Het BromwejrshaYenselie Gat uitc OP IDE FIETS DOOR ZEELAND. Met een plofmoior en een lap zeil. Garnalen vissdherij. Hatelijk rinkelt de wekker in de stilte Van den zeer vroegen morgen. Het is half drie, „ouwe tied". Mijn eerste beweging is naar het handle-tje bij de bel om den razen- den klepel te bedaren. Dan volgt een zware tweestrijd; we kunnen weer rustig op één oor gaan liggen, óf het lage tentje uitkruipen, het stormlampje aansteken en ons reisvaar dig maken. Wat drommel! We hebben toch afgesproken, dat wij tijdig aan boord zou den zijn! Om vijf uur alweer „ouwe tied" vertrekt de blazer van Schipper Grinwis uit Brouwershaven. Gisteren zijn we er geweest en hebben „plaats besproken". Zoo'n buiten kansje mag ons niet ontgaan, met een echte visschersschuit de Noordzee op, is nog wat anders, dan een uurtje dobberen met een Zandvoortsch plezierbootje! Wij gaan mee!! Uit de damestent klinkt een onvriendelijk geknor, wanneer we daar de rust komen ver storen. Tóch scharrelen we een kwartier later met de fietsen door het zandige boschlaantje, dat uit de duinen naar den straatweg leidt. Het licht van den Haamsteedschen vuurtoren strijkt langs de boomtoppen. Doodstil is het Zeeuwsche polderland en geen zuchtje voor spelt den stevigen Noordwester, die vandaag 't zeewater in groote golven tegen de kust zal laten loopen. Bij het grappige dorpje Elle- meet ontmoeten we den eersten boer, die de paarden uit het land gaat halen. De oogst moet ingehaald worden. Zouden we op tijd aan de haven zijn? Onze horloges zijn niet te controleeren wegens duinzandinfectie. Het wordt al helderder. Het roode licht van Ossen, een geleidelicht tus- schen Scharendijke en Brouwershaven, staat nog te knipoogen. Noodig is het niet meer, want in een blauwig waas, is het stadje, waar de garnalenvisschers op gunstig tij lig gen te wachten, duidelijk zichtbaar. Brou wershaven is een oud plaatsje, klein en ver weerd, met een prachtige gothische kerk, waar een onmogelijk torentje op staat, dat den oorspronkelijken toren vervangt, die door de Zierikzeeërs gesloopt is. De oude Brouwe naars noemen de Zierikzeeërs nog steeds Klokkendieven. Op het pleintje tusschen het raadhuis en de haven, staat Vader Cats op zijn sokkel, de hand met de afgebroken vin gers omhoog geheven. Hij staat blijkbaar goed aangeschreven bij de huidige bewoners van zijn geboortestad, want ook dit jaar is de groote Brouwenaar schrik niet keurig gewitkalkt, opdat toch geen smetje het beeld ontsiere. De „vloot" is nog niet uitgevaren. Op de O.D. 15 de meeste visschers die in Brou wershaven hun vangst leveren, komen van Ouddorp op Goeree is alles in diepe rust. Maar al spoedig gaat er een luik open en met slaperige gezichten klauteren de vier vis schers uit het vooronder, het dek op. We worden uigenoodigd aan boord te komen; er is al heet water en weldra, zitten we in het vooronder te ontbijten met een groote mok kokende koffie. Achterin wordt de motor aangezet, die den geheele blazer doet trillen. Er wordt gemanoevreerd om tusschen de andere schuiten vandaan te komen. Leen staat met een melancholiek gezicht te neuriën: „Als de tros wordt losgesmetenMet twee zilblazers op sleeptouw, bonken we den lan gen smallen havenmond uit, het Brouwers- havensche Gat op. De zon is nog achter wolken verborgen, maar er schittert licht over het wijde water. De strook land aan de overzijde is Goeree, waar fier de Ouddorper vuurtoren waakt. Wij passagiers zorgen een beetje uit de stuit te blijven; op het kleine dek zijn allen druk in de weer. De schipper staat aan den helmstok, de anderen hijsehen een lap zeil, de garnalenpan moet schoongemaakt wor den. Bij het later worden, groeit het flauwe windje aan, tot een stevige bries, die het water van den zeearm opduwt tot nijdige 'golfjes. De schipper wenkt mij bij hem aan het roer te