HET NIEUWE AVONDBLAD Hiaat een. QasUaatd is Hooit stof of et§mus! Visscherij-Snufjes 19e JAARGANG No. 291 ZATERDAG 13 OCT. 1934 NMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2^ cents incasso, per kwartaal f 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V, Directie: P, W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN1—5 regels 10.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.— bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.Indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-Bank te Schiedam. Na de Misdaad. Het is te hopen dat het in Joego-Slavië goed afloopt. Het is te hopen dat de nieuwe regent- schapsraad, door den koning bij testamentaire beschikking aangewezen en thans ook inder daad genoemd, alle Serven, Kroaten en S'lo- venen in toom zal kunnen houden. Ook moet men hopen dat enkele Joego-Slavisc'he bla den, die maar „ins Blaue hinein" beweren dat de moordenaars door de Italianen omgekocht moeten zijn, hun bezinning terug krijgen. Dat is punt 1. Joego-Slavië is, na de mis daad van Marseille, het gevaars-eentrum. Nu Frankrijk. Daar heerscht hevige emotie. Ik 'heb in een Parijsch dagblad een hoofdartikel gelezen, onderteekend Binet-Valmer waarin deze po liticus beweert dat hij en zijn vrienden aan de koningin-weduwe van Joego-Slavië hadden willen voorstellen, het stoffelijk overschot van haar gemaal te laten doorreizen naar Parijs. „Behangen met rouwfloers" zou Parijs het ontvangen hebben, en het begeleid hebben tot het graf van den Onbekenden Soldaat. „Een ganschen nacht", zegt Binet-Valmer, „zouden wij er bij gewaakt hebben, onwaardig zonder twijfel om den dialoog van deze twee dooden te beluisteren. De Fransehe regeering heeft anders besloten, ongetwijfeld toegevend aan de tranen van de weduwe Dezelfde Binet-Valmer heeft het over „den bevrijdingsoorlog" 19141918. Aangezien hij daarmee niet bedoelt dat deze oorlog Europa bevrijd heeft van het levensgeluk van millioe- nen menschen, van zijn rust en welvaart, een groot deel van zijn beschaving en een groot deel van zijn leidenden invloed in de wereld, schijnt hij er vrij erg aan toe. Zijn demon stratie-plan bij de Are de Triomphe geeft den indruk dat het hoog tijd is, den dokter voor hem te roepen. Voor 't overige heeft de Fran sehe regeering zijn dwaze plan gelukkig ver worpenmaar men neemt zooiets als hoofdartikel in een groot blad op! De minister van Binnenlandsche Zaken Sarraut is afgetreden. Een paar onder hem ressorteerende hooge autoriteiten zijn'afgezet. Maar of deze concessies aan de volksopwin ding veel baten zullen? In 1933' werd presi dent Do urn er (zonder naspeurlijke reden) vermoord. De zaak-Stavisky en de moord op den rechter Prince volgden. Nu deze misdaad in Marseille. Al deze gebeurtenissen hebben een vreemd licht geworpen op de toestanden bij de eertijds zoo bekwame en goed-georga- niseerde Fransehe politie. Onze Parijsehe correspondent zegt in een artikel in dit blad., dat de politie van Marseille „behoudens uit zonderingen" niet betrouwbaar was en dat de stad vol gevaarlijke elementen zat terwijl men bovendien wist dat er kans op een aansla; bestond. Hoe is dit alles dan mogelijk ge weest? Waarom heeft men den koning van Joego-Slavië, die toch als vriend kwam en als „wapenbroeder" uit den „bevrijdingsoorlog" zoo frenetiek vereerd .werd, in een dergelijk oord laten landen? Waarom heeft men hem zoo primitief bewaakt, hem langzaam laten rijden door een dergelijk* nest-vol-geboefte, en er zelfs niet voor gezorgd dat in geval van een aanslag onmiddellijk medische hulp en verbandmiddelen aanwezig waren? Dat minister Barthou, die zich op eigen ini tiatief per taxi naar een ziekenhuis moest be geven, stierf aan bloedverlies tengevolge van het ontbreken van tijdige