Artikel 289 strafrecht bestaat ook de figuur van de enquête door1 een staatscommissie, ingesteld op grwnd van een speciale wet. In het eerste geval gelden de bepalingen der algemeene enquête-wet van 1850. Die wet verplicht getuigen en deskundigen voor de parlementaire enquête-commissie te verschij nen. maar zij kunnen zich op grond van hun ambts- of beroepsgeheim verschoonen getui genis af te leggen. Bovendien staat het den bui-gerlijken of militairen ambtenaar vrij te zwijgen, hetzij met een beroep op het lands belang hij zelf maakt uit, of het landsbe lang op het spel staat! hetzij op bevel van zijn meerdere op denzelfden grond. Het eenige wat de Kamer dan nog kan doen. is van het departementshoofd waaronder de zwijgzame getuige-ambtenaar ressorteert, verlangen, dat het de gegrondheid der ingebrachte verschoo ning bevestigt. Dit laatste heeft eventueel na tuurlijk geen enkele waarde, want de simpele bevestiging van het departementshoofd is vol doende om de Kamer en haar enquête-com missie niets te doen vernemen van wat zij zoo gaarne van den getuige in kwestie had willen hooren. Aan dit bezwaar der parlementaire enquête kan men eerst ontkomen als de wet van 1850 op dit punt gewijzigd zou worden. Roept men daarentegen een speciale wet in het leven om het onderzoek door een op grond dier wet te benoemen staatscommissie te doen plaats vin den, dan is het mogelijk daarbij tevens een procedure-regeling vast te stellen, waardoor het verschooningsrecht voor getuigen aanzien lijk minder ver kunnen gaan dan in de rege ling van 1850 helaas het geval is. Natuurlijk geeft dan het Parlement bij een dergelijke so lutie zijn enquête-bevoegdheid uit handen en laat het dit werk over aan een door de Re geering aangewezen commissie. Toch moet hieraan de voorkeur gegeven worden, Indien men over voldoende dwangmiddelen wenscht te beschikken om getuigen en deskundigen tot spreken te brengen. Meent men het echter daar zonder te kun nen stellen, dan kan ik me wel indenken in de redeneering, die ik nog van een vooraan staand Kamerlid mocht vernemen en die on geveer hierop neer kwam, dat deze afgevaar digde zeker wel kon voelen voor eenig on derzoek, maar in de gegeven omstandigheden toch geen behoefte had aan een parlemen taire of wettelijke enquête. Dat vond hij te breed opgezet; volgens hem kon men voors hands gerust volstaan met een onderzoek het zij door een commissie, benoemd door de Re geering. hetzij door een speciaal hiervoor aan te wijzen Kamercommissie, zooals b.v. thans t.a.v. de Spoorhoutkwestie het geval is. Het komt mij voor, dat zoowel in het ob ject der enquête als in de personen en onder nemingen, waarmee men dan te maken zou krijgen, alle reden gelegen is om het nut van het beschikken over dwingende middelen ten einde het getuigenverhoor niet te doen dood- loopen, niet te onderschatten. Maar hoe dat ook zij. hoofdzaak is thans voor alles dat men in ons Parlement door onderling overleg de noodige eensgezindheid bereike om den weg te banen voor een zoo deugdelijk mogelijk on derzoek in zake de particuliere wapenindus trie en -handel. Waar een wil is, daar is ook een weg. Dat de wil zou ontbreken is toch ze ker niet aan te nemen. En dus moet het tot een onderzoek komen, tenzij er zich straks, wat niet te hopen zou zijn, in het debat over Hoofdstuk I, t.a.v. dien wil nog pijnlijke ver rassingen zouden openbaren. Het is nauwelijks denkbaar, maarje kunt nooit weten. De sociale enquête van 1890 en de z.g. crisis enquête van 1918 zijn beiden gehouden door een staatscommissie in het leven geroepen dank zij een speciale wet. Dr. E. v. RAALTE. BEVERWIJK DE R. K. FABRIEKSARBEIDERS. De afdeelingen Beverwijk en Velsen van den R.K. Fabrieksarbeidersbond „St.