utine: Terschelling's mysterie. Werk aan de bliksemboot wordt voortgezet. Thans een nieuwe propeller uitgevonden. De heer Stoete blijft op Octrooibehandeling wachten. In de pers is destijds in verschillende arti kelen gewag gemaakt van een uitvinding op scheepvaartgebied van den heer C. J. Stoete te Zandvoort. Deze uitvinding was niet geba seerd op een verbetering van de principes in zake de voortstuwing van schepen, maar be helsde een geheel nieuw beginsel van voort stuwing. De heer Stoete, die dit beginsel had toegepast in een door hem geconstrueerd klein model van een boot op het eerste gezicht den indruk makend van een drijvende, oorlogs tank trachtte in gezaghebbende kringen de erkenning te verkrijgen dat door zijn vinding een geheel nieuw systeem van voortstuwing van vaartuigen was verwezenlijkt. Het Neder- landsch Scheepsbouwkundig Proefstation te Wageningen, dat zich alleen met serieuze proefnemingen bezighoudt, verklaarde zich be reid een proefneming met de „Bliksemboot", zooals de heer Stoete zijn vaartuig had ge doopt, te verrichten. Het resultaat was voor den uitvinder teleurstellend, want volgens de uitspraak van den directeur van het Proef station was hier van een geheel nieuw prin cipe geen sprake. De heer Stoete berustte niet in deze uitspraak, doch wendde zich tot het Ministerie van Defensie, dat, na aanvan kelijk de uitspraak van den directeur van het Proefstation te hebben onderschreven, enkele weken later, nadat de uitvinder zijn theorieën opnieuw schriftelijk had uiteengezet, met de erkenning kwam dat het meeningsverschil tusschen den heer Stoete en den directeur van het Proefstation alleen daarin bestaat, dat door laatstgenoemde autoriteit het ontlee- nen van de stuwkracht voor het vaartuig aan een met een bepaalde snelheid in tegengestel de richting weggestuwde massa water als het beginsel der voortstuwing wordt beschouwd, terwijl de heer Stoete als beginsel van zijn vinding aanneemt dat daarbij theoretisch een grootere massa met een kleinere snelheid wordt behandeld. Groote waarde voor den uit vinder had echter de mededeeling dat dit be ginsel geen duistere punten laat. Het departement was verder van meening, dat de vinding eerst haar volle waarde zou krijgen, nadat zij op ware grootte zal zijn uit gevoerd en bewijst aan de gestelde verwachtin gen te voldoen. Zóó ver is de heer Stoete echter nog niet; zijn verdere werkzaamheden ten deze heeft hij moeten stopzetten, omdat de octrooibehan deling veel tijd vergt en hij niet zal kunnen doorgaan alvorens de octrooikwestie gere geld is. Intusschen heeft de heer Stoete, die al zijn vrijen tijd aan natuurkundige en technische studies wijdt, niet stilgezeten. In een gesprek, dat wij met hem hadden, deelde hij ons mede een nieuwen propeller te hebben uitgevonden, die bij aanzienlijk minder brandstofverbruik van den motor zelfs nog een grooter trek kracht ontwikkelt dan de bestaande propel lers. De heer Stoete heeft zijn nieuwe vinding „mechanische zeilpropeller" gedoopt. Octrooi is reeds aangevraagd. Proefnemingen hebben volgens den uitvin der aangetoond dat met een gelijk toerental van de bestaande schroeven de motor ten op zichte van den zeilpropeller minder arbeid heeft te verrichten, aangezien de diameter van den propeller kleiner is. Binnenkort zullen op een speciaal hiervoor geconstrueerd vaartuig met den mechanisehen zeilpropeller proeven worden genomen, waar voor ook het Ministerie van Defensie zich in teresseert. De heer Stoete verklaarde tenslotte dat het in het kader van de nieuwe vinding mogelijk is, toestellen te construeeren, die absoluut ver ticaal omhoog stijgen en in de lucht kunnen stilstaan. Een Don Juan achter slot en grendel. Hij trachtte dienstmeisjes op te lichten. De Amsterdamsche politie heeft een man gearresteerd, die er zijn werk van maakte dienstmeisjes, met wie