hulp is wel het sterkste bewijs van het hopelooze gebrek aan vorzórgsmaatregelenen aan tegenwoordigheid van geest bij de aanwezige autoriteiten. Als men deze treurige historie in Frankrijk met alle geweld weer als een zaak van „nationale eer" wil beschouwen zou men het best doen met te zwijgen en zich te schamen. De opwinding, die integendeel ontstaan is en die zich uit in zulke hysterische artikelen als dat van Binet-Valmer, vol gedaas over de monstraties en militaire eerbewijzen, een en al theatraal vertoon van de antieke soort, her innert op griezelige wijze aan de koorts van 1914. Direct oorlogsgevaar heeft deze misdaad in Marseille Goddank niet veroorzaakt. Maai de reactie erop toont wel de trillende span ning, die in Europa heerscht, op haar ergst. Men vraagt zich in zekere benauwenis af hoe veel van de menschen, die de verantwoorde lijke posten in de verschillende landen bezet ten. er nog „met hun beide beenen op den grond zouden staan" ingeval van acuut oor logsgevaar. Door het systematisch zaaien van wantrou wen, het tegen elkaar uitspelen van verschil lende staten bij den mazzel in oorlogstuig en het dientengevolge onzinnige opdrijven van de bewapeningen is al een toestand vol ge laden spanning geschapen. Gebeurtenissen als de moorden op Dollfuss en op Alexander van Joego-Slavië ontketenen een wartaal, die aan veler verstand doet twijfelen. En we zijn al zoover teruggezakt in de be schaving, dat koel-oordeelende menschen met de grootste verlichting vernomen hebben dat de dader een Kroaat en geen Italiaan was. Als hij een. Italiaan was geweest, had dat oorlog bunnen beteekenen Zoo leven we weer in de sfeer van 1914. En toch zou, als de dader een Italiaan was ge weest, dat volstrekt niet bewezen hebben dat de Italiaansche regeering ook maar het ge ringste van de zaak afwist. Om tö zwijgen vain het Italiaansche volk. dat dan zeker weer hondierdduizieniden jonge menschen aan de goedkoop-melodra- Bnatieshen waanzin had moeten opofferen! '~eluk>'was het toevallig een Kroaat. Het as tè wenschen dat de overlevende staats hoofden zich voorloopig onder de strengste be waking binnen hun eigen grenzen zullen op houden. Het is geen tijd meer voor hen om te reizen, en de hemel beware Europa als er eens op één geschoten mocht worden door een man wiens land juist in minder goede relatie met het zijne staat. R. Et* Een merkwaardige zwerftocht IJMUIDEN Mysterieus wrak in Indische wateren. Een eigenaardige ontdekking deed verleden weeik de kustwacht van Tjilatjap, de bekende haven aan de Zuidkust van Java. Men zag op ongeveer 800 Meter uit den wal een myste rieus wrak, gedeeltelijk onder gedeeltelijk bo ven water, van een onbekend vaartuig drij ven. Teneinde de identiteit van dit wrak te ont hullen moeten we teruggaan tot den zomer van 1924. De Bollanüsöhe Aanneming Maatschappij, in de wandeling „H.A.M." genaamd, had in dat jaar een contract afgesloten voor bag- gerwerken in het voormalig Duitsch Zuid- West-Afrika, dat na den ooi-log onder protec toraat van Engeland kwam te staan. De eeni- ge goede haven van dat gebied was Walvisch- baai, een baai, die teneinde haar voor groote schepen toegankelijk te maken, door de HAM zou worden uitgediept en vergroot. Deze had te Soerabaja uitgebreid bagger- materiaal liggen en droeg het transport daar van aan Bureau Wijsmuller alhier op. Deze sleepreizen zouden door de sleepbooten Utrecht en Friesland van dat bureau ver richt worden, sleepreizen die, gezien de on evenwichtige gebieden waardoor deze trans porten zouden moeten plaats vinden, aan onze Hollandsche zeesleepers hooge eischen stel den. Men vertrok 10 April 1924 van Soerabaya. De Utrecht sleepte den baggermolen HAM 75, den onderlossei' HAM 81 met daarop de sleep boot HAM 57 en de Friesland de onderlossers HAM 79. 