HET NIEUWE AVONDBLAD Voorkomen beter dan genezen. BERICHT Wij Dokwerkers. Het zinken van de Spaarnestroom. VELSEN 19e JAARGANG No. 272 VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1934 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y3 cents incasso, per kwartaal 11.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V, DirectieP. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN1—5 regels 10,75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig ln de registers tijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150— bij verhes van een wijsvinger; 100— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100— bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50— bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge var» spoor-, tram- of autobusongeval; 5000— bij overlijden van man en vrouw belden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.bij over lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meet abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e> zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-Bank to Schiedam. IJMUIDEN. Het dwarszee liggen van stoomtrawlers bij stormweer. Gewoonte die gevaar oplevert voor de opvarenden. De directie van „Zee-Risico" schreef het vol gende aan het hoofdbestuur van den Ned. Bond van Christelijke Fabrieks- en Transport arbeiders; „Op 26 Februari 1934 zijn op de Noordzee twee opvarenden van het stoomvisschersvaar- tuig Erica (IJM. 384) overboord geslagen en verdronken. De Raad voor de Scheepvaart heeft een on derzoek naar de oorzaak van dit geval inge steld. Daarbij is gebleken, dat de Erica in den morgen van 26 Februari met het oog op het slechte weer, storm uit het N.N.Oosten, hooge zee met daardoor heen loopende noordweste lijke deining, zware sneeuw- en hagelbuien, het visschen moest staken. Nadat alles aan het dek zeevast was gesjord, hebben de hiermee be laste personen zich bij de overigen gevoegd, die rond het gesloten luikhoofd bezig waren met het strippen van de visch. De schipper, die zich op de brug bevond, had den trawler dwarszees doen liggen met ge stopte machine. De ervaring had hem geleerd, dat, op deze wijze liggende, weinig water aan dek kwam. Kort daarop is echter een vervaarlijk stuk water aan bakboordzijde opgerezen, de zee is aan dek geslagen en heeft twee opvarenden overboord gespoeld. De reddingspogingen heb ben geen succes gehad en de twee menschen zijn verdronken. Wij lezen in de uitspraak van den Raad voor Üe Scheepvaart; „De raad is van oordeel, dat dit ongeval moet worden beschouwd als een bedrijfsonge val. Dit neemt niet weg, dat uit het voorgevallene deze leering kan worden geput, dat het dwars zees liggen zeer gevaarlijk is. Het is waar, dat men bij het dwarszees liggen minder water overneemt dan wanneer het schip met den kop op zee ligt. Als men echter bedenkt, welke onheilen zich bij het dwarszees liggen kunnen voordoen, dan moet het ongerief van het buiswater, hetwelk bij het werken aan het dek eenigen last veroorzaakt, op den koop toe wor den genomen. De raad spreekt de hoop uit, dat dit droevige ongeval de schippers van visschersschepen er toe zal brengen te breken "met de bestaande gewoonte om dwarszees te gaan liggen, wan neer dit, zooals in het onderhavige geval, groot gevaar oplevert". Er is hier dus sprake van een gewoonte van /T wtci verpas: 1 i crwn Inderdaad hebben vele schippers de ervaring opgedaan, dat bij het dwarszees liggen het schip rustiger ligt, dan wanneer het met den kop op zee ligt. Daardoor kan het verwerken en strippen van de visch sneller in zijn werk gaan, want de menschen kunnen dan rustiger werken en hebben minder last van buiswater. Daartegenover staat echter, dat men bij hooge zee ook de kans loopt, dat op een be paald moment een heele zee aan dek slaat, waarvan de