H. K. H. Prinses Juliana bezoekt Zeeland. DE MAN, DIE DE TROEVEN HAD. De 500 mijlsrace op de Brooklandbaan. Eenige wagens in vliegende vaart FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 31) HOOFDSTUK 24. Juffrouw Fulton schrijft een brief. Het zou moeilijk geweest zijn om twee mannen te vinden, die minder op elkaar ge leken dan Bristew en Braceway. Bristew kon zoo nu en dan wel een krachtigen en impo neerenden indruk maken zooals het geval was geweest bij de ondervraging van Morley. Daarentegen was Braceway altijd op zijn qui vive, kloek gebiedend. Daarbij bezat hij een goedhartigheid, een soort teergevoeligheid, die den kreupelen man vreemd was. Brace way behoorde tot de droomers. Den volgenden morgen aan het ontbijt sprak hij met Bristew over den stand van za ken, doch deze was te verlangend om naar Turmville terug te keeren, dan dat hij zich tijd gunde voor een diepzinnige bespreking. „Ik heb het gevoel, dat deze zaak bij lange na nog niet afgeloopen is", merkte Braceway heftig op. ,Jk zal den dader vinden! Ik ben niet voldaan, voor ik antwoord heb op twee vragen". „Welke twee vragen?" „De eerste is: was die man-met-den-baard Morley? De tweede: als Morley niet de man- met-den-baard was, wie was het dan wel?" „Maar, ook als we dat ruigharige individu te pakken krijgen, wat dan nog? Er zijn on aantastbare bewijzen tegen den neger?" „Dat is van later orde. Vandaag ga ik naar Baltimore. Ik heb vanmorgen een rapport van Platt ontvangen. Morley heeft ons gisteren- Itvoad rasr rn teelt atet Sm&M hij het hotel verlaten heeft om Taliaferro, den notaris, te gaan bezoeken. En hij heeft Taliaferro bezocht. Hij telephoneerde den no taris om twee uur twintig en zei, dat hij da delijk op diens kantoor zou komen. Als hij dat gedaan had, dan zou hij om twee uur vier en twintig bij hem zijn geweest. Maar hij kwam er pas om tien minuten voor drie aan. Waar heeft hij dan dat halve uur doorge bracht?" ,.In een bank van leening?" vroeg Bristew. „Misschien in twee banken van leening". „De beleende diamanten en smaragden zijn stellig van Withers, tenminste een deel er van". .Daarvan ben ik overtuigd. Wanneer", over woog hij, „de juweelen. die gisteren verpand werden, niet die van mevrouw Withers wa ren, waarom zou dan de man, die ze verpand de, niet voor den dag komen en het zeggen? Als er niets verkeerds in stak, waarom zou hij zich dan verbergen? De kranten staan er vanochtend vol van. Iedereen weet het". Bristew, op zijn horloge kijkend, zag dat het negen uur was en tijd voor hem om naar het station te gaan. Zij namen afscheid, ieder van hen verzekerd, dat de ander op het ver keerde spoor was. Braceway ging naar den portier en haalde zijn brieven. Behalve de rapporten van zijn kantoor in Atlanta was er een brief in een groot vierkant couvert. Hij herkende de hand en opende dien brief het eerst. „Geachte heer Braceway", zoo luidde de brief, „ik hoop, dat meneer Bristew u in ken nis heeft gesteld met wat ik hem verteld heb. Hij is bijzonder bekwaam, dat betwijfel ik niet maar ik sprak met hem in de overtuiging en in de hoop, dat hij u alles zou vertellen. Ik weet. wat u deen kunt en ik vertrouw u meer dan hem. U hebt al zooveel successen achter u liggen. Als hij u niet alles verteld heeft, dan zal ik het gaarne ten allen tijde doen". De brief was geteekend: Uw toegenegen Hij las-het briefje tweemaal over. Toen hij het in zijn zak stak scheen er een nieuw licht in zijn oogen en de strenge lijnen om zijn mond waren verzacht. Hij voelde zich geluk kig, opgelucht. Terwijl hij daar in de volle