BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
Mag ik terstond aan m'n briefjes beginnen?
Deze week heb ik het heel erg druk en boven
dien hebben we elkander 1.1. Woensdagmiddag
neg gezien. De briefjes zullen heden ook wat
kort zijn. Jullie vindt het voor dit keer wel
goed, niet waar?
Goeden middag NAAISTERTJE. Hoe kom
je er bij, meer fouten in je werk te maken?
't Is toch geen gevolg van de verrassingmid
dag? Zoo ja, dan maar geen pretmiddagjes
meer. Elven plagen mag wel. Dag Naaistertje.
Lieve ROZA FLUWEELTJE. Jij hebt dus
1.1. Woensdagmiddag fijn genoten? Nu ik ook
van jullie blijde gezichten. Dag Roza Flu
weeltje.
Best GOUDBLONDJE. Heb jij nog stijve
been van het hard loop-en? De -beste medi
cijn is, nog meer wedstrijdspelen spelen dan
raken je spieren aan de inspanning gewend.
Een schrale troost niet? Dag Goudblondje.
Lief SNEEUWWITJE. Zeg meisje krijg ik
een volgend maal een beetle netter briefje
van je? Je hebt het wel druk, maar enfin je
begrijpt me wel. Dag Sneeuwwitje.
Lief SPARRETJE. Mag ik een volgend
maal een beetje meer op je briefje ingaan,
ook wat betreft je naamsverandering? 'k Moet
me thans haasten om nog op tijd klaar te ko
men. Dag Sparretje.
TOM MIX. Hebbe Tom Mix me uit die
Suit Afrikaanse Vrijstaat een kaart stuurt?
Of hebbe ie verge te tie schrijf? Heb ik een tien
verdiend Tom Mix? Dag Transvaalreiziger.
Goeden middag BLIKOORTJE. Het door
je genoemde boek heb ik niet gelezen. Van
Penning heb ik slechts een boek gelezen, ik
meen dat het heette „De Transvaalsche oor
log." Dag Blikoortje.
Beste ZUS. De verrassingmiddag is al
weer voorbij. Het gaat net als met alle prettige
dingen. Men kijkt er lang tegenaan, maar als
het eenmaal zoover is dan zijn de uurtjes
spoedig om. Dag Zus.
Beste PIETJE PELLE. Ja vriend, als je
vanavond m'n stapel briefjes eens kon zien,
zou je zeker denken „hoe komt men er door
heen?" Ik vind het echter heel prettig steeds
meer vriendinnetjes en vriendjes te krijgen
en heel veel briefjes te moeten beantwoorden.
Dag Pietje Pelle.
Best ZONNETJE. Je was dus niet geluk
kig met je loten, maar je hebt andere men-
schen n.l. de lotenverkoopsters gelukkig ge
maakt door loten te koopen. Het is wel eens
aardig als je eens iets wint, maar de hoofd
zaak is, dat men door het koopen van een lot,
een goed doel steunt. Dag Zonnetje.
Best VERGEETMIJNIETJE. Medelijden
heb ik met je omdat je nu al met tijdgebrek
hebt te kampen en daarom tot briefs-mokke-
len je toevlucht moet nemen. Je bent een
stumpertje, hoor. Nooit eens tijd om te spelen,
enz. Ja even plagen moet ik je. Dag Vergeet-
iniriietje.
L..?f DANSERESJE. Krijg ik volgende
week een langer briefje van je? Het was nu
wel heel simpel, vind je zelf niet? Dag Dan
seresje.
Goeden middag MEIKEVERTJE. Ja
vriend, nu beginnen we aan de St. Nicolaas-
cadeaux en het instudeeren van enkele kleine
tooneelstukjes en speelliedjes. Dag Meike
vertje.
Beste DIOKY BIGMANS. Jullie hebt op
school dus 1.1. Maandag feest gehad. Gezellig
zoo'n versierde klas. Was de meester blij met
de verrassing, die jullie hem bereid hadden?
'k Denk van wel. Dag Dicky Bigmans.
Beste JOPIE SLIM. Dat jij goed je som
men maakt, begrijp ik volkomen. Een Jopie
Slim die z'n sommen fout maakt, is bij mij
geen Jopie Slim maar Jopie dom. Dag Jopie
Slim.
Beste JULIAANTJE. De pret is alweer
voorbij meisje. Er komen echter nog meer
pretjes. Jullie zijn altijd heel gehoorzaam en
weten en doen precies wat ik graag heb en
daarom vind ik het juist heel fijn, jullie van
tijd tot tijd eens een extra middagje te be
zorgen. Dag Juliaantje.
