BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Mag ik terstond aan m'n briefjes beginnen? Deze week heb ik het heel erg druk en boven dien hebben we elkander 1.1. Woensdagmiddag neg gezien. De briefjes zullen heden ook wat kort zijn. Jullie vindt het voor dit keer wel goed, niet waar? Goeden middag NAAISTERTJE. Hoe kom je er bij, meer fouten in je werk te maken? 't Is toch geen gevolg van de verrassingmid dag? Zoo ja, dan maar geen pretmiddagjes meer. Elven plagen mag wel. Dag Naaistertje. Lieve ROZA FLUWEELTJE. Jij hebt dus 1.1. Woensdagmiddag fijn genoten? Nu ik ook van jullie blijde gezichten. Dag Roza Flu weeltje. Best GOUDBLONDJE. Heb jij nog stijve been van het hard loop-en? De -beste medi cijn is, nog meer wedstrijdspelen spelen dan raken je spieren aan de inspanning gewend. Een schrale troost niet? Dag Goudblondje. Lief SNEEUWWITJE. Zeg meisje krijg ik een volgend maal een beetle netter briefje van je? Je hebt het wel druk, maar enfin je begrijpt me wel. Dag Sneeuwwitje. Lief SPARRETJE. Mag ik een volgend maal een beetje meer op je briefje ingaan, ook wat betreft je naamsverandering? 'k Moet me thans haasten om nog op tijd klaar te ko men. Dag Sparretje. TOM MIX. Hebbe Tom Mix me uit die Suit Afrikaanse Vrijstaat een kaart stuurt? Of hebbe ie verge te tie schrijf? Heb ik een tien verdiend Tom Mix? Dag Transvaalreiziger. Goeden middag BLIKOORTJE. Het door je genoemde boek heb ik niet gelezen. Van Penning heb ik slechts een boek gelezen, ik meen dat het heette „De Transvaalsche oor log." Dag Blikoortje. Beste ZUS. De verrassingmiddag is al weer voorbij. Het gaat net als met alle prettige dingen. Men kijkt er lang tegenaan, maar als het eenmaal zoover is dan zijn de uurtjes spoedig om. Dag Zus. Beste PIETJE PELLE. Ja vriend, als je vanavond m'n stapel briefjes eens kon zien, zou je zeker denken „hoe komt men er door heen?" Ik vind het echter heel prettig steeds meer vriendinnetjes en vriendjes te krijgen en heel veel briefjes te moeten beantwoorden. Dag Pietje Pelle. Best ZONNETJE. Je was dus niet geluk kig met je loten, maar je hebt andere men- schen n.l. de lotenverkoopsters gelukkig ge maakt door loten te koopen. Het is wel eens aardig als je eens iets wint, maar de hoofd zaak is, dat men door het koopen van een lot, een goed doel steunt. Dag Zonnetje. Best VERGEETMIJNIETJE. Medelijden heb ik met je omdat je nu al met tijdgebrek hebt te kampen en daarom tot briefs-mokke- len je toevlucht moet nemen. Je bent een stumpertje, hoor. Nooit eens tijd om te spelen, enz. Ja even plagen moet ik je. Dag Vergeet- iniriietje. L..?f DANSERESJE. Krijg ik volgende week een langer briefje van je? Het was nu wel heel simpel, vind je zelf niet? Dag Dan seresje. Goeden middag MEIKEVERTJE. Ja vriend, nu beginnen we aan de St. Nicolaas- cadeaux en het instudeeren van enkele kleine tooneelstukjes en speelliedjes. Dag Meike vertje. Beste DIOKY BIGMANS. Jullie hebt op school dus 1.1. Maandag feest gehad. Gezellig zoo'n versierde klas. Was de meester blij met de verrassing, die jullie hem bereid hadden? 