-Wille- brordus" zullen Woensdagavond in het Ver- eenigingsgebouw te Velsen-Noord 'n gecom bineerde vergadering houden. In deze bijeen komst zal de nieuwe loonregeling van de directie der Kon. Papierfabrieken Van Gelder Zonen worden besproken. .DE WERKLOOSHEIDSVERZEKERING. Woensdagavond houdt de R.K. Bakkersge- zellenbond een ook voor niet-leden toegan- kelijike vergadering waarin een uiteenzet ting zal worden gegeven van de werkloos heidsverzekering. ONTWIKKELINGSCURSUS VAN DEN VOLKSBOND. De ontwikkelingscursus, georganiseerd door den R.K. Vo#csbond, zal op Maandag 12 Nov. a.s. in de U. L. O.-school aan den Kees- delfsweg aanvangen. Rector Boonekamp, gees telijk adviseur der afdeeling doceert evenals vorig jaar Sociologie. De heer Vernooy zal de lessen geven in: Algemeene geschiedenis, al gemeene ontwikkeling en Nederlandsche taal (Spelling Marchant). CHR. NAT. WERKMANSBOND. De afdeeling Beverwijk en Omstreken van den Chr. Nat. Werkmansbond houdt Donder dagavond een ledenvergadering in het Ned. Herv. Vereeniginggebouw aan de Oosterwijk straat. In deze bijeenkomst zal Ds. C. M. Krijger spreken over het onderwerp „Troelstra en de godsdienst". DE EGMONDER ABDIJ. In de Dinsdagavond in het K. S. A.-gebouw te houden ledenvergadering van de plaatse lijke afdeeling van den R. K. Volksbond, zal pastoor W. Nolet uit Amsterdam een lezing met lichtbeelden houden over de abdij te Eg- mond. Het huishoudelijk gedeelte dezer bijeen komst vermeldt o.a. de benoeming van den vertegenwoordiger in Maatschappelijk Hulp betoon. DE BLINDENAVOND IN DE K.S.A. Het programma voor den op Woensdag 14 November in het K.S.A.-gebouw te geven blindenavond vermeldt o.m. de medewerking van een gemengd zangkwartet en de St. Jozef Harmonie. Ook zal op dezen avond de film „Het inwendige Licht" worden vertoond. Verder wordt een verloting gehouden, waar van de hoofdprijs een rijwiel is, dat de blinde rijwielreperateur de heer Du Pau tijdens de voorstelling zal monteeren. De geestelijk ad viseur van den R.K. Blindenbond. kapelaan P. Schretlen, zal als spreker optreden. Des middags wordt de film „Het inwendige Licht" vertoond voor de jeugd. KERKCONCERT „VOX HUMANA". Dinsdagavond geeft het Chr Gemengd Koor ..Vox Humana", dirigent de heer P. J. Potgieser, een concert in de Ned. Herv. Kerk. Medewerkenden aan dit concert zijn mej. T. van Eek, sopraan, mej. A. Ehrbecker, viool, de heeren P. J. Potgieser, orgel, B. Hopman, cello, H. Oostewaal, Clarinet en W. Kist, piano. Met koor en orkest wordt o.m. uitgevoerd „Vrede", een compositie van den dirigent. WIJK AAN ZEE EN DUIN BEGRAFENIS G. VAN AMERSFOORT. Onder groote belangstelling werd Zaterdag op de begraafplaats te Wijk aan Zee het stoffelijk overschot van den heer G. van Amersfoort ter aarde besteld. Nadat zijn echtgenoote en dochter treffende woorden van afscheid gesproken hadden, zongen de kinderen der Zondagsschool „Grijpt toch de kansen". Namens het bestuur van „Arion" sprak de heer H. Oosterveen woorden van dank voor het stuwende en opbouwende werk door den overledene voor het corps verricht. Vervolgens sprak ds. J. A. L. Hooy, die het leven en streven van den overledene schetste, als dat van een voorbeeldig Christen- Onder de vele bloemstukken, die de baar dekten, waren behalve die van familieleden, ook kransen van verscheidene instellingen, zooals. de kinderen der Zondagsschool, Kerk voogdij, Arion, Bidt en werk. HULDIGING VAN DEN HEER P. VRIESMAN SR. In tegenwoordigheid van de bemanning dei- reddingsboot werd het jubileerend bestuurs lid der Plaatselijke commissie van de Noord- Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij de heer P. Vriesman Sr. door den voorzitter en secretaris van het hoofdbestuur van ge noemde maatschappij respect, de heeren P, E. Tegelmerg en M. de Booy