69 en 80 met daarop resp. de zolder balk HAM 37 en 2 sleepbootjes! De booten stonden onder commando van resp. de bekende sleepbootkapiteins W. P. •Dijk en J. Kalkman. Men ondervond op de uitreis zeer veel te genslag. De dikwijls ruwe zee gepaard met onbestendige winden, deden de reis niet voor spoedig verloopen. In de buurt van Poït-Elïsabeth (Z.O.-kust van Z.-Afrika) werden de beide sleepen be- loopen door een zwaren storm, welike bijna 36 uur aanhield. Tijdens dit noodweer braken alle sleeptrossen en sloegen de vaartuigen op drift. De Friesland liep een noodhaven binnen doch vertrok weer zoo spoedig mogelijk, na dat het weder gekalmeerd was, naar zee op zoek naar het losgeslagen baggermateriaal. Ondertusschen werd draadloos gerappor teerd en kwam men in verbinding met de Utrecht, die het geluk had gehad, ten koste van enorme inspanning de 80 weer op sleep touw te kunnen krijgen. Deze laatste sleep boot liep 23 Juni Port-Elisabeth binnen, waar ze haar sleep deponeerde, bunkerde en weer op zoek ging. De Friesland wist, na eindeloos radio-na vraag gedaan te hebben, de 69 op te pikken, en tevens de bemanning der 81, welke meldde dat deze lek geslagen en gezonken was. Men was, toen redding der 81 onmogelijk bleek, in de sloep gegaan en was gered door het En jelsche stoomschip „Travelier", die dit aan de Friesland meldde. Dat deze redding op zichzelf reeds een groote bijzonderheid was, zal een ieder, welke dit gebied van den Indischen Oceaan met zijn verraderlijke stroomingen en zelden-bevaren wateren kent, kunnen begrijpen. Men denke slechts aan den bekenden tocht van de schip breukelingen der „Trevessa" (1924.) De 75 en 79 ontbraiken nu nog. De Utrecht wist de eerste wederom vast te maken beide booten gingen op ,zoek naar de 79. Na twee dagen te hebben gespeurd, werd het (Adv. IngezMed.) Het laatste nummer van De IJmuider Fe deratie bevat een uitvoerig en interessant artikel over het visscherijbedrijf en wel over de regeeringshulp. In de -eerste plaats wordt in dit artikel herinnerd aan de verschillende rapporten over de crisis en de werkloosheid in het be drijf en voorts aan de stichting van de Ne- derlandsche Visscherij Centrale, waarin iedere tak van het Nederlandsche visscherij bedrijf vertegenwoordigd is. Ook de schrij ver van dit artikel is van dezelfde meening die reeds in ons blad kenbaar is gemaakt n.l. dat de taak van dit bestuur (het be stuur der V. C.) een omvangrijke en ver bazend moeilijke zal zijn. Reorganisatie is noodig. PETRUS KALEMEN, de moordenaar van koning Alexander en minister Barthou. DE TOESTAND IN HET VISSCHERIJBEDRIJF. Regeeringshulp. WINKELWEEK GEN. CRONJESTR, Doet U ook mee aan onze prijsvraag? ZIET ONZE ETALAGE EERSTE SCH0TENSCHE PAPIERHANDEL Gen. Cronjéstr. 135, Haarlem (N.), Tel. 11657 (Adv. Ingez. Med.) zoe'ken opgegeven en de 79 werd dus als ver loren beschouwd. Het was een. z.g. onderlos- ser, een zeer groote modderbak, voorzien van luchtkasten en alleszins zeewaardig. Gelukkig- was de bemanning, uit runners bestaande, zoodra de 79 losgeslagen was, reeds overge gaan op de sleepboot. De kustwachten werden gewaarschuwd om uit te zien naar het eventueel aanspoelen van de 79, doch nergens werd een spoor van het vaartuig ontdekt. Op order van de directie van Bureau Wijsmuller zocht men nog 3 da gen, daarop keerden de booten terug en arri veerden met de rest van het transport 24 Juli te Walvisohbaai. Men schreef toen 1924! In Februari 1925 werd door het op reis van Kaapstad naar Melbourne zijnde Engelsche s.s. „Treverbyn" bij haar aankomst in laatst genoemde haven gerapporteerd, dat zij de 79 had zien drijven op ongeveer 1200 mijl west van Kaap Leeuwin. In den zomer van '26, dus 2 jaar na het verloren gaan van de