Marseille-Tunis in zeven uur. HET TANDHEELKUNDIG POINCARE'S UITVAART. 16 RIJKSSTRAATWEG 16 GEBIT/35 De tijden van de Uiver. INSTITUUT Groot enthousiasme over de Uiverbemanning. Als Jonas in de Walvisch. DE „ANSJOVIS' De raampjes vóór den vleugel zijn voor de bemanning', die onder den vleugel voor de passagierscabine. Negen uur vertrek? Die Franschen z ij n er blijkbaar. Die hoeven niet meer vroeg op te staan. Veel gemoedelijker zoo. Acht uur uit Marseille weg. Even wachten op een meneer die nog niet klaar is met zijn ontbijt. Dan de post halen, even aan 't station kijken en in razende vaart naar Marignane het land- en watervliegveld op 3 kwartier autoracen van Marseille. De Douane lacht al, als ze mijn koffertje vol kostbare fototoestellen, waarvoor geen invoerrecht betaald is, heusch weer het land zien uit gaan en met den havenmeester wandel ik op naar het toestel voor Tunis. Het wordt juist aan een kraan te water gelaten. An jou heet dat ding en het lijkt veel op een ansjovis. Een visch van metaal met twee vleu- gels, één midden in, de ander heelemaal boven den romp en daar wéér boven de motor. Wij staan wat te praten, zoodat ik moet instappen vóór ik het meubel goed bekeken heb. Een loopplankje ligt op den neus van de ansjovis, die met den buik op 't water rust en verder nog een beetje steun heeft aan kleine drijver- tjes onder de vleugels. Een ovale opening boven in den kop van het beest, een groot mangat, is de ingang. Ge komt dan neer op den zetel van den piloot, stapt over een aantal draden en doosjes van den marconist heen en komt in de „cabine". Een planken vloertje waarop vier rieten stoelen vastgeschroefd staan in den metalen buik. Nog een paar pas sagiers worden afgelaten, een beslist oude vrouw, 'een niet meer jonge vrouw en baby. Dat heele gevalletje hoort bij den marconist blijkbaar. Als wij goed zitten gaat het man gat dicht en dan pas zie ik, dat de cabine al leen verlicht is door vier patrijspoorten van bijna 10 c.M. middellijn. Gelukkig zijn er nog al kieren en spleten in den „cabine"-wand, maar toch niet zoo dat de lens van mijn con- tax of filmcamera er door kan. De marconist ziet mijn nooden en ik mag op zijn lampen kistje zitten en door zijn raampje filmen. Een deurtje sluit zijn hokje van de cabine af, zoo dat de lucht bij ons frisch blijft. Het raampje 'zit echter zóó voor in den kop van de ansjovis, dat er een storm binnenkomt als 't maar op een kier opengaat. Gelukkig heb ik een goede leeren kap, dus het spul kan beginnen. En het begon. Wij taxieden naar buiten en begonnen den aanloop. Fel knetterden de motoren steeds grootere golven schieten langs den boeg weg; allemachies wat gaat dat hard en wat duurt dat lang. Bijna twee kilometer heeft die ansjo vis noodig om van het water los te komen en dan stijgt hij traag in groote bochten tot een 200 meter om daarna koers te zetten in Oos telijke richting. Al spoedig ligt Marseille pal onder ons, doodrecht zelfs. Mijn camera kan wel uit het raam. Meteen goed om droog te waaien want bij het openen kwam er een douche van zeewater binnen. Maar mijn hoofd kan er niet uit, dus zonder „zoekerbeeld fil men. Dat kan ook. Winnetou schoot toch ook zonder de buks aan den schouder te brengen? Dan wijken wij wat van de kust af, die prachtige steile kust, door een wit schuim- randje gescheiden van de Azuren-Zee. Prach tig volgt de eene bocht op de andere, tot de rotspieken van La Ciotat- naast ons liggen. Daar komen wij een wolkendek tegen, eerst op 600 dan op 1000 Meter; nog wat later moe ten wij tot 