komen. Zoolang de schuit rustig naar bui ten koerst is er wel tijd voor een praatje en hij wijst wij op de ondiepe plekken, die met eb zullen droogvallen. De kleur van het water boven de ondiep ten is geheel anders dan van de geulen en de afscheiding tusschen diep ondiep is duidelijk aangegeven door een witte schuimstreep. Nu varen we kalm over Dwars- in-den-weg en andere banken, maar later op den dag zullen ze als groote platte gele eilanden, den zeehonden gelegenheid geven tot zonnebaden. Hier, precies tusschen de vuren van Renesse en Ouddorp gaat vandaag voor het eerst het net overboord. Aan bakboord zit voor en ach ter een stevige plank. Tusschen deze planken die van onder met ijzer verzwaard zijn., het net bevestigd. Het ijzer doet de planken naar den bodem zinken en houdt ze recht standig. Door den waterdruk wijken ze uiteen, zoodat de „mond" van het sleepnet geopend blijft. De heele zaak gaat overboord, terwijl de blazer een wijde boog beschrijft om te voorkomen dat lijnen of netten in de schroef raken. Langzaam puft de schuit het Brouwers- havensche Gat weer op en het water dat met groote kracht zeewaarts stroomt, wordt door ons net gezeefd. Garnalen, krabben en vele andere water zonder vorm van proces, met groote kans op een parate excutie. Slechts zij, die voor den visscherman geen waarde hebben krijgen de vrijheid weer, maar vaak is het al te laat of worden ze na de tewaterlating een prooi der meeuwen, waarvan al enkele een kijkje ko men nemen, maar er is nog niets te halen Een sterntje blijft nog even meevliegen. Ik denk dat het zijn bedoeling is, gekiekt te wor den,. Juist als ik wil afdrukken, heeft het wat ontdekt onder het wateroppervlak en met het snaveltje nijdig omlaag geprikt, duikt het vischdiefje in de golven. Met een glinste rend vischje in den snavel verwijdert het zich. Het is tijd om te „halen". De blazer gaat weer om pas op de schroef de lier-in stallatie begint te rammelen en langzaam worden de sterke staaldraden ingehaald. Daar verschijnen de planken aan de opper vlakte. Als die op hun plaats getrokken zijn, nemen krachtige handen, het werk van de lier over. Vier stoere kerels buigen zich bui ten boord en met gelijktijdige rukken halen ze het net binnen. Eindelijk kom het laatste deel, de zak met de vangst boven water. De visschers sjorren uit alle macht en laten dan den zak weer schieten. Zij herhalen dit vele malen om het zand uit het net te spoelen. De schuit schommelt hefitg, de mast slingert als een metronoom. Nu wordt er om het net een strop geslagen en de lier takelt het heele ;eval achter den mast. Een strop die het net onderaan gesloten hield, wordt losgemaakt en de inhoud stort over het dek. Een grauwe kriewelende massa garnalen, honderden wit te, groene, bruine en oranje krabben, botjes harinkjes, pieterman, tong, goskoppen enz., "liggen op de planken. De krabben beginnen meteen te wandelen en velen weten door de spuigaten te ontsnappen. De schuit puft naar zee en visschers graaien in de vangst om te oordeelen over de kwaliteit. Krabben wor den tusschen duim en wijsvinger genomen en over de reeling gesmeten. Zoo gaat het ook met botjes, pieterman en paling, die het ge luk hebben nog klein te zijn. Groote bot, pa ling en tong gaan in een apart kistje. Dat is het extratje. Ten slotte blijft de garnalen- massa over, die gezeefd wordt om groot van klein te scheiden en inmiddels heeft Piet, het vuur onder de garnalenpan, die op 't hek staat, opgestookt. Het water kookt en een paar manden met levende garnalen, worden in het borrelende water leeggestort. Meteen beginnen ze te verkleuren. De deksel wordt er op geklapt en als het zaakje nu weer kookt, zijn de garnalen gereed. Dan worden de rozige beestqes voor de tweede maal dien dag opge- vischt nu met een schepnet en in manden op het voordek geplaatst. Na