van een meneer gemikt had met sneeuw
ballen of met kastanjes. Dat kende n'ie. Dek-
selsche kwajongens!
Het heertje, verstoord nu, omdat hij vol
komen vergat dat hij zélf vroeger óók der
gelijke baldadigheden gepleegd had, het
heertje dan stampte even driftig met den
wandelstok op den grond en wandelde eenige
passen verder, zoodat hij nu een dikken boom
tusschen hemzelf en de jongetjes had. Arg
wanend gluurde hij tersluiks die richting
uitzoo, nou konden ze hem tenminste
niet meer raken
Pats! Ditmaal trof de kastanje hem op den
schouder. Het heertje schuifelde nijdig om
den boom heen, mompelend: „Ik zal. ze wel
krijgenapen van jongensgeen eer
bied voor ouderen
Eenige omstanders, dié eveneens op de bus
wachtten keken hem aan en 't heertje voelde
hun nauw merkbare lachjes als Mefistofe-
les-gegrinnik, treiterend en sarrend.
„Hé daar!" stootte hij woedend uit, den
wandelstok dreigend schuddend in zijn op
geheven hand. „Schaam jullie je niet?! Op
houden met gooien, zeg ik je
Toen viel een derde kastanje neer, vlak
vóór hem: een dikke groene bolster met pun
tige stekels, met een drogen klap openbar
stend en de glanzende rood-bruine vrucht
met een griize platte zijde uit zijn wit-wollig
nestje drukkend.
Het heertje keek naar boven: hij stond on
der een rijpen kastanjeboom, waaruit de
eerste twee kastanjes óók neergedaald waren.
Een der wachtende menschen lachte éven,
luid-op. De jongetjes schreeuwden: „Mot u
mijn hebbe?"
En het heertje bleef niet langer op de bus
wachten, maar sloop weg, klein en schuw, met
een rood gezicht.
a.-ar. c. vi.
Minister Oud over de Rijks-
begrooting.
Bliksem sloeg peloton soldaten
tegen den grond.
Eén van hen bewusteloos.
Tijdens een hevig onweer, dat boven Zuid-
Limburg woedde, sloeg de bliksem midden in
een peloton soldaten, dat op den Gulperberg
aan het oefenen was. Het geheele peloton werd
tegen den grond geslagen. Een der soldaten
was bewusteloos. De bliksem heeftverder
geen persoonlijke ongelukken veroorzaakt.
Toespraak over de beide zenders.
De minister van financiën, mr. P. J. Oud,
zal Donderdag 27 dézer van 20 tot 21 uur een
radiorede houden over de millioenennota,
waarbij de minister tevens den algemeenen
financieelen toestand des lands en de vooruit
zichten voor de naaste toekomst op een voor
de luisteraars begrijpelijke wijze zal behande
len.
De uitzending zal over beide zenders ge-
schiedèn.
De „Douglas" in de lucht.
Drie korte vluchten.
Deskundigen tevreden.
Woensdagmiddag heeft de nieuwe tweemo-
torige Douglas-machine van de K. L. M. haar
eerste vlucht in Nederland gemaakt.
Ongeveer kwart voor drie steeg de machine
van het vliegveld Waalhaven op voor een korte
vlucht boven de omgeving van het vliegveld.
Tevoren was even met de machine over 't veld'
getaxied waarbij remproeven waren genomen.
De eerste start was buitengewoon fraai. Het
toestel kwam zeer vlot lós van den grond,
waarna het landingsgestel"* werd ingetrokken.
De eerste vlucht werd gemaakt door den
vlieger Parmentier, terwijl voorts in het toe
stel zaten de tweede bestuurder Mol, de mar
conist van Brugge en de mecanicien Prins
Deze vormen de bemanning, die met het toe
stel aan de Melbourne-race zal deelnemen. Er
bestond vrij veel belangstelling voor deze eerste
vlucht.
Na een eerste korte px-oefvlucht van de
Douglasinachine boven Waalhaven en omge
ving is een tweede gevolgd, welke door mevrouw
Parmentier, de echtgenoote van den bestuurder
is meegemaakt. Aan deze vlucht namen ook
deel deskundigen van de K.L.M., de Fokker
Fabrieken en het Departement van Waterstaat
o.a. de heeren Guillonard, chef van den Tech-
nischen Dienst van de K.L.M. op Waalhaven,
Ir. Smits van de Fokker Fabrieken, Ir. van der
Heijden van Waterstaat,
Nog weer later is een vlucht gemaakt waar
bij het toestel naar Schiphol vloog, waar het
even heeft rondgecirkeld. Het toestel is niet
op Schiphol geland maar heeft wel op de snel-
heidsbaan op Schiphol gevlogen.