'k Denk van wel. Dag Dicky Bigmans. Beste JOPIE SLIM. Dat jij goed je som men maakt, begrijp ik volkomen. Een Jopie Slim die z'n sommen fout maakt, is bij mij geen Jopie Slim maar Jopie dom. Dag Jopie Slim. Beste JULIAANTJE. De pret is alweer voorbij meisje. Er komen echter nog meer pretjes. Jullie zijn altijd heel gehoorzaam en weten en doen precies wat ik graag heb en daarom vind ik het juist heel fijn, jullie van tijd tot tijd eens een extra middagje te be zorgen. Dag Juliaantje. Beste SNEEUWKONINGIN. Ja ik weet dat jij zoo'n schattig zusje hebt. Wat zal het leuk zijn als ze loopt en met je gaat wandelen. Dag Sneeuwkoningin. Lief BOSCHVIOOLTJE. A.s. Woensdag houden we bespreking en beraadslagen we wat we ieder voor eigen familieleden zullen maken. Ieder kind moet papier en potlood medebrengen. Dag Boschviooltje. Best SNEEUWKLOKJE. Jij hebt dus een tollendoosje uitgezocht? Leuk gaan ze, vind je niet? Heb je al eens geprobeerd ze alles zes tegelijk te laten draaien? 't Gaat wel, maar je moet heel vlug zijn. Dag Sneeuwwitje. Beste KOMIEK. Hebben jullie 1.1. Woens dag een prettigen middag gehad? Wel meid dat geloof ik niet. Spelletjes doen, chocolaad- jes eten, prijsjes winnen, enz. wel neen, dat is niet prettig, dat meen je maar. Zulke mid dagjes moeten maar niet meer gegeven wor den. Dag Komiek. Lief MEIDOORNTJE. Ja meisjeslief je hebt woord gehouden hoor. Jammer dat ik nu geen tijd heb voor een langen brief. Je ouders waren dus verbaasd over de cadeaux en alles wat je van den middag vertelde? Ja lk zag wel dat je je voor je broertje opofferde en vond het heel lief van je. Er is maar weinig wat mij ontgaat, wanneer ik voor kinderen sta. Dag Meidoorntje. Beste WILDZANG. Ja ik vond het ook prettig dat Jennie er nu eens bij kon zijn. Het was echt gezellig. Dus jij hebt een kleurdoos gekozen? Ja de kleurtjes kleuren goed. Dag Wildzang. Beste VERKENNER. Jij hebt dus ook ge noten. Was het een middag met verrassingen ja of neen? Dag Verkenner. Goeden middag WANDELAAR. Je be hoeft niet te visschen in water. Je kunt de visschen ook in een doos leggen en dan ge blinddoekt of zonder er naar te kijken, op halen. Je kunt allerlei spelletjes met zoo'n spel bedenken. Ja de chocolade was lekker. Dag Wandelaar. Lief VUURVLINDERTJE. Zoo meisje was jij zoo gelukkig thuis gekomen en had je wel alles tegelijk willen vertellen? Je groote zus, die altijd zoo goed voor je zorgt vindt het fijn dat je 's Woensdagsmiddags naar het clubwerk mag en ik vind het fijn dat je komt. Dag Vuur vlindertje. j Best GOUDAPPELTJE. Jij hebt dus een poppenameublementje gekozen met popjes, enz. Je kunt er gezellig mede spelen. Alle kin deren schrijven even opgetogen over den prettigen middag. Dag Goudappeltje. Lief FILMSTERRETJE. Ik dank je harte lijk voor het gezonden schetsje. Je hebt nu dus je teekenuitrusting voor elkaar. Het waren heele mooie kleurdoozn, vind je niet? Je kleedje heb je keurig gewerkt en ik dank je er wel voor. Ik vind het altijd prettig als jullie iets voor elkander over hebt. Het maakt het leven veel mooier en we hebben elkander allen zoozeer noodig. Dag Filmsterretje. Lief RANONKELTJE. De foto heeft reeds in de courant gestaan. De redactie is er altijd erg vlug bij, vandaag een foto, morgen reeds een afdruk in de courant. Wil je m'n groeten aan je moeder en je tante terug doen? Dag Ranonkeltje. Welkom GOUDBLOEMPJE. De middag is 'je dus goed bevallen en daarom wil je nu ook rubriekertje worden. Je bent van harte wel kom en ik hoop dat je me trouw blijft. Dag Goudbloempje. Best NIKKERTJE II. Ja vriend, ik wist dat je wel eens spijt zoudt krijgen. Ik ben b)'j dat je weer tot m'n vriendinnen en vrienden schaar bent teruggekeerd. Blijf je me nu trouw? Dag Nikkertje II. Lieve LOBELIA. Ik hoop dat je broertje weer langzaam aan beter wordt. Zooiets duurt altijd lang, maai* als men maar ziet dat hij vooruit gaat. Ja meisjelief, de weken vliegen om. Dag Lobelia. Hallo KEEPERTJE. Zeg vriend, ik dank je voor je langen brief. Of je de schade hebt ingehaald? Ja, wat zal ik zeggen? Ik wou dat ik mij zoo nu en dan in vieren kon verdeelen en vier zaken tegelijk voor elkander kon bren gen. 