Jr. gehuldigd. Zijn boden den jubilaris de gouden medaille met inscriptie aan. De Plaatselijke commissie bood haar medebestuurder een toepasselijk ge schenk, de ingelijsde foto, voorstellende de ge strande „Shonga" met de reddingsboot aan. Namens de roeiers der boot ontving hij een rookstel. De jubilaris ontving behalve vele gelukwenschen van familie en vrienden, ook nog cadeaux en bloemen o.a. van de Wijk aan Zeeër reddingsbrigade. KERK EN STAAT. Voor de R.K. Kiesvereeniging „Recht en Plicht" zal kapelaan P. Schretlen, oud-kape laan van de parochie van O.L.Vr. van Goeden Raad, thans te Haarlem. Woensdagavond a.s. in de St. Jozefzaal aan den Arendsweg het onderwerp „Kerk en Staat" behandelen. WED. G. BERKHOUT OVERLEDEN. Zondag is te Wijk aan Zee op 75 jarigen leeftijd overleden mej. de Wed. G. Berkhout geb. Schelvis, die verscheidene jaren de ver zorgster was van inwoners van het Tehuis voor bejaarden. HEEMSKERK ONDERLINGE VEEFONDS. Donderdag 15 November wordt de jaarver gadering gehouden van het Onderlinge Vee fonds in het Café Aerdenburg Voordorp. BLAUW-ZWART—A.D.O. Met 21 leed A. D. O. een nederlaag in Wassenaar. Reeds kort na het begin wordt aan A.D.O. een.doelpunt onthouden, als bij een mooien aanval de keeper een bal, die de doellijn reeds was gepasseerd, weer het veld onwerkt, hetgeen den scheidsrechter ont gaat. Kort hierop bij een mooie aanval van Bl.- Zw. geeft de middenvoor met een goed schot zijn club de leiding, waarmee de rust komt. Na de rust is A.D.O. sterker, wat Beentjes met een mooi doelpunt weet uit te drukken. Als even later bij een aanval De Ruyter 'scoort wordt dat door den scheidsrechter ge- annuleerd. A.D.O. behoudt het beste van het spel, maar weet niet te scoren. Tegen de verhouding in neemt Bl.-Zw. de leiding, waarmee het einde komt. De verdere uitslagen zijn als volgt: Zeevogels 2A. D. O. 3 12 D. E. M. A—A.D.O. A 1—4 D. E. M. A—A. D. O. B 1—3 Alg. Vereen, voor Bloem bollencultuur. Controle op teelt en handel nog onontbeerlijk. Saneeringsmaatregelen moeten trouw worden nageleefd. De Alg. Vereeniging voor Bloembollencul tuur hield heden haar 174e (buitengewone) algemeene vergadering in het Krelagehuis, onder leiding van haar voorzitter, den heer E. H. Krelage, die in zijn openingsrede aller eerst het overlijden herdacht van Prins Hen drik, die steeds veel belangstelling aan den dag legde voor de bloembollencultuur en tweemaal optrad als Beschermheer vari de groote tentoonstellingen der vereeniging. Voorts wijdde spr. waardeerende woorden aan de nagedachtenis van Jhr. Mr. D. E. van Lennep, de heeren H. Veldhuysen van Zanten, C. Eggink Sr., Com. Kieft Jzn. en Prof. Mr. Dr. H. R. Ribbius. Spr. heette vervolgens de gasten welkom, die in verband met het te behandelen onder werp van hun belangstelling deden blijken: den heer Valstar, Regeeringscommissaris voor de steunverleening aan de groenten- en fruifc- cultuur en de sierteelt en den heer Mensing, voorzitter van het bestuur der Nederlandsche Sierteeltcentrale, de acht bestuursleden en den directeur dezer Centrale, over wien de heer Krelage o.m. zeide: Volkomen vreem deling op elk gebied van tuinbouw, ziet hij zich het dagelijksch beheer opgedragen van een instelling, waaraan tijdelijk de zorg voor de levensbelangen van ons geheele bedrijfs leven is toevertrouwd. Het in het Centraal Bloembollen Comité volledig vertegenwoor digde vereenigingswezen op bloembollenge- bied heeft bij het indienen der saneerings- plannen nooit kunnen vermoeden dat de Re geering niet aan de mannen van het vak zeiven de leiding zou toevertrouwen, vooral daar er van financieelen steun vanwege de Regeering geen sprake is, maar de geheele saneering door henzelven betaald moet wor den en men dus zou mogen verwachten dat men aan henzelven