1500 meter stijgen en dan zie ik den piloot van richting veranderen. Wij zijn ver van de kust, midden boven zee, halfweg Corsica zoowat. Hij gooit zijn toestel in een scherpe linkerbocht, dan is een trage rechter en ik zie wat de reden is. Voor ons torent een geweldige muur van wolken op, een loodgrijze muur. waarvan wij den bovenkant niet kun nen zien. En de zware waterkist kan daar niet overhéén! Wij moeten omlaag en blindvliegen, daar zijn deze 12 jaar oude toestellen niet op ingericht. Onbegrijpelijk hoe een groote Maat schappij als de Air France zulke oude kistjes op dergelijke lange trajecten nog durft te ge bruiken! Het zoeken is dus naar een gat in de wolkenlaag beneden ons en. dat lukt. Duizend meter beneden ons rimpelt de Zee! Maar met rimpel die je van 1000 meter hoogte goed kunt zien. Dat is een bofje hoor, dat we dat gaatje vonden om door te dalen. De blomme tjes staan buiten, of wel in stadstaal; de, gol ven hebben witte overstortende koppen en'het wolkendek hangt maar een kleine honderd meter daarboven. Voort razen wij een kleine 50 meter boven zee. Nijdig rukt de stijve bries aan onze vleu gels, harde tikiken geeft hij nu onder dan boven er tegen aan. Remou heet dat in vlieg- taal. Wij passeeren een stoomschip, dat stampt en slingert en met moeite schuin te gen wind en golf opkoerst. Dan een paar vis- schers, die vol wind achter huis toe gaan, vluchtend voor het opkomende weer en zoo naderen wij Corsica. Daar verheft zich al een donker groene bergwand, natuurlijk cloor een witte schuimlijn langs zee afgezet, wij zwaaien rechts om, volgen een kwartiertje de kust, wippen over een klein voorgebergte en strij ken neer in de haven van Ajaccio tusschen visschersschuiten en driemasters. Rustig taxiën wij naar het gele Shell-ge- bouwtje aan den havenkant. Wij kunnen even •den wal op om ons wat te vertreden, maar de baby met gevolg blijft binnen. Ik wandel een kwartiertje rond in de geboortestad van Napoleon. Wat wou die toch in Frankrijk? Het is op Corsica mooi genoeg zou je zeggen zelfs met een dag van motregen en laaghan gende wolken. Weer een lange start, nu ech ter niet zoo erg omdat er nu meer wind was. Dan drie cirkels boven de haven om een or- noozele 100 meter te stijgen en dan knettert het weer zoowat pal zuid. Bij Straat Bonifacia wordt het wat helderder, maar juist hier be let de marconist mij het fotografeeren. Ita- liaansch defensieterrein en de Italianen zijn ontzaglijk streng op luchtfotografie. Jammer! Boven Straat Bonifacius was het juist wat helderder. Even kregen we een glimpje van de 2000 meter hooge toppen in Zuid-Corsica, krassen wij op 1000 Meter hoogte langs de Oostkust van Sardinië, als maar optornend tegen regen en wind, uur na uur opgesloten in den kouden metalen romp. Gelukkig heeft elke passagier een reisdeken xvoorwaar geen overbodige weelde! Hier ligt overal fotografieverbod, dus ik ga een tukje doen om straks frisch aan te ko men. En dan valt de. tijd kort. Even voor vier wordt het plotseling helder. Blauwe lucht -bo ven, blauwe zee onder ons. Witte brandinglij n. witte krijtrotsen en groen land, een voorge bergte, een vuurtoren, de motor slaat reeds halve kracht, wij planeeren in de baai van Tunis over een schilderachtig wit stadje, waar hooge minarets boven uitsteken. Wij komen met den gewonen harden klap op het water neer, dat gelukkig spiegelglad is. Bij flinken golfslag moet dat geen genot wezen! Maar om vier uur ben ik veilig op Afrikaanschen bodem en geniet weer van volkstypen en kleeder drachten. Arabieren en