'k Hoop nog altijd eens naar je Zus te kunnen gaanmaar? Het bloempje dat je mij stuurde heet „Herfstaster". Dag keepertje. Best ZOEKERTJE. Heel graag had ik je broertje, ook toegelaten maar kon hem, uit eerlijkheidsoogpunt niet toelaten. Ieder ru briekertje mocht slechts een kind medebren gen en nu kon ik toch niet toestaan dat een vrend van mij, twee kinderen medebracht? De meeste kinderen hadden graag meer dan een kind medegebracht, als het mocht. Nu kon en mocht ik toch geen onderscheid maken? Alle zijn bij mij gelijk en hebben de zelfde rechten en plichten. Wordt je broertje ook rubriekertje, dan kan hij evenals al m'n andere vriendinne tjes en vriendjes aan alle pretjes deelnemen. Dag Zoekertje. Lief GOUDVLINDERTJE. De eerste ken nismaking is je dus goed bevallen? Ja meisje lief, je viel ook met je neus in de boter. Als Wim grooter is mag hij ook rubriekertje wor den. Dag Goudvlindertje. Best MADELIEFJE. Je moeder heeft dus je spel en alles wat je haar vertelde van onzen middag heel prettig gevonden. In alle briefjes schrijven de rubriekertjes dat hun ouders zeer verrukt waren en verbaasd over de prijsjes en het lekkers. Blijf maar een trouw vriendinne tje van me er staat nog heel wat op het pro gramma. Dag Madeliefje. Lief POPPENMOEDERTJE. Gelukkig dat je grootvader wat beter is. De foto heeft Don derdag al in de krant gestaan. Je bent dus blij rubriekertje te zijn geworden en ik ben blij dat jij een vriendinnetje van me bent. Dag Poppenmoeder t j e Lief KEUKENPRINSESJE en MOEDERS HULP. Jullie hebt dus een spel gekozen, waarmede je van den winter, na schooltijd, prettig kunt spelen. Ja het was een prettig feest. Dag keukenprinsesje. Dag Moeders Hulp. Lieve JENNIE. De oplossing van je rebus luidt: „Eigen haard is goud waard". Heb ik goed opgelost? Je spaarpot heb ik ontvangen en dank je er hartelijk voor. Wil je je vader en moeder van mij de groeten doen? Dag Jennie. Beste DEUGNIET. 'k Dank je voor je tee- kening onder je brief. Was het een middag vol verrassingen voor je? 'k Denk van wel. Dag Deugniet. Goeden middag KABOUTERTJE. Wat heb je me een aardig rijmpje toegezonden, 'k Zal het bewaren en later plaatsen. Dag Kabouter tje. Lief KLAVERTJEVIER. Je had dus niet gedacht dat het zoo'n groot feest met cadeaux en verrassingen zou worden. Ja meisjelief je weet ook heelemaal niet wat ik alzoo op m'n winterprogramma heb staan. Blijf me maar heel trouw dan kan je aan alles deelnemen. Dag Klavertjevier. Goeden middag KOZAKKENHOOFDMAN. Je broer had dus de eerste prijs. Hij is zeker wel heel erg blij met zooveel tubetjes verf? En jij hebt een bal gekozen? Wat zal je er pret tig mee kunnen voetballen. Als je maar voor zichtig bent. Door de deelname aan de Can tate had je j.l. Woensdag een dag vol prettige afwisseling. Dag Kozakkenhoofdman. Best INDIAANTJE winnaar van den lsten prijs. Je was dus vol verbazing en had zoo'n middag niet verwacht. Wat had ik alles prach tig weggestopt vind je niet. Je had niet ge dacht dat er zooveel prijzen en zooveel rollen en reepen chocolade in het lokaal verborgen lagen, wel? Maar jullie moest verrast worden en ik geloof daar wel in geslaagd te zijn. Dag Indiaantje. Vele kinderen hebben mij bedankt zoowel schriftelijk als mondeling. Het was ook een prettig feest. Het feest is echter een waar feest geworden door de financieele hulp van de Directie van de IJmuider Courant. 