hij liefdesbetrekkingen had aangeknoopt, op te lichten. Hij spiegelde de meisjes allerlei dingen voor en beloofde ze te trouwen, waarbij hij probeerde ze haar spaarduitjes afhandig te maken. De man was reeds getrouwd. Hij werd aangehouden toen hij een Oostenrijksche, die de zaak niet meer vertrouwde en de politie van een en ander op de hoogte had gesteld, een som gelds wilde afzetten. Zware brand te Kerkdriel. Twee huizen een prooi der vlammen. Vrijdagavond omstreeks negen uur zijn in de gemeente Kerkdriel twee woningen een prooi der vlammen geworden. De brand ontstond in de woning van J. Jaarsveld- Het huis stond weldra in lichte laaie en de vlammen sloegen over naar het naast/bijgelegen 'pand van den heer G. v. d. Anker, waar een meelharidel is gevestigd. Ook dit huis brandde af. Een groote hoeveelheid meel ging verloren. De omliggende huizen, die alle met riet gedekt zijn, werden door de bewoners en de motorbrandspuit van Kerkdriel natgehouden. De oorzaak van den brand is onbekend. Uitstel van behandeling der Onnes-zaak? Verzoek bij het Hof ingediend. Zooals wij reeds meldden, zal op 6 Novem ber de heer Onnes van Nijenrode voor het gerechtshof te Amsterdam terechtstaan. De dagvaarding hiertoe kon hem niet worden beteekend, daar zijn vaste woon- of ver blijfplaats in Nederland niet bekend is. Thans is de dagvaarding aangeplakt aan het paleis van justitie aan de Prinsengracht te Amster dam. De heer Onnes woont thans op zijn land goed in Mecklenburg, waar hij zich voorgoed heeft gevestigd. Er is dus geen sprake van dat zijn adres niet bekend is bij de Justitie. Vrijdagmiddag hebben de beide verdedigers van den heer Onnes, mr. Th. Muller Massis en mr. N. J. Kappeyne van de Copello te Utrecht een onderhoud met hun cliënt gehad. Deze deelde mede, dat hij een keeloperatie zal moeten ondergaan, waardoor hem het spreken geruimen tijd onmogelijk zal zijn. In verband hiermede verzocht de heer Onnes zijn verdedigers stappen te doen om de be handeling van de zaak die 6 November aan zou vangen, uitgesteld te krijgen tot lateren datum, daar hij op de zitting tegenwoordig wil zijn. Reeds Vrijdag is een desbetreffend verzoek ingediend bij den procureur-generaal en bij den. presidént van het gerechtshof. Over het verzoek is uiteraard nog niet beslist. DE LUTO TE AMSTERDAM GEOPEND. De Luchtvaarttentoonstelling „Luto", welke ingericht is op het IJsclubterrein te Amster dam, is Vrijdagmiddag geopend in tegen woordigheid van een groot aantal genoodig- den. Onder deze genoodigden merkten we op bestuursleden van de K.L.M., tal van hoofd-officieren en officieren, vertegenwoor digers van den handel en de scheepvaart. Grenzen aan Japan's aarde- werkuitvoer. Exporteurs zullen zelf gaan eontroleeren. Het Japansche ministerie van Handel en Industrie heeft, naar Reuter u!t Tokio meldt, de Japansche vereeniging voor den uitvoer van aardewerk de wettige bevoegdheid ver leend den uitvoer van aardewerk en porselein, artikelen, die bijna alle buitenlandsche mark ten overstroomen, te controle.eren. Deze maatregel wordt genomen om oneer lijke concurrentie van exporteurs, die geen lid zijn van de vereeniging tegen te gaan en om Japans tegenwoordigen handel op een vaste basis te houden, met het oog op de quota of invoerbeperkingen, die zijn vastgesteld door Engelsch-Indië. Australië en de Vereenigde Staten, terwijl andere landen dergelijke restricties nog overwegen. Japans gemiddelde export per jaar van aardewerk en porselein bedraagt ruim drie millioen pond. De laatste twee jaar is deze handel snel toegenomen. Uitvoer van Java en Madoera heeft meer waarde. De hoeveelheid is echter geringer. Aneta meldt uit Batavia: Het Centraal Kan toor voor de Statistiek geeft de. volgende cij fers voor Java en Madoera, bruto-gewicht: In September bedroeg de uitvoer 214.800 tons ter waarde van 19.300.000, in Januari- September 1.658.600 tons ter'waarde van 167.100.000. In September van het vorig jaar beliep de uitvoer 238.900 tons ter waarde "van 19.200.000 en in de eerste negen maanden 1.692.500 tons ter waarde van 157.200.000 Sprookjes en werkelijkheid Koninklijke gift aan het Crisis-Comité. Nationale inzameling heeft een zeer bevredigend verloop. Naar het Corr.