dezen eersten trek komen we pas in volle zee. De golven wor den hooger en de blazer steekt den kop omhoog, glijdt even later weer naar beneden en stoot met een flinke bons tegen de vol gende golf. Het water spat over den boeg. Wij zijn het erover eens, dat het maar wat lekker gaat. De meeuw-en waren bij het sorteeren van de vangst weer op het appèl en zij verlaten den heeien dag den O.D. 15 niet meer. Zij zweven om den mast of langs het water, zij rusten soms even op de golven en een brutale zil vermeeuw gaat op het roer zitten. Wat is zoo'n sierlijke vogel eenbutale slok op! Ieder botje dat overboord gaat, na een te lang verblijf op het dek, wordt bij den kop gepakt en naar binnen gewipt. Het is onbe grijpelijk wat er alzoo passeert door dien smallen snavel en den toch betrekkelijk dun nen hals. De kleine harinkjes zijn allemaal slacht offer. Als de teere schubjes maar even be- lijkheid meer. Maar ze drijven niet lang aan de oppervlakte! „Nu gaan we naar de Kous", vertelt de schipper. De Kous is een stuk Noordzee, dat misschien onder dien naam alleen bekend is bij de visschers van de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche eilanden, evenals de Dierentuin, die verder uit de kust is en waar we later op den dag naar toe zullen gaan. Reeds zijn er weer een paar trekjes binnen, maar het gaat niet altijd voorspoedig. Soms' lijkt het bedrijf meer op tuinderij, dan op vis- scherij, vanwege de groote massa's wier. Het lijken wel struiken andijvie. Een andere keer levert de trek meer krabben, schelpen en ko ker diertjes op, dan garnalen. Dan gaat er heel wat tijd verloren met sorteeren. De ko kerdiertjes worden door de visschers sigaret tenpijpjes genoemd, maar met de krabben, schelpen en heremietkreeften gaan ze als waardeloos overboord. De laatste trek in de Kous is al heel onge lukkig. Bij het optakelen blijkt het net ge scheurd te zijn; kapot gesleept op een wrak. Het vernielde net wordt geborgen en een an der uit het ruim gehaald. Het herstellen van het kostbare net zal de heele bemanning weer een belangrijk deel van den vrijen Zaterdag kosten. We voelen ons nu al echt thuis op den bla zer, maar toch .,Een wijf en een kip, is een kruis op je schip", zegt Grinwis, maar meteen laat hij de patiënten met een groote oliejas toedekken, tegen de kou en het overslaande water. Want de beide meisjes zijn zeeziek geworden! „Zie je", zegt Leen, de opschepper, „wij, mannen, kunnen er tegen!" Maar ik denk aan het versje van de tien kleine negertjes. Die begonnen vol moed met zijn tienen en er bleef er geen van over. Gelukkig worden wij niet ziek. Wel worden de golven nog hooger, maar wij raken ten slotte aan het schommelen en bonken zoo ge woon, dat we het zelfs natuurlijk gaan vinden. Voor ons zal het pas vreemd worden, als we weer op den wal zijn. Als ik daar nog aan denk! De z.g. begane grond was onbetrouw baar, bij iederen stap zakte je in de diepte, en je werd metéén weer omhoog gelicht. De horizon was niet meer waterpas en ofschoon de tent stevig aan zijn pinnen stond en 's avonds de noordwester was gaan liggen, ik verzeker U, dat de aarde erg onrustig was; met tent en al gingen we op en neer, voorover, achterover, nu links boven, dan rechts Maar aan boord gaat het best. Ik heb den geheelen dag abnormale eetlust en het Zeeuw sche brood bekomt me goed. We zijn niet de eenigen die jacht maken op garnalen. Aan den horizon en dichterbij zien we vele zeilen. Allemaal O.D. of B.H. blazers, jachten en botters. De schipper kent ze alle en weet ondanks den grooten afstand te ver tellen, waar de O.D. 11 en de O.D. 23 visschen, de zeilblazers, die we vanmorgen gesleept heb ben. „Kijk", zegt hij, daar komt mijn broer ook aan". Uit den toon leid je af, dat hij zijn broer op vijf-en-twintig pas afstand ziet aan komen. Hij wijst echter naar een