Joden, Bedouinen, Grieken, veel Italianen, de gemengde bevol king, der havenstad, maar met echt Ooster- schen inslag. Wij kijken nog even toe hoe de ansjovis aangehaakt en uit het water gehe- schen wordt. Dan gaat het op de stad aan, langs palmenlanen en bloeiende Oleander. Maar ik kan niet meteen naar de Soukh, de Inlandsche winkelstad. Eerst naar de S.A.M. de Italiaansche Maatschappij die van hier op Rome vliegt. En dat waren aardige lui. Een vrijkaartje, een speldje, een pak briefkaarten tubes met eau de cologne envoor den volgenden dag een auto en chauffeur ter be schikking, om wat van Tunis en omstreken te zien. Een goed begin is het halve werk. Even later aan het diner laat een knappe dame een krant vallen en als ik die opraap is het de „Nieuwe Rotterdammer". Toen had ik gezel schap en een plaatselijk uitstekend bekende gids. Je moet maar boffen! Dat doe ik graag. Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN. De tijden van de Uiver in de Melbourne-rece zijn: Mildenhall gestart 6.34; geland Rome 12.30; gestart Rome 13.54; te Athene 15.31; van Athene 15.52; te Bagdad 24.00; Zondagmorgen 2.05 (NederL tijd) vertrokken uit Jask; te Karachi 14.20; uit Karachi 14.40; te Allahabad 19.41; te Calcutta 23.40; te Alorstar 3.47 (Amsterdamsche tijd); te Singapore 7.02; te Batavia 10.54; uit Batavia 11.18. HAARLEM Noord, TEL. 1«7£« Berekent thans nog voor een geheel garantie - Pijnloos trekken inbegrepen. Plaatje met 1 Kunsttand, f 3. Iedere Tand meerf 1.75 Porcelein of Zilvervulling f 3 Goudvulling vanaf. f 9 Goudkroon vanaf 115. 22 karaats goud Pijnloos trekken van Tand of Kies 1 1.50 Mondonderzoek kosteloos Spreekuren alle werkdagen vod 9'12 en van 1-4 bbf ZuCcrdoga van 9-12 ear AVOND SPREEKUUR Dinsdag, Woenadng en Donderdag 7-9 ik. BESLIST PIJNL00ZE BEHANDELING door Nederlandseh Jgp|g (Adv. Ingez. Med.) Batavia ontvangt de Nederlandsche Melbournevliegers. „Wij hebben geen slaap. (Zie ook pag. 2). Het ooggetuige verslag van Aneta over de N.I.R.O.M. dat heden over Ned.-Indië werd verspreid, webd door de samenwerking van de Rijkszenders en de omroepvereenigingen ook in het Moederlandhoorbaar gemaakt. Te 10.20 Amsterda-msche tijd hoorde men de N.I.R.O.M.-omroeper mededeelen dat alle bij de N.I.R.O.M. aangesloten zenders de uitzending van de aankomst van de Uiver op Tjililitan zouden relayeeren. Hij richtte zich tot alle luisteraars in Ned.-Indië en het Moederland en vroeg de aandacht voor het ooggtuige-verslag dat thans door den hoofdre dacteur van Aneta, den heer Van Bovene, zou worden uitgesproken. Vervolgens kwam de Aneta-ooggetuige aan het woord. Hij schil derde de bijzondere aanblik van het vlieg veld Tjililitan, waar de belangstelling gewel dig groot was. De weersomstandigheden zijn uitstekend. Alles is in gespannen verwachting voor de aankomst van de Uiver. Het vliegveld is on der militaire bewaking gesteld, om de service zoo snel en vlot mogelijk te doen geschieden Ooggetuige beschrijft, hoe een nieuw model Shell-tankwagen gereed «staat waarmede men in staat is in enkele minuten een enorm aan tal liters te tanken. Rondom Tjililitan is een cordon getrokken. Een viertal viegtuigen van de Luchtvaartafdeeling staat op het veld ge reed. In verband daarmede doet de Aneta- verslaggever eenigc mededeelingen over het heden morgen in zee gevallen militaire vlieg tuig, een type V 4, dat geheel vernjeld is. De bemanning is ongedeerd. Spreker somt vervolgens de vier deelnemers aan de Melbourne-race op die volgens hem de beste kansen maken en wel Scntt, die op dit oogenblik