HET NIEUWE AVONDBLAD
Hiaat een. QasUaatd is
Hooit stof of et§mus!
Visscherij-Snufjes
19e JAARGANG No. 291
ZATERDAG 13 OCT. 1934
NMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2^ cents incasso, per kwartaal f 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V,
Directie: P, W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN1—5 regels 10.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000.— bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van
een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.— bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over
lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.Indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-Bank te
Schiedam.
Na de Misdaad.
Het is te hopen dat het in Joego-Slavië goed
afloopt. Het is te hopen dat de nieuwe regent-
schapsraad, door den koning bij testamentaire
beschikking aangewezen en thans ook inder
daad genoemd, alle Serven, Kroaten en S'lo-
venen in toom zal kunnen houden. Ook moet
men hopen dat enkele Joego-Slavisc'he bla
den, die maar „ins Blaue hinein" beweren dat
de moordenaars door de Italianen omgekocht
moeten zijn, hun bezinning terug krijgen.
Dat is punt 1. Joego-Slavië is, na de mis
daad van Marseille, het gevaars-eentrum.
Nu Frankrijk.
Daar heerscht hevige emotie. Ik 'heb in een
Parijsch dagblad een hoofdartikel gelezen,
onderteekend Binet-Valmer waarin deze po
liticus beweert dat hij en zijn vrienden aan de
koningin-weduwe van Joego-Slavië hadden
willen voorstellen, het stoffelijk overschot van
haar gemaal te laten doorreizen naar Parijs.
„Behangen met rouwfloers" zou Parijs het
ontvangen hebben, en het begeleid hebben tot
het graf van den Onbekenden Soldaat. „Een
ganschen nacht", zegt Binet-Valmer, „zouden
wij er bij gewaakt hebben, onwaardig zonder
twijfel om den dialoog van deze twee dooden
te beluisteren. De Fransehe regeering heeft
anders besloten, ongetwijfeld toegevend aan
de tranen van de weduwe
Dezelfde Binet-Valmer heeft het over „den
bevrijdingsoorlog" 19141918. Aangezien hij
daarmee niet bedoelt dat deze oorlog Europa
bevrijd heeft van het levensgeluk van millioe-
nen menschen, van zijn rust en welvaart, een
groot deel van zijn beschaving en een groot
deel van zijn leidenden invloed in de wereld,
schijnt hij er vrij erg aan toe. Zijn demon
stratie-plan bij de Are de Triomphe geeft den
indruk dat het hoog tijd is, den dokter voor
hem te roepen. Voor 't overige heeft de Fran
sehe regeering zijn dwaze plan gelukkig ver
worpenmaar men neemt zooiets als
hoofdartikel in een groot blad op!
De minister van Binnenlandsche Zaken
Sarraut is afgetreden. Een paar onder hem
ressorteerende hooge autoriteiten zijn'afgezet.
Maar of deze concessies aan de volksopwin
ding veel baten zullen? In 1933' werd presi
dent Do urn er (zonder naspeurlijke reden)
vermoord. De zaak-Stavisky en de moord op
den rechter Prince volgden. Nu deze misdaad
in Marseille. Al deze gebeurtenissen hebben
een vreemd licht geworpen op de toestanden
bij de eertijds zoo bekwame en goed-georga-
niseerde Fransehe politie. Onze Parijsehe
correspondent zegt in een artikel in dit blad.,
dat de politie van Marseille „behoudens uit
zonderingen" niet betrouwbaar was en dat de
stad vol gevaarlijke elementen zat terwijl men
bovendien wist dat er kans op een aansla;
bestond. Hoe is dit alles dan mogelijk ge
weest? Waarom heeft men den koning van
Joego-Slavië, die toch als vriend kwam en als
„wapenbroeder" uit den „bevrijdingsoorlog"
zoo frenetiek vereerd .werd, in een dergelijk
oord laten landen? Waarom heeft men hem
zoo primitief bewaakt, hem langzaam laten
rijden door een dergelijk* nest-vol-geboefte,
en er zelfs niet voor gezorgd dat in geval van
een aanslag onmiddellijk medische hulp en
verbandmiddelen aanwezig waren?
Dat minister Barthou, die zich op eigen ini
tiatief per taxi naar een ziekenhuis moest be
geven, stierf aan bloedverlies tengevolge van
het ontbreken van tijdige hulp is wel het
sterkste bewijs van het hopelooze gebrek aan
vorzórgsmaatregelenen aan tegenwoordigheid
van geest bij de aanwezige autoriteiten. Als
men deze treurige historie in Frankrijk met
alle geweld weer als een zaak van „nationale
eer" wil beschouwen zou men het best doen
met te zwijgen en zich te schamen.