gevolgen, zooals het geval van de Erica aantoont, zeer noodlottig kunnen zijn. De schippers dienen er zich dus in ieder ge val goed rekenschap van te geven, of het dwarszees liggen wel verantwoord is en of het niet beter is om maar met den kop op zee te gaan liggen, al veroorzaakt dan het buiswater wat ongerief. Maar er is meer. Behalve onnoemelijk veel leed heeft dit on geval ook geld, betrekkelijk veel geld gekost. De lezer heeft gelezen, dat de Raad voor de Scheepvaart spreekt van een „bedrijfsongeval". Dat wil zeggen, dat het ongeval twee leden der bemanning is overkomen toen zij in dienst waren van het zeevisschersvaartuig en dat hun nabestaanden, d.w.z., weduwe en kinderen (en in bepaalde gevallen ook anderen) daarom krachtens de Zeeongevallenwet recht hebben op een blijvende uitkeering. Dergelijke uitkeeringen moeten, evenals de kosten van alle andere bedrijfsongevallen waardoor zeelieden worden getroffen, door de reeders betaald worden, die zich daarvoor in een onderlinge verzekeringsvereeniging geor ganiseerd hebben. Ieder zal begrijpen, dat hoe minder onge vallen er gebeuren, hoe minder daarvoor be hoeft te worden uitgegeven, zoodat de verzeke ring goedkooper zal zijn bij vermindering van het aantal ongevallen. Als reeders en schippers hiermede eens wat meer rekening hielden en ongelukken met alle middelen trachtten te voorkomen, zou dit op de lasten, welke nu door de zee-ongevallen- verzekering op het bedrijf worden gelegd zeker van zeer gunstigen invloed zijn. De vereeniging „Zee-Risico", dat is de groote organisatie, waarin vrijwel alle Nederlandsche reederijen, zoo groot als klein, vereenigd zijn, zal hen, die er belang in stellen gaarne voorlichten en mededeeelen, wat er zoo al ge daan en nagelaten kan worden om ongeval len te voorkomen en heeft een ongeluk toch plaats gehad de gevolgen tot de kleinst mo gelijke proporties terug te brengen. Ook op dat gebied kan er nog zooveel gedaan worden, want onder de zeelieden heerschen dikwijls eigenaardige opvattingen omtrent wondverzorging e.d. Goede voorlichting kan hier veel doen, Dat bij goede zorg om ongevallen te voor komen veel lijden aan de getroffenen zelf, veel zorg en verdriet aan hunne gezinnen bespaard zou blijven is stellig .een nóg belangrijker voor deel, hetwelk echter niet in cijfers kan worden uitgedrukt." IJMUIDEN'S BLOEI. Dezer dagen vond in Hotel No. Eén een con ferentie plaats tusschen de besturen van de Vereeniging IJmuiden's Bloei en de Midden standscentrale in de gemeente Velsen. Van deze centrale waren alle bestuursleden tegen woordig. Bij afwezigheid van den voorzitter werd de vergadering geleid door den heer B. J. Schuitenmaker, secretaris van IJmuiden's Bloei. De heer Schuitenmaker zeide, dat het doel der conferentie was weer samenwerking te brengen tusschen IJmuiden's Bloei en de mid- denstandsvereenigingen. Daarom had het be stuur van IJmuiden's Bloei het 10-jarig be staan in October a.s. aangegrepen, om zoo mogelijk een propaganda-vergadering te hou den, waarin een bekend spreker over het be lang van vreemdelingenverkeer zal spreken en waartoe de middenstandsvereenigingen zouden kunnen medewerken. Uit de besprekingen bleek, dat de bestuursleden der Middenstands centrale veel voor de samenwerking gevoelden. Toegezegd werd. dat de centrale een vergade ring met alle besturen zal houden, om deze zaak te bespreken. Inzake de propaganda- bijeenkomst werd ook medewerking toegezegd en zullen de besturen van vier der vijf aange sloten vereenigingen zeker hun leden opwek ken deze vergadering bij te wonen. Van de Winkeliersvereeniging Wijkeroog staat nog niet vast, omdat deze zelf een af- deeling voor vreemdelingenverkeer wil oprich ten. De voorzitter en andere bestuursleden van IJmuiden's Bloei ontraadden dit ten sterkste, omdat IJmuiden's Bloei