stipje aan den horizon. „Waar ziet U dat aan?" is ónze vraag. „De anderen herkennen wij aan de tuigage, maar bij mijn broer is het erg makkelijk; zijn blazer is de eenige uit Ouddorp met een stuur- kast". Voor ons is er voorloopig geen stuurkast waar te nemen, maar later blijkt het, dat hij gelijk heeft. Wij koersen nu naar het Goereesche Gat, waar binnengaats een aantal Stellendammers hun geluk beproeven. De O.D. 15 blijft buiten en langs Goeree wordt de terugweg ondernomen. De vangst moet afgeleverd worden in Brouwershaven. Als dat gebeurd is, gaan de visschers naar huis. Het is Vrijdagavond en Zaterdags en Zondags liggen de Ouddorpers in eigen haven. In het Brouwershavensche Gat wachten de O.D. 23 en de O.D. 11 op ons. Wij zullen hun vangst overnemen. Dat bespaart de zeilers, die niet zoo vlug uit den weg kunnen als de O.D. 15, met zijn 50 paards oliemotor, een heele reis. Zij worden geënterd en de manden ver wisselen van vervoermiddel. Critisch monste ren de visschers elkanders vangst. Het anker wordt gelicht, zeilen geheschen en weldra is er een groote afstand tusschen de in tegengestel de richting varende schepen. We varen nu weer in kalmer water. De zeezieken reageeren hier dadelijk op. Dwars-in-de-weg is nu droog, we zijn aan gewezen op de vargeul. Aan de haven staan de Brou wenaars en slaan het binnenvallen van de visschers- schepen gade. De vangst verschaft weer werk voor garnalenpellers en -pelsters. Met em mers spoeden die zich naar de pellerijen. Het is voor de visschers een dag geweest van twaalf uren hard werken. De vangst bedraagt 200 k.g. kleine garnaaltjes, die gedroogd worden voor kippenvoer en 2 cent per K.G. op leveren en 160 k.g. groote garnalen waar voor de visscherman 9 cent per k.g. ontvangt. Hoe verder in het seizoen, hoe lager de prijzen. Een paar dagen later zag ik ze in de Rot- terdamsche vischwinkels voor 20 cent per pond. Het bedrijf van den garnalenvisscher is hard, de omstandigheden waaronder hij het uitoefent vaak niet minder en de verdienste gering. Hoeveel moet er van de opbrengst niet af voor de schuit, de kostbare motor, olie, re paraties, netten, enz.! De O.D. 15 legt aan en na een hartelijk af scheid van onze vriendelijke gastheeren klim men we tegen de remmingen op, aan wal, verrijkt met vele indrukken van een bedrijf, dat ons tot dusver onbekend was. H. K Kingsford Smith's toestel in 1 beslag genomen. Deurwaarder houdt een oogje in het zeil. LOS ANGELES, 6 November (Reuter) De Southern Cros, het vliegtuig waarmee Sir Charles Kingsford Smith dezer dagen van Australië over den Stillen Oceaan naar Cali- fornië vloog is in opdracht van een man, die beweert dat de vlieger hem 2750 dollar schul dig is in beslag genomen. Een deurwaarder heeft in de nabijheid van het vliegtuig in een fauteuil plaats genomen om de machine voortdurend in het oog te houden. Kingsford Smith zal een waarborgsom van 5500 dollar moeten storten om de be schikking over zijn machine terug te krijgen. De fraude te Pekalen Sampean. Koningin aanvaardt beschermvrouwschappen. Naar we vernemen heeft de Koningin het beschermvrouwschap aanvaard van de ver- eeniging der Nederlandsche Padvinders, van welke vereeniging wijlen Prins Hendrik jaren lang beschermheer was. Ook heeft de Koningin het beschermvrouw- schap aanvaard van het Amsterdamsche con servatorium, daarbij in de plaats treden van wijlen de koningin-moeder, onder wier be scherming het conservatorium sinds 1891 heeft gestaan. De Stodarts protesteeren. Tientallen ambtenaren er bij betrokken. 1 Onjuiste tijden in hun logboek? MELBOURNE, 6 Nov. (V.