Het BromwejrshaYenselie
Gat uitc
OP IDE FIETS DOOR
ZEELAND.
Met een plofmoior en een lap zeil.
Garnalen vissdherij.
Hatelijk rinkelt de wekker in de stilte
Van den zeer vroegen morgen. Het is half
drie, „ouwe tied". Mijn eerste beweging is
naar het handle-tje bij de bel om den razen-
den klepel te bedaren. Dan volgt een zware
tweestrijd; we kunnen weer rustig op één
oor gaan liggen, óf het lage tentje uitkruipen,
het stormlampje aansteken en ons reisvaar
dig maken. Wat drommel! We hebben toch
afgesproken, dat wij tijdig aan boord zou
den zijn! Om vijf uur alweer „ouwe tied"
vertrekt de blazer van Schipper Grinwis uit
Brouwershaven. Gisteren zijn we er geweest
en hebben „plaats besproken". Zoo'n buiten
kansje mag ons niet ontgaan, met een echte
visschersschuit de Noordzee op, is nog wat
anders, dan een uurtje dobberen met een
Zandvoortsch plezierbootje! Wij gaan mee!!
Uit de damestent klinkt een onvriendelijk
geknor, wanneer we daar de rust komen ver
storen. Tóch scharrelen we een kwartier later
met de fietsen door het zandige boschlaantje,
dat uit de duinen naar den straatweg leidt.
Het licht van den Haamsteedschen vuurtoren
strijkt langs de boomtoppen. Doodstil is het
Zeeuwsche polderland en geen zuchtje voor
spelt den stevigen Noordwester, die vandaag
't zeewater in groote golven tegen de kust zal
laten loopen. Bij het grappige dorpje Elle-
meet ontmoeten we den eersten boer, die de
paarden uit het land gaat halen. De oogst
moet ingehaald worden.
Zouden we op tijd aan de haven zijn?
Onze horloges zijn niet te controleeren wegens
duinzandinfectie. Het wordt al helderder. Het
roode licht van Ossen, een geleidelicht tus-
schen Scharendijke en Brouwershaven, staat
nog te knipoogen. Noodig is het niet meer,
want in een blauwig waas, is het stadje,
waar de garnalenvisschers op gunstig tij lig
gen te wachten, duidelijk zichtbaar. Brou
wershaven is een oud plaatsje, klein en ver
weerd, met een prachtige gothische kerk, waar
een onmogelijk torentje op staat, dat den
oorspronkelijken toren vervangt, die door de
Zierikzeeërs gesloopt is. De oude Brouwe
naars noemen de Zierikzeeërs nog steeds
Klokkendieven. Op het pleintje tusschen het
raadhuis en de haven, staat Vader Cats op
zijn sokkel, de hand met de afgebroken vin
gers omhoog geheven. Hij staat blijkbaar
goed aangeschreven bij de huidige bewoners
van zijn geboortestad, want ook dit jaar is de
groote Brouwenaar schrik niet keurig
gewitkalkt, opdat toch geen smetje het beeld
ontsiere.
De „vloot" is nog niet uitgevaren. Op de
O.D. 15 de meeste visschers die in Brou
wershaven hun vangst leveren, komen van
Ouddorp op Goeree is alles in diepe rust.
Maar al spoedig gaat er een luik open en
met slaperige gezichten klauteren de vier vis
schers uit het vooronder, het dek op.
We worden uigenoodigd aan boord te komen;
er is al heet water en weldra, zitten we in
het vooronder te ontbijten met een groote
mok kokende koffie. Achterin wordt de motor
aangezet, die den geheele blazer doet trillen. Er
wordt gemanoevreerd om tusschen de andere
schuiten vandaan te komen. Leen staat met
een melancholiek gezicht te neuriën: „Als
de tros wordt losgesmetenMet twee
zilblazers op sleeptouw, bonken we den lan
gen smallen havenmond uit, het Brouwers-
havensche Gat op. De zon is nog achter
wolken verborgen, maar er schittert licht
over het wijde water. De strook land aan de
overzijde is Goeree, waar fier de Ouddorper
vuurtoren waakt.