'k Geloof dat ik geheel in den geest van alle ouders van de 1.1. Woensdag middag aanwezige kinderen en namens de kinderen handel met aan de Directie van de IJmuider Courant hartelijk dank te zeggen voor hun financieelen steun, waaraan het welslagen van het feest grootendeels te danken is. As. Woensdag komen de jongens weer van tweehalf vier en de meisjes van half vier vijf uur. Geen werk mede brengen maar wel papier en potlood. DE VERJAARDAGENRUBRIEK. Naam, schuilnaam, adres en datum s.v.p. opgeven. VOOR DEN BAZAR T.B.C. Door de rubriekertjes zijn gemaakt: 5 Sleutelhangertjes (figuurzaagwerk). 3 Zakdoekenleggers. 4 Schilderijtjes (geborduurd). FEEST IN DE BERGEN. In het kleine dorpje, dat midden tusschen hooge bergen ligt, heerschte groote opwinding. En dat is geen wonder, als je weet, dat er een groot feest op til was. Frans, de zoon van den rijksten boer uit den omtrek gaat trouwen. Met een heel rijk meisje zeker, hoor ik jullie al zeggen. Mis!! Frans trouwt met Tessa, een arme wees, die niets in de wereld bezat, dan de jurk, die ze droeg. Maar al was Tessa arm, ze was zoo vriendelijk en had zoo'n goed hart, dat ieder een, die met haar in aanraking kwam, onmid dellijk van haar hield. Zoo was het ook met Frans gegaan; toen hij haar eenmaal gezien had en haar lieve stem had gehoord, kon hij de herinnering aan Tessa niet meer kwijt raken. Toen hij er zijn vader het eerst over gesproken had, was deze erg boos geworden en had gezegd, dat dat geen partij was voor den rijksten boerenzoon Maar Frans' moeder, die het verdrietige ge zicht van haar zoon zag, had er later nog eens met haar man over gesproken en hem er aan herinnerd, dat zijzelf toch ook niet rijk was geweest, toen ze trouwde met den jongen boer van de Olmhoeve. En tenslotte had de oude boer toegegeven en Frans zou met Tessa trouwen. Toen Frans Tessa bij zijn ouders had gebracht, waren deze dadelijk ingenomen door haar beschei den optreden. En toen verder bleek, dat Tessa flink kon aanpakken en ijverig was was er niemand, die meer van Tessa hield dan de vader van Frans. En nu zou het huwelijk gevierd worden. Al dagen te voren was er op de Olmhoeve gebakken en gekookt; het heele dorp zou mee doen aan de pret. De fijnste taarten en de heerlijkste koeken bakte de oude boerin; want niets was te goed voor Frans en „het lieve kind" zooals ze Tessa noemde. Eindelijk was de dag gekomen. Aan het einde van de mooie kamer in de Olmhoeve zaten bruid en bruidegom. Alle dorpsgenooten waren komen feliciteeren en iedereen, zelfs de armste, bracht een geschenk mee. Tessa had hen toch ook altijd geholpen al was het dan niet met geld. De cadeaux stapelden zich op; de kamer was al te klein; de boerin liet de knechts op het erf zetten en daar konden de nieuwe bezoekers hun presenten neerzetten. Niemand was thuis gebleven; de allerklein ste kinderen, die nog door moeder gedragen werden hadden, bloemen in hun handjes. En Tessa, stralend naast Frans, werd ver legen over zooveel liefde, die de menschen haar toonden. Maar het allermooiste zou nog komen. Toen de tafels en stoelen gezet waren op het erf en ieder zijn plaats had gevonden om zich te goed te doen aan de lekkernijen, klonk er plotseling vleugelgeklapper door de lucht; een oogenblik was het licht zoo schel geweest, dat iedereen zijn oogen even moest sluiten en toen de menschen weer opkeken, zagen ze een fee, zoo lieflijk en mooi als ze nog nooit iemand gezien hadden. Muisstil werd het! De fee stond voor Tessa. Toen begon ze te spreken en haar stem was als muziek: „Menschenkind Tessa; zonder dat je het wist of ervan bewust was, hebben