propaganda maakt voor de geheele gemeente, ook in 't buitenland en in Indië en omdat al die kleine vereenigin gen maar versnippering geven. Uit de vergadering werd er op aangedron gen, dat de bijeenkomst in October ook een eenigszins feestelijk kar al >v zal dragen, door medewerking van een strijkje of iets derge lijks. De voorzitter zegde toe hier gaarne reke ning mede te zullen houden. NAGEKOMEN BESOMMINGEN VAN GISTEREN. Sumatra 310 m. f 2780. HET PROGRAMMA VAN THALIA. In Thalia wordt van Vrijdag tot en met Dinsdag vertoond „Mijn hart roept naar jou' (Mein Herz ruft nach dir), waarin o.a. op treden de beroemde Poolsche tenor Jan Kie pura, Martha Eggerth, Paul Hörbiger, Paul Kemp enz. De korte inhoud van deze film, die overal met veel succes vertoond is en die vooral aan liefhebbers van zang veel te genieten bieldt is als volgt: Het reizend opera-gezelschap van Rosé is van Zuid-Amerika op weg naar Monte-Carlo, waar Rosé hoopt een engagement te zullen krijgen. Aan boord maakt de tenor Mario kennis met een lieftallige verstekelinge en om haar te helpen zingt hij voor de passagiers een lied. De daarop volgende collecte brengt voldoende op, om voor haar een passagebiljet te koopen. Bij aankomst in Monte-Carlo blijkt dat het beloofde contract geannuleerd is. Rosé laat zich echter niet weerhouden, een bezoek aan den opera-directeur te brengen, en om dezen te overtuigen dat zijn gezelschap uit prima krach ten bestaat, neemt hij Mario mee. Zij worden door den secretaris van den directeur ont vangen en, denkend met den directeur zelf te doen te hebben, zingt Mario voor hem. Als naderhand blijkt dat de directeur moeilijk op zijn kantoor te vinden is en Rosé hoort, dat deze zich in de speelzaal van het Casino be vindt, gaan beiden hierheen en de tenor zingt ondanks de protesten van de directie in de speelzaal. Intusschen heeft zich een idylle tusschen de verstekelinge Car la en Mario ontwikkelt en ook Carta doet alles, om het gezelschap aan een engagement te helpen. Zij heeft eveneens den directeur in de speelzaal gevonden, waar Mario haar ziet en uit haar aanwezigheid een verkeerde gevolgtrekking maakt. Mario en Rosé worden cloor de politie ge arresteerd en Carla laat zich eveneens ge vangen nemen om de situatie te kunnen uit leggen, doch als het haar eindelijk gelukt achter de tralies te komen, zijn de beide ande ren reeds, op voorspraak van den opera directeur vrij gelaten. Deze wil den tenor Mario engageer en, doch deze verklaart bij het gezelschap te hooren en een engagement van de heele troep komt niet in aanmerking. Ten einde raad vindt Rosé nog een oplos sing te krijgen met zijn gezelschap op straat te zingen en geeft voor de opera een uitvoe ring van „Tosca", welke gelijktijdig in het ge bouw zelf wordt opgevoerd. Het publiek stroomt naar buiten en geeft duidelijk zijn voorkeur vor de talenten van de .openluchtzangers te kennen. Thans biedt de opera-directeur Rosé een zeer goed contract aan en tevens wordt het misverstand tusschen Carla en Mario opgehelderd, Het Schip van Staat ligt in het dok, t En wacht op reparatie, Die flink moet worden aangepakt, Tot heil van onze natie Wij moeten zien of wij 't soms niet Zoo zwaar meer moeten laden Zoo ongeveer vond ik een beeld In een van onze bladen. Dit is een dankbare figuur, 't Lijkt m' een van onze plichten, Voor hem, die 't „Schip van Staat" bedacht, Een standbeeld op te richten. De zee, die ons omgeeft, is wild, Steeds hooger slaan de golven En als ons schip niet stevig is, Dan worden wij bedolven. Een krachtig stuurman wordt vereischt. Om 't door den storm te leiden. En om de klippen op zijn weg, Door waakzaamheid te mijden. 