Zoowel de bestuurder, de heer Parmentier,
als de deskundigen, verklaarden na afloop van
de proefvluchten, dat zij over de prestaties van
de „Douglas" zeer tevreden zijn.
PRINSES JULIANA NAAR DE „AMATO".
Naar wij vernemen, zal H.K.H. Prinses Ju
liana Vrijdag a.s. te 10.30 uur de „Amato'
te Amsterdam bezoeken.
Gelden van spaarkas
verduisterd.
Tien jaar lang was er geen controle
uitgeoefend.
De voormalige penningmeester van de Does-
burgsche Spaarkas „De Voorzorg", die gelden,
aan deze spaarkas toebehcorend, zou hebben
verduisterd tot een bedrag van ruim f 38.900
heeft voor de Arnhemsche Rechtbank terecht
gestaan.
Verdachte verklaarde een banksaldo van de
spaarkas, ten aanzien waarvan hij het be
treurde, dat dit daar bijna renteloos stond, te
hebben belegd in een inkoopvereeniging, die
hij opgekocht had om deze uit te breiden.
Zoodoende wilde hij uit dat geld minstens
5 pet. rente trekken en aldus de Spaarkas be-
voordeelen. Hij beschouwde het als geleend
geld.
Uit het getuTg.éhyerhpor bleek, dat'.bëhalve de
twee-pemnngmeesters het hëélé bestuur was
afgetreden, al sedert jaren. Steeds wachtte
men op de jaarvergadering zei een der getui
gen.
President: Dan wachtte u al sedert 1924
op deze jaarvergadering.
Getuige: Ja, maar verd. werkte tegen.
President: Na 1924 is er nooit een jaarver
gadering geweest, geen balans opgemaakt, geen
verlies- en winstrekening opgesteld?
Getuige: Nooit iets van dien aard.
De Officier van Justitie meende in zijn requi
sitoir dat verdachte niet alleen de schuld
draagt. Het bestuur was verre van voltallig;
het had in geen 10 jaar vergaderd. Hij eischte
een jaar gevangenisstraf.
De vei'dediger concludeerde tot vrijsprak.
(Van onzen financieelen medewerker).
Sinds de stabiliteit in den toestand onzer
staatsfinanciën door den wereldoorlog en de
daarop gevolgde economische crisis verdwe
nen is, wordt op de beurs uiteraard met groo
te belangstelling, naar de staatsbegrooting
uitgezien. Te grooter is die belangstelling, nu
d.e Nederlandsche belegger in veel sterkere
mate bij de staatshuishouding van eigen,land i
betrokken is dan voorheen.
Inclusief de vlottende schuld kan men wel
zeggen dat er aan Nederlandsche staatsschuld
thans een bedrag van f 3 milliard uitstaat,
aan Provinciale schuld f 1'4 milliard en aan
gemeentelijke schuld f 2 1/2 milliard, dat. is
samen f 5 3/4 milliard, terwijl deze totale
schuld in 1925 f 4 3/4 milliard en in 1915 rond
f 2 milliard bedroeg. Vooral de laatste jaren
wordt de soliditeit van Gemeente-obligaties
erootendeels beheerscht door de positie der
Rijksschatkist en het financieel beleid der
landsregeering, nu deze in de toelichting op
de begrooting voor 1934 het beginsel aanvaard
heeft, dat noodlijdende gemeenten uit 's Rijks
kas moeten worden geholpen.
Afgezien hiervan speelt de positie van den
Gulden bij de beoordeeling van boniteit van
Nederlandsche obligaties de laatste jaren een
groote rol en daar het steunpunt voor den
Gulden grootendeels in den stand van 's Rl.vks
financiën ligt ,is er voor de beurs alleszins
reden het financieel beleid der regeering met
de erootste aandacht te volgen.