Wij passagiers zorgen een beetje uit de
stuit te blijven; op het kleine dek zijn allen
druk in de weer. De schipper staat aan den
helmstok, de anderen hijsehen een lap zeil,
de garnalenpan moet schoongemaakt wor
den.
Bij het later worden, groeit het flauwe
windje aan, tot een stevige bries, die het
water van den zeearm opduwt tot nijdige
'golfjes.
De schipper wenkt mij bij hem aan het roer
te komen. Zoolang de schuit rustig naar bui
ten koerst is er wel tijd voor een praatje en
hij wijst wij op de ondiepe plekken, die met
eb zullen droogvallen.
De kleur van het water boven de ondiep
ten is geheel anders dan van de geulen
en de afscheiding tusschen diep
ondiep is duidelijk aangegeven door een witte
schuimstreep. Nu varen we kalm over Dwars-
in-den-weg en andere banken, maar later
op den dag zullen ze als groote platte gele
eilanden, den zeehonden gelegenheid geven
tot zonnebaden.
Hier, precies tusschen de vuren van Renesse
en Ouddorp gaat vandaag voor het eerst het
net overboord. Aan bakboord zit voor en ach
ter een stevige plank. Tusschen deze planken
die van onder met ijzer verzwaard zijn.,
het net bevestigd. Het ijzer doet de planken
naar den bodem zinken en houdt ze recht
standig. Door den waterdruk wijken ze uiteen,
zoodat de „mond" van het sleepnet geopend
blijft. De heele zaak gaat overboord, terwijl
de blazer een wijde boog beschrijft om te
voorkomen dat lijnen of netten in de schroef
raken.
Langzaam puft de schuit het Brouwers-
havensche Gat weer op en het water dat met
groote kracht zeewaarts stroomt, wordt door
ons net gezeefd.
Garnalen, krabben en vele andere water
zonder vorm van proces, met groote kans op
een parate excutie. Slechts zij, die voor den
visscherman geen waarde hebben krijgen de
vrijheid weer, maar vaak is het al te laat of
worden ze na de tewaterlating een prooi der
meeuwen, waarvan al enkele een kijkje ko
men nemen, maar er is nog niets te halen
Een sterntje blijft nog even meevliegen. Ik
denk dat het zijn bedoeling is, gekiekt te wor
den,. Juist als ik wil afdrukken, heeft het wat
ontdekt onder het wateroppervlak en met
het snaveltje nijdig omlaag geprikt, duikt
het vischdiefje in de golven. Met een glinste
rend vischje in den snavel verwijdert het
zich.
Het is tijd om te „halen". De blazer gaat
weer om pas op de schroef de lier-in
stallatie begint te rammelen en langzaam
worden de sterke staaldraden ingehaald.