De opwinding, die integendeel ontstaan is en
die zich uit in zulke hysterische artikelen als
dat van Binet-Valmer, vol gedaas over de
monstraties en militaire eerbewijzen, een en
al theatraal vertoon van de antieke soort, her
innert op griezelige wijze aan de koorts van
1914. Direct oorlogsgevaar heeft deze misdaad
in Marseille Goddank niet veroorzaakt. Maai
de reactie erop toont wel de trillende span
ning, die in Europa heerscht, op haar ergst.
Men vraagt zich in zekere benauwenis af hoe
veel van de menschen, die de verantwoorde
lijke posten in de verschillende landen bezet
ten. er nog „met hun beide beenen op den
grond zouden staan" ingeval van acuut oor
logsgevaar.
Door het systematisch zaaien van wantrou
wen, het tegen elkaar uitspelen van verschil
lende staten bij den mazzel in oorlogstuig en
het dientengevolge onzinnige opdrijven van
de bewapeningen is al een toestand vol ge
laden spanning geschapen. Gebeurtenissen
als de moorden op Dollfuss en op Alexander
van Joego-Slavië ontketenen een wartaal, die
aan veler verstand doet twijfelen.
En we zijn al zoover teruggezakt in de be
schaving, dat koel-oordeelende menschen met
de grootste verlichting vernomen hebben dat
de dader een Kroaat en geen Italiaan was. Als
hij een. Italiaan was geweest, had dat oorlog
bunnen beteekenen
Zoo leven we weer in de sfeer van 1914. En
toch zou, als de dader een Italiaan was ge
weest, dat volstrekt niet bewezen hebben dat
de Italiaansche regeering ook maar het ge
ringste van de zaak afwist.
Om tö zwijgen vain het Italiaansche volk.
dat dan zeker weer hondierdduizieniden
jonge menschen aan de goedkoop-melodra-
Bnatieshen waanzin had moeten opofferen!
'~eluk>'was het toevallig een Kroaat. Het
as tè wenschen dat de overlevende staats
hoofden zich voorloopig onder de strengste be
waking binnen hun eigen grenzen zullen op
houden. Het is geen tijd meer voor hen om te
reizen, en de hemel beware Europa als er eens
op één geschoten mocht worden door een man
wiens land juist in minder goede relatie met
het zijne staat.
R. Et*
Een merkwaardige zwerftocht
IJMUIDEN
Mysterieus wrak in Indische wateren.
Een eigenaardige ontdekking deed verleden
weeik de kustwacht van Tjilatjap, de bekende
haven aan de Zuidkust van Java. Men zag op
ongeveer 800 Meter uit den wal een myste
rieus wrak, gedeeltelijk onder gedeeltelijk bo
ven water, van een onbekend vaartuig drij
ven.
Teneinde de identiteit van dit wrak te ont
hullen moeten we teruggaan tot den zomer
van 1924.
De Bollanüsöhe Aanneming Maatschappij,
in de wandeling „H.A.M." genaamd, had in
dat jaar een contract afgesloten voor bag-
gerwerken in het voormalig Duitsch Zuid-
West-Afrika, dat na den ooi-log onder protec
toraat van Engeland kwam te staan. De eeni-
ge goede haven van dat gebied was Walvisch-
baai, een baai, die teneinde haar voor groote
schepen toegankelijk te maken, door de HAM
zou worden uitgediept en vergroot.
Deze had te Soerabaja uitgebreid bagger-
materiaal liggen en droeg het transport daar
van aan Bureau Wijsmuller alhier op. Deze
sleepreizen zouden door de sleepbooten
Utrecht en Friesland van dat bureau ver
richt worden, sleepreizen die, gezien de on
evenwichtige gebieden waardoor deze trans
porten zouden moeten plaats vinden, aan onze
Hollandsche zeesleepers hooge eischen stel
den.
Men vertrok 10 April 1924 van Soerabaya. De
Utrecht sleepte den baggermolen HAM 75,
den onderlossei' HAM 81 met daarop de sleep
boot HAM 57 en de Friesland de onderlossers
HAM 79. 69 en 80 met daarop resp. de zolder
balk HAM 37 en 2 sleepbootjes!