boven Timor is, de Uiver, die Ba tavia nadert en vervolgens Turner en de Mol lisons. Van al deze vliegtuigen kan men straks ech ter alleen de Uiver te Batavia zien. Spreker kondigt thans aan dat de „Uiver" zoo spoedig mogelijk door zal vliegen. Com mandant Parmentier heeft dit zooeven in een radiotelegram gemeld. Hij seint er bij dat hij niet zal stoppen in Soerabaja, maar van Ba tavia in één ruk zal doorvliegen naar Ram- bang. Op Tjililitan zijn thans vrijwel alle plaatse lijke autoriteiten aanwezig. Uit Bandoeng ar riveerde een speciaal vliegtuig met K.L.M.- personeel om hun collega's te begroeten. Ook alle officieren van de Luchtvaartafdeeling voor zoover beschikbaar, zijn aanwezig. Daar komt weer een radiogram van de „Uiver" binnen. Het luidt: „Zijn vol goeden moed, slapen zoo af en toe een uurtje". Het is nu op slag van zessen. Het zicht begint al minder te worden door de invallende schemer. De plechtigheden in de Fransche hoofdstad. (Van onzen Parijschen correspondent) Waar de afstand tusschen Panthéon en No tre Dame slechts kort is staan uren te voren reeds, ondanks de koude en een motregen, duizenden opgesteld langs den weg welke straks de rouwstoet zal volgen. Lang voor dat men aan de Rue Soufflet komt, waar de tri bunes ter weerszijden zijn gebouwd, wordt 'n ieder aangehouden en onherroepelijk worden zij die geen speciale kaart kunnen vertoonen teruggezonden in de steeds aangroeiende menigte, die met groote moeite achter de dub bele hagen soldaten en agenten wordt geperst. Voor alle vensters op alle balkons, op de da ken, ja zelfs met touwladders tegen de ge vels van de huizen; in de boomen, in de met rouw omfloerste lantaarns hebben nieuws gierigen een plaatsje gevonden. En twee uur nog scheiden ons. van het begin van de plech tigheid. Auto's, volgeladen met kransen en bloemstukken moeten rechtsomkeert maken en slechts één drager wordt voor een enkel oogenblik toegelaten tot den ingang van het Panthéon om daar het bloemstuk te depo- neeren. Voor den ingang, boven aan de trappen staat de katafalk. Achter de kolommen van het bordes zijn enorme zwarte gordijnen gehangen en vanaf den nok van den gevel hangt een enorme blauw-wit-roode vlag. De boogven sters van den koepel zijn gesluierd met enorme violette sluiers. Dat zijn de eenige kleuren in het grauwe decor onder een loodz-wart hemel dak. Ter rechterzijde, beneden aan het bor des, staat het met zwart en zilver bedekte spreekgestoelte vanwaar president Doumergue zijn redevoering zal houden. Achter het Panthéon en in de nauwe zijstra ten welke naar den Mont Sainte Géneviève lei den wachten de troepen die straks zullen de- fileeren. Daar zijn de Alpinisten die speciaal naar Parijs werden opgecommandeerd om een laatste eerbewijs te brengen aan Poincaré, die eens reservekapitein van dat corps was. Daar is ook een compagnie Joego-Slaven, in fanterie, die straks voorafgegaan zullen wor den door zeven generaals. Ongeduldig trap pelen de paarden van de gardes, van de dra gonders en de kurassiers. De eerste auto's met genoodigden rollen aan. De* ministers, het corps diplomatique wordt dadelijk toegelaten tot het bordes, de andere invités, hoogwaar- digheidsbekleeders vinden hun gereserveerde plaats op de tribunes. Enkele minuten voor elven nadert in snel tempo een auto met neer gelaten gordijntjes: mevrouw Poincaré, onder steund door familieleden stapt uit. Nog is zij niet op het bordes of er klinkt een kort com mando en als één man presenteert de troep het geweer: President Lebrun. De president is zichtbaar