Beste SNEEUWKONINGIN. Ja ik weet
dat jij zoo'n schattig zusje hebt. Wat zal het
leuk zijn als ze loopt en met je gaat wandelen.
Dag Sneeuwkoningin.
Lief BOSCHVIOOLTJE. A.s. Woensdag
houden we bespreking en beraadslagen we
wat we ieder voor eigen familieleden zullen
maken. Ieder kind moet papier en potlood
medebrengen. Dag Boschviooltje.
Best SNEEUWKLOKJE. Jij hebt dus een
tollendoosje uitgezocht? Leuk gaan ze, vind
je niet? Heb je al eens geprobeerd ze alles zes
tegelijk te laten draaien? 't Gaat wel, maar je
moet heel vlug zijn. Dag Sneeuwwitje.
Beste KOMIEK. Hebben jullie 1.1. Woens
dag een prettigen middag gehad? Wel meid
dat geloof ik niet. Spelletjes doen, chocolaad-
jes eten, prijsjes winnen, enz. wel neen, dat
is niet prettig, dat meen je maar. Zulke mid
dagjes moeten maar niet meer gegeven wor
den. Dag Komiek.
Lief MEIDOORNTJE. Ja meisjeslief je
hebt woord gehouden hoor. Jammer dat ik nu
geen tijd heb voor een langen brief. Je ouders
waren dus verbaasd over de cadeaux en alles
wat je van den middag vertelde? Ja lk zag
wel dat je je voor je broertje opofferde en
vond het heel lief van je. Er is maar weinig
wat mij ontgaat, wanneer ik voor kinderen sta.
Dag Meidoorntje.
Beste WILDZANG. Ja ik vond het ook
prettig dat Jennie er nu eens bij kon zijn. Het
was echt gezellig. Dus jij hebt een kleurdoos
gekozen? Ja de kleurtjes kleuren goed. Dag
Wildzang.
Beste VERKENNER. Jij hebt dus ook ge
noten. Was het een middag met verrassingen
ja of neen? Dag Verkenner.
Goeden middag WANDELAAR. Je be
hoeft niet te visschen in water. Je kunt de
visschen ook in een doos leggen en dan ge
blinddoekt of zonder er naar te kijken, op
halen. Je kunt allerlei spelletjes met zoo'n
spel bedenken. Ja de chocolade was lekker. Dag
Wandelaar.
Lief VUURVLINDERTJE. Zoo meisje was
jij zoo gelukkig thuis gekomen en had je wel
alles tegelijk willen vertellen? Je groote zus,
die altijd zoo goed voor je zorgt vindt het fijn
dat je 's Woensdagsmiddags naar het clubwerk
mag en ik vind het fijn dat je komt. Dag Vuur
vlindertje. j
Best GOUDAPPELTJE. Jij hebt dus een
poppenameublementje gekozen met popjes,
enz. Je kunt er gezellig mede spelen. Alle kin
deren schrijven even opgetogen over den
prettigen middag. Dag Goudappeltje.
Lief FILMSTERRETJE. Ik dank je harte
lijk voor het gezonden schetsje. Je hebt nu
dus je teekenuitrusting voor elkaar. Het
waren heele mooie kleurdoozn, vind je niet?
Je kleedje heb je keurig gewerkt en ik dank
je er wel voor. Ik vind het altijd prettig als
jullie iets voor elkander over hebt. Het maakt
het leven veel mooier en we hebben elkander
allen zoozeer noodig. Dag Filmsterretje.
Lief RANONKELTJE. De foto heeft reeds
in de courant gestaan. De redactie is er altijd
erg vlug bij, vandaag een foto, morgen reeds
een afdruk in de courant. Wil je m'n groeten
aan je moeder en je tante terug doen? Dag
Ranonkeltje.
Welkom GOUDBLOEMPJE. De middag is
'je dus goed bevallen en daarom wil je nu ook
rubriekertje worden. Je bent van harte wel
kom en ik hoop dat je me trouw blijft. Dag
Goudbloempje.
Best NIKKERTJE II. Ja vriend, ik wist
dat je wel eens spijt zoudt krijgen. Ik ben b)'j
dat je weer tot m'n vriendinnen en vrienden
schaar bent teruggekeerd. Blijf je me nu
trouw? Dag Nikkertje II.