de feeën je altijd gadegeslagen. En met plezier gadegeslagen; want al wat je deed was goed. Daarom hebben we besloten om je op dezen zoo gelukkigen dag, een geschenk te brengen en wel dit." Uit haar ceintuur haalde de fee een staafje dat schitterde en blonk in de zon. „Dit is een tooverstaf. Ieder mensch, die je daarmee aan raakt, zal gelukkig worden."' De fee overhan digde het staafje aan Tessa, die het blozend aannam en verdween. Nog even bleef het stil. Toen barstte een oorverdoovend gejuich los. Zoo iets had men in het dorp nog nooit meegemaakt. Maar, dat was waar, men gunde het Tessa van harte Tot laat in den nacht was er gedans en vreugde in het dorp, want zoo'n prachtig feest komt nooit meer. RITA VAN B. 3 Tafelmatjes (gekleurd raffia). 2 Bladwijzers (romaweef). 6 Vingerdoekjes. 1 Spaarpot. 2 Panlappen. 1 Slabbetje. 1 Speldenkussen. 3 Kleedjes geborduurd. 1 Wolkleedje. 2 Kalenders (schilderwerk). Er waren nog meer kleedjes en eenige stof- doekzakken, doch deze worden bewaard voor een volgenden bazar. MEJUFFROUW E. VIJLBRIEF. EEN HANSWORST. De hansworst met armen en beenen, dae be wegen kunnen, is nog altijd een geliefd stuk speelgoed van kleine broer of zus. Het is heel gemakkelijk voor ons zelf zoo'n aardig clown tje te maken. We kunnen het naar verkiezing- vervaardigen van hout of carton. Maken we het van hout, dan nemen hout van 5 millime ter dikte. Ook het carton moet vrij stevig zijn, anders is het te gauw omgebogen en kapot. We teekenen de verschillende deelen af, die we noodig hebben. Dat zijn: de romp, de ar men, 4 stukken voor de beenen en de guitaar. Daarna maken we de gaatjes, die dienen om het geheel in elkaar te zetten. Vóór we dit ech ter doen, moet de hansworst gekleurd of ge schilderd worden. We kiezen daarvoor vroo- lijke felle kleurtjes. Met pinnetjes bevestigen we nu de verschil lende deelen aan elkaar; een paar touwen aan de armen en eenige aan de beenen en onze clown is klaar. Het is een alleraardigst stuk speelgoed en je kleine broer of zus zal er veel plezier van hebben. OOM KE3ES. WIE ZOEKT ER MEE? Er is geendie al dit geld bevatten kan. (Verbind de cijfertjes en je hebt het ant woord.) DE GYMNASTIEKLES. Nu volgt de laatste oefening van onze gym nastieklessen, waarbij de verschillende dieren tot voorbeeld hebben gediend. Het dier dat ons dit keer een beweging leert, die nuttig voor onze spieren is, is de kikvorsch. Als de kikker een sprong neemt, strekt hij daartoe zijn achterpooten. Wij gaan op onze hurken zitten; strekken de beenen met een ruk en springen vooruit. Dit doen we een keer of vijf achter elkaar; dan verraadt de pijn in de kuiten, dat we de spieren flink gebruikt hebben en dan hebben we ook wel een rust poos verdiend. MEVR. DE J.—VAN ONS VREDESHOEKJE Ik las in het Vredesblaadje van „De Jeugd en de Wereldvrede" hoe ze in Bandoeng op 18 Mei Volkenbondsdag hebben gevierd. Onze ko ningin heeft nl. eens aan Roosevelt, den pre sident van Amerika het volgende telegram ge zonden „Ons volk, uit naam waarvan ik spreek verafschuwt den oorlog. Het zou natuurlijk een aanval weerstaan, maar het verafschuwt den oorlog." En verder, dat tusschen de lan den nu gebroken moet worden met het recht van den sterkste en dat er geen enkele reden is, waarom vreedzame regeling niet de uitslui tende methode zou zijn, om geschillen tus schen de landen te vereffenen. Deze boodschap hebben jonge Bandoenger- tjes op oranjepapier laten drukken en op de achterzijde stond het bekende vredesplaatje van het meisje van Wales. Dit meisje staat boven op een