vermoeid en aangedaan. Hij treedt regelrecht op Mevrouw Poincaré toe en be tuigt haar nog eens persoonlijk zijn rouwbe klag. Dan treden allen naar binnen. En 't is op dat oogenblik dat iedereen is op gestaan en dat de enorme menigte plechtig het stilzwijgen bewaart. Want daar roffelt dof de omfloersde trom en klinkt het hoornge schal: Aux Champs. Stram en onbeweeglijk staan daar de troepen en de vaandels gaan omlaag. Een minuut van indrukwekkende stilte terwijl de kist op de katafalk, buiten wordt geplaatst volgt. En als dan wederom een hoornsignaal heeft geklonken dan neemt de familie rechts en de president gevolgd dooi de ambassadeurs en ministers links van de katafalk plaats om te luisteren naar de rede voering van president Doumergue, die plaats heeft genomen op het spreekgestoelte. Uitvoerig schetst hij het leven van Poin caré, hoe hij als jongen en als student reeds een onkreukbare karakter toonde. Na eerst Louis Barthou te hebben getroffen, zoo leidt Doumergue zijn redevoering in, treft de Dood thans Raymond Poincaré. Een groot staats burger is gestorven: de grootste wellicht dien Frankrijk heeft gekend sedert de tragische dagen van 1870. Toen het spel van de politiek, zoo funest voor het uitvoeren van -grootsche plannen hem aan de regeering riep en, nadat hij er van verwijderd was, nam hij moedig weer zijn taak op daar waar hij, gedwongen, zijn werk in de steek had moeten laten en hij ging re gelrecht op het vooropgestelde doel aan, zoo een nieuwe etappe afleggend. Tijdens mijn ministerie heb ik hem waar genomen, zegt Doumergue, altijd op de bres om den Vrede te bewaren, verkondigend zijn wil tot toenadering, alles in het werk stellend om ook maar de minste diplomatieke onvoor zichtigheid, de minste vergissing die aanlei ding zou kunnen geven tot misverstand te voorkomen. Het onmogelijke werd gedaan om den oorlog te voorkomen. In 1914 werd ons de oorlog verklaard. In al die gebeurtenissen, in de vier lange en bange jaren welke volgden dwong hij door zijn activiteit ,zijn -diplomatie, zijn opoffering de bewondering van ieder af. De overwinning was zijn belooning, maar zijn hart bloedde bij de gedachte aan de opofferingen welke we ons daartoe moesten getroosten. Als Doumergue dan bij Poincaré's levens schets aan het jaar 1926 komt, toen de groote Lotharinger andermaal werd geroepen om Frankrijk van den ondergang te redden, roept de minister-president uit: Ik ben hem nog deze getuigenis schuldig, dat hij in dat critieke oogenblik de ernst van de gebeurte nissen dadelijk overzag en dat hij door on middellijk Ingrijpen weer een overwinning be haalde. Ik ben de eerste getuige geweest van zijn physieken ondergang. Hij kon zich niet meer geheel geven aan zijn Vaderland. Maar hoe wel dan niet meer in staat om daadwerkelijk op te treden bleef hij met héél zijn wezen, heel zijn denken en héél zijn hart verknocht aan zijn land. Voor hem, door alle tijden was het welzijn van het Land zijn opperste wet. Welk een steun als zijn machtige stem ons nu nog kon waarschuwen om ons te leiden en ons te overtuigen, aldus de minister-president. Nauwelijks heeft Doumergue zijn plaats weer ingenomen of generaal Gouraud stelt zich voor den ingang van het Panthéon op. In snellen pas defileeren de troepen: poly technische hoogeschool, Saint Cyr. genie, ma riniers. jagers, infanterie, koloniale troepen, artillerie, cavalerie, dragonders en weer gar des te paard. De troepen wenden het hoofd links-om, de officieren salueer en met hun sabels. Als het laatste eskadron voorbij is