Artikel 289 strafrecht
bestaat ook de figuur van de enquête door1
een staatscommissie, ingesteld op grwnd van
een speciale wet.
In het eerste geval gelden de bepalingen
der algemeene enquête-wet van 1850. Die wet
verplicht getuigen en deskundigen voor de
parlementaire enquête-commissie te verschij
nen. maar zij kunnen zich op grond van hun
ambts- of beroepsgeheim verschoonen getui
genis af te leggen. Bovendien staat het den
bui-gerlijken of militairen ambtenaar vrij te
zwijgen, hetzij met een beroep op het lands
belang hij zelf maakt uit, of het landsbe
lang op het spel staat! hetzij op bevel van
zijn meerdere op denzelfden grond. Het eenige
wat de Kamer dan nog kan doen. is van het
departementshoofd waaronder de zwijgzame
getuige-ambtenaar ressorteert, verlangen, dat
het de gegrondheid der ingebrachte verschoo
ning bevestigt. Dit laatste heeft eventueel na
tuurlijk geen enkele waarde, want de simpele
bevestiging van het departementshoofd is vol
doende om de Kamer en haar enquête-com
missie niets te doen vernemen van wat zij
zoo gaarne van den getuige in kwestie had
willen hooren.
Aan dit bezwaar der parlementaire enquête
kan men eerst ontkomen als de wet van 1850
op dit punt gewijzigd zou worden. Roept men
daarentegen een speciale wet in het leven om
het onderzoek door een op grond dier wet te
benoemen staatscommissie te doen plaats vin
den, dan is het mogelijk daarbij tevens een
procedure-regeling vast te stellen, waardoor
het verschooningsrecht voor getuigen aanzien
lijk minder ver kunnen gaan dan in de rege
ling van 1850 helaas het geval is. Natuurlijk
geeft dan het Parlement bij een dergelijke so
lutie zijn enquête-bevoegdheid uit handen en
laat het dit werk over aan een door de Re
geering aangewezen commissie. Toch moet
hieraan de voorkeur gegeven worden, Indien
men over voldoende dwangmiddelen wenscht
te beschikken om getuigen en deskundigen tot
spreken te brengen.
Meent men het echter daar zonder te kun
nen stellen, dan kan ik me wel indenken in de
redeneering, die ik nog van een vooraan
staand Kamerlid mocht vernemen en die on
geveer hierop neer kwam, dat deze afgevaar
digde zeker wel kon voelen voor eenig on
derzoek, maar in de gegeven omstandigheden
toch geen behoefte had aan een parlemen
taire of wettelijke enquête. Dat vond hij te
breed opgezet; volgens hem kon men voors
hands gerust volstaan met een onderzoek het
zij door een commissie, benoemd door de Re
geering. hetzij door een speciaal hiervoor aan
te wijzen Kamercommissie, zooals b.v. thans
t.a.v. de Spoorhoutkwestie het geval is.
Het komt mij voor, dat zoowel in het ob
ject der enquête als in de personen en onder
nemingen, waarmee men dan te maken zou
krijgen, alle reden gelegen is om het nut van
het beschikken over dwingende middelen ten
einde het getuigenverhoor niet te doen dood-
loopen, niet te onderschatten. Maar hoe dat
ook zij. hoofdzaak is thans voor alles dat men
in ons Parlement door onderling overleg de
noodige eensgezindheid bereike om den weg
te banen voor een zoo deugdelijk mogelijk on
derzoek in zake de particuliere wapenindus
trie en -handel. Waar een wil is, daar is ook
een weg. Dat de wil zou ontbreken is toch ze
ker niet aan te nemen. En dus moet het tot
een onderzoek komen, tenzij er zich straks,
wat niet te hopen zou zijn, in het debat over
Hoofdstuk I, t.a.v. dien wil nog pijnlijke ver
rassingen zouden openbaren. Het is nauwelijks
denkbaar, maarje kunt nooit weten.
De sociale enquête van 1890 en de z.g. crisis
enquête van 1918 zijn beiden gehouden door
een staatscommissie in het leven geroepen
dank zij een speciale wet.
Dr. E. v. RAALTE.
BEVERWIJK
DE R. K. FABRIEKSARBEIDERS.
De afdeelingen Beverwijk en Velsen van
den R.K. Fabrieksarbeidersbond „St.-Wille-
brordus" zullen Woensdagavond in het Ver-
eenigingsgebouw te Velsen-Noord 'n gecom
bineerde vergadering houden. In deze bijeen
komst zal de nieuwe loonregeling van de
directie der Kon. Papierfabrieken Van Gelder
Zonen worden besproken.