hall stond met menschen, die hem voorbij lie pen, ging hij twee jaren in zijn herinnering terug, tot den avond, toen hij haar gewaar schuwd had, dat zij zich niet door haar zuster moest laten overschaduwen. Toen was het, dat hij er op aangedrongen had, dat zij haar eigen leven zou leven, in plaats van altijd toe te geven aan de verlangens van anderen. Zij had hem verkeerd begrepen en gedacht, dat hij over haar teleurgesteld was, en kort daar op verbrak zij hun verloving. Niet lang daarna beloofde ze Morley te zullen trouwen. Uit geraaktheid. Daarna had zij alles gedaan, wat zij kon, om de wereld te toonen, dat Morley niet de zwakkeling was, waarvoor ieder hem hield. Braceway wist dat dit de reden was, waarom zij hem geld had voorgeschoten, de eene fout met de andere bedekkend. Dat was de reden, waarom zij ge luisterd had naar zijn verhalen van heel rijk te worden als hij haar een klein bedrag had om mee te beginnenWat een mislukking was dat allemaal geweest! Wat een bittere en droe vige teleurstelling! En toch was het een groot geluk, dat zij bijtijds ontdekt had, hoe hij was. Er was geen twijfel aan, pluisde Braceway verder, zij had niet opgehouden hem, Brace way lief te hebben. Over een paar dagen zou hij het haar zeggen en het haar laten beken nen. Hij zou haar noodzaken om naar hem te luisteren en nooit zou hij weer hun geluk in gevaar brengen door een misverstand. Hij verliet het hotel en ging naar Golson's bureau. Hij had veel in Baltimore en elders te doen. Nadat hij even met Golson gesproken had haastte hij zich naar het station, zich afvragend, waarom hij niets van Withers ge hoord had. Wat was er dan toch met George aan de hand? Waarom had hij de ontvangst van het telegram van gisteren niet bevestigd? Begreep hij dan niet, dat hij ieder oogenblik van moord beschuldigd zou kunnen worden? Toen verdiepte hij zich in de vragen, die hij gftfote «aft «Jgössi mtómW""" ouden handelaar, die zoo redelijk was met het terug koopen van de juweelen, die hij al eens verkocht had. Eidstein, daarvan was hij zeker, moest een hoogstaand karakter hebben. HOOFDSTUK 25. Een geheimzinnig telegram. Toen hij Zondagmorgen vroeg in Turmville aankwam ging Bristew direct naar zijn villa, waar Mattie het ontbijt voor hem had gereed gezet. „U bent nu een heele beroemdheid, meneer Bristew", zei ze. „Sedert u weg bent, staan de lui gewoon voor het huis stil om u even te zien te krijgen". Eer de dag voorbij was, merkte hij. dat het waar was. Hij vond het prettig en bracht veel van zijn tijd op de voor-veranda door. Laat op den avond kwam zijn vriend uit Cincinnati, Overton, hem bezoeken, puffend en naar adem hijgend, terwijl hij de stoep op liep. Bristew was verheugd hem te zien; het gaf hem gelegenheid om over zijn succes te spreken. „Deksels!" hijgde de dikke man. „Wat gaat 't hier heuvel opwaarts! Het is alleen maar je verschijning voor het voetlicht, dat mij hier naar boven heeft gebracht". „Ja, wat zeg je er wel van? Ik ga mij als cri minoloog vestigen". Overton barstte in een daverend gelach uit. „Nu, die is goed!" riep hij uit. „Daar deug jij nooit van je leven voor. Je bent kreupel; je hebt een gebogen neus en dan die zware neerhangende lip van je door al die din gen herkent iedere schurk je een mijl ver". „Ja, maar ik stel helpers aan". „O, dat verschilt. Er is heel wat aan te ver dienen, hè?" „Zeker". Overton veegde zijn dikke lippen af. „Tjonge!" zuchtte hij. „We weten toch nooit, wat ons boven het hoofd hangt, niet waar? Een paar jaar geleden waren we in Cincinnati bezig landerijen en