-Bureau verneemt, heeft de Koningin een bedrag van f 5000 aan het Nationaal Crisiscomité doen toekomen. Op de prijsvraag van het Nationaal Crisis- Comité zijn ongeveer 100.000 antwoorden in gekomen. Dit beteekent voor het N. C. C. een bate van ten minste f 25.000. De nationale inzameling heeft zeer bevre digende resultaten opgeleverd. Het aantal giften, dat rechtstreeks bij het N. C. C. bin nen komt is in de laatste weken zeer toege nomen. Vele fondsen, corporaties en vereeni- gingen, hebben hun bijdragen verhoogd en verscheidene belangrijke giften van f 1000 of f 500 werden ontvangen. Ook de nieuwe giro-actie heeft een bevredi gend resultaat. Geen crisis-inkomsten belasting? Voorloopig geen behandeling in de Kamer. Zooals men zich zal herinneren, heeft de regeering in het begin van dit jaar bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend tot heffing van een crisis-inkomstenbelasting, welk wetsontwerp deel uitmaakte van het deksingsplan voor de begrooting voor het dienstjaar 1934. Tot nu toe is dit wetsontwerp n<Jg _3et in openbare behandeling gekomen. Gebleken is, dat vele bezwaren tegen het wetsontwerp zijn ontwikkeld en dat de op brengst deze belasting zeer gering zou zijn en geenszins de bezwaren zou compenseeren. Naar verluidt, zou minister Oud hebben be sloten het wetsontwerp voorloopig niet in te trekken, doch evenmin aan te dringen op be handeling in de Tweede Kamer. De minister zou de heffing van deze belasting als een Uiterste reserve willen beschouwen. over het goud van de zee Niemandsland: een rijk land. Een gier wind rukt het raam van mijn hotel kamer open en smijt er regenvlagen door heen. Als een groote molen wiekt de Branda- ris zijn vier witte stroomen licht door het zwart dat Terschelling omspant, en zoekt naar vogels, die als engeltjes zweven. Dan komt de bliksem en weg is het licht van de Brandaris, weg zijn de sterretjes: de bliksem is. er, en hij alleen. Rommelend rolt het gedonder dof tus schen hemel'en aarde in en het is een Tita nenkamp tusschen den donder en het gebul der in de branding, die rondom het eiland is. Het is vannacht honderd vijf en dertig jaar geleden dat de Lutine strandde. Goed is het eten en warm de kachel bene den in de gelagkamer, waar ze biljarten, po keren en drinken. Lui is het leven en het nieuws is er oud, behalve dat van de radio distributie, maar wat gaat het ons aan wat er in de bewoonde wereld, Europa heet dat, gebeurt? Ons is de storm, de donder en de zee ende Lutine. Ai, die Lutine. De bliksem kijkt ernaar en even later buldert hij van den lach. De zee negeert het torentje dat erop staat en rolt rustig verder, ja zelfs de Brandaris ziet uit zijn hoogte ver over dat nietige goud heen, dat handjevol, die vijftien millioen of zoo, en de menschen in de gelagkamer pokeren verder. Maar waagt u het niet te spreken over het wrak op den bodem, want het hoort niet van u en u hebt er niets mee te maken. De meeste Terschellingers hebben er ook niets mee te maken, ze willen er zelfs niets mee te maken hebben en dat zijn de besten. Zij spreken wel over het ding daar beneden, maar niet over het goud. „Omdat er geen goud is," zeggen ze. En zij die er wel mee hebben te maken, zeg gen zoo min mogelijk. Zij zijn onbewogen, onverschillig alsof het hun niet aangaat. Van binnen koken ze en zij zullen schaterlachen als het goud, hun goud, bovenkomt. Straks. Wacht u maar„Als wij niet meenden dat er goud lag? veel goud, zouden we niet werken", is hun antwoord. Een queue schiet uit en de biljarter vloekt. „U had schoppenaas moeten ingooien", leert de een den ander. Een dikke hond krijgt een schop. 