vormen de gardes te paard weer een eerewacht in front van het Panthéon. En daar nadert een kanonaffuit. Onder doodsche stilte wordt de kist de trappen afgedragen en op het kanon geplaatst en haastig toegedekt met een drie kleur. Voorafgegaan door ceremoniemeesters worden de slippen dragers naar hun plaatsen geleid. Het zijn Herriot, Millerand, generaal Bourgeois, Hanetaux van de Académie Fran- caise, generaal Weygand, generaal Pu je, Wil- liam Therp, batonnier, Payelle president van de Rekenkamer, Brij, rechter, Pierens en Fer ry, voorzitters van de Oud-strijders en van de réserve-officier en. Dan, voorafgegaan door de muziek van de garde, die inzet met de treurmarsch uit Beet hoven's Derde Symphonie en de bereden troe pen, de praalwagens met ontelbare kransen, zet de droeve stoet zich in beweging. De hooge onderscheidingsteekens van Poincaré worden op kussens gedragen door officieren. Vlak achter hen volgt de familie. Dan president Lebrun, geëscorteerd door den chef van het Protocol en generaal Braconnier. Tallooze landen, hebben speciale vertegenwoordigers namens de staatshoofden gestuurd: Prins Ni- colaas van Roemenië, Prins Arsène van Joego slavië, tallooze gezanten vertegenwoordigen oersoonlij k den koning of president van hun land, maarschalk Shah Wall Khan represen teert den koning van Afghanistan. En vlak daarachter komen de gezanten, leden van het consulaire corps, de buitenlandsche militaire attachés, de leden van Kamer en Senaat, voorafgegaan door de beide voorzitters, maar schalk Franchet d'Esperey die zich moeizaam voortbeweegt, gesteund op zijn wandelstok, nagenoeg alle leden van het Institut de Fran ce in hun met groen bestikte galakleeding, de hooge rechtscolleges, de prefecten in hun zil veren jassen, het hooge bestuur van de Ban- que de France, dan weer troepen met om floersde vaandels, de oud-strijders met hun vlaggen. Het hoofd van de enorme stoet arri veert reeds op het plein van de Notre Dame wanneer de laatste troepen nog niet de Rue Soufflet zijn afgedaald. Nooit hebben we zoo'n compacte menigte gezien als op den weg welke de stoet volgde En 't was zichtbaar dat niet alleen nieuwsgie righeid de menschen naar hier had gedreven, maar wel degelijk de wil om nog eenmaal hul de te brengen aan dezen grooten Franschman Voor het Palais de Justice wordt een minuut stilgehouden in tegenwoordigheid van alle rechters en advocaten die daar met ontbloot hoofd stonden opgesteld om een laatste hulde te brengen aan den ex-batonnier. En daar is de Notre Dame, De troepen ver gezellen niet langer het kanon. Voor den gevel van de machtige kathedraal hangt een enor me rouwsluier. Voor de nortieken groote kan delabers waaruit wierook-walmen opstijgen. De klokken beieren. Voor het hoofdportaal, in vol ornaat voor een zilveren crucifix wacht de hooge geestelijkheid. Mgr. Crépin en Mgr. Binet om het stoffelijk overschot van Ray mond Poincaré in ontvangst te. nemen, In het inwendige is het één schittering van honder den kaarsen, op het altaar en rond de kata falk, midden In het schip. Het is daar dat de kist wordt opgebaard. Van uit den nok hangen tot aan den grond toe zwarte sluiers neer met zilverloovers, als tranen óp een rouwkleed. Geruischloos nemen de genoodigden plaats en dadelijk zet een koor een oude kerkelijke me lodie uit de XVIde eeuw in.. Dan begint de plechtige mis, onderbroken door gezang en het machtige orgelspel. Wierrook stijgt op en toovert een waas voor de gebrande ruiten. De zwoele geur mengt zich met die van de dui zenden bloemen die om de kist