De booten stonden onder commando van
resp. de bekende sleepbootkapiteins W. P.
•Dijk en J. Kalkman.
Men ondervond op de uitreis zeer veel te
genslag. De dikwijls ruwe zee gepaard met
onbestendige winden, deden de reis niet voor
spoedig verloopen.
In de buurt van Poït-Elïsabeth (Z.O.-kust
van Z.-Afrika) werden de beide sleepen be-
loopen door een zwaren storm, welike bijna
36 uur aanhield. Tijdens dit noodweer braken
alle sleeptrossen en sloegen de vaartuigen op
drift. De Friesland liep een noodhaven binnen
doch vertrok weer zoo spoedig mogelijk, na
dat het weder gekalmeerd was, naar zee op
zoek naar het losgeslagen baggermateriaal.
Ondertusschen werd draadloos gerappor
teerd en kwam men in verbinding met de
Utrecht, die het geluk had gehad, ten koste
van enorme inspanning de 80 weer op sleep
touw te kunnen krijgen. Deze laatste sleep
boot liep 23 Juni Port-Elisabeth binnen, waar
ze haar sleep deponeerde, bunkerde en weer
op zoek ging.
De Friesland wist, na eindeloos radio-na
vraag gedaan te hebben, de 69 op te pikken,
en tevens de bemanning der 81, welke meldde
dat deze lek geslagen en gezonken was. Men
was, toen redding der 81 onmogelijk bleek, in
de sloep gegaan en was gered door het En
jelsche stoomschip „Travelier", die dit aan
de Friesland meldde.
Dat deze redding op zichzelf reeds een
groote bijzonderheid was, zal een ieder, welke
dit gebied van den Indischen Oceaan met zijn
verraderlijke stroomingen en zelden-bevaren
wateren kent, kunnen begrijpen. Men denke
slechts aan den bekenden tocht van de schip
breukelingen der „Trevessa" (1924.)
De 75 en 79 ontbraiken nu nog. De Utrecht
wist de eerste wederom vast te maken
beide booten gingen op ,zoek naar de 79. Na
twee dagen te hebben gespeurd, werd het
(Adv. IngezMed.)
Het laatste nummer van De IJmuider Fe
deratie bevat een uitvoerig en interessant
artikel over het visscherijbedrijf en wel over
de regeeringshulp.
In de -eerste plaats wordt in dit artikel
herinnerd aan de verschillende rapporten
over de crisis en de werkloosheid in het be
drijf en voorts aan de stichting van de Ne-
derlandsche Visscherij Centrale, waarin
iedere tak van het Nederlandsche visscherij
bedrijf vertegenwoordigd is. Ook de schrij
ver van dit artikel is van dezelfde meening
die reeds in ons blad kenbaar is gemaakt
n.l. dat de taak van dit bestuur (het be
stuur der V. C.) een omvangrijke en ver
bazend moeilijke zal zijn.
Reorganisatie is noodig.
PETRUS KALEMEN, de moordenaar van
koning Alexander en minister Barthou.
DE TOESTAND
IN HET VISSCHERIJBEDRIJF.
Regeeringshulp.
WINKELWEEK GEN. CRONJESTR,
Doet U ook mee aan onze prijsvraag?
ZIET ONZE ETALAGE
EERSTE SCH0TENSCHE PAPIERHANDEL
Gen. Cronjéstr. 135, Haarlem (N.), Tel. 11657
(Adv. Ingez. Med.)
zoe'ken opgegeven en de 79 werd dus als ver
loren beschouwd. Het was een. z.g. onderlos-
ser, een zeer groote modderbak, voorzien van
luchtkasten en alleszins zeewaardig. Gelukkig-
was de bemanning, uit runners bestaande,
zoodra de 79 losgeslagen was, reeds overge
gaan op de sleepboot.
De kustwachten werden gewaarschuwd om
uit te zien naar het eventueel aanspoelen van
de 79, doch nergens werd een spoor van het
vaartuig ontdekt. Op order van de directie
van Bureau Wijsmuller zocht men nog 3 da
gen, daarop keerden de booten terug en arri
veerden met de rest van het transport 24 Juli
te Walvisohbaai.
Men schreef toen 1924!
In Februari 1925 werd door het op reis van
Kaapstad naar Melbourne zijnde Engelsche
s.s. „Treverbyn" bij haar aankomst in laatst
genoemde haven gerapporteerd, dat zij de 79
had zien drijven op ongeveer 1200 mijl west
van Kaap Leeuwin.