's Morgens groeit de Brandaris de zon te gemoet en schudt de nevels als een nachtge waad af. Intens blauw is de lucht, maar de storm blijft Noord-West. Ook vandaag wordt er niet gewerkt aan het goud en morgen ook niet, en waarschijnlijk heelemaal niet meer. Voorloopig. En ik geloof dat er zijn die nu lachen. Er wordt veel verteld op Terschelling. Niet over de Lutine, maar over wat er zoo bij komt. Uit ooghoeken schijnen deze oprechte men schen elkaar aan te kijken als het over be paalde dingen gaat. Er wordt gefantaseerd over duizend en een zaken. Over den toren, over het werk, over het late begin der werk zaamheden, over het stopzetten. En als ik in lichtingen vraag aan hen die het weten kun nen, gooit men het hoofd in den nek en.... zwijgt. „Hij weet het!" „Hij weet het!" „Hij weet het!" En niemand zegt wat. Waarom die geheimzinnigheid, waarom die kastje en muurpolitiek? Waarom? Is het wonder dat er gefantaseerd wordt en de een den ander wat wijs maakt? De bodem is er rijp voor. Egmondsche visschers hebben het goud 's Avonds zullen de ouderen sprookjes ver tellen van het goudschip dat strandde toen het op weg was van Engeland naar Hamburg en in 1799 bij Terschelling zonk. „Egmondsche visschers hebben het goud weggehaald en ver borgen. Zij trokken het met haken op en er kraaide geen haan naar. En (zoo zullen de vaders verder vertellen), de menschen wilden honderd vijf en dertig jaar geleden ook wel goud hebben, de menschen willen altijd goud hebben, hoe meer hoe liever, en dan blijft het goud er niet liggen, langer dan een eeuw." De nuchtere goudzoekers zeggen dat je goud niet met haken kunt ophalen, dat Eg mondsche visschers samen geen vijftien mil lioen bezitten', omdat zij dan geen visschers' meer zouden zijn en zoodra de wind weer gun stiger wordt, varen ze om de zandplaten heen, die zandplaten waar menig visscher reeds het leven liet, en vechten om het goud dat onder hen moet liggen. Het zand om het wrak zou nu weggezogen zijn, zegt men, en de vaste kleilaag bereikt. O, ja, er is al veel boven gehaald, een pakhuis vol. Doch het is helaas geen goud geweest, maar wrakhout, dat evenals de duizenden spij kers gekenmerkt is door een hanepootje, het teeken van de Lutine. Een enkel gouden tientje is wel naar den vasten wal gebracht en men koestert het met welbehagen. Anderen weten te vertellen van gouden ducaten die werden geborgen (voor wel twaalf honderd gulden waarde), maar waar ze zijn? Onbekend. Toch zal de duiker eens het gele goed naar boven brengen en dan zijn wij rijk. Maar als het op een andere plaats ligt, (en dat kan, want het wrak is in twee stukken geslagen) zijn wij nog niet rijk. En als het daar niet ligt. kan het ergens anders in zee liggen, het zij op den bodem, maar misschien ook wel een paar meter er beneden. En in dat geval wor den we heelemaal niet rijk, althans niet van het goud van de Lutine. Maar alsJa, als. Dan zijn we nóg niet rijk want Lloyds is er ook nog, Lloyds, de maatschappij die destijds de verzekering heeft moeten betalen. Lloyds moet zijn aandeel hebben, en nu zijn we weer op een terrein waar we niet over spreken mogen op Terschelling. Of beter: we kunnen er niet over spreken, want niemand schijnt er iets van te weten. De een zegt dit en de ander weer dat. Lloyds zou dertig procent krijgen, Ir. Beckers en de combinatie Doeksen en Dros, die met aandeelenkapitaal zou werken, terwijl Ir. Beckers de pogingen met den toren zelf zou betalen, moeten de rest hebben. Maar het kan best wel heel anders wezen, want het is alsof elke vraag beantwoord wordt met: „ssst, niet over praten, dat komt. straks wel." „Straks" zouden er ook onthullingen komen, welke weet men nog nietMisschien over den eersten