Artikel 289 strafrecht FEUILLETON Oorspronkelijke Recherche Roman, door J. CHR. TETENBURG. Inspecteur van politie te Utrecht. 21) Hij werd voorzichtig in den auto van den dokter gelegd die hem met spoed naar de 'Chirurgische afdeeling der Stadsklinieken vervoerde. Om elf uur dienzelfden avond, rolde de on fortuinlijke Inspecteur op een baar de ope ratiekamer binnen en werd op de operatie tafel gelegd. De kap met de langzaam ne er clryppelende aether werd hem op het hoofd gezet en zijn laatste indrukken van deze wereld waren: veel licht (het ontsteken der sterke electrische lampen) en geruisch van stroomend water .■veroorzaakt door het langdurig handen- tVasschen der chirurgische studenten.) Eenise uren later hoort hij een vrouwen stem zeggen: „Lietsen, ben je wakker?" Hij slaat de oogen op en thans dringt het jot hem door dat hij in een ziekenhuis ligt m een verpleegster aan zijn bed zit. Weer lerhaalde deze haar vraag en hij antwoordt: ,Ja". Tegelijkertijd krijgt hij een gevoel alsof er !6 loodzwaar gewicht aan zijn linkerbeen langt. Langzaam liepen zijn hersenen weer vol en ierinnerde hij zich stuk yoor stuk de verschil lende feiten weer. Eén omstandigheid nam zijn gedachten daarna geruimen tijd. in be slag: Hij was eenige dagen tevoren te weten gekomen, dat van Ostens niet kon zwemmen. Een badmeester van de zweminrichting waar Van Ostens veel kwam baden, had dit met stelligheid verklaard, terwijl zijn kennissen dit konden bevestigen. Hij kon dus onmogelijk de man geweest zijn, die met krachtige slagen de gracht te Julianastad was overgezwom men. Zijn aanvankelijke veronderstelling, dat van Ostens de. man geweest moest zijn. die het schouwlokaal was binnengeslopen, bleek hierdoor, definitief foutief te zijn. Zou er dan toch geen verband bestaan tusschen het ongeluk met den zwerver en den moord op diens naamgenoot? Het feit, dat hij aldus plotseling aan het bed gekluisterd was hinderde hem nog meer dan de vreeselijke pijnen, die zijn been teis terden. Optimist als hij altijd was, had hij een vast vertrouwen in een spoedige algeheele genezing, zoodat hij zich hierover niet be zorgd maakte. Eensklaps overviel hem een duizeling. Hij werd vreeselijk onpasselijk en begon hevig te braken: De uitwerking van de narcose be gon zich te doen gelden. Barstende hoofdpijn voegde zich er bij en hij verviel daarna in een koortsig ijlen. De verpleegster, die zich eenigszins ongerust maakte, riep terstond .een hoofdzuster en ook kwam even later een dok ter kijken. Zij wisten maar al te goed, wat koorts onder deze omstandigheden kon be- teekenen. Gelukkig liep deze vrij spoedig te rug en bleek niet van gevaarlijken oorsprong te zijn. De daarop volgende dagen verliepen als in een kwaden droom en eindelijk begon de pijn wat te zakken en keerde ook zijn eetlust van lieverlede terug. Zijn denkvermogen werd weer beider en nu kon hij ongestoord zijn gedachten weer laten gaan. Inspecteur ten Boekhorst van de recher che 3de sectie, kwam hem, regelmatig op de hoogte houden van hetgeen alzoo op het bu reau voorviel en natuurlijk in het bijzonder over den moord op Nah-Indra en de testa- ments-vervalsching met gasverstikking bij notaris Sierstra. Uit den aard der zaak wist inspecteur ten Boekhorst niet, hoe ver het .met de vergif tigingszaak in Elkendam gesteld was. Lang spraken de beide Inspecteurs ook nog over eventueelen opzet bij het auto-ongeluk. Bei den achtten het onwaarschijnlijk, maar wil den niettemin de mogelijkheir niet uitsluiten. Het ingesteld onderzoek naar de daderes was zonder resultaat gebleven. De bewuste circusdame was opnieuw gehoord, doch deze bleef er bij, dat ze van den moordenaar van Nah-Indra niets afwist en maar uit aardig heid tegen haar begeleider gezegd had, dat ze wist" hoe hij er uitzag. Inspecteur ten Boekhorst meende, dat men het in Elkendam niet zou aandurven om de zaak ter terechtzitting aanhangig te maken, daar de kans zeer groot was, dat van Ostens dan zou worden vrijgesproken. En eenmaal vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervol ging zou hij nimmermeer voor dezelfde feiten kunnen worden veroordeeld, ook al werden er later stapels bewijzen aangevoerd. Toen het om half tien in zijn kamer begon te schemeren en de Zuster vroeg of hij de gor dijnen dicht wilde hebben en het licht aan, weigerde hij dit. Al peinzende werd hij later in de toenemen de duisternis door den slaap overmand. HOOFDSTUK XVIII. EEN AANSLAG EN EEN BEKENTENIS. De rechercheur van Politie van der Stelten van de recherche 4de sectie te 's Torenbosch, typte op 22 Augustus 19— de laatste regels van het onderstaande stuk: Gemeente Politie 's-Torenbosch Pro-Justitia. No. 3301. Proces-verbaal. Op heden verscheen voor mij, Pieter Willem van der Stelten, agent van politie recher cheur in de gemeente 's Torenbosch, een mij onbekend manspersoon, die opgaf