In den zomer van '26, dus 2 jaar na het
verloren gaan van de sleep, meende men de
79 in de omgeving van Perth, aan de Z.W,
kust van Australië gezien te hebben. Daarna
verdween de 79 en werd geacht te zijn gezon
ken.
Thans 10 jaar na het losbreken duikt zij
weer op! Nu aan Java's Zuidkust. Wat zijn de
omzwervingen van dit -wrak geweest? Heeft
het wellicht gedurende jaren „ergens" in on
bewoonde streken op strand gezeten? Nie
mand weet het.
Wel is het merkwaardig, dat zij na 10 jaar te
hebben gezworven in gebieden, waar stormen,
stroomingen, riffen en rotsen overvloedig zijn,
nog drijvende is!
Het pleit in ieder geval voor haar zeewaar
digheid!
INSTUIF WEER GEOPEND.
Evenals verleden jaar zal de Chr. Jonge-
mannen veireeniging te IJnuulden-Oost, ook
dezen winter weer een Instuif openen. De
consistorie der Ned. Hervormde Kerk aan de
Kalversitraat is door de leden gezellig inge
richt met tafeltjes, schemerlampjes en kleed
jes. Voor de aanwezigheid van dam- en
schaakborden, sjoelbak en tafeltennis zal ge
zorgd worden, terwijl voorts aan de bezoekers
een kopje thee geschonken zal worden.
Jongemannen kunnen dus in plaats van op
straat rond te loopen, eenige uren gezellig
doorbrengen in een gezellige omgeving.
De opening vindt morgen plaats.
ZONDAGSDIENST DER APOTHEKEN.
De Zondagsdienst der apotheken wordt
morgen waargenomen door de IJmuider Apo
theek, Koningsplein. Deze apotheek is tevens
aangewezen voor den nachtdienst in die vol
gende week.
Het blad vervolgt dan:
In ieder geval is hier noodig een algeheele
reorganisatie, zoowel op het gebied der be
drijfsvoering als zoodanig, zooals het den
aanvoer en afzet van het product, het dis
tributiesysteem en nog zoo vele andere, voor
de bestaanszekerheid in de toekomst van de
Nederlandsche visscherij noodzakelijke din
gen, welke ieder voor zich een geheel pro.
bleem inhouden, met al het vele en moeilijke
werk hieraan verbonden.
In de van de hierboven genoemde com
missies verschenen rapporten echter, zijn
naar onze meening de richtlijnen voor het
oplossen der problemen zeer goed aangegeven
en in feite is door deze voor het bestuur der
Nederlandsche vischerij-centrale het voorbe
reidende werk reeds gedaan. In het bijzon
der hebben wij hier op het oog de conclu
sies in het rapport van de Rijkscommissie tot
werkverruiming. De taak van deze commissie
was, nat te gaan, middels welke maatrege
len voor het IJmuider visscherijbedrijf in dit
bedrijf tot werkverruiming kon worden ge
komen. Deze commissie heeft na grondi]
derzoek de regeering gerapporteerd en in dit
rapport zijn inderdaad de maatregelen ge
noemd, welke tot werkverruiming zullen
leiden, niet alleen voor de direct in het
visscherijbedrijf werkzame arbeiders, maar
ook voor anderen (metaal-industrie door
vernieuwing van de vloot).
En al zit bij de hulpverleening aan dit be
drijf, als wij ons niet vergissen, bij de re
geering in de allereerste plaats voor, be
houd van dit bedrijf en pas in de tweede
plaats werkven-uiming, het rapport van de
commissie-Weiter goed beziende, komt men
tot dezelfde volgorde, immers de hierin voor
komende conclusies beoogen in de allereei'ste
plaats behoud van dit bedrijf, omdat dit niet
anders kon, en eerst daarna en dus bij de
verwerkelijking van deze conclusies kan men
tot den uitbouw en dus tot werkverruiming
komen.
Wat gaat gebeuren?
De regeering zelf nu geeft ten aanzien van
de hulpverleening voor de Nederlandsche
visscherij de volgende maatregelen aan:
Een meer ï-egelmatige aanvoer; verruimini
van den afzet en vermindeiang van de pro
ductiekosten door samenwerking en verbe
tering op bedrijfsorganisatorisch gebied, be.
nevens maatregelen ten opzichte van den
uitvoer van fijne visch naar Frankrijk.