.DE WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
Woensdagavond houdt de R.K. Bakkersge-
zellenbond een ook voor niet-leden toegan-
kelijike vergadering waarin een uiteenzet
ting zal worden gegeven van de werkloos
heidsverzekering.
ONTWIKKELINGSCURSUS VAN DEN
VOLKSBOND.
De ontwikkelingscursus, georganiseerd door
den R.K. Vo#csbond, zal op Maandag 12
Nov. a.s. in de U. L. O.-school aan den Kees-
delfsweg aanvangen. Rector Boonekamp, gees
telijk adviseur der afdeeling doceert evenals
vorig jaar Sociologie. De heer Vernooy zal de
lessen geven in: Algemeene geschiedenis, al
gemeene ontwikkeling en Nederlandsche taal
(Spelling Marchant).
CHR. NAT. WERKMANSBOND.
De afdeeling Beverwijk en Omstreken van
den Chr. Nat. Werkmansbond houdt Donder
dagavond een ledenvergadering in het Ned.
Herv. Vereeniginggebouw aan de Oosterwijk
straat.
In deze bijeenkomst zal Ds. C. M. Krijger
spreken over het onderwerp „Troelstra en
de godsdienst".
DE EGMONDER ABDIJ.
In de Dinsdagavond in het K. S. A.-gebouw
te houden ledenvergadering van de plaatse
lijke afdeeling van den R. K. Volksbond, zal
pastoor W. Nolet uit Amsterdam een lezing
met lichtbeelden houden over de abdij te Eg-
mond.
Het huishoudelijk gedeelte dezer bijeen
komst vermeldt o.a. de benoeming van den
vertegenwoordiger in Maatschappelijk Hulp
betoon.
DE BLINDENAVOND IN DE K.S.A.
Het programma voor den op Woensdag 14
November in het K.S.A.-gebouw te geven
blindenavond vermeldt o.m. de medewerking
van een gemengd zangkwartet en de St. Jozef
Harmonie. Ook zal op dezen avond de film
„Het inwendige Licht" worden vertoond.
Verder wordt een verloting gehouden, waar
van de hoofdprijs een rijwiel is, dat de blinde
rijwielreperateur de heer Du Pau tijdens de
voorstelling zal monteeren. De geestelijk ad
viseur van den R.K. Blindenbond. kapelaan P.
Schretlen, zal als spreker optreden.
Des middags wordt de film „Het inwendige
Licht" vertoond voor de jeugd.
KERKCONCERT „VOX HUMANA".
Dinsdagavond geeft het Chr Gemengd
Koor ..Vox Humana", dirigent de heer P. J.
Potgieser, een concert in de Ned. Herv. Kerk.
Medewerkenden aan dit concert zijn mej. T.
van Eek, sopraan, mej. A. Ehrbecker, viool, de
heeren P. J. Potgieser, orgel, B. Hopman, cello,
H. Oostewaal, Clarinet en W. Kist, piano.
Met koor en orkest wordt o.m. uitgevoerd
„Vrede", een compositie van den dirigent.
WIJK AAN ZEE EN DUIN
BEGRAFENIS G. VAN AMERSFOORT.
Onder groote belangstelling werd Zaterdag
op de begraafplaats te Wijk aan Zee het
stoffelijk overschot van den heer G. van
Amersfoort ter aarde besteld. Nadat zijn
echtgenoote en dochter treffende woorden
van afscheid gesproken hadden, zongen de
kinderen der Zondagsschool „Grijpt toch de
kansen". Namens het bestuur van „Arion"
sprak de heer H. Oosterveen woorden van
dank voor het stuwende en opbouwende werk
door den overledene voor het corps verricht.
Vervolgens sprak ds. J. A. L. Hooy, die het
leven en streven van den overledene schetste,
als dat van een voorbeeldig Christen-
Onder de vele bloemstukken, die de baar
dekten, waren behalve die van familieleden,
ook kransen van verscheidene instellingen,
zooals. de kinderen der Zondagsschool, Kerk
voogdij, Arion, Bidt en werk.
HULDIGING VAN DEN HEER
P. VRIESMAN SR.
In tegenwoordigheid van de bemanning dei-
reddingsboot werd het jubileerend bestuurs
lid der Plaatselijke commissie van de Noord-
Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij de
heer P. Vriesman Sr. door den voorzitter en
secretaris van het hoofdbestuur van ge
noemde maatschappij respect, de heeren P, E.