toren, u weet wel, die plotseling stuk gegaan is. „Door het water," zeggen velen. „Neen," heet het aan andere zijde, en de rest gaat in den storm verloren. De Lutine is voor de Terschellingers lang zoo belangrijk niet als de Minister Krauss, die eiken dag een keer van het eiland naar Har- lingen vaart en 's middags terug komt. De Lutine levert geen nieuws op voorloopig, maar de Minister Krauss eiken dag. Het busje met roode trijp-banken (en gor dijntjes voor de ramen!) wacht en brengt de reizigers het eiland in, langs den eenen en en kelen wég, -dien 't eiland -bezit- en - waar-men trotseh op is. Een gedenksteen is opgericht voor de vroedschap, -die het', koene, besluit nam tot aanleg. (Voor een anderen, wegbereider, voor Willem Barendsz, die op Nova Zembla het leven liet toen hij de Noordelijke doorvaart naar Indië zocht is een steentje gemetseld van dertig bij veertg centimeter .in een huisje er naast. Willem Barendsz is op Terschelling ge boren). Veertien en een halve kilometer is deze weg en de. bus stopt vier en vijftig keer. Een juf frouw die niet meer fietsen wil,, stapt af, de chauffeur klimt op zolder en zet de fiets in het rek. De reis is twee en een halve kilometer verder afgeloopen en de juffrouw zal later wel eens betalen. Als het einde van de rit er is, begint Nie mandsland. Twaalf kilometer Tëeg land met duintjes. Op een kleinen dijk tuurt een boer naar de eeuwigheid, terwijl de melk in de em mers aan het juk schommelt en klotst onder den houten drijver. Zijn blauwe trui is nat als een spons en diep zijn de groeven in zijn den kend gezicht. Een arm hondje springt naar blaadjes. Een kalf klaagt, roept en wordt niet gehoord. Onhoorbaar sluipt een kat en een vogel vliegt angstig schreeuwend uit het gras. De wadden klemmen een turfschip. Duintjes prikken op en willen grooter worden. Hier komt niemand ander dan de natuur, die bij eiken stap echter wordt. In alle ver latenheid leeft alles. De grond leeft, het helm leeft, het zand en de regen ook. De grijze lucht is toch eën hemel van goedheid, het woeste water een zee van geluk. Hier is een meeuw een meeuw, een mensch een mensch. Rijker dan onder een toren van goud. W. SCH. De toren van Ir. Beckers, die op het wrak staat. Het zand aan den binnenkant moet worden weggezogen, totdat de Lutine op de vaste kleilaag rust. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1884. 13 October. Uit het hoofdartikel;, onderteekend Sw.: „Waren het in vroeger tijd het ijs vermaak en de kermisvreugde, die den jongeling gelegenheid gaven zijn aan staande nader te leeren kennen, beperkte zich zijn keus toen veelal tot den kring zijner vriendinnen of buurmeisjes, die hij toch eigenlijk reeds eenigszins kende: thans zijn het bals en concer ten. die twee aan elkander geheel onbekenden tot elkander brengen en hoeveel kunstgenot en pleizier er op zulke feesten ook te smaken valt, zijn ze m.ï. ongeschikt om den jongeling te leeren, wie de beste vrouw voor hem worden zal. Op die feesten toch verkeert hij in een soort bedwelming; hij kan hier, zoo hij nog oordeelt, alleen op het uiterlijk letten en dan doet een knap of aardig gezicht, een innemende en gulle lach, een heldere, liefelijke stem. mooi gekruld haar, sierliike bewegingen bij het dansen, een kleine hand en nette voet zoo licht al het overige vergeten. Nederland gaat eischen stellen Betere verhouding bij den Japanschen handel noodig. Definitieve wijziging in onze handelspolitiek. Het Japansche invoeroverschot in 1933 nog toegenomen. De besprekingen tusschen Nederland en Ja pan zijn thans in vollen gang, nadat ook de commissie voor den export de regelmatige on derhandelingen heeft aangevangen. Tegelijkertijd wordt ook de scheepvaart kwestie in beschouwing genomen, zoodat de besprekingen in de komende weken geheel ge richt zullen zijn op het bereiken van het