ook de besteding dezer gelden zou overlaten, zij het ook onder zeker toezicht van regeeringswege Het verwijt dat dit niet geschied is, treft allerminst den Directeur van de Sierteeltcen trale, maar het maakt zijn positie wel zeer moeilijk. De saneeringsmaatregelen. Wij komen heden in buitengewone verga dering bijeen, zoo vervolgde spr., omdat het wenschelijk is, dat deze vergadering zich uit spreekt over de verdere maatregelen voor het plant jaar 1934/35. Evenals het georganiseerde bedrijfsleven bij de regeering op maatregelen voor 1935 heeft aangedrongen, is het de taak onzer ver eeniging om wenschen kenbaar te maken met betrekking tot de handhaving, wijziging of opheffing dier maatregelen. In het door de regeering toegepaste stelsel worden de maatregelen geheel en uitsluitend door het bloembollenbedrijf zelf bekostigd: dit sluit in, dat de bloembollenkweekers niet in een van de regeering afhankelijke positie behooren te komen, waaraan daaruit voort- vloei ,nde voorwaarden zouden kunnen wor den verbonden. Dit sluit tevens in, dat het bedrijfsleven zelf moet kunnen beschikken over zijn lot en dat de regeering het niet lan ger bindt, dan door het vak zelf noodig en wenschelijk wordt geoordeeld. Zonder voor zeker te willen voorspellen wat de uitslag zal zijn van uwe beraadslagingen, acht ik toch de waarschijnlijkheid groot, dat er geen meerderheid zal zijn voor het afschaf fen der minimumprijzen, ondanks de bezwa ren die daaraan verbonden zijn, of wel dat men ze zal willen zien vervangen door garan tieprijzen. Dat men zoo moeilijk van dit stelsel af stand meent te kunnen doen, is te verklaren uit het betrekkelijk gunstig verloop van den buitenlandschen handel en bewijst dat het beginsel van.het door de gezamenlijke orga nisaties in December 1932 ingediende sanee- ringsplan juist gezien was. Zoowel in 1933 als in 1934 heeft het in groote lijnen gunstig gewerkt, wat eigenlijk een wonder is, als men de onvoldoende wijze in aanmerking neemt, waarop het werd uit gevoerd. Minister Colijn maakte in den korten tijd dat deze bewindsman het departement van Economische Zaken beheerde een einde aan de vrijwel onuitvoerbaar gebleken voorschrif ten en hechtte zijn goedkeuring aan een ge wijzigd voor het bedrijfsleven aanvaardbaar en uitvoerbaar stelsel. Ook van den tegenwoordigen minister van Economische Zaken weten wij dat deze een open oog heeft voor hetgeen ons bedrijfsleven wenscht. Maar helaas, ook nu weer dreigen teleurstellingen bij de uitvoering. Ik zal daar op niet verder ingaan, in de hoop dat de ver tegenwoordigers van het bloembollenbedrijf in de Sierteeltcentrale al hun invloed zullen gebruiken om de saneeringsmaatregelen in 1934/35 te doen verloopen op een wijze, die aan hun vakgenooten zooveel mogelijk vol doening geeft. Op de gedachtenwisseling in deze vergade ring zal ik niet vooruitloopen. De hoop die velen met mij koesterden, dat in 1935 de sa neeringsmaatregelen achterwege gelaten zou den kunnen worden, is niet verwezenlijkt. Vrij algemeen is men overtuigd, dat men de controle op teelt en handel nog niet kan ont beren. Tenslotte zou ik u willen toeroepen: Werkt allen mede om de saneeringsmaatregelen zoo nauwkeurig en trouw mogelijk na te leven. Gij dient daardoor het algemeen vakbelang en voorkomt moeilijkheden voor u zelf. De regeering heeft de macht en de middélen om tegen overtreders streng op te treden en dit zal, naar .mij verzekerd is, ook inderdaad sc heuren. De tentoonstelling „Flora 1935". Ondanks dezen abnormalen toestand, of misschien wel juist tengevolge van den druk der tijden, heeft het bloembollenbedrijf zich met volle kracht toegelegd op deelneming aan de Flora, de groote bloemententoonstelling van 1935, zoo besloot de heer Krelage. De afgevaardigden