't Is een bijzonder dankbaar beeld. Om eer mee in te leggen, Maar 't is wat oud en daarom zal 'k Er nog slechts dit van zeggen: Ons kostlijlc Schip van Staat 's gedokt, En ik waag te verklaren, Wij dokken het tot zulk een prijs, Dat het straks wel moog varen P. GASUS. Donderdag heeft terechtgestaan de gewezen machinist van de op 12 Juni onder de Deen- sche kust gezonken stoomtrawler „De Spaarnestroom", welke machinist ervan ver dacht werd genoemd vaartuig opzettelijk te hebben doen zinken. Getuigen waren de gebroeders Dekker respectievelijk schipper en stuurman op de trawler, waarvan zij eigenaar waren. Stuur man Dekker verklaarde, dat de machinist kwam vertellen, dat er een defect aan de ma chine was, waarop de schipper had gezegd, dat ze moest gerepareerd «worden. Later kwam de machinist vertellen dat het schip zonk, en getuige zag ook, dat er water in het schip stroomde. Getuige weet niet hoe het gegaan is. Pres.: Weet u wat verdachte gezegd heeft? Getuige weet het niet. Heeft u gezegd, dat het schip maar moest zinken? Getuige heeft daar ook niet over ge sproken. Voorts blijkt uit zijn verklaring dat het schip in 1932 gekocht was voor 16.500 en bij Blom en Van der Aa verzekerd voor 20.000. In October 1933 heeft de verzekering aan de eigenaren 5000 uitbetaald, doch getuige be weert. dat hij en zijn broer ieder slechts 1700 ontvangen hebben; verdachte had, vol gens getuige, geen geld ontvangen. Het schip zou tengevolge van het openzet ten van een buitenboordkraan zijn gezonken en verdachte zou die kraan hebben openge draaid, maar getuige zegt, dat hij verdachte daartoe geen last heeft gegeven. De volgende getuige, schipper Dekker, ver klaarde ook, dat hij, toen er water in het schip kwam, niet wist, hoe dat kwam en zeer zeker niet, dat verdachte een kraan had open gezet; hij meende dat er een gat in het schip was gekomen. Tevoren was er een machine defect ontstaan en getuige was van meening dat de machinist het had kunnen herstellen, maar deze bleek daartoe niet in staat. Pres.: Waarom nam u een onbekwamen .machinist? Zij, die zich met ingang van 1 October per kwartaal abonneeren, ontvangen de in September nog te verschijnen nummers gratis. DE ADMINISTRATIE. Get.: Ik heb hem niet genomen; hij is me gestuurd door den Christelijken Bond. Ook deze getuige ontkent elke opdracht tot of me dewerking aan het tot zinken brengen van het schip te hebben gegeven.. De heer Metzelaar, getuige a décharge, ver klaarde, dat een schip niet kan zinken alleen door het openzetten van de bedoelde kraan; wel als de machine kapot is. Wanneer, zooals getuige verklaart, de kraan een halven slag wordt opengezet, volgt, bij een defecte machi ne, ook geen spoedig zinken en blijft er zelfs tijd genoeg over om de kraan weer dicht te draaien. Verdachte verklaarde, dat er een machine- defect ontstond, dat volgens hem te herstel len was, maar de machinist sloeg den boel stuk en toen was er geen repareeren meer aan. De machinist zou toen tegen verdachte gezegd hebben: zet de kraan open. „Waarom heb je het gedaan?" vroeg de pre sident. Verdachte: Ik dorst niet te weigeren. Pres.: waarom niet? Verd.: Omdat ze dan later zouden zeggen dat ik niet wilde werken. Pres.: Was je geld beloofd? Verd.: Neen. maar wel had de machinist be loofd, dat ik op een andere schuit, de Rijn stroom zou komen. Voorts zei verdachte, dat de heer P. te IJmuiden, van wien het schip door gebroeders Dekker was gekocht, gezegd zou hebben, dat bij een onderzoek voor den Raad van de Scheepvaart gezegd moest wor den, dat er een gat in den bodem was gesla gen. Verdachte beweerde ook niet, dat gebroe ders Dekker hem hadden gelast het schip te doen zinken of dat zij er te voren op gezin speeld hebben en hij was van meening dat alleen tengevolge van het openzetten van de kraan voorzoover zulks door hem was ge schied, het schip niet zou zijn gezonken doch wel drijvende gebleven zou zijn tot de kust bereikt was; hij veronderstelde dat Kuiper, de