zijn neerge legd. Monseigneur leest het laatste evangelie en dan treedt kardinaal Binet op de kist toe om de absolutie te geven. En wanneer eindelijk het koor het Lux OEterna zingt en het Libera Me. dan verlaten de aanwezigen, diep onder den indruk de ca- thedraal. Slechts de naaste familieleden blijven om oer auto, het stoffelijk overschot van Poin caré te begeleiden naar Nubécourt, een korte plechtigheid, welke op uitdrukkelijk verlan gen van den overledene slechts in zeer beslo ten kring moet plaats vinden, ver van de openbare belangstelling. HENRY A. TH. LESTURGEON. De „Uiver" kan thans elk oogenblik worden verwacht. Een telefoontje„De „Uiver" is op de kust gesignaleerd". Hij kan nu elk oogenblik komen. Daar davert de „Uiver" boven het geboomte aan. Het publiek is razend van enthousiasme. De troepen moeten optreden om do menschen in bedwang te houden. Het gejuich is nu niet meer van de lucht, en er zijn reeds een paar zoeklichten, ontstoken omdat het donker begint te worden. Het cordon is nu gevormd. De groote gele tankwagen is bij de hand. De machtige vormen van de ..Uiver" worden zicht baar. Aller oogen en aller hoofden reiken in de richting van de stad, waar nu de Douglas duidelijk zichbaar is. Wij zien hoe het lan dingsgestel wordt uitgetrokken. Lager en lager komt de Douglas. Hij is nu vlak boven de hangar. Zelden zag spreker een vliegtuig zoo statig en mooi aankomen. Nu is hij voor ons, de „Uiver". Royal Dutch Airlines, zeggen fier de letters op den grooten romp, op vleugels en staart. Hij is geland, en vrijwel onhoorbaar, Het toestel draait nu en taxiet naar het stationsgebouw. De 'mededeelingen van den Aneta-man wor den nu telkens overstemd door het gejuich van het publiek. Duidelijk hoort men het draaien van de schroeven. Spreker deelt mede hoe in de lichte schemering de vlammen uit de uitlaatpijpen zichtbaar zijn. En dan juichen, juichen, eindeloos juichen van enthousiaste Nederlanders daarginds op duizenden kilometers afstand in rechtmatigen trots over deze groote nationale gebeurtenis. En nu krijgt de ooggetuige gelegenheid om rustig verds-r te vertellen wat er op Tjililitan gebeurt. Het klinkt bijna huiselijk, echt nuch ter Bollandsch, wanneer hij rustig vertelt, dat de inzittenden van de „Uiver" frisch en monter naar buiten komen gestapt, alsof ze een reisje van Singapore naar Batavia achter den rug hadden. Aneta stelt nu pogingen in het werk om een interview te verkrijgen met een van de „Uiveri'-vligers. De mecaniciens zijn natuurlijk dadelijk aan den gang gegaan om het toestel in orde te maken. Inmiddels wordt de post van boord gehaald. Het publiek is nu, na het hartstochtelijk gejuich, stil geworden en kijkt zijn oogen uit. Plotseling nieuw gejuich. Daar heeft men de marconist voor de microfoon 'gehaald en we hoorden verklaren dat ze een heel vlotte reds hebben gehad, dat zij geen moeilijkheden heb ben ondervonden en dat ze in Al or Star in de gelegenheid zijn geweest een bad te nemen. „We hopen een uur of vier te. vliegen tot Rembang" zegt Pronk en dan komt de nuch tere, desondanks bijna verbijsterende me- dedeeling, dat zij in 52 uren van Mildenhall tot Batavia zijn gekomen. „We hebben heelemaal geen slaap, want we slapen om beurten", zegt Pronk ook nog. „De mecanicien slaapt onderweg en werkt als we op den grond staan." Dan haalt Aneta de Dudtsche pass-a gier e Thea Rasche voor de microfoon en zij zegt: „Ich freue mach dass ich hier bei sein darf". Dan hoort men de stem van gezagvoerder Parmentier, die voor de belangstelliing be-' dankt. Het