Wat nu de Staatsbegrooting-1935 betreft,
reeds aanstonds kan er op gewezen, dat de
regeering aan het loslaten van den Gouden
Standaard niet denkt er zelfs niet meer
over wil spreken. In een Volkenbondsvergade
ring heeft Mr. van Lanschot dezer da,gen het
standpunt der Nederlandsche regeering ten
aanzien van het monetaire vraagstuk zoo
scheip en zuiver mogelijk geformuleerd. Hand
having van den Gouden Standaard, zoo merk
te Mr. Van Lanschot op. ligt tenslotte in den
wil der regeeringen. Welnu, de Nederlandsche
re?eering wil geen devaluatie; dat mogen alle
inflationteten zich nu eens en vooral voor ge-
ze?d houden.
De vraag is dus of zij In staat is overeen
komstig dien wil te handelen. Naar onze mee
ning geeft de staatsbegrooting-1935 op deze
vraag een bevestigend antwoord.
Niet dat zij voet geeft aan optimistische
verwachtingen. Integendeel onze staatsfinan
ciën gaan nog steeds achteruit. Maar in ver
traagd tempo. Was er voor 1934 een tekort
van f 225 millioen te overbruggen, thans be
draagt dit f 93 millioen; moest toen een be
drag van f 115 millioén uit nieuwe heffingen
worden gevonden, ditmaal wordt een tekort
nagenoeg geheel door besparingen „opgevan
gen", om in het taaleigen van oud-minister
De Geer te spreken.
Op de volgende wijze denkt de regeering de
ontbrekende f 93 millioen te vinden:
Millioenen
Vermindering pensioenlasten f 3
Besparing wachtgelden en onder
wijskosten 10
Vermindering uitkeering gemeenten 20
Vermindering tekort Verkeersfonds 17-1/2
Verminderde uitkeering Invalidi-
teits en Ou derdomsfonds „14
Besparing op het leger 5
Vervanging crisisopcenten Gemeen
tefonds door opcenten Rijksinkom
sten- en Vermogensbelasting „19
Belasting op goederen in de Doode
Hand 3
Belasting op N.V. en Crisisinkom
stenbelasting pro memorie
f 92
Zoodat er feitelijk een ongedekt tekort is
van c.a. f 1 millioen.
Dit tekort zal, na' het opmaken van de reke-
ning-1935 vermoedelijk grooter blijken te zijn.
Want we kunnen ons niet onttrekken aan den
indruk dat de regeeri.ng er van uitgaande dat
zij geen nieuwe heffingen wenscht voor te
stellen, de ontvangsten hier en daar wat ruim
heeft geraamd. Zoo is bijv. de opbrengst der
Omzetbelasting, evenals voor 1934, op f 81 1/2
millioen aangenomen, hoewel de werkelijke
opbrengst over acht maanden van 1934. Slechte
f 32 millioen heeft bedragen. Wil weten wel
dat dit mede te wijten is aan de wijze, waarop
deze belastin? in sommige gevallen wordt ge
ïnd, maar ook omdat de handel «omzetten in
ons land no? dalen. Althans wat de gelds
waarde betreft, meenen wij, dat de ramin?
voor 1935 vermoedelijk niet zal worden ge
haald.
Hetzelfde zou men kunnen zeggen van de
Invoerrechten, welker opbrengst f 11 millioen
hooger geraamd is, van de Inkomstenbeias-
tin? (f 6 millioen hoo?er geraamden enkele
andere bronnen van inkomsten. Ook zou men
In deze begrooting weer een enkele administra
tieve manipulatie kunnen aanwijzen, waarop
allicht critiek ware te oefenen. Maar tenslotte
gaat het bij een begrooting van f 725 millioen
ook niet om een paar millioen, meer of minder,
althans niet in een tijd, die nog als een over
gangsperiode naar een nieuw uitgavenniveau
moet worden beschouwd. De jaren 1931, 1932
en 1933 hebben alle no,g een tekort gelaten,
resp. f 45 1/2 millioen, f 76 millioen en f 58
millioen, terwijl ook 1934, vooral wegens de
tegenvallende opbrengst der Omzetbelasting,
een tekort zal opleveren, dat grooter is dan
het geraamde bedrag van f 30 millioen. De
kans, dat na één of twee jaar weer een zuiver
sluitende begrooting zal kunnen worden inge
diend, is echter ook nu weer grooter gewor
den en daarmee de kans, dat de Nederland
sche Gulden geen aderlating zal behoeven te
ondergaan.