der* afdeelingen hebben zich heden morgen kunnen overtuigen van den stand der werkzaamheden en kunnen zien, hoe voortreffelijk onze algemeen secre taris, de heer Voors, zijn taak als ontwerper en uitvoerder van het beplantingsplan ver vult. De algemeene sympathie en de krachtige medewerking, die de Flora van alle zijden mocht ondervinden, verlichten den arbeid van het uitvoerend comité en doen de beste verwachtingen koesteren omtrent het wel slagen der tentoonstelling. En hoe zou het ook anders kunnen zijn, waar de geëerbiedig de beschermvrouwe der vereeniging, de Koningin, als een blijk van vertrouwen de aan een tentoonstelling hoogst zelden of nooit gegeven onderscheiding heeft willen verleenen van Hare hooge bescherming. Laat ons allen trachten dit vertrouwen niet te be schamen. Ex-consul gaf passen aan gevaarlijke individuen. Verband met den moord, aanslag op koning Alexander? Officier eischt twee en een half jaar gevangenisstraf. De Arr.-Rechtbank te Amsterdam zette Za terdag de behandeling voort van de strafzaak tegen den 53-jarigen promotor L. W. S. P., vroeger wonende te Naarden en thans gede tineerd in het Huis van Bewaring. Als ex-Consul van Costa Rica zou verdach te van Ida Feingold f 250 hebben los gekregen door zich uit te geven voor Consul en haar een pas te beloven. Op een zelfde wijze zou hij gepoogd hebben van Markies Guingue de Chamvreux de Fara- mont f 100 los te krijgen. De markies diende als tusschenpersoon tusschen zekeren Sabaty en verd. en S. wenschte staatsburge van Costa Rica te worden. Voorts is aan P. nog een verduistering van f 41.000 ten laste gelegd, ton nadeele van den Engelschen geestelijke Firth te Spalding. Alvorens zijn requisitoir te beginnen deed de officier een zeer belangrijke mededeeling. Te Pari.is is een vrouw aangehouden, die er van wordt verdacht medeplichtig te zijn aan den moord op koning Alexander te Marseille. Zij is in het bezit gevonden van twee valsche pas sen. waarvan een te Den Haag is afgegeven. Uit het verder onderzoek is gebleken, dat verd. aan dezelfde dame waarschijnlijk óók een pas had afgegeven, als betrekking had verd. op de pas doen schrijven: „2e secretaresse van het consulaat van Costa Pica". De officier had te Parijs het portret van de gearresteer de vrouw opgevraagd en dit gelijkt sprekend op de foto, welke zich in het dossier bevindt. De foto's worden aan verd. en zijn verde diger getoond, en de officier concludeerde, dat verd. aan gevaarlijke individuen passen afgaf. Hierna hield de officier zijn requisitoir. Spr. requireerde twee en een half jaar ge vangenisstraf met aftrek van voorarrest. De verdediger concludeerde tot ontslag van rechtsvervolging subs, vrijspraak. AGENDA VOOR VELSEN EN IJMUIDEN MAANDAG 5 NOVEMBER Thalia Bioscoop: „Ik ben geen engel." 8.15 u. Bioscoop De Pont: „Bleeke Bet". 8 uur. DINSDAG 6 NOVEMBER Thalia: Revue „Mie en Ko". 8.15 uur. Bioscoop De Pont: „Bleeke Bet". 8 uur. AGENDA TE HAARLEM Heden: MAANDAG 5 NOVEMBER Stadsschouwburg: Amsterdamsche Tooneel- vereeniging: „De Revisor". (Abonnements voorstelling) Palace: Rakoezy-Marsch. Op het tooneel: Willy Derby met zijn nieuw repertoire. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Die Csardasfürstin". Op het tooneel: Kay en Jay, Comedians. 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Koningin Christina" met Greta Garbo. Doorloopende voorstelling van 7 uur 's avonds af. DINSDAG 6 NOVEMBER Stadsschouwburg: Jan van Riemsdijk. Klein Kunst Revue. 