De opstand in Spanje.
timm*
Artikel 289 strafrecht
H
Een overzicht van het Albert-Kanaal in België ter hoogte van Lanaye, dal binnenkort
door Koning Leopold III geopend zal worden
De opstand in Spanje. De centrale garage der autobusdiensten
te Barcelona wordt door soldaten bewaakt
Iets nieuws op jachtgebied In de nabijheid van Basing-
•toke (Engwerd dezer dagen een groote jachtpartij
gehouden. De meute werd naar de plaats van bestem
ming overgebracht in een open wagen welke met netten
was afgedekt
De Nederlandscha deelnemers aan het in
ternationaal concours hippique te Wennen,
die zulke fraaie prestaties leverden. Het
saluut op den sluitingsdag van het ruiterfeest
Kolonel Rescoe Turner arriveerde Maandag
met zijn vliegtuig op het vliegveld te Heston
ter voorbereiding van de Ms'bourne-race,
welke 20 October a s. aanvangt
Martin Lindsay de leider van
de Engelsche poolexpeditie,
welke een gevaarlijken slede-
tocht van 1150 mijl in het
Noordpoolgebied met succes
heeft afgelegd
De voetbalwedstrijd Denemarken Duitschland, welke Zondag te Kopenhagen door het
Duitsche elftal gewonnen werd, had de belangstelling van tienduizenden
Het door A, C. Sommer ge
schilderd portret van Arnold
Spoel, die 26 December a s.
zijn 75sten varjaardag hoopt
t« vieren
Voor den .Zetdaagsche' in hel R A.I -gebouw te Amsterdam zijn de voorbereidingen reeds
begonnen. De baan wordt opgebouwd
rziemj
FEUILLETON
Oorspronkelijke Recherche Roman.
door
J. CHR. TETENBURG.
inspecteur van politie te Utrecht.
7)
Veel last scheen ze er niet van te hebben,
:want op zeer kalme wijze ving ze de andere
[acrobaten in haar veilige armen. Als het zwe-
fvende rek dan met zijn dubbelen last twee
maal heen en weer gezwaaid had, liet ze haar
(partner weer los, die met een anderhalve
i salto weer een eind viel en daar opnieuw door
f een der andere dames werd opgevangen. Even
j later gaf Nah-Iidra nog een solo-nummer,
I waarbij haar tijgerachtige behendigheid in
het klimmen en springen prachtig tot haar
[recht kwam.
i Het was inderdaad een schitterend nummer
[en het was dan ook niet te verwonderen, dat
het publiek in een storm van applaus los-
barstte, dat minutenlang aanhield en nog
voortduurde, toen het vijftal reeds lang ach-
ter de reusachtige portieres was verdwenen.
Nog eenmaal kwamen de dames buigend
1 dankende terug om zich daarna voorgoed
achter de gordijnen terug te trekken. De
bedienden renden binnen om de springplan
ken weg te nemen, terwijl de downs de lach
spieren van het publiek in beweging brachten.
„Kom mee, we moeten haar niet uit het oog
verliezen" zeide Lietsen, van Everdingen
aan zijn mouw trekkende. Deze gehoorzaam
de dadelijk en een minuut later stond, het
speurende tweetal weer buiten.
„Het is nu van groot belang om na te gaan
waar ze zoo dadelijk heengaat", was het
advies van den inspecteur en beide mannen
posteerden zich in de schaduw bij den artis-
i tenuitgang. Lang behoefden ze niet te wach
ten, want weldra verscheen Nah-Indra en
eenn tweetal meisjes, benevens twee heeren
en namen in een auto plaats.
Vlug sprongen Lietsen en zijn helper in een
anderen auto, die door bemiddeling van den
chef der centrale recherche van 's Toren
bosch, beschikbaar was gesteld en door een
van diens rechercheurs bestuurd werd en be
gonnen voorzichtig de achtervolging. Na een
r.it van ongeveer twintig minuten door vrij
drukke straten, stopte de auto bij een klein
landhuisje, dat tusschen groote moderne hui
zenblokken aan een breede laan stond en tot
op dat moment klaarblijkelijk aan de sloo-
pershamers van den modernen tijd was ont
snapt. Het was aan alle kanten door een aar
dig aangelegden tuin omgeven. In den
voortuin stond een bordje met opschrift
„Pension".
