De Melbourne-race.
Artikel 289 strafrecht
Bij de avondfeesten der Hitler-jaugd te Leipzig was Zaterdagavond Hot
oorlogsmonument door schijnwerpers hel verlicht
Wat er na den brand overbleef In den toren van de Nederduitsch Hervormde Kerk
te Noordscharwoude is de bliksem ingeslagen tengevolge waarvan brand ontstond en
het geheele kerkgebouw in de asch werd gelegd. Een kijkje na het blusschingswerk
De aankomst van den kleinen Koning Peter II van Joego Slavië te Belgrado. D«
Koning stapt voor het station in de gereedstaande auto
De .Panderjager" en de .Uiver", de beide toestellen
die deel zullen nemen aan de Melbourne-race, zijn
hedenmorgen van Schiphol naar de startplaats Mil den
heli in Engeland vertrokken. De beide bemanningen
voor het vliegtuig .Uiver"
De nieuwe markthallen te Amsterdam zijn Maandag met een rede van wethouder
Kropman officieel geopend
Mevr. Thea Rasche, de bekende Duitsche
aviatrice, die als jobrnaliste aan de Mel
bourne-race deelneemt, vertrok heden met
de Douglas-machine naar Engeland
In afwachting van den start voor de Melbourne-race.
Scott (links) en Campbell Black stappen uit hun
vliegtuig bij aankomst op het vliegveld te Mildenhall,
waar ook de start Zaterdag a.s. zal plaats hebben
Mr. L. B. J. Vermeulen, substituut-officier
bij de Rechtbank te den Bosch, is benoemd
tot advocaat-generaal bij het Haagsehe
Gerechtshof
Het s.s. „Grotius", dat vele jaren den geregelden passagiersdienst tusschen Nederland en Ned. Indië
onderhield, is voor sloop verkocht. De scheepsromp op sleep door de Koningshaven te Rotterdam
FEUILLETON
Oorspronkelijke Recherche Roman.
door
J. CHR. TETENBURG.
Inspecteur van politie te Utrecht.
12)
Hij laat zich door het strenge verhoor van
den Politiecommissaris dan ook niet intimi-
de eren en doorstaat de vragenproef glans
rijk. De rechercheurs noteeren ijverig al wat
hij tegen den commissaris zegt.Dat vleit hem
wel. Hij voelt zich nu toch wel een gewichtig
personage.
Nadat het verhoor is afgeloopen, mag hij er
bij blijven en toezien hoe de handige briga
dier van den herkenningsdienst zijn werk
doet.
De brigadier heeft het, in de auto aanwe
zige, ladderstatief uitgeschoven, loopt de
ladder op en maakt van boven af, allereerst
een foto van het lijk en de omgeving. Daar
na maakt hij nog vele andere opnamen, van
alle mogelijke afstanden.
Hij raapt allerlei dingetjes van den grond
op, die voor een leek in het vak van niet de
geringste beteeken is zouden schijnen.
Onderwijl zien de andere politie-amb-
tenaren nauwlettend toe, in de hoop, dat er
nog iets bijzonders zal worden gevonden, maar
dit is niet het geval. Indien er nog sporen ge
weest zijn, dan zijn deze door een zware re
genbui in den afgeloopen nacht wel grondig
vernietigd.
Commissaris en inspecteur zijn van mee
ning, 'dat de moord den vorigen avond moet
[zijn gepleegd, wat later door een ter glaatóe
verschenen dokter van den Geneeskundigen
Dienst wordt bevestigd. Deze beschouwt wur
ging als oorzaak van den dood.
De eenige duidelijke voetsporen in de
omgeving blijken die van den agent en van
Jan Kooster te zijn. Ook de Officier van
Justitie, de rechter-commissaris en een grif
fier van de arrondissements rechtbank ter
plaatse komen kort daarop, vergezeld van
een tweetal rijksveldwachters, de situatie nog
opnemen.