Daar verschijnen de planken aan de opper
vlakte. Als die op hun plaats getrokken zijn,
nemen krachtige handen, het werk van de
lier over. Vier stoere kerels buigen zich bui
ten boord en met gelijktijdige rukken halen
ze het net binnen. Eindelijk kom het laatste
deel, de zak met de vangst boven water. De
visschers sjorren uit alle macht en laten dan
den zak weer schieten. Zij herhalen dit vele
malen om het zand uit het net te spoelen. De
schuit schommelt hefitg, de mast slingert
als een metronoom. Nu wordt er om het net
een strop geslagen en de lier takelt het heele
;eval achter den mast. Een strop die het net
onderaan gesloten hield, wordt losgemaakt
en de inhoud stort over het dek. Een grauwe
kriewelende massa garnalen, honderden wit
te, groene, bruine en oranje krabben, botjes
harinkjes, pieterman, tong, goskoppen enz.,
"liggen op de planken. De krabben beginnen
meteen te wandelen en velen weten door de
spuigaten te ontsnappen. De schuit puft naar
zee en visschers graaien in de vangst om
te oordeelen over de kwaliteit. Krabben wor
den tusschen duim en wijsvinger genomen en
over de reeling gesmeten. Zoo gaat het ook
met botjes, pieterman en paling, die het ge
luk hebben nog klein te zijn. Groote bot, pa
ling en tong gaan in een apart kistje. Dat is
het extratje. Ten slotte blijft de garnalen-
massa over, die gezeefd wordt om groot van
klein te scheiden en inmiddels heeft Piet,
het vuur onder de garnalenpan, die op 't hek
staat, opgestookt. Het water kookt en een
paar manden met levende garnalen, worden
in het borrelende water leeggestort. Meteen
beginnen ze te verkleuren. De deksel wordt er
op geklapt en als het zaakje nu weer kookt,
zijn de garnalen gereed. Dan worden de rozige
beestqes voor de tweede maal dien dag opge-
vischt nu met een schepnet en in manden op
het voordek geplaatst. Na dezen eersten trek
komen we pas in volle zee. De golven wor
den hooger en de blazer steekt den kop
omhoog, glijdt even later weer naar beneden
en stoot met een flinke bons tegen de vol
gende golf. Het water spat over den boeg.
Wij zijn het erover eens, dat het maar wat
lekker gaat.
De meeuw-en waren bij het sorteeren van de
vangst weer op het appèl en zij verlaten den
heeien dag den O.D. 15 niet meer. Zij zweven
om den mast of langs het water, zij rusten
soms even op de golven en een brutale zil
vermeeuw gaat op het roer zitten.
Wat is zoo'n sierlijke vogel eenbutale slok
op! Ieder botje dat overboord gaat, na een
te lang verblijf op het dek, wordt bij den kop
gepakt en naar binnen gewipt. Het is onbe
grijpelijk wat er alzoo passeert door dien
smallen snavel en den toch betrekkelijk dun
nen hals.
De kleine harinkjes zijn allemaal slacht
offer. Als de teere schubjes maar even be-
lijkheid meer. Maar ze drijven niet lang aan
de oppervlakte!
„Nu gaan we naar de Kous", vertelt de
schipper. De Kous is een stuk Noordzee, dat
misschien onder dien naam alleen bekend is
bij de visschers van de Zuid-Hollandsche en
Zeeuwsche eilanden, evenals de Dierentuin, die
verder uit de kust is en waar we later op den
dag naar toe zullen gaan.
Reeds zijn er weer een paar trekjes binnen,
maar het gaat niet altijd voorspoedig. Soms'
lijkt het bedrijf meer op tuinderij, dan op vis-
scherij, vanwege de groote massa's wier. Het
lijken wel struiken andijvie. Een andere keer
levert de trek meer krabben, schelpen en ko
ker diertjes op, dan garnalen. Dan gaat er
heel wat tijd verloren met sorteeren. De ko
kerdiertjes worden door de visschers sigaret
tenpijpjes genoemd, maar met de krabben,
schelpen en heremietkreeften gaan ze als
waardeloos overboord.
De laatste trek in de Kous is al heel onge
lukkig. Bij het optakelen blijkt het net ge
scheurd te zijn; kapot gesleept op een wrak.
Het vernielde net wordt geborgen en een an
der uit het ruim gehaald. Het herstellen van
het kostbare net zal de heele bemanning weer
een belangrijk deel van den vrijen Zaterdag
kosten.
We voelen ons nu al echt thuis op den bla
zer, maar toch
.,Een wijf en een kip, is een kruis op je
schip", zegt Grinwis, maar meteen laat hij de
patiënten met een groote oliejas toedekken,
tegen de kou en het overslaande water. Want
de beide meisjes zijn zeeziek geworden!
„Zie je", zegt Leen, de opschepper, „wij,
mannen, kunnen er tegen!" Maar ik denk aan
het versje van de tien kleine negertjes. Die
begonnen vol moed met zijn tienen en er bleef
er geen van over.