-A.) Gemeld wordt dat de Stodarts, die in de handicaprace slechts een kwartier achter Melrose werden ge'klassificeerd, een klacht hébben ingediend, dat sommige van de tijden ingeschreven in hun logboek, onjuist zijn. SOERABAJA, 6 Nov. (Aneta). Bij gede puteerden van den Provincialen Waterstaat is een officieel verslag ingediend omtrent de fraude, gepleegd bij de irrigatie afdeeling Pekalen Sampean. Het onderzoek, dat tachtig dagen duurde, is thans nog niet afgeloopen, daar de boekingen over het jaar 1925 tot het moment der ontdekking nog moeten worden nagegaan. Tientallen personen zijn bij de fraude betrokken, van wie enkele preven tief gezet zijn. Een belangrijk aantal der be trokkenen zijn beambten door den Gouverr.e- mentswaterstaat aan de provincie „uitge leend". De zaak zal binnen enkele maanden voor den Raad van Justitie dienen, zulks in ver band met het recht van forum priveligiatum van den hoofdbeklaagde. De „verdronken" automobilist van Sliedrecht. Oplichter staat in hooger beroep terecht. Kinderdoodslag te Haarlem voor het Amsterdamsche Hof. Ontaarde moeder tot vijf jaar veroordeeld. AMSTERDAM, 6 Nov. Een 23-jarige ge huwde vrouw te Haarlem had in November j.l. haar tweejarig kind zoodanig mishandeld, dat de kleine weldra overleed. De rechtbank te Haarlem veroordeelde haar wegens doodslag op haar eigen kind tot zes jaar gevangenisstraf.. Het hof veroordeelde haar in hooger beroep tot vijf jaar gevangenisstraf wegens doodslag. De procureur-generaal had bevestiging van het vonnis gerequireerd. Walcheren en Schouwen als een apart wereldje Gebieden die men te weinig kent. He. mooiste zeegezicht in ons land is dat van den Schelde-mond op Vlissingen. Van de zen kant is de stad zon-beschenen, het strand is een zuiderstrand, warm en beschut. De hijschkranen van de werven staan, nu werkloos, als machtige grijpers en dragers klaar om hun zware lasten op te heffen. Vlissingen is een gezellige stad, niet het minst deftig als Middelburg, half Belgisch dooi de scheepvaart met Antwerpen, half inter nationaal door het verkeer Duitschland-En- geland. We fietsen door naar Middelburg, met zijn kaden, zijn markt die een steeds grooter aantal vreemdelingen lokt, zijn stadhuis; het mooiste dat ik ken. Weer verder, naar Veere, doode stad met imposante kerk. Zelfs de wallen zijn met tarwe bezaaid. We fietsen naar Vrouwepolder, naar den molenaar en vinden een prachtige kampeer plaats tusschen lage duintjes, aan den mond van het Veersche gat. 't Is een mooie kam- oeerplaats met een prachtig uitzicht op Noord Beveland. 's Ochtends, voor dag en dauw zei len de visschers Veere uit, vlak onder den wal. Ze visschen onder Schouwen en maken van het gunstige getij gebruik om weer -bin nen te zijn. De motoren klinken ver over het water in den stillen ochtend. Dan komt de zon op en zet heel het heer lijke landschap, duin en dijk en water in een rijke gloed. Een prachtige dag maar ook de laatste voorloopig. De wind steekt op, het druppelt maar daar blijft het bij. Wel wordt 't wat kou der. We maken den mooisten fietstocht van Wal cheren: Vrouwepolder, Oranjezon, Domburg, Westkapelle, Zouteland. Valkenisse, Middel burg, Veere, Vrouwepolder. De bosschen bij Domburg groeien tot boven op de duinenrij tot vlak bij zee. Dat komt doordat de overheerschende zuid-westen wind hier een landwind is, dus minder zout bevat. De eiken groeien dus boven op het duin, al is het er dan ook naar want de eik is de on- geschikste boom voor het zeeklimaat. Met dennen was hier iets prachtigs te bereiken. Valkenisse heeft de hoogste duinen van het geheele eiland. Prachtig is het uitzicht, zuid waarts op Belgisch- en Zeeuwsch-Vlaanderen. in het oosten het diepe land met „de lange Jan in stad" zooals de Zeeuw zijn grootsten kerktoren in Middelburg noemt. En noordwaarts steekt Zoutelande angstig vooruit in de kustlijn, met moeite wordt de laatste smalle duinenrij beschermd door hoof den en basaltblokken. De tientallen meters diepe vaargeul ligt hier vlak onder de kust. zoodat we de namen van de schepen kunnen lezen en de masten