Kooster en Van Dijnsel moeten dan weder
om verslag uitbrengen van 'hun bevindingen
en tenslotte gelast de Rechter-commissaris,
na overleg met den officier en den commis
saris van politie, sectie.
Het lijk wordt dan om 2 uur 's middags
per begrafenisauto naar het schouwlokaal
van het commissariaat der derde sectie over
gebracht, waar het door de rechercheurs
Maans en Van Rampen verzegeld wordt.
Bij de plaats des misdrijfs wordt voorloo-
pig nog een vasten post geplaatst, daar dé
politie er nog eenigen tijd naar sporen wil
zoeken.
Dan kan het onderzoek naar de identiteit
der vrouw een aanvang nemen.
Weliswaar is ze aan verschillende politie-
menschen van aanzien bekend, maar op het
sectiebureau kan niemand haar naam noe
men..
HOOFDSTUK X.
NIEUWE TEGENSLAG.
Directeur Vaxonof van het circusgebouw te
:s Torenbosch wachtte dieneelfden middag
vol ongeduld op een der hoofdartisten van
zijn programma. De matinee was al ruim eer
uiu* aan den gang en reeds verschillende ma
len keek hij op zijn horloge. Waar bleef dk
vrouw toch? Dien morgen op de repetitie wa
ze d'r ook al niet geweest. Zelfs niet in d
pension geslapen, zooals de meisjes vertel
hadden. Zeker weer op stap. Die Nah-Indre
dacht zeker dat ze zoo onmisbaar was, dat ze
zich alles kon permiteeren. Als ze er over een
half uur nog niet was moest hij zelfs het
nummer laten afzeggen. Hij zou haar aan
klagen wegens contractbreuk!
„Meneer, iemand van de politie aan de tele-
phoon voor u", riep een der stalknechts hem
plotseling toe.
„Ja, ik kom" en meteen liep Vaxonof
naar het kantoor.
„Met directeur Vaxonof?" klonk het van
de andere zijde.
„Ja, daar spreekt u mee."
„U spreekt met inspecteur ten Boekhorst
van de recherche derde sectie. Er is hier een
verongelukte vrouw aan het bureau, waarvan
we verwachten dat u haar kent. Kunt u ter
stond naar het bureau derde sectie in de
Zandheuvelstraat komen?"
„Is het soms Nah-Indra?" vroeg de direc
teur eenigszins verschrikt.
„Dat wilden we juist graag van u weten",
was het antwoord.
„Ik kon direct, meneer!" en meteen liep
Vaxonof zoo snel als zijn corpulentie hem
toeliet naar de kleedkamers.
Vanzelfsprekend heerschte er onder het
clubje meisjes groote verslagenheid.
„Is het erg met er?" „Wat is er eigenlijk
gebeurd?"
„Dames, ik weet het niet!" zei Vaxonof
met nadruk. „Doe maar gauw een mantel aan
en kom mee".
Nadat de directeur aan zijn receptiechef
opdracht gegeven had, aan het publiek mede
te deelen, dat door een ongeval het nummer
van Nah-Indra niet kon doorgaan, liet hij de
meisjes in z'n auto plaats nemen, ging zelf
achter het stuur zitten en reed naar het
politiebureau, dat vrij dichtbij was. Inspec
teur ten Boekhorst ontving het vijftal op
•ijn kamer en leidde het direct,, zonder na-
'ere toelichting, naar het schouwlokaal.
Vaxonof betrad achter den inspecteur en
rechercheurs, die zich inmiddels bij het
.roepje hadden gevoegd, eenigszins aarzelend
net fraaie marmeren lokaal, waar op een
steenen baar de vermoorde vrouw lag uitge
strekt. Een schuchtere blik was voor den
circusman voldoende om zich er van te over
tuigen dat de vrouw inderdaad Nah-Indra
was Met weemoed dacht hij aan het prachti
ge nummer, dat nu niet meer in zijn theater
zou worden vertoond. En natuurlijk nu geen
schadeloosstelling!