8 uur. Bioscoopvoorstellingen. Enquête inzake particuliere wapenindustrie. Gunstige invloed der commissie-Nye. De drang op onze regeering uitgeoefend. In wat nog maar begin-stadium van haar werkzaamheden was, heeft de enquête-com missie van den Amerikaanschen Senaat, die een onderzoek i.z. de particuliere wapenin dustrie en den handel in wapens tracht in te stellen, al heel wat lieden geduchte buikpijn bezorgd. Zij, die hem thans knijpen, schijnen dan ook hemel en aarde te bewegen opdat dit onderzoek straks vooral niet hervat zal wor den' Intusschen blijkt er van die commissie-Nye reeds in zooverre een gunstige invloed te zijn uitgegaan, dat ook elders het verlangen op komt om eens te doen nagaan wat de brave fabrikanten van en handelaren in oorlogs materiaal zoo al voor praktijken toepassen om hun zaken goed te doen marcheeren. Zoo kon men dezer dagen uit berichten uit Engeland opmaken, dat ook daar bij sommigen het denkbeeld veld gaat winnen het enquête-mid del aan te wenden. En hier te lande is al even eens publiekelijk voor iets dergelijks gepleit Ik denk o.m. aan de resolutie, de vorige week door de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede in haar jaarvergadering met algemeene stem men aangenomen. Daarin toch besloot die or ganisatie naast allerlei andere punten ook, zich te wenden tot de Nederlandsche Regee ring en Volksvertegenwoordiging met het ver zoek hier te lande een enquête i.z. de parti culiere wapenindustrie en handel in het leven te roepen. Voorts denk ik aan soortgelijken aandrang in het V.V. over Hoofdstuk I uit den kring onzer Tweede Kamer uitgeoefend. Op grond van wat ik hierover dezer dagen hoorde fluisteren komt me het niet te gewaagd voor te voorspellen, dat aan dit punt straks nog wel eenige aandacht gewijd zal worden bij de Dinsdag a.s. beginnende openbare beraad slagingen. Of de „verscheidene leden", die in de af deelingen het instellen van zulk een onderzoek bepleit hadden, slechts tot één partij, nL de S.D.A.P. behoorden, kan natuurlijk niet met absolute zekerheid worden gezegd, al heb ik wel reden dit te vermoeden. Aangenomen een oogenblik dat mijn vermoeden juist is, rijst terstond de vraag of ook andere fracties met dit denkbeeld zullen instemmen. Na hier en daar het oor eens te luisteren gelegd te heb ben, kreeg ik den indruk, dat momenteel de fracties als zoodanig hun standpunt t.a.v. deze aangelegenheid nog niet bepaald heb ben. Van één Kamerlid ving ik een ietwat sceptische uiting in verband met mogelijke aanwending van het enquête-middel op. Doch deze afgevaardigde haastte zich ter stond te verklaren, dat hij alleen voor zich persoonlijk sprak en dat ik bovendien niet moest denken, dat hij den emst van de mo gelijke gevaren van zekere praktijken der particuliere wapenfabrikanten en -handela ren zou onderschatten. Een ander volksverte genwoordiger daarentegen (evenmin behoo- rende tot de s-d. club van wie men mag ver moeden dat zij zeker voor zoo'n onderzoek zou voelen) gaf terstond te kennen, dat hij een eventueel enquête-voorstel gaarne zou steunen en dat hij tevens aannam, dat zijn politieke vrienden er net zoo over dachten. Overigens mag men misschien, zonder zich aan al te groot optimisme schuldig te maken, in het feit, dat de algemeene vergadering der Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, in wier midden zich vogels (en wat voor schitte rende exemplaren!) van verschillende poli tieke pluimage bevinden, unaniem de zooeven aangeduide resolutie aannam, een aanwij zing zien, dat in onze volksvertegenwoordiging een enquête-voorstel bij allerlei fracties bijval zal kunnen ontmoeten. Laat het dan waar wezen, dat de voorzitter der vergadering, Prof. Rutgers, schoon tot de corypheeën der anti- revolutionnaire partij behoorende, momentee1 geen actieve rol op het staatkundig tooneel vervult, het tegenovergestelde kan gezegd b.v. van mannen als oud-Minister de Geer, de lei der der C.-H. Tweede Kamer-fractie en Mr. van Lanschot, voorzitter van de R.