rots en strooit papiertjes met de vredesboodschap naar alle kanten. Daar onder stond: Wie daar een mooi verhaaltje van maakt, krijgt een prijsje, 't Adres, waar de inzendingen heen gestuurd moesten wor den, stond erbij. Een vliegenier, die boven Bandoeng zweefde, heeft 40 duizend van die papiertjes over Java heengestrooid. Je snapt, dat er heel wat verhalen zijn ingekomen, sommige opstellen stond een motto, b.v. Met goeden wil overwint men alles, Recht-doen gaat boven Macht en dan dit mooie rijmpje: Geen twist wordt door geweld beslecht, Den vrede krijgt men slechts door recht. W. B.—Z. Bob is bij zijn oom op visite en nu staat hij al een heelen tijd in gedachten uit het raam te kijken. „Wel, Bob, wat is er aan de hand?" vraagt oom tenslotte. „Och oom," zegt Bob, „moeder had me ge zegd, dat ik niet om iets te eten mocht vra gen en daar probeer ik nu aan te denken." DIEREN DIE ZICH ZELF VERNIETIGEN. De tijd is rijk aan voorbeelden, waarbij dieren van alle soorten in groote kudden ge meenzaam de dood ingaan. Men kent dergelijke voorbeelden van Si berische eekhoorntjes, van krokodillen, van kikvorschen, schildpadden, vlinders, rendieren zoetwatervisschen en nog verschillende andere. Bij het begin dezer eeuw was een eiland in 'tt. stroomgebied der Amazone ,Zuid-Ame- rika) geheel bedekt met cadavers van kro-' kodillen. De omstandigheden lieten niet de minste twijfel; meer dan 8000 waren uit eigen beweging den dood ingegaan. Iedere mogelijk heid van een ramp ontbrak. Men vraagt zich af, wat er in deze dieren omgegaan is. Wat deze dieren er toe gebracht kan hebben, zich zelf te vernietigen. Het antwoord op deze vraag is een geheim waarover de geleerden ernstig nagedacht heb ben. Als eerste verklaring lag voor de hand dat bij tijdstippen van overbevolking vele dier soorten door een of andere duistere kracht gedreven, vrijwillig het veld ruimen om voed seltekort enz. te vermijden. Deze veronderstelling zou waarschijnlijker geleken hebben, als het alleen maar schade lijke dieren betroffen, die dit geheimzinnige bevel tot sterven gehoorzamen. Maar daar cok bij de nuttige diersoorten deze tragische zelf moorden even vaak aangetroffen worden, staat men hoofdschuddend tegenover dit wreede, lugubere gebeuren. En er blijft geen andere verklaring over dan die, dat ze gehoorzamen aan een hoogere na tuurwet. Er kan niet gezegd worden, dat de dieren het vooropgezette doel, zich te dooden hebben; het is veel meer een idee, dat plotseling over alle dieren komt. Misschien is het angst; mis schien is het een ziekelijke verwarrende ge dachte of een doldrieste wildheid, die de dieren voortzweept en die ze hun noodlot tegemoet jaagt. Dat de dieren een onweerstaanbare dwang volgen, kan niet ontkend worden. Ze gaan een weg, die hen hoe langer hoe verder van hun gewone verblijfplaatsen afvoert, net zooals met iemand, die onder hypnose ver keert en die zich aan dezen invloed niet meer onttrekken kan. Of er ook een meer of een zee in hun weg komt; de dwang, die hen vortjaagt, verlaat ze ook hier niet en drijft ze steeds verder. Gevaren worden niet meer gekend als gevaren. Zoo is het dus geen toeval, dat de meeste „doodenritten" eindigen in de zee, in een meer of in een afgrond. Het naarste van deze geheimzinnige drama's ■is dat bij zoo'n rit vaak tienduizenden dieren hun einde vinden. Meer dan een eeuw geleden zijn alleen in de Wolga-steppen in een tijds ruimte van 12 maanden 277.000 paarden aan dezen duitseren drang ten offer gevallen. OOM KEES.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 10