Lieve LOBELIA. Ik hoop dat je broertje
weer langzaam aan beter wordt. Zooiets duurt
altijd lang, maai* als men maar ziet dat hij
vooruit gaat. Ja meisjelief, de weken vliegen
om. Dag Lobelia.
Hallo KEEPERTJE. Zeg vriend, ik dank
je voor je langen brief. Of je de schade hebt
ingehaald? Ja, wat zal ik zeggen? Ik wou dat
ik mij zoo nu en dan in vieren kon verdeelen
en vier zaken tegelijk voor elkander kon bren
gen. 'k Hoop nog altijd eens naar je Zus te
kunnen gaanmaar? Het bloempje dat je
mij stuurde heet „Herfstaster". Dag keepertje.
Best ZOEKERTJE. Heel graag had ik je
broertje, ook toegelaten maar kon hem, uit
eerlijkheidsoogpunt niet toelaten. Ieder ru
briekertje mocht slechts een kind medebren
gen en nu kon ik toch niet toestaan dat een
vrend van mij, twee kinderen medebracht? De
meeste kinderen hadden graag meer dan een
kind medegebracht, als het mocht. Nu kon en
mocht ik toch geen onderscheid maken? Alle
zijn bij mij gelijk en hebben de zelfde rechten
en plichten. Wordt je broertje ook rubriekertje,
dan kan hij evenals al m'n andere vriendinne
tjes en vriendjes aan alle pretjes deelnemen.
Dag Zoekertje.
Lief GOUDVLINDERTJE. De eerste ken
nismaking is je dus goed bevallen? Ja meisje
lief, je viel ook met je neus in de boter. Als
Wim grooter is mag hij ook rubriekertje wor
den. Dag Goudvlindertje.
Best MADELIEFJE. Je moeder heeft dus
je spel en alles wat je haar vertelde van onzen
middag heel prettig gevonden. In alle briefjes
schrijven de rubriekertjes dat hun ouders zeer
verrukt waren en verbaasd over de prijsjes en
het lekkers. Blijf maar een trouw vriendinne
tje van me er staat nog heel wat op het pro
gramma. Dag Madeliefje.
Lief POPPENMOEDERTJE. Gelukkig dat
je grootvader wat beter is. De foto heeft Don
derdag al in de krant gestaan. Je bent dus
blij rubriekertje te zijn geworden en ik ben
blij dat jij een vriendinnetje van me bent. Dag
Poppenmoeder t j e
Lief KEUKENPRINSESJE en MOEDERS
HULP. Jullie hebt dus een spel gekozen,
waarmede je van den winter, na schooltijd,
prettig kunt spelen. Ja het was een prettig
feest. Dag keukenprinsesje. Dag Moeders Hulp.
Lieve JENNIE. De oplossing van je rebus
luidt: „Eigen haard is goud waard". Heb ik
goed opgelost? Je spaarpot heb ik ontvangen
en dank je er hartelijk voor. Wil je je vader
en moeder van mij de groeten doen? Dag
Jennie.
Beste DEUGNIET. 'k Dank je voor je tee-
kening onder je brief. Was het een middag vol
verrassingen voor je? 'k Denk van wel. Dag
Deugniet.
Goeden middag KABOUTERTJE. Wat heb
je me een aardig rijmpje toegezonden, 'k Zal
het bewaren en later plaatsen. Dag Kabouter
tje.
Lief KLAVERTJEVIER. Je had dus niet
gedacht dat het zoo'n groot feest met cadeaux
en verrassingen zou worden. Ja meisjelief je
weet ook heelemaal niet wat ik alzoo op m'n
winterprogramma heb staan. Blijf me maar
heel trouw dan kan je aan alles deelnemen.
Dag Klavertjevier.
Goeden middag KOZAKKENHOOFDMAN.
Je broer had dus de eerste prijs. Hij is zeker
wel heel erg blij met zooveel tubetjes verf? En
jij hebt een bal gekozen? Wat zal je er pret
tig mee kunnen voetballen. Als je maar voor
zichtig bent. Door de deelname aan de Can
tate had je j.l. Woensdag een dag vol prettige
afwisseling. Dag Kozakkenhoofdman.
Best INDIAANTJE winnaar van den lsten
prijs. Je was dus vol verbazing en had zoo'n
middag niet verwacht. Wat had ik alles prach
tig weggestopt vind je niet. Je had niet ge
dacht dat er zooveel prijzen en zooveel rollen
en reepen chocolade in het lokaal verborgen
lagen, wel? Maar jullie moest verrast worden
en ik geloof daar wel in geslaagd te zijn. Dag
Indiaantje.