Tegelmerg en M. de Booy Jr. gehuldigd. Zijn
boden den jubilaris de gouden medaille met
inscriptie aan. De Plaatselijke commissie bood
haar medebestuurder een toepasselijk ge
schenk, de ingelijsde foto, voorstellende de ge
strande „Shonga" met de reddingsboot aan.
Namens de roeiers der boot ontving hij een
rookstel. De jubilaris ontving behalve vele
gelukwenschen van familie en vrienden, ook
nog cadeaux en bloemen o.a. van de Wijk
aan Zeeër reddingsbrigade.
KERK EN STAAT.
Voor de R.K. Kiesvereeniging „Recht en
Plicht" zal kapelaan P. Schretlen, oud-kape
laan van de parochie van O.L.Vr. van Goeden
Raad, thans te Haarlem. Woensdagavond a.s.
in de St. Jozefzaal aan den Arendsweg het
onderwerp „Kerk en Staat" behandelen.
WED. G. BERKHOUT OVERLEDEN.
Zondag is te Wijk aan Zee op 75 jarigen
leeftijd overleden mej. de Wed. G. Berkhout
geb. Schelvis, die verscheidene jaren de ver
zorgster was van inwoners van het Tehuis
voor bejaarden.
HEEMSKERK
ONDERLINGE VEEFONDS.
Donderdag 15 November wordt de jaarver
gadering gehouden van het Onderlinge Vee
fonds in het Café Aerdenburg Voordorp.
BLAUW-ZWART—A.D.O.
Met 21 leed A. D. O. een nederlaag in
Wassenaar. Reeds kort na het begin wordt
aan A.D.O. een.doelpunt onthouden, als bij
een mooien aanval de keeper een bal, die de
doellijn reeds was gepasseerd, weer het veld
onwerkt, hetgeen den scheidsrechter ont
gaat.
Kort hierop bij een mooie aanval van Bl.-
Zw. geeft de middenvoor met een goed schot
zijn club de leiding, waarmee de rust komt.
Na de rust is A.D.O. sterker, wat Beentjes
met een mooi doelpunt weet uit te drukken.
Als even later bij een aanval De Ruyter
'scoort wordt dat door den scheidsrechter ge-
annuleerd.
A.D.O. behoudt het beste van het spel, maar
weet niet te scoren. Tegen de verhouding in
neemt Bl.-Zw. de leiding, waarmee het einde
komt.
De verdere uitslagen zijn als volgt:
Zeevogels 2A. D. O. 3 12
D. E. M. A—A.D.O. A 1—4
D. E. M. A—A. D. O. B 1—3
Alg. Vereen, voor Bloem
bollencultuur.
Controle op teelt en handel
nog onontbeerlijk.
Saneeringsmaatregelen moeten trouw
worden nageleefd.
De Alg. Vereeniging voor Bloembollencul
tuur hield heden haar 174e (buitengewone)
algemeene vergadering in het Krelagehuis,
onder leiding van haar voorzitter, den heer
E. H. Krelage, die in zijn openingsrede aller
eerst het overlijden herdacht van Prins Hen
drik, die steeds veel belangstelling aan den
dag legde voor de bloembollencultuur en
tweemaal optrad als Beschermheer vari de
groote tentoonstellingen der vereeniging.
Voorts wijdde spr. waardeerende woorden
aan de nagedachtenis van Jhr. Mr. D. E. van
Lennep, de heeren H. Veldhuysen van Zanten,
C. Eggink Sr., Com. Kieft Jzn. en Prof. Mr.
Dr. H. R. Ribbius.
Spr. heette vervolgens de gasten welkom,
die in verband met het te behandelen onder
werp van hun belangstelling deden blijken:
den heer Valstar, Regeeringscommissaris voor
de steunverleening aan de groenten- en fruifc-
cultuur en de sierteelt en den heer Mensing,
voorzitter van het bestuur der Nederlandsche
Sierteeltcentrale, de acht bestuursleden en
den directeur dezer Centrale, over wien de
heer Krelage o.m. zeide: Volkomen vreem
deling op elk gebied van tuinbouw, ziet hij
zich het dagelijksch beheer opgedragen van
een instelling, waaraan tijdelijk de zorg voor
de levensbelangen van ons geheele bedrijfs
leven is toevertrouwd. Het in het Centraal
Bloembollen Comité volledig vertegenwoor
digde vereenigingswezen op bloembollenge-
bied heeft bij het indienen der saneerings-
plannen nooit kunnen vermoeden dat de Re
geering niet aan de mannen van het vak
zeiven de leiding zou toevertrouwen, vooral
daar er van financieelen steun vanwege de
Regeering geen sprake is, maar de geheele
saneering door henzelven betaald moet wor
den en men dus zou mogen verwachten dat
men aan henzelven ook de besteding dezer
gelden zou overlaten, zij het ook onder zeker
toezicht van regeeringswege
Het verwijt dat dit niet geschied is, treft
allerminst den Directeur van de Sierteeltcen
trale, maar het maakt zijn positie wel zeer
moeilijk.