machinist, de kraan verder heeft opengezet en dat daardoor veel water binnen kon stroo men, omdat van binnen de machine was ont redderd. Hij had bij het openzetten van de kraan niet de bedoeling het schip te doen zin ken; bovendien wist hij niet dat het schip verzekerd was en bij hem zat dus niet de be doeling voor de eigenaars van het schip te bevoordeelen en zichzelf evenmin; hij had slechts gehoorzaamd aan het bevel van zijn chef. De president vroeg nog of'er geen ontplof fing op het schip is geweest, nadat de beman ning het verlaten had, waarop verdachte antwoordde, dat dit inderdaad het geval is geweest; de ontploffing geschiedde waar carbid was. De Officier van justitie requisitoir nemen de, zei, dat wel nooit het volle licht zal schij nen over het vergaan van de Spaarnestroom. De gebroeders Dekker houden zich geheel van den domme evenals de machinist; de eenige, die is gaan praten, is verdachte, doch het is niet te zeggen in hoeverre hij waarheid spreekt. Vast staat echter wel, dat het schip tot zinken is gebracht. Het was een oude schuit, die voor veel geld verkocht was en nog voor meer verzekerd. De eigenaren had den er financieel belang bij dat ze verging en de verzekering dan betaalde. Bewezen achtte spreker ook, dat verdachte de hand heeft gehad in het tot zinken brengen van het schip, maar het is niet aan te nemen, dat hij dit eigener beweging heeft gedaan. Er moeten dus meer schuldigen zijn, waarmee de Officier bij zijn eisch rekening wil houden verdachte moet niet te zwaar gestraft wor den. De eisch luidde: een jaar gevangenis straf. De verdediger Mr. A. Beets, was van oor deel, dat niet in de eerste plaats verdachte in de beklaagdenbank moest zitten; er zijn er, die meer schuldig zijn dan hij. Voorts achtte pleiter niet bewezen, dat verdachte het schip tot zinken had gebracht; door anderen moe ten handelingen verricht zijn, welke het zin ken ten gevolge hadden. Bovendien beoogde verdachte geen voordeel voor zich of voor anderen, zoodat van winstbejag niet gespro ken kan worden. Op grond hiervan vroeg pleiter vrijspraak. Uitspraak in al deze zaken op 4 October. DE GEMEENTELIJKE WERKLOOZEN- CURSUSSEN. Naar wij vernemen, bedraagt het aantal deelnemers aan de gemeentelijke cursussen voor werkloozen thans 340. Voor de commissie is het thans een moeilijke taak, de verschil lende cursussen zoo in te richten, dat alle cur sisten aan de vakken, waarvoor zij zich aan meldden, kunnen deelnemen. Met deze taak komt de commissie dezen keer niet klaar, zoodat de lessen vóór de volgende week niet kunnen beginnen. Ieder cursist ont vangt een oproepingskaart. De volgende cur sussen worden gehouden: Autotechniek 56 deelnemers, electrotechniek 36 deelnemers, radiotechniek 37 deelnemers, algemeene ont wikkeling 50 deelnemers, Engelsch 43 deel nemers, boekhouden 18 deelnemers, teekenen. 36 deelnemers, wiskunde 19 deelnemers, mo toren 32 deelnemers, electrisch en autogen. iasschen 13 deelnemers. Het aantal deelnemers voor Esperanto, Duitsch, natuur- en werktuigkunde was resp. 5, 2 en 2, dus te klein om voor deze vakken een cursus te organiseeren. NAAR HET CONCOURS. IJmuidens Klein Gemengd Koor, directeur de heer J. Beider, een der jongste koren in deze gemeente is voornemens deel te nemen aan een in November in Rotterdam te houden zaalconcours. Het koor zal uitkomen in de le af deeling gemengde koren met als verplicht werk „'t Molentje" van Wilmink en als vrij werk „Zor- .ennacht" van Nico Hoogerwerf. GEREFORMEERDE JEUGDCENTRALE. De jaarlij ksche winkelarbeid der Gerefor meerde Jeugdcentrale zal begonnen worden met een propaganda-avond, welke 26 Septem ber gehouden zal worden. Als spreker zullen optreden Ds, R. J. van der Meulen, voorzitter en Dr. C. Bouma den Haag. PANTSERTORENS IN DE STRATEN. Om de soldaten, die de orde bij de