Vele kinderen hebben mij bedankt
zoowel schriftelijk als mondeling. Het
was ook een prettig feest. Het feest is
echter een waar feest geworden door de
financieele hulp van de Directie van de
IJmuider Courant.
'k Geloof dat ik geheel in den geest
van alle ouders van de 1.1. Woensdag
middag aanwezige kinderen en namens
de kinderen handel met aan de Directie
van de IJmuider Courant hartelijk dank
te zeggen voor hun financieelen steun,
waaraan het welslagen van het feest
grootendeels te danken is.
As. Woensdag komen de jongens weer van
tweehalf vier en de meisjes van half vier
vijf uur. Geen werk mede brengen maar wel
papier en potlood.
DE VERJAARDAGENRUBRIEK.
Naam, schuilnaam, adres en datum s.v.p.
opgeven.
VOOR DEN BAZAR T.B.C.
Door de rubriekertjes zijn gemaakt:
5 Sleutelhangertjes (figuurzaagwerk).
3 Zakdoekenleggers.
4 Schilderijtjes (geborduurd).
FEEST IN DE BERGEN.
In het kleine dorpje, dat midden tusschen
hooge bergen ligt, heerschte groote opwinding.
En dat is geen wonder, als je weet, dat er een
groot feest op til was.
Frans, de zoon van den rijksten boer uit
den omtrek gaat trouwen. Met een heel rijk
meisje zeker, hoor ik jullie al zeggen.
Mis!!
Frans trouwt met Tessa, een arme wees, die
niets in de wereld bezat, dan de jurk, die ze
droeg. Maar al was Tessa arm, ze was zoo
vriendelijk en had zoo'n goed hart, dat ieder
een, die met haar in aanraking kwam, onmid
dellijk van haar hield.
Zoo was het ook met Frans gegaan; toen
hij haar eenmaal gezien had en haar lieve
stem had gehoord, kon hij de herinnering
aan Tessa niet meer kwijt raken. Toen hij er
zijn vader het eerst over gesproken had, was
deze erg boos geworden en had gezegd, dat dat
geen partij was voor den rijksten boerenzoon
Maar Frans' moeder, die het verdrietige ge
zicht van haar zoon zag, had er later nog eens
met haar man over gesproken en hem er aan
herinnerd, dat zijzelf toch ook niet rijk was
geweest, toen ze trouwde met den jongen boer
van de Olmhoeve.
En tenslotte had de oude boer toegegeven
en Frans zou met Tessa trouwen. Toen Frans
Tessa bij zijn ouders had gebracht, waren
deze dadelijk ingenomen door haar beschei
den optreden. En toen verder bleek, dat Tessa
flink kon aanpakken en ijverig was was er
niemand, die meer van Tessa hield dan de
vader van Frans.
En nu zou het huwelijk gevierd worden.
Al dagen te voren was er op de Olmhoeve
gebakken en gekookt; het heele dorp zou mee
doen aan de pret. De fijnste taarten en de
heerlijkste koeken bakte de oude boerin; want
niets was te goed voor Frans en „het lieve
kind" zooals ze Tessa noemde.
Eindelijk was de dag gekomen.
Aan het einde van de mooie kamer in de
Olmhoeve zaten bruid en bruidegom. Alle
dorpsgenooten waren komen feliciteeren en
iedereen, zelfs de armste, bracht een geschenk
mee. Tessa had hen toch ook altijd geholpen
al was het dan niet met geld.
De cadeaux stapelden zich op; de kamer was
al te klein; de boerin liet de knechts op het
erf zetten en daar konden de nieuwe bezoekers
hun presenten neerzetten.
Niemand was thuis gebleven; de allerklein
ste kinderen, die nog door moeder gedragen
werden hadden, bloemen in hun handjes.
En Tessa, stralend naast Frans, werd ver
legen over zooveel liefde, die de menschen
haar toonden.
Maar het allermooiste zou nog komen.
Toen de tafels en stoelen gezet waren op
het erf en ieder zijn plaats had gevonden om
zich te goed te doen aan de lekkernijen, klonk
er plotseling vleugelgeklapper door de lucht;
een oogenblik was het licht zoo schel geweest,
dat iedereen zijn oogen even moest sluiten en
toen de menschen weer opkeken, zagen ze een
fee, zoo lieflijk en mooi als ze nog nooit
iemand gezien hadden.