Vier der inzittenden stapten er uit en gin
gen door het hek over het tegelpad het huis
binnen, terwijl de man, die er in gebleven was
den auto achterom reed en in een kleine ga
rage plaatste. Ook hij verdween daarop in de
woning
Lietsen en van Everdingen sprongen uit- den
auto en de inspecteur rende direct den tuin in
en verschool zich tusschen de struiken aan de
achterzijde van het huis, zoodanig dat hij den
geheelen achtergevel goed kon overzien.
Van Everdingen posteerde zich achter e.en
groote ribesstruik en kon zoo de voorzijde in
't oog houden.
De chauffeur-rechercheur bleef met den
auto op eenigen afstand wachten om zoo
noodig de achtervolging weer te beginnen.
Het doel van de Politie was, om te weten te
komen, wie van het gezelschap in het huis
thuis hoorden en waarheen zich eventueel de
anderen zouden begeven om vervolgens meer
omtrent hen te weten te komen, zonder dat-
ze zouden bemerken, dat ze werden bespion-
neer d.
De zijkanten van de woning konden zonder
bewaking blijven, omdat de tuin daar grens
de aan de hooge blinde muren der huizen
blokken, Bovendien was er niet te vreezen,
dat de bewoners voorzorgen zouden nemen.
Ze wisten immers totaal niet dat ze gevolgd
werden!
Uit de bovenramen klonk weldra jazz-
grammophoonmuziek en aan het gejoel en
het geschreeuw was duidelijk te hooren, dat
men zich daar boven best amuseerde. De
uren verstreken, maar niemand verliet het
huis. Om drie uur 's nachts hield de mu
ziek op, de lichten doofden, het eene na het
andere en weldra was het huis in diepe rust.
Naar alle waarschijnlijkheid waren de beide
mannen, evenals de vrouwen, pensiongasten.
Overdag zou men dus wel gelegenheid heb
ben een onderzoek naar hun identiteit in te
stellen.
Na nog tot half zes gewacht te hebben
bracht de rechercheur-bestuurder den In
specteur en zijn helper naar hun hotel en
keerde zelf naar het hoofdbureau terug.
HOOFDSTUK VI.
EEN TESTAMENT.
Lietsen besloot nog enkele dagen in 's To-
renlbosch te blijven, om de naaponingen naar
het heden en verleden van Nah-Indra en
haar kameraden voort te kunnen zetten.
Den heelen dag, na dien van hun nachte
lijke inspectie, waren hij en Van Everdingen
op pad, ieder in gezelschap van een recher
cheur der plaatselijke centrale recherche, die
op de meest bereidwillige wijze assistentie
verleenden en den weg wezen naar verschil
lende officieele en onofficieels informatie-
bureaux.
Tenslotte hadden ze 's avonds in hun ho
tel terugkeerende, de volgende gegevens om
trent Nah-Iidra verzameld:
Haar ware naam was Lena Anderts en ze was
te Stocken op 6 Maart 1900 geboren. Haar
levenswijze was gedurende den tijd dat ze
thans in 's Torenbosch woonde, nu niet direct
bijzonder ingetogen te noemen.
Zij had in dien tijd met verschillende
„minnaars" samengewoond. Het was echter
niet meer na te gaan, wie dit geweest waren.
Overigens was bij haar van een bijzonder
misdadigen aanleg nimmer iets gebleken.
Beroovingen of dergelijke waren haar niet
ten laste gelegd geworden. Ook de Politie
van haar voorlaatste verblijfplaats wist niets
positief misdadigs van haai' te vermelden.