genaamd te zijn Johannes Anthonius Verzeumen, oud 24 jaar, student in de Rechten, wonende in het pension „San Remo" te Selburg, aangifte doende en verklarende als volgt: „Op Vrijdag 21 Augustus 19des namiddags ongeveer ze ven ure, begaf ik mij, zooals ik dat meermalen placht te doen, per rijwiel van Selburg naar 's Torenbosch. Ik volg daarbij steeds denzelfden weg en wel tot Huize „Boschrust" den Rijksstraatweg en daarna binnendoor, het rijwielpad door het bosch naar de Lindenlaan te 's Toren bosch Dit pad is aangeduid met officieele bor den met opschrift „Rijwielpad" en is te be schouwen als openbare weg. Nadat mij aan vankelijk een dame en een heer per rijwiel passeerden, reed ik ongeveer tien minuten over het pad zonder iemand te zien. Plotseling toen ik mij vlak bij de plaats bevond, waar een vervallen hut langs den weg staat, hoorde ik in het struikgewas rechts van mij, een schelpen knal, waarvan ik erg schrok en te gelijkertijd een fluitend geluid langs mijn oor. Ik uitte een luiden schreeuw. Onmiddellijk daarop viel een tweede schot en een klap tegen mijn rijwiel, vlak bij mijn knieën, deed mij begrijpen, dat er opzettelijk op mij ge schoten moest worden. Ik liet mij met rijwiel en al omvallen, bleef plat liggen en schreeuwde „Hou op!" Doch dit scheen niet te helpen, want een derde ko gel sloeg vlak boven mijn hoofd in een boom. Ik dacht niet anders, dan dat het met me ge daan was, doch het schieten hield op en ik hoorde duidelijk takkengekraak in de rich ting va.n de hut. Toen werd alles weer stil, Nog eenigen tijd bleef ik liggen om af te wachten of er-soms iemand langs het pad aan zou komen, doch toevalligerwijs passeerde er niemand. Ik ben toen opgestaan, sprong vlug op mijn fiets en reed zoo hard ik kon het pad af, naar de Lindenlaan. Daar constateerde ik, dat een kogel mijn actentasch, die aan de midden stang van mijn rijwiel hing geheel doorboord had, zelfs is deze door een mijner dictaten gedrongen. Ik overhandig u hierbij deze actentasch met als inhoud twee dictaatcahiers, waaraan u duidelijk de kogelgaten kunt zien." Ik kan u de plaats, waar de boom door den kogel werd getroffen, nog aantoonen. Ik ben van meening, dat men opzettelijk en met voorbedachte rade op mij geschoten heeft teneinde mij van het leven te berooven Een ongeluk bij het jagen is uitgesloten, omdat hier niet gejaagd mag worden, de ko gels alle drie in dezelfde richting kwamen en het schieten, ook na mijn schreeuwen niet ophield. Ik heb op niemand eenig vermoe den. Een motief voor de daad zou kunnen zijn, dat ik een groote erfenis wachtende ben. Ik verzoek u een onderzoek in te stellen en den dader strafrechtelijk te vervolgen." Ik, verbalisant, heb, na daartoe bekomen op dracht van den Commissaris van Politie, mij denzelfden avond, vergezeld van den Briga dier van Politie Lagenboom van den Herken ningsdienst en van aangever, naar de plaats des misdrijfs begeven en constateerde, dat in een boom langs het rijwielpad hiervoren bedoeld, nabij een verlaten boschhut een klein rond gat was. Daar het reeds te donker was om waarnemingen te doen' is daarop op last van genoemden Commissaris, een vas ten post ter plaatse opgesteld, waarop wij den volgenden morgen opnieuw, thans mede vergezeld van den Commissaris, een onder zoek instelden. j Hei is nu alles Uiver en K.LM., wat de klok slaat. Enthousiaste onbekenden hebben het Leid- scheplein te Amsterdam den naam K L.M.-plein gegeven Uitbrengen van reddingbooten De N.ZH Reddingsmaatschappij hield Donderdag demonstraties te IJmuiden met de reddingboot .Barend van Spreekens" Een felle brand woedde in een fabriek aan den Bredascheweg te Tilburg, tengevolge waar van een groot gedeelte van de fabriek in asch gelegd werd De eerste en de tweede spade voor de werkzaamheden der Midden Llmburgsche beken- vei betering onder Panheel zijn Donderdag resp door minister Slotemaker de Bruïne en baron van Hövell tot Westerflier, commissaris der Koningin, in den grond gestoken De minister-president dr. H. Colijn en de directeur van de K.L.M., de heer Plesman, hebben Donderdagmiddag te den Haag een radiogesprek gevoerd met de beman ning van de .Uiver" te Melbourne. Ook minister de Wilde was hierbij tegenwoordig De eerste foto van de aankomst van de „Uiver" te Melbourne. Bovenstaande foto, welke radiotelegrafisch van Melbourne naar Londen werd geseind en vandaar per vliegtuig naar Amsterdam werd gebracht, toont het moment na de landing van de „Uiver", terwijl de piloten Parmentier (links) en Moll door den Nederlandschen consul worden verwelkomd Op weg naar den wedstrijd in het boterbereiden op de Landbouwtentoonstelling te Londen Kolonel Fitzmaurice met den piloot Bonar bij de voorbereidingen voor zijn vlucht naar Australië waarbij hij het record van Scott en Black wil verbeteren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 8