eind doel der conferentie, n.l. een aanvullend han delsverdrag. In verband met dezen stand van zaken heeft Aneta een onderhoud gehad met den Neder- landschen gedelegeeerde, prof. van Gelderen. De heer Van Gelderen zeide, dat de huidige onderhandelingen te Batavia beoogen met Japan een aanvullend verdrag te sluiten, om dat Japan zulk een prominente plaats in on zen invoer ging innemen, dat meer concrete bepalingen noodzakelijk waren. Wat betreft de tot dusverre bereikte re sultaten kan worden medegedeeld, dat de po sitie van Japansche importeurs reeds is be sproken. Aan de Japansche delegatie is een uiteenzetting gegeven van de plannen, welke hier bestaan tot invoering van een licentie stelsel voor een aantal artikelen. De bedoeling van deze uiteenzetting was niet een diebat uit te lokken, doch is uitsluitend te beschouwen als een voorlichting van de Japansche dele gatie. Voorts Is behandeld de noodzakelijkheid vdor Indie om de contingenteering, welke reeds ingevoerd is voor bier, cement en ge bleekte katoenen stoffen, geleidelijk over meer goederen uit te breiden. Bij debesprekingen van de exportcommis-. sie, die Donderdag aanvingen, is men begon nen met het stellen van een aantal eischen op exportgebied, waarmede beoogd wordt Ned. Indië een ruimere plaats te geven in den export naar Japan. De artikelen suiker, mais, tapioca, palmolie, sago, koffie, hout, copra, harsen, gommen, rottan en schelpen behooren tot de voortbrengselen van ons „bestaande" productie-apparaat, welke hierbij in debat zul len worden gebracht. De situatie dat Japan, zooals dit het vorig jaar het geval was, naar'Ne- derlandsch Indië voor een waarde van f 95.500.000 exporteerde, en slechts voor een waarde van f 23.500.000 uit Indië importeerde, werd in 't loopende jaar nog weer ongunstiger, zoodat onzer zijds krachtig naar een betere verhou ding wordt gestreefd, aldus prof. van Gelderen. Op de vraag waarom de scheepvaartkwestie tegelijk met de handelsbesprekingen wordt behandeld, antwoordde de heer Van Gelderen, dat, indien tusschen Nederland en Japan op handelsgebied voor den duur van eenige ja ren een verdrag wordt gesloten, ook stabili satie en rust op scheepvaartgebied: onontbeer lijk is te achten. De heer Van Gelderen wees er op, dat de conferentie te Batavia vooral van belang is, wijl zij een inleiding vormt tot een reeks van andere ver dragen, welke wij met andere landen zooals Amerika en Italië willen slui ten. De nieuw gevolgde en nog te vol gen handelspolitiek beteekent een door den nood der tijden opgelegde definitieve wijziging van onze pas sieve houding. Met het oog op de veelvuldige en altijd vriendschappelijke connecties met Japan wordt allereerst gepoogd met dit land.tot een nieuw, meer concreet verdrag te komen. Het is daarom te hopen, aldus besloot de heer Van Gelderen, dat deze onderhandelingen, waarbij in tal van opzichten groote moeilijkheden moeten worden overwonnen, tot een resultaat zullen voeren. AAN HET EINDDOEL VAN DE REIS OVERREDEN. Gisteravond is nabij het spoorwegviaduct te Zwijndrecht de 60-jarige de K. overreden dioor een vrachtauto bestuurd door L. aldaar. Hij was met dezen auto koenen mederijden en na uitgestapt te zijn schoot hem te binnen, diat hij zijn koffer in den auto had laten staan. Hij wilde dezen koffer,-terwijl de auto nog reed er uit halen doch kwam daarbij te vallen met het gevolg dat hij een der wielen over het lichaam kreeg. De man was vrijwel op slag dood. HET MES GAAT IN DE POLITIEK MEESPREKEN. In de Speerstraat te Amsterdam zijn gister avond eenige N. S. B.-ers, die aldaar aan het colporteeren waren, door politieke tegenstan ders aangevallen. Een der N. S. B.-ers werd in het onderlijf gestoken. De man is naar een der ziekenhuizen vervoerd, doch kon na verbonden te zijn huis waarts keeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 2