Twee der dames hadden genoeg courage
zich eveneens naar binnen te begeven om hun
vroegeren leidster te herkennen. De beide an
deren durfden niet en bleven bij de deur
staan.
De vastgeknoopte sjaal, werd door de meis
jes als eigendom van Nah-Indra herkend, tot
teleurstelling van den inspecteur, die nog ge
hoopt had, dat deze van den dader kon zijn.
De namen der vrouw luidden, volgens een
recherchekaart, Lena 'Anderts, geboren te
Stocken 6 Maart 1900, gedomicilieerd te 's To
renbosch. Bijnaam (artistennaam) „Nah-In
dra".
Dadelijk na deze ontdekking had inspec
teur ten Boekhorst dan ook het circus opge
beld.
Uit het verhoor dei* meisjes, op de kamer
van den Commissaris, bleek, dat Lena den
vorigen avond, direct na afloop van hun num
mer, om ongeveer half tien het theater verla
ten had, terwijl de anderen nog niet geheel
verkleed waren en gezegd had, dat ze nog iets
moest koopen en zich zoo haastte, omdat de
winkels om 10 uur sloten.
Alle vier, afzonderlijk gehoord, verklaarden
dat eensluidend.
Ook de directeur, die door den commissa
ris, inspecteur en rechercheurs duchtig on
dervraagd werd, kon geen nadere inlichtin
gen verstrekken. Hij had al zoo veel drukte
aan z'n hoofd, dat hij zich er niet op toege
legd had, om uit te visschen, wat zijn artis-
ten alzoo in hun vrijen tijd deden. Als ze hun
werk maar goed op tijd verrichtten, was hem
dat ruim voldoende.
Toen haar tenslotte was meegedeeld, dat er
met Lena gebeurd was, verlieten de dames
met hun begeleider, geheel, ontdaan, het bu
reau.
De chef der centrale recherche, inspecteur
Valksteen, wien het te binnen geschoten was,
aat Inspecteur Lietsen uit Julianastad, die
in hotel „Louisiana' logeerde de man was ge
weest op wiens verzoek de antecedenten van
Nah-Indra waren nagegaan, belde dezen iri
het hotel op, doch hoorde van den portier,
dat meneer uitgegaan was en pas tegen eieni
uur af zes weer werd verwaoht.
Hij liet daarom een briefje voor zijn col
lega aan het hotel afgevten, waaaün hij in 't
kort de vermoording van Nah-Indra rele
veerde.
Bij zijn terugkomst greep Lietsen dadelijk
enthousiast naar het briefje, in de hoop dat
er wellicht eenige gegevens aan het licht wa
ren gekomen, doch tot zijn ontzetting las hij
er uit, dat aan een zijner hoofdfiguren voor1
eeuwig 'het zwijgen was opgelegd.
Opgewonden liep hij de kamer op en neer.
„Hier zit meer achter. De zaak is nog veel
gecompliceerder dan ik ooit 'had kunnen
denken' zei 'hij tot zichzelf.
„Nu moet ik toch zekerheid hebben of het
inderdaad, de vrouw is, die in de Brandeleer-
straat gelogeerd heeft' en terstond nam hij
de telefoon en vroeg verbinding aan met het
hoofdbureau 'van Julianastad. Daar
verzocht hij den collega, die hem te woord
stond, dringend om Commissaris van Baerle
en rechercheur van Everdingen met den
moord in kennis te stellen en te willen be
vorderen dat deze rechercheur terstond, met
de weduwe Jansonius uit de Brandeleerstraat
42 vier hoog, naar het bureau der derde sectie
te 's Torenbosch zou komen, ter definitieve
herkenning.
Na dit gedaan te hebben, sprong hij in een
taxi en liet zich naar dat bureau brengen,
waar heip omstandig het heele relaas van
den moord gedaan werd en hem het stoffe
lijk overschot van de vermoorde vrouw werd
getoond.
(Wondt vervolgd.),