textielstaking in de Ver. Staten moeten handhaven, tegen aanvallen te bescher men, zijn in enkele steden pantsertorens op straat neergezet. HET NIEUWE PROGRAMMA VAN DE PONT. Een bijzondere film vormt de hoofdschotel van het programma van De Pont: „Warum hast du mich wachgeküsst?" een film, ver vaardigd naar de door Franz Léhar vervaar digde operette „Friederike",de beroemde novel le van Goethe .In deze film treden vele bekenden van De Pont op, als Hans Heinz Bollmami, (Goethe), Paul Hörbiger (Dominé Brion), Ida Wüst (mevr. Brion) en Otto Wallburg (Wag ner), terwijl voorts o.a. optreden Else Elster (Salomea) en Fraul. Christians, die de titelrol vervult. Hieronder volgt de korte inhoud van deze film. De jonge dichter Goethe studeerend te Straatsburg, heeft een vriend, Wagner ge naamd, die zoo verliefd is op de Straatsburg- sche meisjes en den wijn uit de Pfalz, dat hij Straatsburg niet verlaten wil en daarom maar eeuwig student blijft. Deze Wagner brengt Goethe in kennis met de domineesfamilie van Sesenheim, een familie met twee allerliefste dochters: Salomea en Friederike. Wagner haalt Goethe over om op een stralenden Zon dag de domineesfamilie te gaan bezoeken. In Sesenheim is de kerk nog aan den gang. Dominee Brion preekt, in de voorste rij vlak onder den preekstoel zitten zijn vrouw en zijn beide dochters. De kerkdienst is afgeloopen en een paar mi nuten later staan Goethe en Friederike voor de eerste maal tegenover elkaar. Zij voelen beiden, dat zij elkaar lang niet onverschillig zijn. Friederike is voor eerste maal in haar leven verliefd,Goethe houdt voor de eerste maal in zijn leven werkelijk van een vrouw. Frie- derike's moeder heeft echter niet veel met den jongen Goethe op. Een student, die liefdesge dichten schrijft zal het nooit ver kunnen bren gen. Ook Goethe's vader is tegen een huwelijk van zijn zoon met een arme domineesdochter. Doch noch Friederifce's moeder noch Goe the's vader kunnen het jonge geluk van deze twee menschen verstoren. Het groote gevaar komt echter van een geheel andere zijde. De jonge en kunstlievende Hertog Karl August van Weimar wil zijn hof het middelpunt maken van het kunstzinnige en geestelijke leven. Hij zoekt daarom tal van jonge kunstenaars en geleerden aan om naar zijn hofstad te komen. Ook Goethe wordt daartoe uitgenoodigd en hij gevoelt zich daarmede zeer gevleid. Er is ech ter een groot bezwaar: Goethe moet onge trouwd komen. Goethe wil echter Friederike niet missen en weigert. Goethe's vriend Wag ner stelt echter alles in de weer om Goethe toch over te halen naar Weimar te gaan, zij het zonder Friederike. Er hangt teveel van af, Goethe kan een te groote carrière in Wei- mar tegemoetgaan, die kan hij niet opgeven voor een vrouw. Goethe blijft echter weigeren. Dan gooit Wagner het over een andere boeg. Hij bepraat Friederike, hij weet haar te over tuigen van de groote belangen, die er voor Goethe op het spel staan en zij besluit Goethe naar Weimar te zenden- Dan speelt Friederike, weliswaar met een bloedend hart, de comedie, die Goethe zijn vrijheid zal hergeven en die hem zal doen be sluiten toch naar Weimar te- gaan, Friederike laat eich door den jongen student Lenz het hof maken, zij laat zich door hem omhelzen voor de oogen van Goethe en wanneer deze haar ter verantwoording roept, deelt zij hem mede. dat zij zich met Lenz gaat verloven. Goethe gaat nu inderdaad naar Weimar, doch wanneer de koets wegrijdt en bijna uit het gezicht verdwenen is. wordt het Friede rike te machtig. Zij loopt de koets na, als wilde zij Goethe terughalen, het is echter reeds te laat. Goethe is voorgoed uit haar le ven verdwenen! „Dienst is dienst", de tweede hoofdfilm is een film rijk aan de onmogelijkste situaties, geestig van het begin tot het einde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1