Gelukkig worden wij niet ziek. Wel worden
de golven nog hooger, maar wij raken ten
slotte aan het schommelen en bonken zoo ge
woon, dat we het zelfs natuurlijk gaan vinden.
Voor ons zal het pas vreemd worden, als we
weer op den wal zijn. Als ik daar nog aan
denk! De z.g. begane grond was onbetrouw
baar, bij iederen stap zakte je in de diepte,
en je werd metéén weer omhoog gelicht. De
horizon was niet meer waterpas en ofschoon
de tent stevig aan zijn pinnen stond en
's avonds de noordwester was gaan liggen, ik
verzeker U, dat de aarde erg onrustig was;
met tent en al gingen we op en neer, voorover,
achterover, nu links boven, dan rechts
Maar aan boord gaat het best. Ik heb den
geheelen dag abnormale eetlust en het Zeeuw
sche brood bekomt me goed.
We zijn niet de eenigen die jacht maken op
garnalen. Aan den horizon en dichterbij zien
we vele zeilen. Allemaal O.D. of B.H. blazers,
jachten en botters. De schipper kent ze alle
en weet ondanks den grooten afstand te ver
tellen, waar de O.D. 11 en de O.D. 23 visschen,
de zeilblazers, die we vanmorgen gesleept heb
ben. „Kijk", zegt hij, daar komt mijn broer
ook aan". Uit den toon leid je af, dat hij zijn
broer op vijf-en-twintig pas afstand ziet aan
komen. Hij wijst echter naar een stipje aan
den horizon.
„Waar ziet U dat aan?" is ónze vraag.
„De anderen herkennen wij aan de tuigage,
maar bij mijn broer is het erg makkelijk; zijn
blazer is de eenige uit Ouddorp met een stuur-
kast".
Voor ons is er voorloopig geen stuurkast
waar te nemen, maar later blijkt het, dat hij
gelijk heeft.
Wij koersen nu naar het Goereesche Gat,
waar binnengaats een aantal Stellendammers
hun geluk beproeven.
De O.D. 15 blijft buiten en langs Goeree
wordt de terugweg ondernomen. De vangst
moet afgeleverd worden in Brouwershaven.
Als dat gebeurd is, gaan de visschers naar
huis. Het is Vrijdagavond en Zaterdags en
Zondags liggen de Ouddorpers in eigen haven.
In het Brouwershavensche Gat wachten de
O.D. 23 en de O.D. 11 op ons. Wij zullen hun
vangst overnemen. Dat bespaart de zeilers,
die niet zoo vlug uit den weg kunnen als de
O.D. 15, met zijn 50 paards oliemotor, een heele
reis. Zij worden geënterd en de manden ver
wisselen van vervoermiddel. Critisch monste
ren de visschers elkanders vangst. Het anker
wordt gelicht, zeilen geheschen en weldra is er
een groote afstand tusschen de in tegengestel
de richting varende schepen. We varen nu
weer in kalmer water. De zeezieken reageeren
hier dadelijk op.
Dwars-in-de-weg is nu droog, we zijn aan
gewezen op de vargeul.
Aan de haven staan de Brou wenaars en
slaan het binnenvallen van de visschers-
schepen gade. De vangst verschaft weer werk
voor garnalenpellers en -pelsters. Met em
mers spoeden die zich naar de pellerijen.
Het is voor de visschers een dag geweest van
twaalf uren hard werken. De vangst bedraagt
200 k.g. kleine garnaaltjes, die gedroogd
worden voor kippenvoer en 2 cent per K.G. op
leveren en 160 k.g. groote garnalen waar
voor de visscherman 9 cent per k.g. ontvangt.
Hoe verder in het seizoen, hoe lager de prijzen.
Een paar dagen later zag ik ze in de Rot-
terdamsche vischwinkels voor 20 cent per
pond. Het bedrijf van den garnalenvisscher is
hard, de omstandigheden waaronder hij het
uitoefent vaak niet minder en de verdienste
gering. Hoeveel moet er van de opbrengst niet
af voor de schuit, de kostbare motor, olie, re
paraties, netten, enz.!