-K. Eerste Kamerclub, die beiden aan het tot standko- men van de resolutie van V.e.V. hebben mee gewerkt! Of er dan geen bezwaren aan een en quête-besluit verbonden kunnen zijn? Na tuurlijk, want niets is er nu eenmaal, waar van men naast de voordeelen ook niet tevens de nadeelen zou kunnen ontdekken. Doch al les te zamen genomen, kan ik mij toch heusch niet goed indenken wat iemand tegen een be hoorlijk onderzoek zou kunnen hebben. Be halve dan degenen, die wat te verbergen zou den hebben. Er is dus m.i. alleszins reden om nu eens met goed vertrouwen de poging tege moet te zien om te besluiten ten onzent op de een of andere wijze het Amerikaansche voor beeld te volgen. Op de een of andere wijze. Hier kom ik nu aan wat een bezwaar zou kunnen wezen. In dien toch een onderzoek zou plaats vinden, dat van te voren gedoemd ware niets, althan.s weinig van beteekenis, aan het licht te bren gen. zou men de moeite, kosten en tijd die elke enquête, dus ook deze vergt, net zoo goed kun nen sparen. Daarom is het zaak zich te voren ter dege rekenschap te geven van den weg, dien men zou moeten bewandelen om dit bezwaar al thans te voorkomen. Op tweeërlei manier in hoofdzaak, kan men tot een enquête besluiten: er is nl. de z.g.n. parlementaire enquête, d.w.z. het onderzoek dat in gevolge een besluit van een der Ka mers. van harentwege wordt ingesteld, en er FEUILLETON Oorspronkelijke Recherche Roman, door J. CHR. TETENBURG. Inspecteur van politie te Utrecht. 29) Ze behoeft niet lang te wachten. Al spoedig komt het meisje terug, helpt haar bij het uit trekken van haar mantel en gaat haar op de dikke Perzische looper over de breede trap voor naar boven. En even later bevindt zij zich in de rijk ingerichte zitkamer van den beroemden advocaat. Deze bleek niet alleen te zijn. Inspecteur Lietsen verrees uit een diepe clubfauteuil en werd door Mr. Karsenson aan de binnentre dende dame voorgesteld. Toen de advocaat bemerkte, dat het haar wat onaangenaam was, dat ze hem niet alleen aantrof, haastte hij zich met de verzekering, dat deze inspecteur zuiver in het belang van haar man bij hem was gekom£*?~ Dit antwoord stelde haar gerust. Weife lend gaat ze zitten. Dan, plotseling, nog voor ze wat heeft kunnen zeggen, begint ze hevig te snikken en de beide mannen staren zwij gend voor zich uit, begaan met het lot dei- ongelukkige vrouw. Welk een gang moet dat voor deze zeer zwakke vrouw geweest zijn Een gang die natuurlijk ten doel heeft, den ver dediger te vragen, zijn uiterste best te doen om haar man te redden van die vreeselijke twintig jaar. In de kamer is dan geruimen tijd niets an ders te hooren dan het snikken van de vrouw en het geknettear van de houtblokken in den gezelligen open Engelschen haard. Geleidelijk wordt de ongelukkige wat kal mer en dan begint ze te spreken met zachte ontroerde stem. zonder de heeren aan te zien, als sprak ze tot zichzelf. „Ik weet, dat mijn man onschuldig is. God zal uitkomst moeten geven. Jan is tot een dergelijke daad niet in staat. Hij is de goed heid zelf. Het is zoo'n beste jongen. Als hij het gedaan moest hebben, dan moest ik het weten. We hadden geen geheimen voor el kaar. Toen hij die bekentenis aflegde moet hij niet normaal geweest zijn. We waren zoo blij toen uit het testament bleek, dat wij erf genamen waren. Zoo blij, omdat de zorgen dan voorbij zonden zijn, de rekeningen be taald konden worden. Het meest verheugde het hem nog, dat hij mij nu in staat zou kun nen stellen voor mijn gezondheid naar het buitenland te gaan, dat door de doktoren- dringend wordt aangeraden. Toch hadden we nog een onrustig gevoel. Ten eerste omdat het zoo zonderling was, dat oom alles aan ons vermaakt had en niet aan zijn neef Johan, wat wij immers allemaal verwacht hadden en ten tweede, omdat oom blijkbaar vermoord