spijt hem dat hij niet langer kan blijven, want hij moet er nu weer spoedig van door. Over een paar dagen, hoogstens over een week, komt hij echter op de thuisreis weer langs. En dan weer een passagier. Het is de heer Domini, die bedankt voor de schitterende ont vangst, die hem overal ten deel is gevallen. „En de K. L. M. had overal v-oor prachtig weer gezorgd", voeigt hij er aan toe. Het is nu 10 minuten voor half zeven en de schemering op'het'vliegveld is geheel geval len. Duidelijk dragen de aeth-ergolven het ge roezemoes van de menigte over, terwijl de verslaggever even zwijgt en aldus het publiek aan het woord laat. (Aneta Copy-right). De Uiver heeft den afstand Londen—Bata via in den recordtijd van 2 dagen, 4 uur en 21' minuten afgelegd. De Pelikaan maakte de vlucht in ruim 4 dagen en 4 uur. De prestatie van de Uiver is buitengewoon ook in vergelijking met de Cornet, aangezien de Uiver het eerste ver keersvliegtuig met post en personen aan boord is dat het traject in dergelijke tijden heeft afgelegd. Geruchten doen de ronde...:: „Hallo! Is het waar dat de Uiver bij Bang kok verongelukt is?" „Is het waar dat Scott motorpech heeft en een noodlanding heeft moeten maken?" „Ik heb gehoord, dat al één toestel voorbij Indië is gevlogen." „Is het juist, dat de Panderjager op één mo tor is verder gegaan?" Deze en nog veel meer vragen werden ons Zondag telefonisch op de redactie ge steld, toen er nog geen vliegtuig in Indië was aangekomen, tcsji de Panderjager nog lang niet In Allahabad was aangekomen, toen de Uiver en de Comet van Scott nog rustig doorvlogen. En Maandagmorgen „Heeft de Uiver een noodlanding moeten maken?is Scott door de Douglas gepas seerd? Jammer voor de Mollisons'n Bof voor ons, de geschiedenis met -de Mollisons... D Zou Scott nog ingehaald kunnen worden?.... Voor onze borden in de Groote Houtstraat verdringen zich voortdurend de talrijke nieuwsgierigen. In spanning volgen ze, den gang van zaken die geregeld op de nieuws- borden en de kaart worden bij-gehouden. „Je zult zien dat de Uiver zich spaart en ten slotte met groote snelheid het laatste stuk aflegt." „Let op mijn woorden: met die Comet van Scott loopt het nooit goed af Wat men wenscht en waar men heimelijk op hoopt, dat spreekt men zoo graag als voorspelling uit Er ontspint zich een uitgebreide discussie over het al of niet sportieve van deze hoop. „De Panderjager had maar niet mee moe ten doen, die heeft immers altijd pech!" ,Ze konden 'm beter de Pechjager noe- n." ,En er zijn er meer, die pech hebben. In Athene zit zelfs nog een toestel." -Dat maakt er zeker een Zesdaagsche van „Evengoed een prestatie om met een ge woon lijn toestel, als de Dougla-s toch is, in ruim twee dagen van Londen naar Batavia te vliegen!" De heele stad, ons heele land, de heele we reld om zoo te zeggen leeft mee met deze geweldige race. Langdurige gesprekken tus schen meer of minder deskundigen, tusschen meer of minder op-de-hoogte-zijnden, worden gevoerd. En wat eiken Zondagavond en Maandagmorgen het belangrijkste is, de sport, is thans absoluut niet in tel. De over winning van Haarlem wordt nauwelijks be sproken, het wereldkampioenschap dammen valt in het niet bij deze wereldrace voor vlieg tuigen, iedereen is er vol van. En we worden opgebeld door een huisvader die om derwille van den vrede thuis, waar verschil van meening bestaat omtrent de snel •heids- en handicaprace naar Melbourne ons komt vragen, wat precies het onder scheid daartusschen is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 8