Intusschen blijft tot groote waakzaamheid
geboden. Waar door Minister Oud wordt toe
gegeven, dat van kapitaalvorming in ons land
feitelijk niet meer kan worden gesproken,
maar eerder van een kapitaalsintering, daar
is ook ter bescherming van onze valuta, ver
laging der lasten langzamerhand onafwijs
baar. De regeering zal dus op verdere bezui
niging bedacht moeten zijn.
Hoofdzaak is thans dat nieuwe heffingen
konden worden voorkomen zij het dan ook
dat de zgn. „tijdelijke" heffingen moeten wor
den verlengd en de achteruitgang van ver
schillende bronnen van inkomsten tot staan
is gekomen.
Houders van obligaties kunnen o.i. deze be
grooting als een versterking van de positie
van den Nederlandschen Gulden beschouwen.
Wij laten hieronder een staatje volgen, met
de koersen van enkele Nederlandsche beleg
gingswaarden, waaruit blijkt hoezeer deze
sinds het optreden van het kabinet-Colijn en
de indiening der begrooting gestegen zij na
19 Mei
1933
20 Sept.
1933 thans
4 pet. Nederland 1916 97 1/4 100
4 pet. idem 1931 97 100
2 1/4 pet. N.W.S. 64 69 1/2
3 pet. Grootboekoblig. 77 7,8 84 5 8
5 pet. Ned. Indië 1915 97 1/4 100
5 pet. Idem 1916 92 7/8 95
4 12 pet. idem 1930 86 1/4 87
5 pet. Amsterdam 1932 94 3/8 100
4 pet. idem 82 88
4 pet. Den Haag 1907 95 3/8 98 1/4
3 1/2 pet. Den Haag 1906 92 95
4 1/2 pet. Rotterdam 1914/15
841/2 90
4 pet. idem 1900 13 80 1/4 85 3/4
31/2 pet. idem 1898/1909 781/4 81
100 9/16
102 516
76 13 16
89 116
100 3 8
100 3/8
100 1/16
102 3/8
99 3/8
101 1/2
98 1/24
99 7/8
Er staan twee rood-geüniformde jongetjes
aan de draaideur van de def tige lunchroom in
Den Haag.
Verschrikkelijk-keurige jongetjes met een
rood petje, een rood buis met een weelde van
onnoodige glimmende koperen knoopen en
een strakke zwarte pantalon.
Zij staan bij de deur en doen niets anders
dan aan hun piccolo-petje tikken en zeggen:
„mööge, m'neer", „mööge dame" en „dag
m'neer". „dag dame".
Zij hebben dit vandaag al honderd vijf tig
keer gezegd en zij zullen het nóg honderden
keeren zeggen.
En-zoo alle dagen van alle jaren, dat zij
hun piccolo-bestaan leiden.
Deze jongetjes doen niets anders dan naast
een Haagscbe draaideur staan en begroetin-
?en zeggen. Er is niemand die hen antwoordt.
De meneeren verlangen te zeer naar hun
sherry; de Haagsche meisjes naar hun chéri
en de dames van middelbaren leeftijd, die als
fregatschepen binnenvaren, overal gaan de
deuren draaiden, op de ochtendlijke deftig
heid, hebben wel wat anders aan haar hoofd
dan keurige roode jongetjes goeden morgen
wenschen.
Ik hoor de nette knapen hun litanie pre
velen en vraag mij zelf af, wie in 's hemels
naam hierom gevraagd heeft en wie er prijs
op stelt.
Waarom de correcte directie dezer zéér cor
recte snoepgetegenheid iedere week eenige
rijksdaalders besteedt aan dit vuurrood ver
toon zonder zin.
Is dit een zoetelijk laatste uitvloeisel van
het tijdperk der slavernij of hóórt 't nu een
maal zoo in de zalen, waar de kopjes koffie
duurder zijn dan in de gelegenheden van ver
dacht-goedkoop allooi?
Als 't zoo hoort, dan heb ik niets gezegd.
Dan hóórt het zoo en daarmee uit.
Dan staan die béte jongetjes daar om de
zelfde reden als er een boord om mijn hals is,
zelfs op een heeten zomerschen dag en met
dezelfde diepe beteskenis als waarmee ik mijn
cigaret uit den mond neem, wanneer ik den
burgemeester groet.
Ik durf de directie van deze twee parkiete-
rige knapen niet lastig vallen. Kef f ie verkoo-
pen en toezicht houden op croquetjes is een
veelomvattende, den mensch geheel absor-
beerende bezigheid.