De saneeringsmaatregelen.
Wij komen heden in buitengewone verga
dering bijeen, zoo vervolgde spr., omdat het
wenschelijk is, dat deze vergadering zich uit
spreekt over de verdere maatregelen voor
het plant jaar 1934/35.
Evenals het georganiseerde bedrijfsleven
bij de regeering op maatregelen voor 1935
heeft aangedrongen, is het de taak onzer ver
eeniging om wenschen kenbaar te maken met
betrekking tot de handhaving, wijziging of
opheffing dier maatregelen.
In het door de regeering toegepaste stelsel
worden de maatregelen geheel en uitsluitend
door het bloembollenbedrijf zelf bekostigd:
dit sluit in, dat de bloembollenkweekers niet
in een van de regeering afhankelijke positie
behooren te komen, waaraan daaruit voort-
vloei ,nde voorwaarden zouden kunnen wor
den verbonden. Dit sluit tevens in, dat het
bedrijfsleven zelf moet kunnen beschikken
over zijn lot en dat de regeering het niet lan
ger bindt, dan door het vak zelf noodig en
wenschelijk wordt geoordeeld.
Zonder voor zeker te willen voorspellen wat
de uitslag zal zijn van uwe beraadslagingen,
acht ik toch de waarschijnlijkheid groot, dat
er geen meerderheid zal zijn voor het afschaf
fen der minimumprijzen, ondanks de bezwa
ren die daaraan verbonden zijn, of wel dat
men ze zal willen zien vervangen door garan
tieprijzen.
Dat men zoo moeilijk van dit stelsel af
stand meent te kunnen doen, is te verklaren
uit het betrekkelijk gunstig verloop van den
buitenlandschen handel en bewijst dat het
beginsel van.het door de gezamenlijke orga
nisaties in December 1932 ingediende sanee-
ringsplan juist gezien was.
Zoowel in 1933 als in 1934 heeft het in
groote lijnen gunstig gewerkt, wat eigenlijk
een wonder is, als men de onvoldoende wijze
in aanmerking neemt, waarop het werd uit
gevoerd.
Minister Colijn maakte in den korten tijd
dat deze bewindsman het departement van
Economische Zaken beheerde een einde aan
de vrijwel onuitvoerbaar gebleken voorschrif
ten en hechtte zijn goedkeuring aan een ge
wijzigd voor het bedrijfsleven aanvaardbaar
en uitvoerbaar stelsel.
Ook van den tegenwoordigen minister van
Economische Zaken weten wij dat deze een
open oog heeft voor hetgeen ons bedrijfsleven
wenscht. Maar helaas, ook nu weer dreigen
teleurstellingen bij de uitvoering. Ik zal daar
op niet verder ingaan, in de hoop dat de ver
tegenwoordigers van het bloembollenbedrijf
in de Sierteeltcentrale al hun invloed zullen
gebruiken om de saneeringsmaatregelen in
1934/35 te doen verloopen op een wijze, die
aan hun vakgenooten zooveel mogelijk vol
doening geeft.
Op de gedachtenwisseling in deze vergade
ring zal ik niet vooruitloopen. De hoop die
velen met mij koesterden, dat in 1935 de sa
neeringsmaatregelen achterwege gelaten zou
den kunnen worden, is niet verwezenlijkt.
Vrij algemeen is men overtuigd, dat men de
controle op teelt en handel nog niet kan ont
beren.
Tenslotte zou ik u willen toeroepen: Werkt
allen mede om de saneeringsmaatregelen zoo
nauwkeurig en trouw mogelijk na te leven.
Gij dient daardoor het algemeen vakbelang
en voorkomt moeilijkheden voor u zelf. De
regeering heeft de macht en de middélen om
tegen overtreders streng op te treden en dit
zal, naar .mij verzekerd is, ook inderdaad sc
heuren.
De tentoonstelling „Flora 1935".
