Artikel 289 strafrecht De „Uiver" en de „Panderjager" te Allahabad. De onfortuinlijke reis van den Panderjager. Het vliegtuig na de mislukte landing op het vliegveld Bamrauli bij Allahabad. Duidelijk ziet men, dat door het defect aan het landingsgestel (rechts op de foto) het vliegtuig schuin op den grond is neergekomen Het Engelsche Nationale Labour Comité noodigde Maandag Ramsay Macdonald en Stanley Baldwin op een lunch in het Trocadero. De staatslieden aan tafel FEUILLETON Oorspronkelijke Recherche Roman. door J. CHR. TETENBURG. Inspecteur van politie te Utrecht. z5) Steenman die door den plotselingen uitval van de verdediging danig van zijn stuk ge bracht is, antwoordt onzeker: „Nee, zoo erg was het niet. Maar het was de eenige ma niet om hem tot bekentenis te brengen Uit zichzelf spreken wilde hij immers niet." De verdediger: „Dan. had u dat in het proces-verbaal dui delijk moeten laten uitkomen. En in plaats daarvan doet u voorkomen, als of deze ver klaringen zoo uit eigener beweging zijn af gelegd!" Steenman „Nee, dat doe ik niet. Er staat uitdrukke lijk in het verbaal dat hij alles desgevraagd verklaarde!" De verdediger: „In ieder geval een schandelijke wijze om iemand een verklaring te ontlokken. Dit is in flagranten strijd met den geest van het r.ieu- de wetboek van strafvordering en in 't bij zonder met den inhoud van artikel 29 daar van. Ik acht een bekentenis op deze wijze verkregen daarom ook van buitengewoon weinig waarde!" Steenman: „Mijnheer de president, ik ver zoek u den verdediger tot de orde te roepen, poor het woord schandelijk viel ik me diep ggkrenkt!" De president: „Wil de verdediging dit woord terugne men?" De verdediger: „Neen, dat kan ik niet en dat mag ik niet. Het is de waarheid!" De verdediger: „Ik verzoek u zich te matigen, daar de rechtbank anders zal overwegen u de ver dere verdediging van dezen verdachte te ont nemen." De verdediger: „Accoord. Ik was eenigszins uit mijn doen door de verklaringen van den getuige. Ik bied excuus aan." De officier: „Verdachte heeft zijn verklaringen ten overstaan van den Rechter-commissaris nog herhaald!" De verdediger: „Zijn verklaringen? De verklaringen van getuige Steenman bedoelt u zeker!" De officier: „Bij den Rechter-commissaris heeft hij ejge ner beweging alles woordelijk zoo verteld." De verdediger: „Nadat het hem eerst woordelijk door ge tuige was voorgezegd!" De president: „Getuige Steenman, ik dank u. U kunt gaan zitten." Volgende getuige is Karei Hendrnk Lietsen, oud 34 jaar, inspecteur van politie te Juliana - stade die thans geheel hersteld is van zijn verwondingen. Hij wordt door den president ondervraagd omtrent de redenen die. hem er toe brachten het logement te bezoeken en het doosje weg te nemen. De president: „Vermoedde u een misdrijf?" Lietsen: „Ja". De president: „Op welken grond?.'* - Lietsen: „Dat is niet zoo gemakkelijk te zegden. Het houdt ten nauwste verband met eenige justi- tieele onderzoeken betreffende andere mis drijven. Ik heb een en ander uitvoerig aan den rechter-commissaris medgedeeld en die verklaringen staan in de stukken ver meld. Ik vraag u beleefd hierop inliet be lang van deze onderzoekingen niet nader in 't openbaar in te gaan. Na een kort dispuut hierover tusschen pre sident, rechters, officier en verdediger, ver klaarde de rechtbank voorloopig met den in houd der stukken genoegen te nemen en van een verder verhoor van den Inspecteur af te zien. Commissaris Frankenhof doet dan diverse mededeelingen omtrent de aanhouding en ver hoor van den verdachte. Deze ontkende bij hem steeds alle schuld. Wel gaf hij toe, dat het een zonderlinge geschiedenis was en dat de schijn zeer tegen hem pleitte." De president: „Hoeveel geld bleek er in het gevonden geldkistje te zijn?" Commissaris: „Ongeveer twaalfhonderd gulden." De president: „Waar was de sleutel daarvan?" Commissaris: „Aan een sleutelring in den zak van den verslagene." De president: „Acht u het uitgesloten, dat na den dood van het slachtoffer diefstal heeft plaats ge had?" Commissaris: „Uitgesloten natuurlijk niet. Maar wel hoogst onwaarschijnlijk. De heer van den Bin- oenbogaar-d zei mij, dat het gevonden bedrag wel ongeveer klopte met hetgeen de heer Janssen op het tijdstip van zijn dood in zijn