boven de duinen uitsteken. Wij verlaten Walcheren langs den Sloedam, waar met een buitenlandsche „grassoort" het slib vastgehouden wordt en groote oppervlak ten schorren droog gekomen zijn. Weer eenige jaren verder en dit kan ingedijkt worden, Vruchtbare polders, met de grootste tarwe- opbrengst per hectare van de geheele wereld vinden we in dit gedeelte van Zeeland. We volgen een dijk in noord-oostelijke rich ting en komen aan Wolfaartsdijk. De provin ciale bootdienst brengt ons naar Zieriksee, het stadje met eenige honderden kleine huisjes, opeengehoopt om een oude kerk, wat minder log dan die in Veere. Daarna wordt de tocht naar Renesse be gonnen, bijna 20 K.M. en dwars tegen den wind, die tot een stormpje is aangewakkerd. Serooskerke heeft een scheeven toren, niet alleen de boomen staan door den zeewind oost waarts gebogen, de toren doet ook mee Tegen den avond zijn we in Renesse. De kampeerplaats is spoedig gevonden, beschut door een hooge haag. Den volgenden dag genieten we van het machtige landschap van de Schouwsche dui nen. Ze stuiven nog ten deele, vormen mach tige blinkerts en diep-uitgewaaide valleien, waar in het voorjaar plassen water staan. In een uitgestorven dal vinden we donkere stre pen in het stuifzand, recht naast él-kaar. Zijn het de ploegvoren van een akker, die vroeger vrij lag van het stuifzand maar na dien onderstoof? Ook baksteen kwam er bloot, oude hand vorm. Zoo overweldigt het stuifzand menig bouwland. Nu is het meeste stuifzand be dwongen. In het westen is men begonnen met duinbebossching op grooten schaal. Eerst Abeelen als scherm tegen den zeewind, daar na Oostenrijksche en Corsicaansche dennen doore,en. Een werk waarvan de beteekenis voor de toekomst niet hoog genoeg aangesla gen kan worden. De klimaatsverbeterende in vloed er van zal tot op Voorne merkbaar zijn. Reeds nu doet de invloed van den zuidwester storm op den boomgroei zich daar minder gel den omdat deze eerst over Schouwen en Goe ree strijkt en een groot deel van zijn zoutge halte verliest. Maar men late ook een deel van de stuifterreinen zoo lang mogelijk intact. Ze zijn van een schoonheid die men in ons land weinig meer aantreft. Renesse heeft bouwvergunning gegeven voor den bouw van zomerhuisjes tot vlak bij de duinrand. Ze verknoeien het landschap ontzettend. De commissaris der Koningin in Zeeland heeft nu een jong ingenieur aange steld die een streekplan maakt waarbij ge tracht wordt het landschapsschoon zooveel mogelijk te behouden, 't Is te hopen dat de bebouwing die ten slotte noodig is, zoo ver mogelijk van de duinenrij gehouden wordt. Ondanks den roggesteun hebben de zand boeren het veel minder goed dan de kleiboe ren. Op zand is meer gemengd bedrijf, vee en kippen er bij en dit gaat slechter dan de tar we. Wel worden hier veel lupinen verbouwd voor het zaad. 't Is vrijwel de eenige streek in ons land, waar dit zaad goed rijp wordt. Maar ook dit lupine-zaad is nu niets waard. De boeren betalen hun electrisch licht niet meer, laten hun meters wegnemen, zitten veel in het donker, bedanken voor de krant of le zen die met vier of zes tegelijk. Suiker, thee en koffie wordt betaald met eieren, zoodat de kruidenier eierhandelaar is geworden. Hon ger is er niet maar wel komt de boer in een moeilijke positie tegenover den pachtheer. En de loonen die betaald worden aan de knechts zijn laag: tusschen f 1.50 en f 1.75 per dag. We fietsen naar Dordrecht en het is alsof de wind het weet. Hij wordt van storm tot een klein orkaantje enjuist achter. We heb ben over heele afstanden vrijwel niet behoe ven te trappen, waren bij de veerboot een uur te vroeg en genoten op het water van het schitterend tafereel van witte koppen slin gerende tjalken en bolle, hoewel sterk ge reefde zeilen. C. SIPKES. AMSTERDAM, 6 Nov. (V. D.) Het gerechts hof alhier