Anders zou ik naar deze directie toegaan
en zeggen: „vertelt u mij toch eens, (ik vraag
het u met de eerbiedige bescheidenheid, die
mij past jegens heeren met een draaideur),
vertelt u mij toch eens, waarom die twee pic
colo's daar staan en iedereen goeden dag zeg
gen? Is er iemand, dde hier zijn kopje koffie
en zijn croouetje komt nuttigen, juist omdat
die gedenatureerde jeugd zoo keurig-keurig
de zinlooze wellevendheid betracht?"
Ik durf het de directie niet vragen. Maar
bij ieder „mööge dame" en elk „dag m'neer"
stiigt mijn nieuwsgierigheid mèt mijn wrevel.
En ik wilde, dat ik een rijkaard was. En de
zen knapen elk een briefje van duizend in de
hand kon drukken en hun de opdracht geven
de waarheid te zeggen:
„Mööge. ouwe tante, kan 't weer niet op,
vandaag?"
„Dag dame, komt u uw eetlust wéér ver
leggen met een croquetje?"
Juffrouw, hij zit er al, hoor. met z'n zijden
overhemd en z'n stomme hoofd".
„Mööge, m'neer, thuis is de koffie véél goed-
kocDer".
„Zoo. vervelende zanik, kom je weer taartjes
eten -van mannies zuurverdiende pegels?"
Maar ik ben geen rijkaard en ik heb nog
maar net 'genoeg voor een doosje cigaretten.
Dus verlaat ik de zalige zaal der zoetighe
den.
„Mööge m'neer", zegt 't roode, links.
„Mööge m'neer", zegt 't roode, rechts.
In Liberia is de slavernij wèl afgeschaft,
denk ik, en sta in het gloriënde zonlicht van!
dezen verrukkelijken dag.
Mr. E. ELIAS.
Curator beleedigd.
Drie maanden geëischt wegens smaadschrift.
In de „Tribune" van 12 Februari heeft on
der het hoofd „Curator besteelt boeren voor
dertien koeien" een artikel gestaan, waarin
een advocaat werd beschuldigd van ernstige
verduisteringen in een faillissement een
beschuldiging die later ongegrond bleek te
zijn.
De advocaat diende een klacht in bij de jus
titie, die Woensdag door de vierde kamer der
rechtbank is behandeld.
De verdachte P. J. W. die blijkens een door
hem bij den rechter-commissaris afgelegde en
onderteeklende verklaring erkent last te heb
ben gegeven, 't gewraakte artikel in „De Tri
bune" af te drukken, maar die in het midden
laat, wie de schrijver ervan is, was niet ver
schenen De zaak wordt bij verstek behandeld.
De advocaat, die de klacht had in?ediend,
verklaart zich door den inhoud en door den
kon van het artikel gekrenkt te hebben ge
voeld.
De toenmalige drukker van de „Tribune" de
directeur van de N.V. Atalanta" verklaart, dat
hem is meegedeeld, dat de last tot drukken in
dit geval door verd. is gegeven. Getuige meent,
dat hij over dit geval een brief van de C. P. H.
heeft gekregen, de brief is echter waarschijn
lijk vernietigd of destijds in beslag genomen.
President: Bewaart U dan uw corresponden
tie niet?
Getuige: De brieven van de C. P. II. werden
meestal vernietigd, daar stond dan op „Ge
lieve te vernietigen".
De Officier van Justitie achtte smaad
schrift bewezen en eischte drie maanden ge
vangenisstraf.
Uitspraak 3 October.
VERSPREIDING VAN OPRUIENDE
GESCHRIFTEN.
Voor de arr. rechtbank te Amsterdam had
zich Woensdag een 24-jarige werkman te ver
antwoorden, verdacht van het verspreiden
van opruiende geschriften-.
Op 1 Augustus j.l. had de man gecolpor
teerd met het nummer van 28 Juli van „De
Syndicalist". Hij verkocht de bladen voor de
ingang van Bellevue tijdens een vergadering
van het Ned. Syndicalistisch Vakverbond. In
het geschrift zou worden opgeruid tot dienst
weigering. De verdachte gaf toe de couran
ten te hebben verkocht; z.i. was de inhoud
echter niet opruiend er werd slechts stelling
tegen den oorlog ingenomen.
De officier van Justitie requireerde een ge
vangenisstraf van drie maanden tegen ver
dachte.
Vonnis 3 October.