was. Jan zei eens tegen mij: Stel je voor, dat ze mij daar nu eens van verdenken, omdat ik door zijn dood rijk geworden ben! Ik stelde hem gerust en zei: welnee, onzin, daar is geen kwestie van!" maar ondertusschen was ik er zelf allesbehalve gerust op en toen de poli tie kwam vragen of hij op 't bureau wou ko men, schrokken we allebei en begrepen dat ons vermoeden juist was geweest. En daarna die vi-eeselijke tijding, dat Jan gevangen was gezet. Jan die nog geen vlieg kwaad kon doen, die alles voor mij en de kinderen was Wat moet die arme jon gen geleden hebben! Is het dan zoo'n won der, dat hij er zenuwziek van geworden is? Hij was toch al zenuwachtig den laatsten tijd omdat hij zich zoo bezorgd over mijn toe stand maakte en geen geld had om mij te ge ven. wat de doToren mij voorschreven. Ik wilde de zitting bijwonen, maar de dok toren verboden het mij. Daarom heb ik al leen de krantenverslagen gelezen en daaruit heb ik begrepen, hoe Jan er toe gekomen moet zijn om te bekennen: ze hebben hem met vragen en insinuaties gemarteld, gemarteld, tot de arme jongen meende, dat hij niets be ters kon doen. dan het maar uit te schreeu wen, dat hij het gedaan had! Zijn hersenen moeten in de war geweest zijn. Omdat hij onschuldig was, kon hij natuurlijk geen goed verhaal van alles doen en toen heeft die re chercheur verteld, hoe het allemaal gegaan was en Jan heeft het zoo toegegeven. En later bij den Rechter-commissaris heeft hij hetzelfde verhaal, als wat de rechcher- cheur vertelde, automatisch naverteld, omdat hij immers heelemaal geen andere verklaring wist! Dat verhoor was al den volgenden dag. Later is hij meer en meer het dwaze van zijn mededeelingen gaan inzien en heeft ze her roepen, steeds krachtiger herroepen! Hebben de doktoren niet met nacluk verklaard, dat het heel goed mogelijk is, dat men iemand, die in een droomtoestand verkeert, alles kan laten zeggen wat men wil? En nu kan de officier wel zeggen, dat hij niet in dien toe stand was, maar wat weet die er van af? De deskundigen weten dat immers zeker beter dan de officier, die mijn man onschuldig in de gevangenis tracht te krijgen! O! Ik haat dien man, dien rechercheur en alle anderen, die hem gekweld en gemarteld hebben, totdat hij zoogenaamd: door de mand viel! Ja! Hij bekende! Maar later ontkende hij hardnekkig. En waarom moet nu juist zijn bekentenis wel en zijn ontkentenis niet aan vaard worden?Omdat mijnheer de offi- cier met deze zaak eer moet inleggen. Omdat hij anders geen kans ziet deze zaak tot klaar heid te brengen. Er is een dader en die moet voor net groote publiek hangen. Later moet er van zijn requisitoir gezegd worden, dat het prachtig was en sluitend als een bus. Mevrouw van Ostens heeft zich onder het praten steeds meer opgewonden. De advo caat en de inspecteur zien strak in de flikke rende vlammen en luisteren ontroerd naar het krachtige pleidooi, dat deze vrouw voor haar man houdt. „Mijnheer Karsenson. morgen moet u mijn man verdedigen. Ik smeek u uw uiterste best te doen. U heeft mijn man heel veel bezocht. Hij zei mij, dat u hem tot groote steun was. Zegt u zelf eens eerlijk: Gelooft u dat mijn man een moordenaar en schriftvervalscher is?" Het anwoord van den advocaat kwam on middellijk zonder aarzelen: „Neen, mevrouw. Het is mijn waarachtige overtuiging, dat uw man onschuldig is." „En gelooft u, dat hij vrijgesproken zal worden?" „Ja, dat is heel moeilijk te zeggen. U moet den moed niet laten zakken en het beste er van hopen." „O, ik voel het wel! U geeft een ontwijkend antwoord, omdat u het mij niet in mijn ge zicht durft te zeggen, dat u bang bent, dat men hem voor schuldig zal houden. Ik moet de waarheid hooren, hoe hard die ook is. lï

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5