veroordeelde den 26-jarigen J. E. van L. wegens poging tot oplichting van een, verzekeringsmaatschappij tot een gevangenis straf van 1 jaar en 6 maanden met aftrek van 6 maanden voorarrest. Het O. M. had een gevangenisstraf van 1 jaar en 8 maanden met aftrek van twee maanden voorarrest gerequi reerd. Door de rechtbank was verdachte in dertijd veroordeeld tot 1 jaar en 8 maanden. Verdachte had samen met zijn broer ge poogd door middel van hun vader, die geheel te goeder trouw was, de N.V. Rotterdamsche verzekeringssocieteiten R.V.S. te Rotterdam te bewegen tot het uitbetalen van f 50.000. De jongste van de twee broers, die voor ge noemd bedrag was verzekerd, reed in den avond van 11 Juli 1933 in een door hem ge huurde auto in de buurt van Sliedrecht op zettelijk in de Merwede. Hij zorgde er voor zich in veiligheid te stellen, en week uit naar Antwerpen. Aanvankelijk dacht men dat de jongen was verdronken. Het bleek echter, dat hij zich in verbinding met zijn broer had gesteld. Samen hadden zij de comedie verder gespeeld en getracht de verzekeringsgelden door den vader, die bui ten het complot stond, te doen innen. Ten slotte is het tweetal gearresteerd. De jongste die zou zijn verdronken berustte in zijn straf van een jaar en acht maanden. De oudste vond de straf te hoog. daar hij uitsluitend een passieve rol had gespeeld. Bij de strafmaat overwoog het hof, dat het feit ernstig is, doch dat niet is gebleken, dat het plan van verdachte Is uitgegaan. Een geval van bigamie. In Amsterdam en in Muiden getrouwd. Stervend eikenbosch in de zeeduinen bij Dom burg. Naar wij vernemen is een zekere B., thans te Amsterdam woonachtig, door de politie al daar gearresteerd, daar hij er van verdacht wordt, zich te hebben schuldig gemaakt aan bigamie De man woonde, jaren geleden, even eens te Amsterdam, trad aldaar in het hu welijk, maar vertrok eenigen tijd daarna naar Amerika. Na eenige jaren aan de andere zijde van den oceaan te hebben doorgebracht, keerde B. naar Holland terug, doch liet vrouw en kin deren in Amerika achter. Hij kwam in kennis van mej. S. te Muiden en verzweeg tegenover haar zorgvuldig welke sterke banden hem nog aan Amerika bonden. De kennismaking met mej. S. leidde tot een verloving en niet lang daarna dreef hij de onbeschaamdheid zoover, te Muiden met mej. S. in het huwelijk te treden. B. vestigde zich na zijn (tweede) huwelijk eerst te Soest, maar omdat de zaken aldaar niet naar wensch gingen, verhuisde hij eerst naar Diemen en vervolgens naar Amsterdam, waar hij een melkzaak zou exploiteeren. Al daar werd hem echter de gebruikelijke vraag gesteld, of hij reeds eerder in Amsterdam ge woond had. De man doorzag zoo spoedig niet, aan welk gevaar hij zich blootstelde en sprak ditmaal de waarheid. Toen hij daarbij ook nog moest opgeven, wanneer hij te Amster dam gevestigd was geweest en toen de regis ters van den Burgerlijken Stand werden na geslagen, kwam natuurlijk spoedig aan het licht, dat de vrouw met wie hij toen als ge huwd stond ingeschreven, niet dezelfde was als degene die thans zijn vrouw is. De politie werd nu in de zaak gemengd, die B. aan een uitgebreid verhoor onderwierp, waarop de waarheid spoedig aan het licht kwam en de verdachte in verzekerde bewaring werd gesteld. PROV. STATEN-VERKIEZINGEN. Wij vernemen dat de heer A. S. Miedema <V.B.) zich bij de eerstvolgende verkiezing niet meer beschikbaar zal stellen als lid van de Provinciale Staten. DE TRAGEDIE AAN DE LAAN VAN MEERDERVOORT. N. H. Corr. Bureau bericht, dat de tandarts S., die in verband met het drama aan de Laan van Meerdervoort te 's-Gravenhage ge arresteerd is, in den loop van den dag naar het huis van bewaring zal worden overge bracht. De Haagsche advocaat, Mr. Van Oven, zal als yerdediger yan S. optreden, j,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 7