Ondanks dezen abnormalen toestand, of
misschien wel juist tengevolge van den druk
der tijden, heeft het bloembollenbedrijf zich
met volle kracht toegelegd op deelneming aan
de Flora, de groote bloemententoonstelling
van 1935, zoo besloot de heer Krelage.
De afgevaardigden der* afdeelingen hebben
zich heden morgen kunnen overtuigen van
den stand der werkzaamheden en kunnen
zien, hoe voortreffelijk onze algemeen secre
taris, de heer Voors, zijn taak als ontwerper
en uitvoerder van het beplantingsplan ver
vult.
De algemeene sympathie en de krachtige
medewerking, die de Flora van alle zijden
mocht ondervinden, verlichten den arbeid
van het uitvoerend comité en doen de beste
verwachtingen koesteren omtrent het wel
slagen der tentoonstelling. En hoe zou het
ook anders kunnen zijn, waar de geëerbiedig
de beschermvrouwe der vereeniging, de
Koningin, als een blijk van vertrouwen de
aan een tentoonstelling hoogst zelden of
nooit gegeven onderscheiding heeft willen
verleenen van Hare hooge bescherming. Laat
ons allen trachten dit vertrouwen niet te be
schamen.
Ex-consul gaf passen aan
gevaarlijke individuen.
Verband met den moord,
aanslag op koning Alexander?
Officier eischt twee en een half jaar
gevangenisstraf.
De Arr.-Rechtbank te Amsterdam zette Za
terdag de behandeling voort van de strafzaak
tegen den 53-jarigen promotor L. W. S. P.,
vroeger wonende te Naarden en thans gede
tineerd in het Huis van Bewaring.
Als ex-Consul van Costa Rica zou verdach
te van Ida Feingold f 250 hebben los gekregen
door zich uit te geven voor Consul en haar
een pas te beloven.
Op een zelfde wijze zou hij gepoogd hebben
van Markies Guingue de Chamvreux de Fara-
mont f 100 los te krijgen. De markies diende
als tusschenpersoon tusschen zekeren Sabaty
en verd. en S. wenschte staatsburge van Costa
Rica te worden.
Voorts is aan P. nog een verduistering van
f 41.000 ten laste gelegd, ton nadeele van den
Engelschen geestelijke Firth te Spalding.
Alvorens zijn requisitoir te beginnen deed de
officier een zeer belangrijke mededeeling. Te
Pari.is is een vrouw aangehouden, die er van
wordt verdacht medeplichtig te zijn aan den
moord op koning Alexander te Marseille. Zij
is in het bezit gevonden van twee valsche pas
sen. waarvan een te Den Haag is afgegeven.
Uit het verder onderzoek is gebleken, dat verd.
aan dezelfde dame waarschijnlijk óók een pas
had afgegeven, als betrekking had verd. op
de pas doen schrijven: „2e secretaresse van
het consulaat van Costa Pica". De officier
had te Parijs het portret van de gearresteer
de vrouw opgevraagd en dit gelijkt sprekend
op de foto, welke zich in het dossier bevindt.
De foto's worden aan verd. en zijn verde
diger getoond, en de officier concludeerde, dat
verd. aan gevaarlijke individuen passen afgaf.
Hierna hield de officier zijn requisitoir.
Spr. requireerde twee en een half jaar ge
vangenisstraf met aftrek van voorarrest.
De verdediger concludeerde tot ontslag van
rechtsvervolging subs, vrijspraak.
AGENDA
VOOR VELSEN EN IJMUIDEN
MAANDAG 5 NOVEMBER
Thalia Bioscoop: „Ik ben geen engel." 8.15 u.
Bioscoop De Pont: „Bleeke Bet". 8 uur.
DINSDAG 6 NOVEMBER
Thalia: Revue „Mie en Ko". 8.15 uur.
Bioscoop De Pont: „Bleeke Bet". 8 uur.
AGENDA TE HAARLEM
Heden:
MAANDAG 5 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Amsterdamsche Tooneel-
vereeniging: „De Revisor". (Abonnements
voorstelling)
Palace: Rakoezy-Marsch. Op het tooneel:
Willy Derby met zijn nieuw repertoire. 7 en
9.15 uur.
Rembrandt Theater: „Die Csardasfürstin".
Op het tooneel: Kay en Jay, Comedians. 7 en
9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Koningin Christina"
met Greta Garbo. Doorloopende voorstelling
van 7 uur 's avonds af.
DINSDAG 6 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Jan van Riemsdijk. Klein
Kunst Revue. 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen.