De O.D. 15 legt aan en na een hartelijk af
scheid van onze vriendelijke gastheeren klim
men we tegen de remmingen op, aan wal,
verrijkt met vele indrukken van een bedrijf,
dat ons tot dusver onbekend was.
H. K
Kingsford Smith's toestel in 1
beslag genomen.
Deurwaarder houdt een oogje in het zeil.
LOS ANGELES, 6 November (Reuter) De
Southern Cros, het vliegtuig waarmee Sir
Charles Kingsford Smith dezer dagen van
Australië over den Stillen Oceaan naar Cali-
fornië vloog is in opdracht van een man, die
beweert dat de vlieger hem 2750 dollar schul
dig is in beslag genomen.
Een deurwaarder heeft in de nabijheid van
het vliegtuig in een fauteuil plaats genomen
om de machine voortdurend in het oog te
houden. Kingsford Smith zal een waarborgsom
van 5500 dollar moeten storten om de be
schikking over zijn machine terug te krijgen.
De fraude te Pekalen
Sampean.
Koningin aanvaardt
beschermvrouwschappen.
Naar we vernemen heeft de Koningin het
beschermvrouwschap aanvaard van de ver-
eeniging der Nederlandsche Padvinders, van
welke vereeniging wijlen Prins Hendrik jaren
lang beschermheer was.
Ook heeft de Koningin het beschermvrouw-
schap aanvaard van het Amsterdamsche con
servatorium, daarbij in de plaats treden van
wijlen de koningin-moeder, onder wier be
scherming het conservatorium sinds 1891 heeft
gestaan.
De Stodarts protesteeren.
Tientallen ambtenaren er bij betrokken. 1
Onjuiste tijden in hun logboek?
MELBOURNE, 6 Nov. (V.-A.) Gemeld
wordt dat de Stodarts, die in de handicaprace
slechts een kwartier achter Melrose werden
ge'klassificeerd, een klacht hébben ingediend,
dat sommige van de tijden ingeschreven in
hun logboek, onjuist zijn.
SOERABAJA, 6 Nov. (Aneta). Bij gede
puteerden van den Provincialen Waterstaat is
een officieel verslag ingediend omtrent de
fraude, gepleegd bij de irrigatie afdeeling
Pekalen Sampean. Het onderzoek, dat tachtig
dagen duurde, is thans nog niet afgeloopen,
daar de boekingen over het jaar 1925 tot het
moment der ontdekking nog moeten worden
nagegaan. Tientallen personen zijn bij de
fraude betrokken, van wie enkele preven
tief gezet zijn. Een belangrijk aantal der be
trokkenen zijn beambten door den Gouverr.e-
mentswaterstaat aan de provincie „uitge
leend".
De zaak zal binnen enkele maanden voor
den Raad van Justitie dienen, zulks in ver
band met het recht van forum priveligiatum
van den hoofdbeklaagde.
De „verdronken" automobilist
van Sliedrecht.
Oplichter staat in hooger beroep terecht.
Kinderdoodslag te Haarlem
voor het Amsterdamsche Hof.
Ontaarde moeder tot vijf jaar veroordeeld.
AMSTERDAM, 6 Nov. Een 23-jarige ge
huwde vrouw te Haarlem had in November
j.l. haar tweejarig kind zoodanig mishandeld,
dat de kleine weldra overleed.
De rechtbank te Haarlem veroordeelde haar
wegens doodslag op haar eigen kind tot zes
jaar gevangenisstraf..
Het hof veroordeelde haar in hooger beroep
tot vijf jaar gevangenisstraf wegens doodslag.
De procureur-generaal had bevestiging van
het vonnis gerequireerd.
Walcheren en Schouwen als een apart wereldje
Gebieden die men te weinig kent.
He. mooiste zeegezicht in ons land is dat
van den Schelde-mond op Vlissingen. Van de
zen kant is de stad zon-beschenen, het strand
is een zuiderstrand, warm en beschut.