huizen te ver- koopen en crimineele problemen op het pa pier uit te werken en nu ben je een groot man". Dadelijk na Overton kwam de commissaris. Nadat hij een relaas gekregen had van het- gseö .er to Washington en Saltjgwre gebeurd was, was hij het met Bristew eens, dat Bra ceway alleen maar stroomarmen neerzette om ze later zelf weer om te gooien. Zelfs als er in het gedrag van Morley iets geheimzinnigs steekt", meende de chef, „blij ven toch altijd de bewijzen tegen Perry". „Natuurlijk", merkte Bristew op. „Maar wat heb je voor nieuws?" „Ten eerste gaf Perry ons gisteravond een bekentenis. Hij verklaarde, dat hij werkelijk tegen Lucy Thomas gezegd had, dat hij een plaats wist, waar hij geld kon krijgen, of iets dat even goed was; hij ging in een min of meer beschonken toestand naar no. 5 en hij kwam tot de huisdeur. Daar gekomen, meen de hij aan de andere zijde van den weg een gerucht te hooren en hij werd bang. Hij ging op zijn teenen de stoep af en liep terug tus- schen no. 5 en no. 7 door. Hij holde den heelen weg tot Lucy's huis, wierp den sleutel, dien hij van haar had gekregen, neer en ging toen naar zijn eigen kamer. Daar bleef hij den heelen verderen nacht, zooals hij beweerde. „Is dat alles?" „Ja alles". „En hoe staat het met den hanger? Werd die niet onder zijn venster gevonden? Dat stond in de kranten. „Ja, in het gras op de binnenplaats. Maar hij ontkent er iets van te weten". „Natuurlijk! Zijn bekentenis is een bevesti ging van zijn schuld". „Juist". „Wat zeggen de menschen hier over dé bitterheid van Braceway tegen Morley? Pra ten ze er over?" „Ja. Ik wilde er juist met je over spreken. De mensehen kunnen maar niet begrijpen, wat er achter zijn vervolging van Morley steekt, nadat bewezen is, dat Perry den moord, heeft begaan. Sommigen zeggen, dat Withers de schuldige is en dat Braceway bang is, dat de beschuldiging van Perry niet vol te houden zal zijn. Daarom denken zij, dat hij Morley wil beschuldigen. Er zijn anderen, die bewe ren, dat Morley in een soort van schandaal verwikkeld is. waarover Withers wraak wilde nemen.-Dat hebt u reeds dadelijk bij het be gin geze_gd, weet u nog?" .(Wordt vervol8?a& i] De montagebruggen, die dienst hebben gedaan bij den opbouw van de nieuwe verkeersbrug over den Rijn te Arnhem, konden gemist worden en zijn van de pijlers genomen Door middel van hijschkranen zijn ze op dekschuiten geladen, waarop zij naar Vianen vertrokken zijn, om daar weder gebruikt te worden voor den brugbouw Tijdens een filmvoorstelling voor ongeveer 180 kinderen In een gebouw te Hilversum, ont stond Maandag brand. De kinderen van wie verschillenden werden gewond, konden worden gered. Het gebouw werd zwaar gehavend Minister Slotemaker de Bruine heeft Maandag In het departement voor Sociale Zaken te den Haag den bedrijfsraad voor het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf officieel ingesteld De leeuw met de bierkroes bij de opening der Ocioberfeesten te München De burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, overhandigt den heer C. G. Vattier Kraane, directeur der Nederlandsch-lndische steenkolenhandel Mij ter gelegenheid van zijn zeventigsten verjaardag de gouden medaille der stad Amsterdam De wereldkampioenschappen tennis voor profs. Tilden (rechts) en Ramillon voor den aanvang van hun partij in het stadion Roland-Garros te Parijs H K. H, Prinses Juliana bracht Maandag een bezoek aan Zeeuwsch-Vlaanderen. waar de vorstelijke bezoekster door de bevolking hartelijk werd ontvangen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 8