Enquête inzake particuliere
wapenindustrie.
Gunstige invloed der commissie-Nye.
De drang op onze regeering
uitgeoefend.
In wat nog maar begin-stadium van haar
werkzaamheden was, heeft de enquête-com
missie van den Amerikaanschen Senaat, die
een onderzoek i.z. de particuliere wapenin
dustrie en den handel in wapens tracht in te
stellen, al heel wat lieden geduchte buikpijn
bezorgd. Zij, die hem thans knijpen, schijnen
dan ook hemel en aarde te bewegen opdat dit
onderzoek straks vooral niet hervat zal wor
den'
Intusschen blijkt er van die commissie-Nye
reeds in zooverre een gunstige invloed te zijn
uitgegaan, dat ook elders het verlangen op
komt om eens te doen nagaan wat de brave
fabrikanten van en handelaren in oorlogs
materiaal zoo al voor praktijken toepassen om
hun zaken goed te doen marcheeren. Zoo kon
men dezer dagen uit berichten uit Engeland
opmaken, dat ook daar bij sommigen het
denkbeeld veld gaat winnen het enquête-mid
del aan te wenden. En hier te lande is al even
eens publiekelijk voor iets dergelijks gepleit
Ik denk o.m. aan de resolutie, de vorige week
door de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede
in haar jaarvergadering met algemeene stem
men aangenomen. Daarin toch besloot die or
ganisatie naast allerlei andere punten ook,
zich te wenden tot de Nederlandsche Regee
ring en Volksvertegenwoordiging met het ver
zoek hier te lande een enquête i.z. de parti
culiere wapenindustrie en handel in het leven
te roepen. Voorts denk ik aan soortgelijken
aandrang in het V.V. over Hoofdstuk I uit den
kring onzer Tweede Kamer uitgeoefend. Op
grond van wat ik hierover dezer dagen hoorde
fluisteren komt me het niet te gewaagd voor
te voorspellen, dat aan dit punt straks nog
wel eenige aandacht gewijd zal worden bij de
Dinsdag a.s. beginnende openbare beraad
slagingen.
Of de „verscheidene leden", die in de af
deelingen het instellen van zulk een onderzoek
bepleit hadden, slechts tot één partij, nL de
S.D.A.P. behoorden, kan natuurlijk niet met
absolute zekerheid worden gezegd, al heb ik
wel reden dit te vermoeden. Aangenomen een
oogenblik dat mijn vermoeden juist is, rijst
terstond de vraag of ook andere fracties met
dit denkbeeld zullen instemmen. Na hier en
daar het oor eens te luisteren gelegd te heb
ben, kreeg ik den indruk, dat momenteel de
fracties als zoodanig hun standpunt t.a.v.
deze aangelegenheid nog niet bepaald heb
ben. Van één Kamerlid ving ik een ietwat
sceptische uiting in verband met mogelijke
aanwending van het enquête-middel op.
Doch deze afgevaardigde haastte zich ter
stond te verklaren, dat hij alleen voor zich
persoonlijk sprak en dat ik bovendien niet
moest denken, dat hij den emst van de mo
gelijke gevaren van zekere praktijken der
particuliere wapenfabrikanten en -handela
ren zou onderschatten. Een ander volksverte
genwoordiger daarentegen (evenmin behoo-
rende tot de s-d. club van wie men mag ver
moeden dat zij zeker voor zoo'n onderzoek
zou voelen) gaf terstond te kennen, dat hij
een eventueel enquête-voorstel gaarne zou
steunen en dat hij tevens aannam, dat zijn
politieke vrienden er net zoo over dachten.
Overigens mag men misschien, zonder zich
aan al te groot optimisme schuldig te maken,
in het feit, dat de algemeene vergadering der
Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, in
wier midden zich vogels (en wat voor schitte
rende exemplaren!) van verschillende poli
tieke pluimage bevinden, unaniem de zooeven
aangeduide resolutie aannam, een aanwij
zing zien, dat in onze volksvertegenwoordiging
een enquête-voorstel bij allerlei fracties bijval
zal kunnen ontmoeten. Laat het dan waar
wezen, dat de voorzitter der vergadering, Prof.
Rutgers, schoon tot de corypheeën der anti-
revolutionnaire partij behoorende, momentee1
geen actieve rol op het staatkundig tooneel
vervult, het tegenovergestelde kan gezegd b.v.
van mannen als oud-Minister de Geer, de lei
der der C.-H. Tweede Kamer-fractie en Mr.
van Lanschot, voorzitter van de R.-K. Eerste
Kamerclub, die beiden aan het tot standko-
men van de resolutie van V.e.V. hebben mee
gewerkt!