De hijschkranen van de werven staan, nu
werkloos, als machtige grijpers en dragers
klaar om hun zware lasten op te heffen.
Vlissingen is een gezellige stad, niet het
minst deftig als Middelburg, half Belgisch dooi
de scheepvaart met Antwerpen, half inter
nationaal door het verkeer Duitschland-En-
geland.
We fietsen door naar Middelburg, met zijn
kaden, zijn markt die een steeds grooter
aantal vreemdelingen lokt, zijn stadhuis; het
mooiste dat ik ken.
Weer verder, naar Veere, doode stad met
imposante kerk. Zelfs de wallen zijn met
tarwe bezaaid.
We fietsen naar Vrouwepolder, naar den
molenaar en vinden een prachtige kampeer
plaats tusschen lage duintjes, aan den mond
van het Veersche gat. 't Is een mooie kam-
oeerplaats met een prachtig uitzicht op Noord
Beveland. 's Ochtends, voor dag en dauw zei
len de visschers Veere uit, vlak onder den
wal. Ze visschen onder Schouwen en maken
van het gunstige getij gebruik om weer -bin
nen te zijn. De motoren klinken ver over het
water in den stillen ochtend.
Dan komt de zon op en zet heel het heer
lijke landschap, duin en dijk en water in een
rijke gloed.
Een prachtige dag maar ook de laatste
voorloopig. De wind steekt op, het druppelt
maar daar blijft het bij. Wel wordt 't wat kou
der.
We maken den mooisten fietstocht van Wal
cheren: Vrouwepolder, Oranjezon, Domburg,
Westkapelle, Zouteland. Valkenisse, Middel
burg, Veere, Vrouwepolder.
De bosschen bij Domburg groeien tot boven
op de duinenrij tot vlak bij zee. Dat komt
doordat de overheerschende zuid-westen wind
hier een landwind is, dus minder zout bevat.
De eiken groeien dus boven op het duin, al
is het er dan ook naar want de eik is de on-
geschikste boom voor het zeeklimaat. Met
dennen was hier iets prachtigs te bereiken.
Valkenisse heeft de hoogste duinen van het
geheele eiland. Prachtig is het uitzicht, zuid
waarts op Belgisch- en Zeeuwsch-Vlaanderen.
in het oosten het diepe land met „de lange
Jan in stad" zooals de Zeeuw zijn grootsten
kerktoren in Middelburg noemt.
En noordwaarts steekt Zoutelande angstig
vooruit in de kustlijn, met moeite wordt de
laatste smalle duinenrij beschermd door hoof
den en basaltblokken. De tientallen meters
diepe vaargeul ligt hier vlak onder de kust.
zoodat we de namen van de schepen kunnen
lezen en de masten boven de duinen uitsteken.
Wij verlaten Walcheren langs den Sloedam,
waar met een buitenlandsche „grassoort" het
slib vastgehouden wordt en groote oppervlak
ten schorren droog gekomen zijn. Weer eenige
jaren verder en dit kan ingedijkt worden,
Vruchtbare polders, met de grootste tarwe-
opbrengst per hectare van de geheele wereld
vinden we in dit gedeelte van Zeeland.
We volgen een dijk in noord-oostelijke rich
ting en komen aan Wolfaartsdijk. De provin
ciale bootdienst brengt ons naar Zieriksee, het
stadje met eenige honderden kleine huisjes,
opeengehoopt om een oude kerk, wat minder
log dan die in Veere.
Daarna wordt de tocht naar Renesse be
gonnen, bijna 20 K.M. en dwars tegen den
wind, die tot een stormpje is aangewakkerd.
Serooskerke heeft een scheeven toren, niet
alleen de boomen staan door den zeewind oost
waarts gebogen, de toren doet ook mee
Tegen den avond zijn we in Renesse. De
kampeerplaats is spoedig gevonden, beschut
door een hooge haag.