bezit moet hebben gehad. Volgens deze was al hetgeen de heer Janssen bij zijn vertrek me degenomen had, nog aanwezig". Er volgt nu nog een kort debat over de ver moedelijke drijfveer van de misdaad, waarna ook deze getuige een plaats op de banken kan gaan opzoeken. Tot slot van den middag werden nog enkele politieambtenaren uit 's Torenboseh gehoord in verband met de gasverstikking op het kan toor van den notaris. De mogelijkheid van misdrijf bij deze verstikking kunnen zij ech ter niet aantoonen. Zij blijken bovendien ook de vaste overtuiging te hebben, dat het hier inderdaad een ongeluk betrof. Hierna schorst de president de zitting tot den volgenden mor gen 10 uur. HOOFDSTUK XXI. VOOR DE RECHTBANK 3. Was er sprake van roofmoord? Heden is het de tweede dag der zitting. De tribunes zijn stampvol. Overvol zelfs. Reeds voor negenen stonden de menschen opgepakt, voor de poort. Er is enorme en begrijpelijke belangstel ling. Ook op de gereserveerde tribune. De getuigenbanken zijn zelfs gedeeltelijk bezet door buitenstaanders. Ook de balie is zeer talrijk vertegenwoordigd. Nadat de rechtbank is binnengetreden en alle aanwe zigen die zich daarbij van hun zetels verheven hebben weer plaats hebt/m genomen, verzoekt de officier van justitie 'voorlezing van het proces-verhaal van verhoor van Van Ostens voor den rechter-commissaris. De verdachte luistert met aandacht. Hij ziet zeer bleek en zwarte kringen onder de oogen duiden er op, dat hij waarschijnlijk een slapeloozen nacht heeft doorgemaakt. De president: „Van Ostens, herinnert u zich thans dit alles voor den rechter-commissaris te hebben gezegd?" Van Ostens: „Ik kan het'mij niet goed meer herinne ren Edelachtbare; het staat me niet meer voor. Het is wel mogelijk dat ik het zoo ver teld heb. Maar ik zweer u dat het allemaal leugens zijn. Ik heb niets gedaan!" De verdediger: „Mijnheer de president, als- verdediger stel ik er prijs op, dat de deskun digen Revalo en Pieters deze zitting zullen bijwonen. Ik verzoek u daarom deze heeren, die ik niet aanwezig zie te doen oproepen hierheen te willen komen. Ik twijfel niet of de doktoren zullen voldoen aan het verzoek de zitting te komen bijwonen." De president: „Heeft de officier van justitie hiertegen, bezwaren?" De Officier: „Geen bezwaar mijnerzijds." Er wordt last gegeven de doktoren telefo nisch te verzoeken naar de zitting te willen komen. !De eerste getuige van dezen dag blijkt te zijn Adrianus Cornells van den Binnenbo- gaard, Janssens huisbewaarder en zaakwaar nemer. •Op verzoek van den president doet' hij een omstandig verhaal van het leven en lijden van zijn werkgever. Lietsen, die met zichtbare spanning de zit ting volgt, vergelijkt ondertusschen deze ver klaringen met hetgeen hem door middel van den notaris over Ja.nssen bekend is en be vindt dan, dat alles precies klopt. Natuurlijk is het verhoor van dezen ge tuige voor de in de zaal aanwezigen zeer in teressant De levenswijze van het slachtoffer was dan ook allerminst alledaags te noemen. Ook datgene betreffende het bezoek van den verdachte aan zijn woning en zijn smeekbe den, hem het adres van zijn oom te willen zeggen, waaraan hij tenslotte gevolg gaf, ik vrijwel woordelijk hetzelfde, als-wat hij den inspecteur uit Julianastad verklaard had. Dit bleek uit den inhoud van des door hem ge maakte aanteekeningen. _(Wordlt vervolgd;), y Te den Haag is - het huwelijk vol trokken tusschen mej H. de Monchy, richt van den burgemeester van den Haag, met den heer P. H Kemper Het bruidspaar verlaat het stadhuis P Loeff en mr. Th Mathon hebben Dinsdag afscheid genomen, resp. als presi dent en procureur-generaal van het Gerechtshof te 's Hertogenbosch «Het klimmen over de omheining is streng verboden 1° Het Inlandsch publiek in zijn schilderachtige kleedij slaat achter de draadafzelting om het vliegveld te Allahabad vol interesse de aankomst der deelnemers aan de Melbourne-race gade De burgemeester van Maarden, de heer M P. van Wettum, is Dinsdag gehuldigd in verband mét zijn vertrek De nieuwe Vechtbrug bij Loenen, die officieel in gebruik is gesteld Dè „Uiver" op het vliegveld bij Allahabad tijdens het korte oponthoud in de race van Mildenhall naar Melbourne

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 8