sleep, meende men de 79 in de omgeving van Perth, aan de Z.W, kust van Australië gezien te hebben. Daarna verdween de 79 en werd geacht te zijn gezon ken. Thans 10 jaar na het losbreken duikt zij weer op! Nu aan Java's Zuidkust. Wat zijn de omzwervingen van dit -wrak geweest? Heeft het wellicht gedurende jaren „ergens" in on bewoonde streken op strand gezeten? Nie mand weet het. Wel is het merkwaardig, dat zij na 10 jaar te hebben gezworven in gebieden, waar stormen, stroomingen, riffen en rotsen overvloedig zijn, nog drijvende is! Het pleit in ieder geval voor haar zeewaar digheid! INSTUIF WEER GEOPEND. Evenals verleden jaar zal de Chr. Jonge- mannen veireeniging te IJnuulden-Oost, ook dezen winter weer een Instuif openen. De consistorie der Ned. Hervormde Kerk aan de Kalversitraat is door de leden gezellig inge richt met tafeltjes, schemerlampjes en kleed jes. Voor de aanwezigheid van dam- en schaakborden, sjoelbak en tafeltennis zal ge zorgd worden, terwijl voorts aan de bezoekers een kopje thee geschonken zal worden. Jongemannen kunnen dus in plaats van op straat rond te loopen, eenige uren gezellig doorbrengen in een gezellige omgeving. De opening vindt morgen plaats. ZONDAGSDIENST DER APOTHEKEN. De Zondagsdienst der apotheken wordt morgen waargenomen door de IJmuider Apo theek, Koningsplein. Deze apotheek is tevens aangewezen voor den nachtdienst in die vol gende week. Het blad vervolgt dan: In ieder geval is hier noodig een algeheele reorganisatie, zoowel op het gebied der be drijfsvoering als zoodanig, zooals het den aanvoer en afzet van het product, het dis tributiesysteem en nog zoo vele andere, voor de bestaanszekerheid in de toekomst van de Nederlandsche visscherij noodzakelijke din gen, welke ieder voor zich een geheel pro. bleem inhouden, met al het vele en moeilijke werk hieraan verbonden. In de van de hierboven genoemde com missies verschenen rapporten echter, zijn naar onze meening de richtlijnen voor het oplossen der problemen zeer goed aangegeven en in feite is door deze voor het bestuur der Nederlandsche vischerij-centrale het voorbe reidende werk reeds gedaan. In het bijzon der hebben wij hier op het oog de conclu sies in het rapport van de Rijkscommissie tot werkverruiming. De taak van deze commissie was, nat te gaan, middels welke maatrege len voor het IJmuider visscherijbedrijf in dit bedrijf tot werkverruiming kon worden ge komen. Deze commissie heeft na grondi] derzoek de regeering gerapporteerd en in dit rapport zijn inderdaad de maatregelen ge noemd, welke tot werkverruiming zullen leiden, niet alleen voor de direct in het visscherijbedrijf werkzame arbeiders, maar ook voor anderen (metaal-industrie door vernieuwing van de vloot). En al zit bij de hulpverleening aan dit be drijf, als wij ons niet vergissen, bij de re geering in de allereerste plaats voor, be houd van dit bedrijf en pas in de tweede plaats werkven-uiming, het rapport van de commissie-Weiter goed beziende, komt men tot dezelfde volgorde, immers de hierin voor komende conclusies beoogen in de allereei'ste plaats behoud van dit bedrijf, omdat dit niet anders kon, en eerst daarna en dus bij de verwerkelijking van deze conclusies kan men tot den uitbouw en dus tot werkverruiming komen. Wat gaat gebeuren? De regeering zelf nu geeft ten aanzien van de hulpverleening voor de Nederlandsche visscherij de volgende maatregelen aan: Een meer ï-egelmatige aanvoer; verruimini van den afzet en vermindeiang van de pro ductiekosten door samenwerking en verbe tering op bedrijfsorganisatorisch gebied, be. nevens maatregelen ten opzichte van den uitvoer van fijne visch naar Frankrijk. In deze, in feite vrij simpel aangegeven maatregelen, die genomen zullen worden om het bedrijf op een loonende basis te bren