Muisstil werd het! De fee stond voor Tessa.
Toen begon ze te spreken en haar stem was
als muziek: „Menschenkind Tessa; zonder dat
je het wist of ervan bewust was, hebben de
feeën je altijd gadegeslagen. En met plezier
gadegeslagen; want al wat je deed was goed.
Daarom hebben we besloten om je op dezen zoo
gelukkigen dag, een geschenk te brengen en
wel dit."
Uit haar ceintuur haalde de fee een staafje
dat schitterde en blonk in de zon. „Dit is een
tooverstaf. Ieder mensch, die je daarmee aan
raakt, zal gelukkig worden."' De fee overhan
digde het staafje aan Tessa, die het blozend
aannam en verdween. Nog even bleef het stil.
Toen barstte een oorverdoovend gejuich los.
Zoo iets had men in het dorp nog nooit
meegemaakt. Maar, dat was waar, men gunde
het Tessa van harte
Tot laat in den nacht was er gedans en
vreugde in het dorp, want zoo'n prachtig feest
komt nooit meer.
RITA VAN B.
3 Tafelmatjes (gekleurd raffia).
2 Bladwijzers (romaweef).
6 Vingerdoekjes.
1 Spaarpot.
2 Panlappen.
1 Slabbetje.
1 Speldenkussen.
3 Kleedjes geborduurd.
1 Wolkleedje.
2 Kalenders (schilderwerk).
Er waren nog meer kleedjes en eenige stof-
doekzakken, doch deze worden bewaard voor
een volgenden bazar.
MEJUFFROUW E. VIJLBRIEF.
EEN HANSWORST.
De hansworst met armen en beenen, dae be
wegen kunnen, is nog altijd een geliefd stuk
speelgoed van kleine broer of zus. Het is heel
gemakkelijk voor ons zelf zoo'n aardig clown
tje te maken. We kunnen het naar verkiezing-
vervaardigen van hout of carton. Maken we
het van hout, dan nemen hout van 5 millime
ter dikte. Ook het carton moet vrij stevig zijn,
anders is het te gauw omgebogen en kapot.
We teekenen de verschillende deelen af, die
we noodig hebben. Dat zijn: de romp, de ar
men, 4 stukken voor de beenen en de guitaar.
Daarna maken we de gaatjes, die dienen om
het geheel in elkaar te zetten. Vóór we dit ech
ter doen, moet de hansworst gekleurd of ge
schilderd worden. We kiezen daarvoor vroo-
lijke felle kleurtjes.
Met pinnetjes bevestigen we nu de verschil
lende deelen aan elkaar; een paar touwen aan
de armen en eenige aan de beenen en onze
clown is klaar.
Het is een alleraardigst stuk speelgoed en je
kleine broer of zus zal er veel plezier van
hebben.
OOM KE3ES.
WIE ZOEKT ER MEE?
Er is geendie al dit geld bevatten kan.
(Verbind de cijfertjes en je hebt het ant
woord.)
DE GYMNASTIEKLES.
Nu volgt de laatste oefening van onze gym
nastieklessen, waarbij de verschillende dieren
tot voorbeeld hebben gediend. Het dier dat
ons dit keer een beweging leert, die nuttig
voor onze spieren is, is de kikvorsch.
Als de kikker een sprong neemt, strekt hij
daartoe zijn achterpooten. Wij gaan op onze
hurken zitten; strekken de beenen met een
ruk en springen vooruit. Dit doen we een keer
of vijf achter elkaar; dan verraadt de pijn
in de kuiten, dat we de spieren flink gebruikt
hebben en dan hebben we ook wel een rust
poos verdiend.
MEVR. DE J.—VAN
ONS VREDESHOEKJE
Ik las in het Vredesblaadje van „De Jeugd
en de Wereldvrede" hoe ze in Bandoeng op 18
Mei Volkenbondsdag hebben gevierd. Onze ko
ningin heeft nl. eens aan Roosevelt, den pre
sident van Amerika het volgende telegram ge
zonden „Ons volk, uit naam waarvan ik spreek
verafschuwt den oorlog. Het zou natuurlijk
een aanval weerstaan, maar het verafschuwt
den oorlog." En verder, dat tusschen de lan
den nu gebroken moet worden met het recht
van den sterkste en dat er geen enkele reden
is, waarom vreedzame regeling niet de uitslui
tende methode zou zijn, om geschillen tus
schen de landen te vereffenen.