In deze, in feite vrij simpel aangegeven
maatregelen, die genomen zullen worden om
het bedrijf op een loonende basis te bren
gen, kan en naar wij hopen zal het geheele
programma van de door de Rijkscommissie
voor werkverruiming aangegeven serie maat
regelen iix hoofdzaak zijn gelegen.
Wij hebben hierin temeer vertrouwen, om
dat met het stichten door de regeering van
de Ned. Visscherijcentrale een der eerste
conclusies uit het rapport-Weiter, voor v/at
de hoofdzaak betreft, reeds werd verwezen
lijkt, immers wordt daarin gezegd:
.Het is gewenscht, een centraal orgaan te
scheppen met medewerking der regeering en
met medewerking van belanghebbenden, dat
in den meest uitgebreiden zin de richtlijnen
uitwerkt, volgens welke het bedrijf moet
worden georganiseerd. Dit orgaan dient
voorlichting te geven bij de uitvoering dei-
reorganisatie, alsmede, waar dit noodii
mocht zijn, bemiddelend op te treden, opdat
een behoorlijke samenwerking tusschen de
bedrijfsgenooten en ondei'deelen van het ge
heele bedrijf worde verkregen en behouden'
De schrijver vei*wacht, dat aan de Vis
scherij Centrale ook zal worden opgedragen
Het in den meest uitgebreiden zin uit
werken van de richtlijnen volgens welke het
bedrijf moet worden georganiseerd; het geven
van voorlichting bij de uitvoering der reox--
ganisatie; het, waar dit noodig mocht zijn.
bemiddelend optreden tot het verkrijgen van
een behooi-lijke samenwei-king tusschen be
di'ijfsgenooten, benevens de verwerkelijking
van de in dit rapport genoemde, direct te
nemen, voor den uitbouw van dit bedrijf,
noodzakelijke maatregelen.
Bijzondei-e aandacht verdient voorts uit dit
rapport dat wat ter onmiddellijke verbete
ring wordt aangegeven, waarbij men het oog
heeft op het feit, dat nog zeer vele voor de
exploitatie onvoordeelige trawlers aan de
visscherij deelnemen. Hetgeen deze commissie
hierbij aanbeveelt komt op het volgende
neer.
,Het uit de vaart nemen van oude of on-
slag van het rijk tewerk te stellen, vooi--
zoover zij gebruikt worden voor den sloop
van de IJmuider stoomtrawlervloot, waar
door de slooperijen in staat gesteld worden,
betere prijzen te betalen voor de aan te
koopen schepen en de reederijen niet alleen
zouden ontlasten van minderwaardige
schepen, doch tevens haar liquiditeitspositie
zouden verbeteren. Een andere wijze, om
definitief uit de vaart nemen van oude
schepen te bevorderen, zou hierin kunnen
bestaan, dat aangemoedigd wordt de bouw
van nieuwe schepen ter vervanging van de
oude".
Het blad acht dit een bedrijfsbelang van de
eerste orde en het bestuur zal hieraan ook
de grootst mogelijke aandacht hebben te
schenken. Men zal hierbij goed doen zich
allereerst te realiseeren, dat onder de thans
varende booten er een aantal zijn, welke
wat doelmatigheid betreft, beter in de Haring
heven konden liggeix, of beter, zooals de com
missie voorstelt, beter konden worden ge
sloopt. Aan den anderen kant echter liggen
er momenteel in de haven, welke, alweer wat
doelmatigheid betreft, beter zouden kunnen
varen dan die thans aan de visscherij deel
nemen. In ieder geval zal, om de beste re
sultaten te verkrijgen, de scherpste selectie
moeten worden toegepast en wat we dan in
deze dagen als onbruikbaar moeten aan
merken, zal zeker voor de toekomst evenmin
meer waarde hebben en dan is inderdada
de voor de haxxd liggende conclusie: sloopen,
met het werk, voor vele nijvere handen daar
aan verbonden.
Een ander type kuslöoot.