gen, kan en naar wij hopen zal het geheele programma van de door de Rijkscommissie voor werkverruiming aangegeven serie maat regelen iix hoofdzaak zijn gelegen. Wij hebben hierin temeer vertrouwen, om dat met het stichten door de regeering van de Ned. Visscherijcentrale een der eerste conclusies uit het rapport-Weiter, voor v/at de hoofdzaak betreft, reeds werd verwezen lijkt, immers wordt daarin gezegd: .Het is gewenscht, een centraal orgaan te scheppen met medewerking der regeering en met medewerking van belanghebbenden, dat in den meest uitgebreiden zin de richtlijnen uitwerkt, volgens welke het bedrijf moet worden georganiseerd. Dit orgaan dient voorlichting te geven bij de uitvoering dei- reorganisatie, alsmede, waar dit noodii mocht zijn, bemiddelend op te treden, opdat een behoorlijke samenwerking tusschen de bedrijfsgenooten en ondei'deelen van het ge heele bedrijf worde verkregen en behouden' De schrijver vei*wacht, dat aan de Vis scherij Centrale ook zal worden opgedragen Het in den meest uitgebreiden zin uit werken van de richtlijnen volgens welke het bedrijf moet worden georganiseerd; het geven van voorlichting bij de uitvoering der reox-- ganisatie; het, waar dit noodig mocht zijn. bemiddelend optreden tot het verkrijgen van een behooi-lijke samenwei-king tusschen be di'ijfsgenooten, benevens de verwerkelijking van de in dit rapport genoemde, direct te nemen, voor den uitbouw van dit bedrijf, noodzakelijke maatregelen. Bijzondei-e aandacht verdient voorts uit dit rapport dat wat ter onmiddellijke verbete ring wordt aangegeven, waarbij men het oog heeft op het feit, dat nog zeer vele voor de exploitatie onvoordeelige trawlers aan de visscherij deelnemen. Hetgeen deze commissie hierbij aanbeveelt komt op het volgende neer. ,Het uit de vaart nemen van oude of on- slag van het rijk tewerk te stellen, vooi-- zoover zij gebruikt worden voor den sloop van de IJmuider stoomtrawlervloot, waar door de slooperijen in staat gesteld worden, betere prijzen te betalen voor de aan te koopen schepen en de reederijen niet alleen zouden ontlasten van minderwaardige schepen, doch tevens haar liquiditeitspositie zouden verbeteren. Een andere wijze, om definitief uit de vaart nemen van oude schepen te bevorderen, zou hierin kunnen bestaan, dat aangemoedigd wordt de bouw van nieuwe schepen ter vervanging van de oude". Het blad acht dit een bedrijfsbelang van de eerste orde en het bestuur zal hieraan ook de grootst mogelijke aandacht hebben te schenken. Men zal hierbij goed doen zich allereerst te realiseeren, dat onder de thans varende booten er een aantal zijn, welke wat doelmatigheid betreft, beter in de Haring heven konden liggeix, of beter, zooals de com missie voorstelt, beter konden worden ge sloopt. Aan den anderen kant echter liggen er momenteel in de haven, welke, alweer wat doelmatigheid betreft, beter zouden kunnen varen dan die thans aan de visscherij deel nemen. In ieder geval zal, om de beste re sultaten te verkrijgen, de scherpste selectie moeten worden toegepast en wat we dan in deze dagen als onbruikbaar moeten aan merken, zal zeker voor de toekomst evenmin meer waarde hebben en dan is inderdada de voor de haxxd liggende conclusie: sloopen, met het werk, voor vele nijvere handen daar aan verbonden. Een ander type kuslöoot. Tegelijkertijd is hiermee dan aan de orde gesteld de vernieuwing van onze vloot. Hierbij zal in de allereerste plats moeten worden gedacht aan het ontwerpent van een ander type kustboot. De tegenwoordige kuststoom- trawler heeft door de geheele crisis heen en tot vandaag den dag zoozeer zijn onbruik baarheid bewezen, dat wel niemand meer eenig vertrouwen in de toekomst van dit type zal hebben behouden. Onze z.g.n. schelvisch- booten kunnen nog wel