Den volgenden dag genieten we van het
machtige landschap van de Schouwsche dui
nen. Ze stuiven nog ten deele, vormen mach
tige blinkerts en diep-uitgewaaide valleien,
waar in het voorjaar plassen water staan. In
een uitgestorven dal vinden we donkere stre
pen in het stuifzand, recht naast él-kaar.
Zijn het de ploegvoren van een akker, die
vroeger vrij lag van het stuifzand maar na
dien onderstoof?
Ook baksteen kwam er bloot, oude hand
vorm. Zoo overweldigt het stuifzand menig
bouwland. Nu is het meeste stuifzand be
dwongen. In het westen is men begonnen met
duinbebossching op grooten schaal. Eerst
Abeelen als scherm tegen den zeewind, daar
na Oostenrijksche en Corsicaansche dennen
doore,en. Een werk waarvan de beteekenis
voor de toekomst niet hoog genoeg aangesla
gen kan worden. De klimaatsverbeterende in
vloed er van zal tot op Voorne merkbaar zijn.
Reeds nu doet de invloed van den zuidwester
storm op den boomgroei zich daar minder gel
den omdat deze eerst over Schouwen en Goe
ree strijkt en een groot deel van zijn zoutge
halte verliest. Maar men late ook een deel van
de stuifterreinen zoo lang mogelijk intact. Ze
zijn van een schoonheid die men in ons land
weinig meer aantreft.
Renesse heeft bouwvergunning gegeven
voor den bouw van zomerhuisjes tot vlak bij
de duinrand. Ze verknoeien het landschap
ontzettend. De commissaris der Koningin in
Zeeland heeft nu een jong ingenieur aange
steld die een streekplan maakt waarbij ge
tracht wordt het landschapsschoon zooveel
mogelijk te behouden, 't Is te hopen dat de
bebouwing die ten slotte noodig is, zoo ver
mogelijk van de duinenrij gehouden wordt.
Ondanks den roggesteun hebben de zand
boeren het veel minder goed dan de kleiboe
ren. Op zand is meer gemengd bedrijf, vee en
kippen er bij en dit gaat slechter dan de tar
we. Wel worden hier veel lupinen verbouwd
voor het zaad. 't Is vrijwel de eenige streek
in ons land, waar dit zaad goed rijp wordt.
Maar ook dit lupine-zaad is nu niets waard.
De boeren betalen hun electrisch licht niet
meer, laten hun meters wegnemen, zitten veel
in het donker, bedanken voor de krant of le
zen die met vier of zes tegelijk. Suiker, thee
en koffie wordt betaald met eieren, zoodat de
kruidenier eierhandelaar is geworden. Hon
ger is er niet maar wel komt de boer in een
moeilijke positie tegenover den pachtheer. En
de loonen die betaald worden aan de knechts
zijn laag: tusschen f 1.50 en f 1.75 per dag.
We fietsen naar Dordrecht en het is alsof de
wind het weet. Hij wordt van storm tot een
klein orkaantje enjuist achter. We heb
ben over heele afstanden vrijwel niet behoe
ven te trappen, waren bij de veerboot een uur
te vroeg en genoten op het water van het
schitterend tafereel van witte koppen slin
gerende tjalken en bolle, hoewel sterk ge
reefde zeilen.
C. SIPKES.
AMSTERDAM, 6 Nov. (V. D.) Het gerechts
hof alhier veroordeelde den 26-jarigen J. E.
van L. wegens poging tot oplichting van een,
verzekeringsmaatschappij tot een gevangenis
straf van 1 jaar en 6 maanden met aftrek
van 6 maanden voorarrest. Het O. M. had een
gevangenisstraf van 1 jaar en 8 maanden met
aftrek van twee maanden voorarrest gerequi
reerd. Door de rechtbank was verdachte in
dertijd veroordeeld tot 1 jaar en 8 maanden.
Verdachte had samen met zijn broer ge
poogd door middel van hun vader, die geheel
te goeder trouw was, de N.V. Rotterdamsche
verzekeringssocieteiten R.V.S. te Rotterdam te
bewegen tot het uitbetalen van f 50.000.