Deze boodschap hebben jonge Bandoenger-
tjes op oranjepapier laten drukken en op de
achterzijde stond het bekende vredesplaatje
van het meisje van Wales. Dit meisje staat
boven op een rots en strooit papiertjes met
de vredesboodschap naar alle kanten. Daar
onder stond: Wie daar een mooi verhaaltje
van maakt, krijgt een prijsje, 't Adres, waar
de inzendingen heen gestuurd moesten wor
den, stond erbij. Een vliegenier, die boven
Bandoeng zweefde, heeft 40 duizend van die
papiertjes over Java heengestrooid. Je snapt,
dat er heel wat verhalen zijn ingekomen,
sommige opstellen stond een motto, b.v. Met
goeden wil overwint men alles, Recht-doen
gaat boven Macht en dan dit mooie rijmpje:
Geen twist wordt door geweld beslecht,
Den vrede krijgt men slechts door recht.
W. B.—Z.
Bob is bij zijn oom op visite en nu staat hij
al een heelen tijd in gedachten uit het raam
te kijken.
„Wel, Bob, wat is er aan de hand?" vraagt
oom tenslotte.
„Och oom," zegt Bob, „moeder had me ge
zegd, dat ik niet om iets te eten mocht vra
gen en daar probeer ik nu aan te denken."
DIEREN DIE ZICH ZELF
VERNIETIGEN.
De tijd is rijk aan voorbeelden, waarbij
dieren van alle soorten in groote kudden ge
meenzaam de dood ingaan.
Men kent dergelijke voorbeelden van Si
berische eekhoorntjes, van krokodillen, van
kikvorschen, schildpadden, vlinders, rendieren
zoetwatervisschen en nog verschillende andere.
Bij het begin dezer eeuw was een eiland
in 'tt. stroomgebied der Amazone ,Zuid-Ame-
rika) geheel bedekt met cadavers van kro-'
kodillen. De omstandigheden lieten niet de
minste twijfel; meer dan 8000 waren uit eigen
beweging den dood ingegaan. Iedere mogelijk
heid van een ramp ontbrak.
Men vraagt zich af, wat er in deze dieren
omgegaan is. Wat deze dieren er toe gebracht
kan hebben, zich zelf te vernietigen.
Het antwoord op deze vraag is een geheim
waarover de geleerden ernstig nagedacht heb
ben.
Als eerste verklaring lag voor de hand dat
bij tijdstippen van overbevolking vele dier
soorten door een of andere duistere kracht
gedreven, vrijwillig het veld ruimen om voed
seltekort enz. te vermijden.
Deze veronderstelling zou waarschijnlijker
geleken hebben, als het alleen maar schade
lijke dieren betroffen, die dit geheimzinnige
bevel tot sterven gehoorzamen. Maar daar cok
bij de nuttige diersoorten deze tragische zelf
moorden even vaak aangetroffen worden,
staat men hoofdschuddend tegenover dit
wreede, lugubere gebeuren.
En er blijft geen andere verklaring over dan
die, dat ze gehoorzamen aan een hoogere na
tuurwet.
Er kan niet gezegd worden, dat de dieren
het vooropgezette doel, zich te dooden hebben;
het is veel meer een idee, dat plotseling over
alle dieren komt. Misschien is het angst; mis
schien is het een ziekelijke verwarrende ge
dachte of een doldrieste wildheid, die de dieren
voortzweept en die ze hun noodlot tegemoet
jaagt. Dat de dieren een onweerstaanbare
dwang volgen, kan niet ontkend worden. Ze
gaan een weg, die hen hoe langer hoe verder
van hun gewone verblijfplaatsen afvoert, net
zooals met iemand, die onder hypnose ver
keert en die zich aan dezen invloed niet
meer onttrekken kan. Of er ook een meer
of een zee in hun weg komt; de dwang, die
hen vortjaagt, verlaat ze ook hier niet en
drijft ze steeds verder. Gevaren worden niet
meer gekend als gevaren. Zoo is het dus geen
toeval, dat de meeste „doodenritten" eindigen
in de zee, in een meer of in een afgrond.
Het naarste van deze geheimzinnige drama's
■is dat bij zoo'n rit vaak tienduizenden dieren
hun einde vinden. Meer dan een eeuw geleden
zijn alleen in de Wolga-steppen in een tijds
ruimte van 12 maanden 277.000 paarden aan
dezen duitseren drang ten offer gevallen.
OOM KEES.