mee, ook gezien de bedrijfsresultaten, welke over het geheele jaar genomen, niet slecht zijn. Als we evenwel in de toekomst ook andere, zeeën dan de Noordzee moeten bevisschen, mogelijk wel om in de behoefte van eigen vischetend publiek te vooi'zien, dan zal ook een gedeelte van deze vloot door hiervoor doelmatige schepen moeten worden vervangen. We behoeven hier mar te kijken naar wat Engeland en Duitschland op dit gebied presteeren, om van de noodzakelijkheid hiervan overtuigd te zijn. exic. Het groote tekort aan visch is er en zal er voorloopig nog wel blijven. Dit is zeer jammer, immers de handel heeft alle wind noodig om zeilende te blijven. Wanneer er wat vraag is moet dit- uitgebuit kunnen worden en moest het feitelijk, vooral in dezen tijd, niet kunnen gebeuren, dat er zulk een schreeuwend tekort op de markt is. Er is voortdurend te weinig sehelvisch en kabeljauw en dat levert steeds allerlei moeilijk- en nai-igheden op. Natuurlijk waren de besommingen weer na venant. Slechte reizen kwamen deze week eigenlijk niet voor, noch bij de kustbooten. Dat de haringbooten het er nog steeds behoorlijk afbrengen is louter en alleen te danken aan de ruime vangsten. Want de prijs js matig, zoodra de kwaliteit ook maar iets afwijkt zelfs zeer laag. En daarom zal het wel niet druk worden met den aanvoer, Er kwamen deze week een paar koppeltjes binnen; de besom mingen waren nog zuinig en als er nog wat van den drifteraanvoer komt, is dit alleen, omdat de Engelschen er anders geen weg mee weten. Er kwamen deze week 47 trawlers aan den afslag, waarvan er elf meer dan 3000 gld. be- somden; hiervan staan aan den kop de Am sterdam IJM. 58 met f 4580, de Bergen IJM. 16 met f 4370 en heelemaal boven aan de IJM. 26 met f 5760. Het is wel aardig eens de resul taten van de laatste zeven reizen van dezen trawler te memoreeren. Hier zijn ze: f 3181, f 4119, f 2963, f 4408, f 3718, f 4608 en f 5760. Men ziet, er zit zelfs eenige climax in. En nu wachten we met groote spanning naar het werk van de Stichting Nederlandsche Vis scherij Centrale. „Wachten" is eigenlijk het woord niet, want het is nog te vroeg om er op te wachten. Dit zou wel wat al te veel van den ijver van dit nieuwe instituut gevergd zijn. Want de stichting zal aan IJmuiden een heele kluif hebben; maar als ze dan tenslotte een oplossing of een verbetering komt brengen, zullen wij er haar des te dankbaarder om zijn. De IJmuider Federatie, het orgaan van de organisatie van dien naam, bevat over deze zaak een interessante beschouwing. Het is in derdaad juist wat het blad zegt, dat in de van de diverse commissies verschenen rapporten de richtlijnen voor het oplossen der problemen zeer goed zijn aangegeven. En daarom zal het velen met mij hebben gefrappeerd, dat er nog een rapport moest komen. Ik herhaal wat ik altijd heb gezegd; we moeten meer visch eten en we moeten rationeeler werken, anders geeft alles wat men ons aan de hand doet niets. Als we eerst maar evenveel visch eten. als in Duitschland en de kolen op dezelfde wijze aangevoerd krijgen als in Grimsby: uit den wagon (natuurlijk rechtstreeks van de mijnen) of uit het schip (dito dito) linea rec ta in den trawler, dan zijn we al flink opge schoten. Dit zijn beide zaken die geen geld kosten, integendeel. Voor het andere als sloo- Bij zijn vertrek uit Londen werd de jeugdige koning van Joego-Slavië, Peter II, hartelijk door de menigte toegejuicht, bruikbare schepen en deze te doen opkoopen pen van oude schepen, bouwen van nieuwe voor sloopersdaeleinden. Dit zou wellicht I en wat dies meer zij, dient de regeering bij te mogelijk zijn, door, ten behoeve van del springen. scheepsslooperij en, werklooaen met een toe- 1 PIETERMAN,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1