Tegelijkertijd is hiermee dan aan de orde
gesteld de vernieuwing van onze vloot. Hierbij
zal in de allereerste plats moeten worden
gedacht aan het ontwerpent van een ander
type kustboot. De tegenwoordige kuststoom-
trawler heeft door de geheele crisis heen en
tot vandaag den dag zoozeer zijn onbruik
baarheid bewezen, dat wel niemand meer
eenig vertrouwen in de toekomst van dit type
zal hebben behouden. Onze z.g.n. schelvisch-
booten kunnen nog wel mee, ook gezien de
bedrijfsresultaten, welke over het geheele
jaar genomen, niet slecht zijn. Als we evenwel
in de toekomst ook andere, zeeën dan de
Noordzee moeten bevisschen, mogelijk wel om
in de behoefte van eigen vischetend publiek
te vooi'zien, dan zal ook een gedeelte van
deze vloot door hiervoor doelmatige schepen
moeten worden vervangen. We behoeven
hier mar te kijken naar wat Engeland en
Duitschland op dit gebied presteeren, om
van de noodzakelijkheid hiervan overtuigd te
zijn.
exic.
Het groote tekort aan visch is er en zal er
voorloopig nog wel blijven. Dit is zeer jammer,
immers de handel heeft alle wind noodig om
zeilende te blijven. Wanneer er wat vraag is
moet dit- uitgebuit kunnen worden en moest
het feitelijk, vooral in dezen tijd, niet kunnen
gebeuren, dat er zulk een schreeuwend tekort
op de markt is. Er is voortdurend te weinig
sehelvisch en kabeljauw en dat levert steeds
allerlei moeilijk- en nai-igheden op.
Natuurlijk waren de besommingen weer na
venant. Slechte reizen kwamen deze week
eigenlijk niet voor, noch bij de kustbooten. Dat
de haringbooten het er nog steeds behoorlijk
afbrengen is louter en alleen te danken aan
de ruime vangsten. Want de prijs js matig,
zoodra de kwaliteit ook maar iets afwijkt zelfs
zeer laag. En daarom zal het wel niet druk
worden met den aanvoer, Er kwamen deze
week een paar koppeltjes binnen; de besom
mingen waren nog zuinig en als er nog wat
van den drifteraanvoer komt, is dit alleen,
omdat de Engelschen er anders geen weg mee
weten.
Er kwamen deze week 47 trawlers aan den
afslag, waarvan er elf meer dan 3000 gld. be-
somden; hiervan staan aan den kop de Am
sterdam IJM. 58 met f 4580, de Bergen IJM. 16
met f 4370 en heelemaal boven aan de IJM. 26
met f 5760. Het is wel aardig eens de resul
taten van de laatste zeven reizen van dezen
trawler te memoreeren. Hier zijn ze: f 3181,
f 4119, f 2963, f 4408, f 3718, f 4608 en f 5760.
Men ziet, er zit zelfs eenige climax in.
En nu wachten we met groote spanning naar
het werk van de Stichting Nederlandsche Vis
scherij Centrale. „Wachten" is eigenlijk het
woord niet, want het is nog te vroeg om er op
te wachten. Dit zou wel wat al te veel van den
ijver van dit nieuwe instituut gevergd zijn.
Want de stichting zal aan IJmuiden een heele
kluif hebben; maar als ze dan tenslotte een
oplossing of een verbetering komt brengen,
zullen wij er haar des te dankbaarder om zijn.
De IJmuider Federatie, het orgaan van de
organisatie van dien naam, bevat over deze
zaak een interessante beschouwing. Het is in
derdaad juist wat het blad zegt, dat in de van
de diverse commissies verschenen rapporten de
richtlijnen voor het oplossen der problemen
zeer goed zijn aangegeven. En daarom zal het
velen met mij hebben gefrappeerd, dat er nog
een rapport moest komen. Ik herhaal wat ik
altijd heb gezegd; we moeten meer visch eten
en we moeten rationeeler werken, anders
geeft alles wat men ons aan de hand doet
niets. Als we eerst maar evenveel visch eten.
als in Duitschland en de kolen op dezelfde
wijze aangevoerd krijgen als in Grimsby: uit
den wagon (natuurlijk rechtstreeks van de
mijnen) of uit het schip (dito dito) linea rec
ta in den trawler, dan zijn we al flink opge
schoten. Dit zijn beide zaken die geen geld
kosten, integendeel. Voor het andere als sloo-
Bij zijn vertrek uit Londen werd de jeugdige koning van Joego-Slavië, Peter II,
hartelijk door de menigte toegejuicht,
bruikbare schepen en deze te doen opkoopen pen van oude schepen, bouwen van nieuwe
voor sloopersdaeleinden. Dit zou wellicht I en wat dies meer zij, dient de regeering bij te
mogelijk zijn, door, ten behoeve van del springen.
scheepsslooperij en, werklooaen met een toe- 1 PIETERMAN,