Haar ouders waren reeds geruimen tijd te
voren overleden en broers of zusters had ze
nimmer gehad. Ook verder waren geen fami
lieleden van haar bekend.
Zoo had dus Lietsens ontdekking, achteraf
beschouwd, slechts zeer weinig effect gesor
teerd, want al stond nu wel vast, dat de
vrouw op de kamer van den zwerver geweest
moest zijn (bovendien wees daar de valsche
naam Annie Leenderts, die als het ware een
omzetting van haar werkelijken naam was,
ook nog op), er was nog op geen stukken na
aan te toonen, dat dat iets met het ongeluk te
maken had, vooral ook omdat eenig motief
ontbrak.
Heelemaal zonder resultaat was de dag ech
ter zijns inziens niet verloopen. 's Middags
had hij zich namelijk begeven naar het De
partement van Justitie te 's Torenbosch,
alwaar hij gevraagd had, voor hem het Cen
traal Testaments Register na te slaan of een
uiterste wilsbeschikking bestond van Johan
nes Anthonius Janssen, geboren te Aeker-
hoiit, 1 Augustus 1873.
Hierop kreeg hij een ontkennend ant
woord.
Wel wist men hem te vertellen, dat er eer-
testament was gemaakt door Johannes An
thonius Janssen, geboren te Bouwkerken, 3
Februari 1874, zonder beroep en wonende
Bechsteinlaan 25 te 's Torenbosch, dat door
dezen circa 3 jaar tevoren was opgesteld.
De betrokken ambtenaar kan voorts nog
mededeelen, dat het een geheim testament
was, dat berustte bij den notaris G. P. J.
Sierstra, kanthoorhoudende Mandenkade 20
te 's Torenbosch.
Natuurlijk stond de inhoud van het testa
ment niet in dit register en al ware dit het
geval geweest, zoo zou zelfs aan de Politie
onder deze omstandigheden, geen mededee-
ling daarvan worden gedaan.
Daar het geheede geval op uiterst losse
schroeven stond had de_inapecteur terstond
van een verhoor van den Notaris afgezien.
Deze wist immers evenmin den inhoud van i
dit geheime testament, dat slechts geopend
kan worden door den Kantonrechter! j
Omdat zoowel de voornamen, als de leeftijd
van dezen persoon klopten met die van den
verongelukte en Nah-Indra eveneens in deze:
stad verbleef, bracht hij nog een bezoek aan j
het groote rijke heerenhuis op no. 25 in de
Bechsteinlaan.
Op zijn herhaald schellen deed eindelijk een:
ongeveer 50-jarigen man open, waarop on
derstaand gesprek volgde, dat van de zijde
van den inspecteur op uiterst beleefden en
van die van den ander op zeer norschen toon
werd gevoerd:
„Wat mot u?"
„Woont hier de heer Janssen?"
„Ja, en wat zou dat?"
„Ik ben van de Politie en zou meneer
Janssen graag een oogenblik willen spreken".
„Meneer Janssen is niet thuds en komt voor
loopig niet thuis".
„Wanneer verwacht u hem dan weer te
rug?"
„Weet ik niet. Over een paar maanden of
over een paar jaar. Hij is drie maanden ge
leden op reis gegaan",
„Kunt u mij dan ook zeggen, waar rk hem
wel kan vinden?"
„Nee, ik weet het zelf niet. En al wist Ik
het, dan zou ik het nog niet zeggen!"
„Met wien heb ik dan de eer op het mo-
ment te spreken?"
„Met zijn huisbewaarder".
„Maar dan weet u toch wel waarheen hij
gereisd is?"
„Nee, dat heb ik al gezegd. Ik weet er niks
van."
„Als hij terug komt, wilt u hem dan diti
kaartje geven en hem vragen of hij mij wil
berichten?"
„Dat kan me niet schelen. Dat wil ik wel
doen, maar ik zeg u van te voren, dat hij er
zich toch niks van aantrekt!"
„Dan dank ik u bij voorbaat voor uw!
moeite. Goeden middag!" i
-J Wordt vervolgd^