Of er dan geen bezwaren aan een en
quête-besluit verbonden kunnen zijn? Na
tuurlijk, want niets is er nu eenmaal, waar
van men naast de voordeelen ook niet tevens
de nadeelen zou kunnen ontdekken. Doch al
les te zamen genomen, kan ik mij toch heusch
niet goed indenken wat iemand tegen een be
hoorlijk onderzoek zou kunnen hebben. Be
halve dan degenen, die wat te verbergen zou
den hebben. Er is dus m.i. alleszins reden om
nu eens met goed vertrouwen de poging tege
moet te zien om te besluiten ten onzent op de
een of andere wijze het Amerikaansche voor
beeld te volgen.
Op de een of andere wijze. Hier kom ik nu
aan wat een bezwaar zou kunnen wezen. In
dien toch een onderzoek zou plaats vinden,
dat van te voren gedoemd ware niets, althan.s
weinig van beteekenis, aan het licht te bren
gen. zou men de moeite, kosten en tijd die elke
enquête, dus ook deze vergt, net zoo goed kun
nen sparen.
Daarom is het zaak zich te voren ter dege
rekenschap te geven van den weg, dien men
zou moeten bewandelen om dit bezwaar al
thans te voorkomen.
Op tweeërlei manier in hoofdzaak, kan men
tot een enquête besluiten: er is nl. de z.g.n.
parlementaire enquête, d.w.z. het onderzoek
dat in gevolge een besluit van een der Ka
mers. van harentwege wordt ingesteld, en er
FEUILLETON
Oorspronkelijke Recherche Roman,
door
J. CHR. TETENBURG.
Inspecteur van politie te Utrecht.
29)
Ze behoeft niet lang te wachten. Al spoedig
komt het meisje terug, helpt haar bij het uit
trekken van haar mantel en gaat haar op de
dikke Perzische looper over de breede trap
voor naar boven. En even later bevindt zij
zich in de rijk ingerichte zitkamer van den
beroemden advocaat.
Deze bleek niet alleen te zijn. Inspecteur
Lietsen verrees uit een diepe clubfauteuil en
werd door Mr. Karsenson aan de binnentre
dende dame voorgesteld.
Toen de advocaat bemerkte, dat het haar
wat onaangenaam was, dat ze hem niet alleen
aantrof, haastte hij zich met de verzekering,
dat deze inspecteur zuiver in het belang van
haar man bij hem was gekom£*?~
Dit antwoord stelde haar gerust. Weife
lend gaat ze zitten. Dan, plotseling, nog voor
ze wat heeft kunnen zeggen, begint ze hevig
te snikken en de beide mannen staren zwij
gend voor zich uit, begaan met het lot dei-
ongelukkige vrouw. Welk een gang moet dat
voor deze zeer zwakke vrouw geweest zijn Een
gang die natuurlijk ten doel heeft, den ver
dediger te vragen, zijn uiterste best te doen
om haar man te redden van die vreeselijke
twintig jaar.
In de kamer is dan geruimen tijd niets an
ders te hooren dan het snikken van de vrouw
en het geknettear van de houtblokken in den
gezelligen open Engelschen haard.
Geleidelijk wordt de ongelukkige wat kal
mer en dan begint ze te spreken met zachte
ontroerde stem. zonder de heeren aan te
zien, als sprak ze tot zichzelf.
„Ik weet, dat mijn man onschuldig is. God
zal uitkomst moeten geven. Jan is tot een
dergelijke daad niet in staat. Hij is de goed
heid zelf. Het is zoo'n beste jongen. Als hij
het gedaan moest hebben, dan moest ik het
weten. We hadden geen geheimen voor el
kaar. Toen hij die bekentenis aflegde moet
hij niet normaal geweest zijn. We waren zoo
blij toen uit het testament bleek, dat wij erf
genamen waren. Zoo blij, omdat de zorgen
dan voorbij zonden zijn, de rekeningen be
taald konden worden. Het meest verheugde
het hem nog, dat hij mij nu in staat zou kun
nen stellen voor mijn gezondheid naar het
buitenland te gaan, dat door de doktoren-
dringend wordt aangeraden. Toch hadden we
nog een onrustig gevoel. Ten eerste omdat het
zoo zonderling was, dat oom alles aan ons
vermaakt had en niet aan zijn neef Johan,
wat wij immers allemaal verwacht hadden en
ten tweede, omdat oom blijkbaar vermoord
was.