De jongste van de twee broers, die voor ge
noemd bedrag was verzekerd, reed in den
avond van 11 Juli 1933 in een door hem ge
huurde auto in de buurt van Sliedrecht op
zettelijk in de Merwede. Hij zorgde er voor
zich in veiligheid te stellen, en week uit naar
Antwerpen.
Aanvankelijk dacht men dat de jongen was
verdronken.
Het bleek echter, dat hij zich in verbinding
met zijn broer had gesteld. Samen hadden zij
de comedie verder gespeeld en getracht de
verzekeringsgelden door den vader, die bui
ten het complot stond, te doen innen. Ten
slotte is het tweetal gearresteerd.
De jongste die zou zijn verdronken berustte
in zijn straf van een jaar en acht maanden.
De oudste vond de straf te hoog. daar hij
uitsluitend een passieve rol had gespeeld. Bij
de strafmaat overwoog het hof, dat het feit
ernstig is, doch dat niet is gebleken, dat het
plan van verdachte Is uitgegaan.
Een geval van bigamie.
In Amsterdam en in Muiden getrouwd.
Stervend eikenbosch in
de zeeduinen bij Dom
burg.
Naar wij vernemen is een zekere B., thans
te Amsterdam woonachtig, door de politie al
daar gearresteerd, daar hij er van verdacht
wordt, zich te hebben schuldig gemaakt aan
bigamie De man woonde, jaren geleden, even
eens te Amsterdam, trad aldaar in het hu
welijk, maar vertrok eenigen tijd daarna naar
Amerika.
Na eenige jaren aan de andere zijde van den
oceaan te hebben doorgebracht, keerde B.
naar Holland terug, doch liet vrouw en kin
deren in Amerika achter.
Hij kwam in kennis van mej. S. te Muiden
en verzweeg tegenover haar zorgvuldig welke
sterke banden hem nog aan Amerika bonden.
De kennismaking met mej. S. leidde tot een
verloving en niet lang daarna dreef hij de
onbeschaamdheid zoover, te Muiden met mej.
S. in het huwelijk te treden.
B. vestigde zich na zijn (tweede) huwelijk
eerst te Soest, maar omdat de zaken aldaar
niet naar wensch gingen, verhuisde hij eerst
naar Diemen en vervolgens naar Amsterdam,
waar hij een melkzaak zou exploiteeren. Al
daar werd hem echter de gebruikelijke vraag
gesteld, of hij reeds eerder in Amsterdam ge
woond had. De man doorzag zoo spoedig niet,
aan welk gevaar hij zich blootstelde en sprak
ditmaal de waarheid. Toen hij daarbij ook
nog moest opgeven, wanneer hij te Amster
dam gevestigd was geweest en toen de regis
ters van den Burgerlijken Stand werden na
geslagen, kwam natuurlijk spoedig aan het
licht, dat de vrouw met wie hij toen als ge
huwd stond ingeschreven, niet dezelfde was
als degene die thans zijn vrouw is.
De politie werd nu in de zaak gemengd, die
B. aan een uitgebreid verhoor onderwierp,
waarop de waarheid spoedig aan het licht
kwam en de verdachte in verzekerde bewaring
werd gesteld.
PROV. STATEN-VERKIEZINGEN.
Wij vernemen dat de heer A. S. Miedema
<V.B.) zich bij de eerstvolgende verkiezing
niet meer beschikbaar zal stellen als lid van
de Provinciale Staten.
DE TRAGEDIE AAN DE LAAN VAN
MEERDERVOORT.
N. H. Corr. Bureau bericht, dat de tandarts
S., die in verband met het drama aan de
Laan van Meerdervoort te 's-Gravenhage ge
arresteerd is, in den loop van den dag naar
het huis van bewaring zal worden overge
bracht.
De Haagsche advocaat, Mr. Van Oven, zal
als yerdediger yan S. optreden, j,