Jan zei eens tegen mij: Stel je voor, dat ze
mij daar nu eens van verdenken, omdat ik
door zijn dood rijk geworden ben! Ik stelde
hem gerust en zei: welnee, onzin, daar is geen
kwestie van!" maar ondertusschen was ik
er zelf allesbehalve gerust op en toen de poli
tie kwam vragen of hij op 't bureau wou ko
men, schrokken we allebei en begrepen dat
ons vermoeden juist was geweest.
En daarna die vi-eeselijke tijding, dat Jan
gevangen was gezet. Jan die nog geen
vlieg kwaad kon doen, die alles voor mij en
de kinderen was Wat moet die arme jon
gen geleden hebben! Is het dan zoo'n won
der, dat hij er zenuwziek van geworden is?
Hij was toch al zenuwachtig den laatsten tijd
omdat hij zich zoo bezorgd over mijn toe
stand maakte en geen geld had om mij te ge
ven. wat de doToren mij voorschreven.
Ik wilde de zitting bijwonen, maar de dok
toren verboden het mij. Daarom heb ik al
leen de krantenverslagen gelezen en daaruit
heb ik begrepen, hoe Jan er toe gekomen moet
zijn om te bekennen: ze hebben hem met
vragen en insinuaties gemarteld, gemarteld,
tot de arme jongen meende, dat hij niets be
ters kon doen. dan het maar uit te schreeu
wen, dat hij het gedaan had! Zijn hersenen
moeten in de war geweest zijn. Omdat hij
onschuldig was, kon hij natuurlijk geen goed
verhaal van alles doen en toen heeft die re
chercheur verteld, hoe het allemaal gegaan
was en Jan heeft het zoo toegegeven.
En later bij den Rechter-commissaris heeft
hij hetzelfde verhaal, als wat de rechcher-
cheur vertelde, automatisch naverteld, omdat
hij immers heelemaal geen andere verklaring
wist! Dat verhoor was al den volgenden dag.
Later is hij meer en meer het dwaze van zijn
mededeelingen gaan inzien en heeft ze her
roepen, steeds krachtiger herroepen! Hebben
de doktoren niet met nacluk verklaard, dat
het heel goed mogelijk is, dat men iemand,
die in een droomtoestand verkeert, alles kan
laten zeggen wat men wil? En nu kan de
officier wel zeggen, dat hij niet in dien toe
stand was, maar wat weet die er van af? De
deskundigen weten dat immers zeker beter
dan de officier, die mijn man onschuldig in
de gevangenis tracht te krijgen!
O! Ik haat dien man, dien rechercheur en
alle anderen, die hem gekweld en gemarteld
hebben, totdat hij zoogenaamd: door de mand
viel!
Ja! Hij bekende! Maar later ontkende hij
hardnekkig. En waarom moet nu juist zijn
bekentenis wel en zijn ontkentenis niet aan
vaard worden?Omdat mijnheer de offi-
cier met deze zaak eer moet inleggen. Omdat
hij anders geen kans ziet deze zaak tot klaar
heid te brengen. Er is een dader en die moet
voor net groote publiek hangen. Later moet
er van zijn requisitoir gezegd worden, dat het
prachtig was en sluitend als een bus.
Mevrouw van Ostens heeft zich onder het
praten steeds meer opgewonden. De advo
caat en de inspecteur zien strak in de flikke
rende vlammen en luisteren ontroerd naar
het krachtige pleidooi, dat deze vrouw voor
haar man houdt.
„Mijnheer Karsenson. morgen moet u mijn
man verdedigen. Ik smeek u uw uiterste best
te doen. U heeft mijn man heel veel bezocht.
Hij zei mij, dat u hem tot groote steun was.
Zegt u zelf eens eerlijk: Gelooft u dat mijn
man een moordenaar en schriftvervalscher
is?"
Het anwoord van den advocaat kwam on
middellijk zonder aarzelen:
„Neen, mevrouw. Het is mijn waarachtige
overtuiging, dat uw man onschuldig is."
„En gelooft u, dat hij vrijgesproken zal
worden?"
„Ja, dat is heel moeilijk te zeggen. U moet
den moed niet laten zakken en het beste er
van hopen."
„O, ik voel het wel! U geeft een ontwijkend
antwoord, omdat u het mij niet in mijn ge
zicht durft te zeggen, dat u bang bent, dat
men hem voor schuldig zal houden. Ik moet
de waarheid hooren, hoe hard die ook is. lï